12 JANUARI 2024. - Koninklijk besluit houdende wijziging van het koninklijk besluit van 16 januari 2022 betreffende de registratie en spreiding van voor het publiek opengestelde apotheken en tot opheffing van de koninklijk besluiten van 25 september 1974 betreffende de opening, de overbrenging en de fusie van voor het publiek opengestelde apotheken en van 21 september 2004 betreffende de overbrenging van een voor het publiek opengestelde apotheek naar een gebouw van een luchthaven
Art. 1-6
Artikel 1. In artikel 14 van het koninklijk besluit van 16 januari 2022 betreffende de registratie en spreiding van voor het publiek opengestelde apotheken en tot opheffing van de koninklijk besluiten van 25 september 1974 betreffende de opening, de overbrenging en de fusie van voor het publiek opengestelde apotheken en van 21 september 2004 betreffende de overbrenging van een voor het publiek opengestelde apotheek naar een gebouw van een luchthaven, gewijzigd bij koninklijk besluit van 26 oktober 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° het tweede lid wordt vervangen als volgt:
"Elke aanvraag wordt behandeld en maakt het voorwerp uit van een beslissing in volgorde van de postdatum van verzending of de dag van de elektronische indiening, met uitzondering van:
1° de aanvraag tot tijdelijke overbrenging. De aanvragen tot tijdelijke overbrenging worden apart behandeld en maken het voorwerp uit van een beslissing in volgorde van de postdatum van verzending of de dag van de elektronische indiening;
2° de aanvraag tot overbrenging in de onmiddellijke nabijheid, tenzij de aanvraag tot overbrenging in de onmiddellijke nabijheid een impact kan hebben op het voldoen, door een eerdere aanvraag tot overbrenging met toepassing van artikel 10, § 1, 4°, aan de vereiste vervat in artikel 10, § 1, 4°, c) waardoor de eerdere aanvraag behandeld moet worden en het voorwerp moet uitmaken van een beslissing vóór de behandeling en beslissing betreffende de aanvraag tot overbrenging in de onmiddellijke nabijheid, of de aanvraag tot overbrenging in de onmiddellijke nabijheid een impact kan hebben op of ondervinden van een andere aanvraag tot overbrenging in de onmiddellijke nabijheid, waarbij deze beide aanvragen behandeld moeten worden en het voorwerp moeten uitmaken van een beslissing in volgorde van de postdatum van verzending van de aanvraag of de dag van de elektronische indiening;
3° de aanvraag van een vestigingsvergunning bedoeld in artikel 9 of artikel 10, § 1, 1°, 2° of 4°, die geen impact kan hebben op of ondervinden van de bescherming bedoeld in het derde of vierde lid, van een andere aanvraag;
4° de aanvraag van een vestigingsvergunning bedoeld in artikel 9 of artikel 10, § 1, 1°, 2° of 4°, die geen impact kan hebben op of ondervinden van een andere aanvraag van een vestigingsvergunning bedoeld in artikel 9 of artikel 10, § 1, 1°, 2° of 4°. ";
2° het derde lid wordt vervangen als volgt:
"Na een eerdere aanvraag van een vestigingsvergunning bedoeld in artikel 10, § 1, 1°, 2° of 4°, mag geen enkele vestigingsvergunning bedoeld in artikel 10, § 1, 1°, 2° of 4°, worden toegestaan binnen een straal van 1500 meter rond de eerder aangevraagde vestigingsplaats op grond van een latere aanvraag, binnen een termijn die loopt vanaf de postdatum van verzending of de dag van de elektronische indiening van de eerdere, ontvankelijke aanvraag:
1° zo lang de vestigingsvergunning bedoeld in artikel 10, § 1, 1°, 2° of 4° op grond van de eerdere aanvraag niet is toegekend of niet werd geweigerd;
2° indien de in 1° bedoelde vestigingsvergunning werd toegekend, tot op de datum van:
a) hetzij het verval van de vestigingsvergunning met toepassing van artikel 12, indien de houder er niet tijdig feitelijk gebruik van heeft gemaakt;
b) hetzij het verlopen van een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum van het verkrijgen van een uitbatingsvergunning die op basis van de vestigingsvergunning wordt toegekend;
c) hetzij het verval van de uitbatingsvergunning die op basis van de vestigingsvergunning wordt toegekend met toepassing van art. 18, § 4, 1° van de wet of het verval van de tijdelijke uitbatingsvergunning met toepassing van artikel 41, § 2, 1° ;
d) hetzij de opheffing van de uitbatingsvergunning die op basis van de vestigingsvergunning wordt toegekend.";
3° het vierde lid wordt vervangen als volgt:
"Na een eerdere aanvraag van een vergunning tot fusie bedoeld in artikel 9, mag geen enkele vestigingsvergunning bedoeld in artikel 10, § 1, 1°, 2° of 4°, worden toegestaan binnen een straal van 500, 1000 of 1500 meter rond de apotheek die na de fusie zou blijven bestaan, naargelang het bevolkingscijfer van de gemeente respectievelijk meer dan 30000 inwoners, 7500 tot 30000 inwoners of minder dan 7500 inwoners bedraagt, op grond van een latere aanvraag, binnen een termijn die loopt vanaf de postdatum van verzending of de dag van de elektronische indiening van de eerdere, ontvankelijke aanvraag:
1° zo lang de vestigingsvergunning bedoeld in artikel 9 niet is toegekend of niet werd geweigerd;
2° indien de in 1° bedoelde vestigingsvergunning werd toegekend, tot op de datum van:
a) hetzij het verval van de vestigingsvergunning met toepassing van artikel 12, indien de houder er niet tijdig feitelijk gebruik van heeft gemaakt;
b) hetzij het verlopen van een periode van tien jaar te rekenen vanaf de datum van het verkrijgen van een uitbatingsvergunning die op basis van de vestigingsvergunning wordt toegekend;
c) hetzij het verval van de uitbatingsvergunning die op basis van de vestigingsvergunning wordt toegekend met toepassing van art. 18, § 4, 1° van de wet of het verval van de tijdelijke uitbatingsvergunning overeenkomstig artikel 41, § 2, 1° ;
d) hetzij de opheffing van de uitbatingsvergunning die op basis van de vestigingsvergunning wordt toegekend.".
Art.2. In artikel 15, vierde lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 22 oktober 2022, wordt het woord "werkdagen" vervangen door het woord "kalenderdagen".
Art.3. In artikel 17, § 1, tweede lid van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 26 oktober 2022, worden de woorden:
"over alle oudere aanvragen bedoeld in artikel 14, derde of vierde lid heeft beslist, hetzij op de dag volgend op de termijn van twee jaar bedoeld in artikel 14, derde lid, 2° of de termijn van tien jaar bedoeld in artikel 14, vierde lid, 2° "
vervangen door de woorden
"alle oudere aanvragen bedoeld in artikel 14, vierde of vijfde lid heeft geweigerd, hetzij op de dag volgend op de datum bedoeld in artikel 14, derde lid, 2° en artikel 14, vierde lid, 2° ".
Art.4. Artikel 37, § 1, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid, luidende:
"De voorwaarde bedoeld in het eerste lid, 2° is niet van toepassing bij het verlenen van een uitbatingsvergunning die wordt verleend naar aanleiding van een fusie.".
Art.5. Artikel 40 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de bepaling onder 9°, luidende:
"9° in geval van fusie: de datum van de fusie.".
Art. 6. De minister bevoegd voor de Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.