28 JANUARI 2024. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 mei 2006 houdende algemene regeling van de toelagen en de vergoedingen toegekend aan de enquêteurs belast met de uitvoering van onderzoeken die worden georganiseerd door de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie
Art. 1-5
Artikel 1. Het opschrift van het koninklijk besluit van 17 mei 2006 houdende algemene regeling van de toelagen en de vergoedingen toegekend aan de enquêteurs belast met de uitvoering van onderzoeken die worden georganiseerd door de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie, wordt vervangen als volgt:
"Koninklijk besluit houdende algemene regeling van de toelagen en de vergoedingen toegekend aan de enquêteurs belast met de uitvoering van onderzoeken die worden georganiseerd door de Algemene Directie Statistiek - Statistics Belgium".
Art.2. In artikel 1 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 2 december 2011 en 13 januari 2016 worden de volgende wijzigen aangebracht:
a) in de bepaling onder 4° worden de woorden "Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie" vervangen door de woorden "Algemene Directie Statistiek - Statistics Belgium";
b) het artikel wordt aangevuld met een bepaling onder 12°, luidende:
"12° : een ad-hoc-uitbreiding van de vragenlijst: het aantal face-to-face te stellen vragen neemt bij een bepaalde editie van de enquête toe met 20% of meer vragen.".
Art.3. In artikel 6 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit 13 januari 2016, wordt een paragraaf 6octies ingevoegd, luidende:
" § 6octies. Voor de gezondheidsenquête wordt bij een ad-hoc-uitbreiding van de vragenlijst een bijkomende vergoeding toegekend aan de enquêteur die afhankelijk is van het aantal te ondervragen personen, met een maximum van vier personen. Het bijkomend toegekende bedrag voor huishoudens met één te ondervragen persoon bedraagt 14 euro. Per bijkomende te ondervragen persoon, wordt het toegekende bedrag verhoogd met 9 euro.".
Art.4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 februari 2023.
Art. 5. De minister bevoegd voor Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.