Details





Titel:

22 MEI 2023. - Decreet betreffende de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 03-10-2023 en tekstbijwerking tot 07-02-2024)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Art. 1-3
HOOFDSTUK 2. - Inschrijving als werkzoekende
Art. 4-8
HOOFDSTUK 3. - Behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling
Afdeling 1. - Beginselen van de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling
Art. 9-13
Afdeling 2. - Fasen van de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling
Art. 14-20
Afdeling 3. - Bemiddelingsdiensten
Art. 21-29
HOOFDSTUK 4. - Ontwikkeling van de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling
Art. 30-32
HOOFDSTUK 5. - Toewijzing van een stage
Art. 33-45
HOOFDSTUK 6. - Controle van de zoekinspanningen
Art. 46-48
HOOFDSTUK 7. - Vertrouwelijkheid en bescherming van persoonsgegevens
Art. 49-52
HOOFDSTUK 8. - Slotbepalingen
Art. 53-57



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1976C70810  2000033021  2009202754  2023204783 



Uitvoeringsbesluit(en):

2024203477  2024203481  2024205792 



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1 - Voorwerp
  Dit decreet regelt de dienstverlening van de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling in de Duitstalige Gemeenschap en legt bepaalde maatregelen vast die bijdragen tot de uitvoering ervan. Het doel van dit decreet is elke werkzoekende op zijn traject naar het beroepsleven recht te geven op gratis hoogwaardige en individueel aangepaste adviesverlening, begeleiding en bemiddeling, ongeacht zijn inkomen of vervangingsinkomen.

Art.2. - Verwijzingen naar personen
  De verwijzingen naar personen in dit decreet gelden voor alle geslachten.

Art.3.- Definities
  Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder:
  1° aanvragers en ontvangers van een werkloosheidsuitkering: ingeschreven werkzoekenden die op grond van het koninklijk besluit van 25 november 1991 een werkloosheidsuitkering of inschakelingsuitkering ontvangen of zich in de beroepsinschakelingstijd bevinden;
  2° [1 bevoegde dienst: de door de Regering bepaalde dienst die bevoegd is voor de bevordering van de werkgelegenheid en voor arbeidsbemiddeling;]1;
  3° tewerkstellingsconsulent: medewerker van de [1 bevoegde dienst]1 die de werkzoekenden adviseert en begeleidt;
  4° het zoeken naar werk: het zoeken naar een beroepsactiviteit als werknemer, statutair personeelslid of zelfstandige. Dat omvat ook het zoeken naar mogelijkheden inzake ondersteuning, stages of kwalificaties die daarbij kunnen helpen;
  5° werkzoekende: persoon die zoekt naar werk en toegang heeft tot de Belgische arbeidsmarkt, ongeacht zijn inkomen of vervangingsinkomen;
  6° behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling: dienstverlening die zich richt tot ingeschreven werkzoekenden met woonplaats in het Duitse taalgebied en beantwoordt aan de eisen beschreven in hoofdstuk 3;
  7° begeleidingsaanbod: elk aanbod tot het adviseren, begeleiden en bekwaam maken van werkzoekenden;
  8° actieovereenkomst voor werk: overeenkomstig artikel 19 gesloten overeenkomst;
  9° Algemene Verordening Gegevensbescherming: de Verordening (EU) 2016/679 van 27 april 2016 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG;
  10° [1 ...]1;
  11° ingeschreven werkzoekende: werkzoekende die ingeschreven is in het werkzoekendenregister;
  12° inschrijving: de inschrijving van een werkzoekende in het werkzoekendenregister;
  13° vervangingsinkomen: sociale uitkeringen die door overheidsinstanties worden uitbetaald om, om een bepaalde reden, een inkomen uit arbeid te vervangen of aan te vullen;
  14° koninklijk besluit van 25 november 1991: het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering;
  15° niet-werkende werkzoekende: werkzoekende die geen beroep uitoefent in het kader van een arbeidsovereenkomst of als zelfstandige en die geen diplomagerichte basisopleiding volgt van het door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerd, erkend of gesubsidieerd onderwijs of daarmee gelijkgesteld onderwijs;
  16° OCMW's: de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van het Duitse taalgebied;
  17° stage: werkervaring van beperkte duur die een leer- en opleidingscomponent omvat en tot doel heeft de stagiair praktische en professionele ervaring te laten opdoen, om zo zijn inzetbaarheid op de arbeidsmarkt te verbeteren en de overgang naar een reguliere tewerkstelling te vergemakkelijken;
  18° stagegever: natuurlijke persoon of rechtspersoon die een stagiair onder zijn verantwoordelijkheid en gezag tewerkstelt in het kader van een stage;
  19° persoonlijk adviseur: medewerker van een bemiddelingsdienst die de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling van een werkzoekende inhoudelijk begeleidt en administratief coördineert;
  20° werkzoekendenregister: de door de [1 bevoegde dienst]1 beheerde databank met de gegevens van personen die zoeken naar werk en zich in de databank hebben ingeschreven;
  21° bijstandsgerechtigde: persoon die een leefloon of daarmee gelijkgestelde maatschappelijke hulp ontvangt overeenkomstig de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, met uitzondering van personen die om gezondheids- of billijkheidsredenen niet kunnen werken;
  22° bemiddelingsaanbod: elk aanbod waarnaar een werkzoekende bemiddeld kan worden met langdurige tewerkstelling als doel. Daartoe behoren werkaanbiedingen, stages, opleidingen, voortgezette opleidingen, integratiemaatregelen, sollicitatietrainingen alsook alle ondersteuningsprogramma's voor werkzoekenden;
  23° bemiddelingsdienst: de [1 bevoegde dienst]1 en de openbare instellingen die overeenkomstig hoofdstuk 3, afdeling 3, erkend zijn als bemiddelingsdienst en de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling uitvoeren;
  24° met werkloosheid bedreigde werkzoekende: werkende werkzoekende die zijn ontslag gekregen heeft, werkzoekende die economisch werkloos is of zich in gedwongen werkloosheid of werkloosheid wegens overmacht bevindt, of werkzoekende die zich om dringende kwalificatiegerelateerde, gezondheidsgerelateerde of sociale redenen professioneel heroriënteert.
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/19, art. 28, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

HOOFDSTUK 2. - Inschrijving als werkzoekende
Art.4.- Elektronisch werkzoekendenregister
  § 1 - Om alle werkzoekenden te kunnen informeren over het begeleidings- en bemiddelingsaanbod dat voor hen relevant is, houdt de[1 bevoegde dienst]1 een elektronisch werkzoekendenregister bij.
  § 2 - Iedere persoon die toegang heeft tot de Belgische arbeidsmarkt, zoekt naar werk en een woonplaats heeft in het Duitse taalgebied, kan zich inschrijven in het elektronische werkzoekendenregister.
  § 3 - De [1 bevoegde dienst]1 raadt de inschrijving aan aan alle werkzoekenden met woonplaats in het Duitse taalgebied, ongeacht hun profiel of inkomsten.
  § 4 - De inschrijving als werkzoekende is verplicht voor:
  1° aanvragers en ontvangers van een werkloosheidsuitkering;
  2° bijstandsgerechtigden;
  3° alle andere niet-werkende personen die voldoen aan de volgende voorwaarden:
  a) een Belgisch vervangingsinkomen genieten;
  b) de volle leeftijd van 18 jaar bereikt hebben en de wettelijke pensioenleeftijd nog niet bereikt hebben;
  c) ter beschikking staan van de arbeidsmarkt.
  De Regering legt vast welke inkomens gelden als een vervangingsinkomen overeenkomstig het eerste lid, 3°, a).
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/19, art. 29, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.5.- Inschrijving
  § 1 - De inschrijving in het elektronische register vindt plaats op aanvraag van de werkzoekende. Samen met zijn aanvraag dient hij de inlichtingen die verplicht vereist zijn voor de inschrijving overeenkomstig artikel 6, § 1, eerste lid, in.
  § 2 - De[1 bevoegde dienst]1 waarborgt dat zowel de inschrijving in, de uitschrijving uit als de herinschrijving in het werkzoekendenregister in de ruimten van de Dienst voor arbeidsbemiddeling of vanaf een afstand en elektronisch mogelijk zijn.
  § 3 - De inschrijving in het elektronische register wordt uitgevoerd:
  1° ofwel door een medewerker van de [1 bevoegde dienst]1 op basis van de aanvraag van de werkzoekende; of
  2° vanaf een afstand door de werkzoekende zelf overeenkomstig artikel 6; of
  3° vanaf een afstand en op basis van de aanvraag van de werkzoekende door een medewerker van een bemiddelingsdienst die erkend is overeenkomstig artikel 22.
  In elk geval bevestigt de [1 bevoegde dienst]1 de in- en uitschrijving telkens schriftelijk aan de werkzoekende.
  § 4 - De Regering kan nadere regels voor de inschrijving, de herinschrijving en de uitschrijving vastleggen.
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/19, art. 30, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.6.- Verwerking van persoonsgegevens in het elektronische werkzoekendenregister
  § 1 - In het elektronische register worden voor elke persoon minstens de volgende persoonsgegevens van de werkzoekende verzameld:
  1° identiteits- en contactgegevens;
  2° de actuele opleidings- of werksituatie;
  3° de identificatienummers bedoeld in artikel 8, § 1, 1° of 2°, van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid.
  Om de ingeschreven werkzoekende bepaalde begeleidings- en bemiddelingsdiensten te kunnen aanbieden, vraagt de [1 bevoegde dienst]1 naar de daartoe vereiste gegevens uit de volgende categorieën en voert hij die gegevens in het elektronische register in:
  1° gegevens over het schoolbezoek of de opleiding;
  2° gegevens over het beroepsverleden;
  3° gegevens over de professionele doelstellingen en mogelijkheden;
  4° gegevens over de professionele bekwaamheden, competenties en kennis;
  5° gegevens over het vermogen om zelfstandig werk te zoeken;
  6° gegevens over het vermogen om elektronisch te communiceren;
  7° gegevens over de mobiliteit en de gezinssituatie;
  8° gegevens over vrijetijdsbestedingen en interesses die beroepsmatig relevant zijn;
  9° gegevens over de samenwerking met andere openbare diensten;
  10° gegevens over andere kansen en belemmeringen die relevant zijn voor het begeleidings- en bemiddelingswerk;
  11° gegevens over het tot nog toe gebruikte begeleidings- en bemiddelingsaanbod;
  12° gegevens over tot nog toe genomen initiatieven in het kader van het zoeken naar werk;
  13° gegevens over de lichamelijke en geestelijke gezondheid die relevant zijn voor de bemiddeling;
  14° gerechtelijke gegevens die relevant zijn voor de bemiddeling, in de vorm van een uittreksel uit het strafregister.
  De [1 bevoegde dienst]1 deelt de ingeschreven werkzoekenden mee welke gegevens vereist zijn voor de verlening van welke dienst.
  De Regering preciseert welke gegevens vereist zijn voor de verlening van welke dienst.
  § 2 - Met behoud van de toepassing van § 1, tweede lid, kunnen de bemiddelingsdiensten gegevens over de lichamelijke en geestelijke gezondheid van de werkzoekenden die relevant zijn voor de bemiddeling, uitsluitend voor de volgende doeleinden verwerken:
  1° voor de toepassing van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering;
  2° voor het uitsluiten van stages, opleidingen of werkaanbiedingen die niet verenigbaar zijn met de gezondheidsgerelateerde belemmeringen van de werkzoekende.
  Met behoud van de toepassing van § 1, tweede lid, kunnen de bemiddelingsdiensten de gerechtelijke gegevens in de vorm van een uittreksel uit het strafregister verwerken om na te gaan of het gedrag van de werkzoekende of de leerling verenigbaar is met beschikbare stages, opleidingen of werkaanbiedingen, in het bijzonder wanneer die contact met kwetsbare personen inhouden.
  § 3 - Met behoud van de toepassing van andere wettelijke verplichtingen kan de werkzoekende vrij beslissen van welke dienstverlening hij gebruik wenst te maken. Indien de werkzoekende weigert de vereiste inlichtingen te verstrekken, kan [1 bevoegde dienst]1 de betreffende dienstverlening schorsen.
  § 4 - De [1 bevoegde dienst]1 geldt als verwerkingsverantwoordelijke in de zin van artikel 4, punt 7, van de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Wanneer de werkzoekende overeenkomstig paragraaf 5 begeleid wordt door een andere bemiddelingsdienst dan de Dienst voor arbeidsbemiddeling, zijn de Dienst voor arbeidsbemiddeling en de betreffende bemiddelingsdienst gezamenlijk verantwoordelijk voor de verwerking van de gegevens van de werkzoekende.
  § 5 - Wanneer de werkzoekende in het kader van de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling overeenkomstig hoofdstuk 3 begeleid wordt door een andere bemiddelingsdienst dan de [1 bevoegde dienst]1, heeft de bevoegde persoonlijk adviseur toegang tot de gegevens die nodig zijn voor de te verstrekken begeleiding en bemiddeling.
  De [1 bevoegde dienst]1 of, naargelang het geval, de bevoegde bemiddelingsdienst beperkt de gegevenstoegang tot die medewerkers die de gegevens rechtstreeks nodig hebben voor de uitvoering van het begeleidings- en bemiddelingsaanbod.
  § 6 - De verwerkte gegevens mogen nadat de werkzoekende opgehouden heeft gebruik te maken van de dienstverlening van de [1 bevoegde dienst]1, nog hoogstens tien jaar bewaard worden in een vorm die het mogelijk maakt de betrokken personen te identificeren. Met behoud van de toepassing van de bepalingen betreffende het archiefwezen worden ze uiterlijk na het verstrijken van die termijn vernietigd.
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/19, art. 31, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.7.- Duur van de inschrijving en uitschrijving
  De werkzoekende blijft ingeschreven zolang hij zoekt naar werk. De inschrijving eindigt wanneer de werkzoekende:
  1° vraagt om uitgeschreven te worden;
  2° geen toegang meer heeft tot de Belgische arbeidsmarkt;
  3° geen woonplaats meer heeft in het Duitse taalgebied.
  Als de persoon tewerkgesteld is, eindigt de inschrijving bovendien automatisch wanneer hij:
  1° bevestigt dat hij niet meer naar werk zoekt;
  2° na het begin van zijn tewerkstelling binnen een periode van drie maanden minstens drie pogingen van de[1 bevoegde dienst]1 om contact op te nemen, onbeantwoord laat;
  3° na het begin van zijn tewerkstelling binnen een periode van drie maanden geen gebruikmaakt van dienstverlening van de[1 bevoegde dienst]1.
  Met behoud van de toepassing van het eerste lid kan de inschrijving voor de werkzoekenden bedoeld in artikel 4, § 4, eindigen wanneer ze zich niet houden aan de verplichting die is vastgelegd in artikel 8.
  De Regering kan nog andere gevallen bepalen die leiden tot uitschrijving.
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/19, art. 32, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.8.- Informatieplicht
  Door zijn inschrijving verbindt de ingeschreven werkzoekende zich ertoe de[1 bevoegde dienst]1 correcte informatie te verstrekken over zijn identiteit, woonplaats, contactgegevens en opleidings- en werksituatie. Hij stelt de [1 bevoegde dienst]1 binnen vijftien dagen op de hoogte van elke verandering die zich daarin voordoet.
  De Regering kan nadere regels bepalen voor de uitvoering van de informatieplicht.
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/19, art. 33, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

HOOFDSTUK 3. - Behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling
Afdeling 1. - Beginselen van de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling
Art.9.- Beginselen en verloop
  § 1 - De behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling is een dienst die kosteloos wordt verleend. Deze dienstverlening beoogt de bevordering op lange termijn van een passende beroepsactiviteit overeenkomstig de in dit hoofdstuk gedefinieerde fasen en minimumeisen.
  Ze wordt aangeboden door de [1 elke bemiddelingsdienst]1.
  § 2 - De behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling bestaat uit de fasen die beschreven worden in afdeling 2.
  Ze begint met het openen van een elektronisch begeleidingsdossier overeenkomstig artikel 14. Vervolgens wordt aan de werkzoekende een persoonlijk adviseur toegewezen overeenkomstig artikel 15. De volgende fase bestaat in het vergaren van informatie die relevant is voor de bemiddeling overeenkomstig artikel 16. Op basis van deze informatie die relevant is voor de bemiddeling, bezorgt de bemiddelingsdienst de werkzoekende een afgestemd informatieaanbod overeenkomstig artikel 17. De persoonlijk adviseur bezorgt de werkzoekende die gebruikmaakt van de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling een begeleidings- en bemiddelingsaanbod dat afgestemd is op zijn behoeften en bekwaamheden overeenkomstig artikel 18. Desgevallend stelt de persoonlijk adviseur voor de werkzoekende een actieovereenkomst voor werk op overeenkomstig artikel 19.
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/19, art. 34, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.10. - Gebruikers van de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling
  De behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling is toegankelijk voor alle niet-werkende of met werkloosheid bedreigde werkzoekenden die ingeschreven zijn in het elektronische register.
  Ze kan ook aan andere werkzoekenden aangeboden worden.
  De Regering bepaalt in welke situaties en voor welke personencategorieën de toegang tot de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling uitgebreid of beperkt kan worden.

Art.11.- Aanbod uitgaande van de [1 bevoegde dienst]1 of een andere bemiddelingsdienst
  § 1 - De [1 bevoegde dienst]1 biedt de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling aan aan elke gebruiker als gedefinieerd in artikel 10. Als de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling overeenkomstig artikel 22 is opgenomen in het uitvoeringsconcept van een erkende bemiddelingsdienst, biedt die bemiddelingsdienst de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling aan aan de gebruiker. De gebruiker kan ingaan op de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling die wordt aangeboden door die bemiddelingsdienst, of kiezen voor de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling aangeboden door de Dienst voor arbeidsbemiddeling.
  § 2 - Als bepaald is dat een gebruiker begeleid zal worden door een [1 andere]1 bemiddelingsdienst en die bemiddelingsdienst niet binnen twee maanden contact heeft opgenomen met de gebruiker, kan de [1 bevoegde dienst]1 de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling aanbieden.
  Daartoe neemt de [1 bevoegde dienst]1 eerst contact op met de bevoegde bemiddelingsdienst en gaat hij de stand van zaken na. Als de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling nog aangewezen is, maar nog niet aangeboden werd, laat de Dienst voor arbeidsbemiddeling aan de bevoegde bemiddelingsdienst en aan de werkzoekende weten dat de betreffende behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling aangeboden wordt door de [1 bevoegde dienst]1. Als de werkzoekende het aanbod aanvaardt, wijst de [1 bevoegde dienst]1 een persoonlijk adviseur aan hem toe.
  De Regering kan nadere regels bepalen voor de overname van de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling door de [1 bevoegde dienst]1.
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/19, art. 35, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.12.- Toegang tot het begeleidings- en bemiddelingsaanbod
  Met behoud van de toepassing van andere wettelijke of decretale bepalingen waarborgt de [1 bevoegde dienst]1 dat de persoonlijk adviseurs van elke bemiddelingsdienst dezelfde toegang hebben tot het begeleidings- en bemiddelingsaanbod van de Dienst voor arbeidsbemiddeling en zijn partners.
  Om te garanderen dat een geselecteerd begeleidings- en bemiddelingsaanbod behoeftegestuurd wordt aangewend, kan de Regering de toegang ertoe koppelen aan de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling. Dat heeft tot gevolg dat het aanbod alleen openstaat voor werkzoekenden die begeleid worden in het kader van de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling.
  De Regering kan bepalen voor welk begeleidings- en bemiddelingsaanbod de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling als voorwaarde geldt.
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/19, art. 36, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.13. - Continuïteit van de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling
  Elke bemiddelingsdienst garandeert de werkzoekenden die hij begeleidt, behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling zolang ze naar werk zoeken, ongeacht hun inkomen of vervangingsinkomen.
  Bij hervatting van de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling na een onderbreking van minder dan 24 maanden, wordt deze voortgezet door de bemiddelingsdienst die de werkzoekende begeleidde voorafgaand aan de onderbreking van het zoeken naar werk.
  In afwijking van het eerste lid staat een als bemiddelingsdienst erkend OCMW nog minstens 24 maanden na het einde van de periode waarvoor het leefloon of de daarmee gelijkgestelde maatschappelijke hulp uitgekeerd wordt, in voor de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling van een bijstandsgerechtigde.
  De Regering kan de nadere regels voor de uitvoering van het eerste tot derde lid vastleggen.

Afdeling 2. - Fasen van de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling
Art.14. - Opening van het elektronische begeleidingsdossier
  § 1 - Na de inschrijving van de werkzoekende overeenkomstig artikel 5 opent de bemiddelingsdienst een elektronisch begeleidingsdossier voor de werkzoekende in de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling. Dat bevat minstens de volgende persoonsgegevens met betrekking tot de werkzoekende:
  1. de gegevens die overeenkomstig artikel 6 in het register worden verzameld;
  2. de contactgegevens van de persoonlijk adviseur die hem begeleidt;
  3. de in artikel 16 vermelde gegevens die relevant zijn voor de bemiddeling.
  Wanneer er een actieovereenkomst voor werk gesloten wordt overeenkomstig artikel 19, maakt de inhoud van die overeenkomst ook deel uit van het elektronische begeleidingsdossier.
  § 2 - De werkzoekende in de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling krijgt een elektronische toegang tot zijn begeleidingsdossier.
  § 3 - De Regering kan nadere regels bepalen:
  1° voor het openen en sluiten van het elektronische begeleidingsdossier;
  2° voor de toegang tot het elektronische begeleidingsdossier.

Art.15.- Toewijzing van een persoonlijk adviseur
  § 1 - De bemiddelingsdiensten wijzen een persoonlijk adviseur toe aan elke werkzoekende in de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling.
  In het belang van de continuïteit van de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling moeten veranderingen van persoonlijk adviseur tot het minimum beperkt worden en moet elke verandering met redenen omkleed worden.
  § 2 - De persoonlijk adviseur vervult minstens de volgende taken:
  1° hij coördineert de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling inhoudelijk en administratief;
  2° hij is het eerste aanspreekpunt voor de beroepsgerelateerde vragen van de werkzoekende;
  3° hij helpt de werkzoekende alle attesten te verkrijgen die voor hem bevorderlijk zijn;
  4° hij legt een behoeftegestuurd begeleidings- en bemiddelingsaanbod voor;
  5° hij werkt desgevallend een actieovereenkomst voor werk uit overeenkomstig artikel 19;
  6° hij coördineert het overleg met andere diensten en partners.
  De Regering kan de taken van de persoonlijk adviseur preciseren, bijkomende taken vastleggen en de nadere regels bepalen voor het met redenen omkleden van de verandering van persoonlijk adviseur.
  § 3 - Elke bemiddelingsdienst staat in voor de scholing van zijn persoonlijk adviseurs. Hij bevordert minstens de scholing op de volgende gebieden:
  1° kennis van het aanbod, de dienstverlening en de maatregelen voor werkzoekenden;
  2° gebruik van het elektronische begeleidingsdossier;
  3° basisbeginselen van de beroepsethiek, interculturele communicatie en gespreksvoering voor sociaal werkers;
  4° basiskennis van de Belgische wetgeving op het gebied van sociale zekerheid, werkloosheid, recht op maatschappelijke integratie, arbeidsrecht en non-discriminatie;
  5° basisbeginselen van het bestuursrecht en de gegevensbescherming.
  § 4 - Als de persoonlijk adviseur minder dan vier jaar actief is in zijn functie of een vergelijkbare functie, bedraagt de jaarlijkse omvang van zijn scholingen minstens zes halve dagen. Als de persoonlijk adviseur minstens vier jaar actief is in zijn functie of een vergelijkbare functie, bedraagt de jaarlijkse omvang van zijn scholingen minstens drie halve dagen.
  De Regering kan nadere regels voor de vervulling van deze verplichting en het toezicht erop vastleggen.
  § 5 - De [1 bevoegde dienst]1 is belast met de coördinatie van een opleidingsprogramma voor de persoonlijk adviseurs van alle bemiddelingsdiensten. Elke bemiddelingsdienst beslist, met behoud van de toepassing van paragraaf 4, aan welke scholingen zijn persoonlijk adviseurs deelnemen.
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/19, art. 37, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.16.- Verwerking van gegevens die relevant zijn voor de bemiddeling
  § 1 - In het kader van de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling gaan de bemiddelingsdiensten op basis van de individuele behoeften en de bekwaamheden van de werkzoekende na welk begeleidings- en bemiddelingsaanbod voor hem geschikt is en in welke mate ervan gebruikgemaakt wordt.
  § 2 - De persoonlijk adviseur vergaart uit de volgende gegevenscategorieën gegevens die relevant zijn voor de begeleiding en bemiddeling, en neemt die op in het elektronische begeleidingsdossier:
  1° gegevens over het schoolbezoek of de opleiding;
  2° gegevens over het beroepsverleden;
  3° gegevens over de professionele doelstellingen en mogelijkheden;
  4° gegevens over de professionele bekwaamheden, competenties en kennis;
  5° gegevens over het vermogen om zelfstandig werk te zoeken;
  6° gegevens over het vermogen om elektronisch te communiceren;
  7° gegevens over de mobiliteit en de gezinssituatie;
  8° gegevens over vrijetijdsbestedingen en interesses die beroepsmatig relevant zijn;
  9° gegevens over de samenwerking met andere openbare diensten;
  10° gegevens over andere kansen en belemmeringen die relevant zijn voor het begeleidings- en bemiddelingswerk;
  11° gegevens over het tot nog toe gebruikte begeleidings- en bemiddelingsaanbod;
  12° gegevens over tot nog toe genomen initiatieven in het kader van het zoeken naar werk;
  13° gegevens over de lichamelijke en geestelijke gezondheid die relevant zijn voor de bemiddeling;
  14° gerechtelijke gegevens die relevant zijn voor de bemiddeling, in de vorm van een uittreksel uit het strafregister.
  De Regering kan de gegevens uit de gegevenscategorieën die worden opgesomd in het eerste lid, preciseren.
  § 3 - De in paragraaf 2 opgesomde gegevens worden verwerkt voor de volgende doeleinden:
  1° om de werkzoekende de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling te kunnen aanbieden;
  2° om de in artikel 19 vermelde actieovereenkomst voor werk te kunnen opstellen.
  Met behoud van de toepassing van het eerste lid kunnen de bemiddelingsdiensten de gegevens over de lichamelijke en geestelijke gezondheid van de werkzoekenden die relevant zijn voor de bemiddeling, overeenkomstig § 2, eerste lid, 13°, uitsluitend voor de volgende doeleinden verwerken:
  1° voor de toepassing van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering;
  2° voor het uitsluiten van stages, opleidingen of werkaanbiedingen die niet verenigbaar zijn met de gezondheidsgerelateerde belemmeringen van de werkzoekende.
  Met behoud van de toepassing van het eerste lid kunnen de bemiddelingsdiensten de gerechtelijke gegevens in de vorm van een uittreksel uit het strafregister overeenkomstig § 2, eerste lid, 14°, verwerken om na te gaan of het gedrag van de werkzoekende of de leerling verenigbaar is met beschikbare stages, opleidingen of werkaanbiedingen, in het bijzonder wanneer die contact met kwetsbare personen inhouden.
  § 4 - Indien de werkzoekende weigert de vereiste inlichtingen te verstrekken, kan de bevoegde bemiddelingsdienst de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling schorsen.
  § 5 - De [1 Regering of, naargelang van het geval, de bevoegde erkende bemiddelingsdienst]1 geldt als verwerkingsverantwoordelijke in de zin van artikel 4, punt 7, van de Algemene Verordening Gegevensbescherming.
  Elke bemiddelingsdienst beperkt de gegevenstoegang tot die medewerkers die de gegevens rechtstreeks nodig hebben voor de begeleiding en bemiddeling.
  § 6 - De verwerkte gegevens mogen nadat de laatste keer gebruikgemaakt werd van de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling, nog hoogstens tien jaar bewaard worden in een vorm die het mogelijk maakt de betrokken personen te identificeren. Met behoud van de toepassing van de bepalingen betreffende het archiefwezen worden ze uiterlijk na het verstrijken van die termijn vernietigd.
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/19, art. 38, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.17. - Verstrekking van een afgestemd informatieaanbod
  Na de vergaring van gegevens die relevant zijn voor de bemiddeling overeenkomstig artikel 16, verstrekt de bemiddelingsdienst de werkzoekende een informatieaanbod dat afgestemd is op zijn behoeften en bekwaamheden.

Art.18. - Verstrekking van een behoeftegestuurd begeleidings- en bemiddelingsaanbod
  Na de vergaring van gegevens die relevant zijn voor de bemiddeling overeenkomstig artikel 16, verstrekt de persoonlijk adviseur de werkzoekende een begeleidings- en bemiddelingsaanbod dat afgestemd is op zijn behoeften en bekwaamheden.

Art.19. - Actieovereenkomst voor werk
  § 1 - Wanneer te verwachten is dat het overeenkomen van de in paragraaf 2 genoemde inhoud de bemiddeling van de werkzoekende ten goede zal komen, stelt de persoonlijk adviseur een actieovereenkomst voor werk op.
  Met behoud van de toepassing van het eerste lid is het sluiten van een actieovereenkomst voor werk verplicht indien:
  1° een vergelijkbare, elders wettelijk gedefinieerde overeenkomst ter bevordering van de beroepsintegratie gesloten moet worden; en
  2° de inhoud van de actieovereenkomst voor werk overgenomen kan worden in de elders wettelijk gedefinieerde overeenkomst.
  § 2 - De actieovereenkomst voor werk bevat minstens:
  1° de beschrijving van een professionele doelstelling die afgestemd is op de werkzoekende;
  2° de beschrijving van stappen om de professionele doelstelling te bereiken;
  3° een tijdschema voor de uitvoering van de stappen genoemd in 2°;
  4° de tijdstippen waarop een evaluatie en actualisering zal plaatsvinden;
  5° de contactgegevens van de werkzoekende en van de persoonlijk adviseur;
  6° de gegevens van de toepasselijke decretale of wettelijke bepalingen op grond waarvan de overeenkomst gesloten moet worden.
  De Regering kan nog andere inhoudelijke elementen voor de actieovereenkomst voor werk vastleggen.
  § 3 - De actieovereenkomst voor werk wordt in overleg met de werkzoekende opgesteld door de persoonlijk adviseur.
  Ze wordt geschreven in gemakkelijk verstaanbare taal.

Art.20. - Actieovereenkomst met toepassing van het koninklijk besluit van 25 november 1991
  De volgende overeenkomsten gesloten overeenkomstig het koninklijk besluit van 25 november 1991 kunnen gelden als een actieovereenkomst voor werk overeenkomstig artikel 19:
  1° een overeenkomst betreffende het individueel actieplan in de zin van artikel 27, eerste lid, 14°, van hetzelfde besluit;
  2° een overeenkomst betreffende de gepersonaliseerde begeleiding overeenkomstig artikel 56 van hetzelfde besluit;
  3° een overeenkomst waarin het specifieke begeleidingstraject voor niet-toeleidbare werkzoekenden overeenkomstig artikel 58/3, § 3, van hetzelfde besluit beschreven wordt.

Afdeling 3. - Bemiddelingsdiensten
Art.21.- Erkenning en taken van de bemiddelingsdiensten
  § 1 - Als bemiddelingsdiensten gelden de [1 bevoegde dienst, de door de Regering bepaalde dienst die bevoegd is inzake zelfbeschikkend leven,]1 en elke instelling die door de Regering erkend is op grond van artikel 22.
  Uitsluitend de OCMW's [1 ...]1 kunnen erkend worden als bemiddelingsdienst.
  § 2 - De bemiddelingsdiensten voeren de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling uit.
  Met behoud van de toepassing van het eerste lid vervult de [1 bevoegde dienst]1 transversale taken die gepaard gaan met de uitvoering van de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling. Daartoe behoren in het bijzonder algemene administratieve processen, informaticakwesties en algemene administratieve communicatie. De [1 bevoegde dienst]1coördineert de samenwerking van de bemiddelingsdiensten.
  De Regering kan bijkomende transversale taken vastleggen die alleen de[1 bevoegde dienst ]1 vervult in het kader van de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling.
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/19, art. 39, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.22.- Erkenningsprocedure
  § 1 - Om erkend te worden als bemiddelingsdienst dienen [1 ...]1 de OCMW's een aanvraag in bij de Regering. Aanvraaggerechtigde instellingen kunnen gezamenlijk een aanvraag indienen.
  De aanvraag kan ingediend worden tot 30 april en tot 31 oktober van ieder jaar. Als de Regering de bemiddelingsdienst erkent, begint de bemiddelingsdienst met de activiteit op het met de Regering overeengekomen tijdstip en overeenkomstig een implementatieplan dat overeengekomen wordt op basis van het ingediende uitvoeringsconcept en de benodigde voorbereidingstijd.
  Bij de aanvraag moet een uitvoeringsconcept gevoegd worden waaruit blijkt dat de aanvrager de in afdeling 1 en afdeling 2 beschreven doelstellingen en fasen van de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling kan uitvoeren. Dat uitvoeringsconcept bevat minstens:
  1° de beschrijving van de praktische organisatie van de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling, waaruit wezenlijke processen, taakverdelingen en communicatieprocessen op te maken zijn;
  2° de beschrijving van het begeleidingsaanbod dat wordt verstrekt door de persoonlijk adviseurs en dat verschillende stappen kan omvatten afhankelijk van de behoeften van de werkzoekenden;
  3° een lijst van de medewerkers die de functie van persoonlijk adviseur vervullen;
  4° een personeelsontwikkelingsconcept voor de persoonlijk adviseurs;
  5° de beschrijving van de gebruikte elektronische toepassingen;
  6° de opsomming van de methoden die toegepast worden in het begeleidings- en bemiddelingswerk.
  De Regering beoordeelt of de fasen en doelstellingen van de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling via dat uitvoeringsconcept bereikt kunnen worden. Daartoe controleert ze de aanvraag binnen vijftien dagen na ontvangst ervan op volledigheid.
  De Regering deelt de aanvrager binnen deze termijn mee of er documenten ontbreken. Als dat het geval is, heeft de aanvrager dertig dagen de tijd om de ontbrekende documenten alsnog in te dienen.
  De Regering beslist binnen zestig dagen over de erkenning van de aanvrager.
  De Regering kan nadere regels voor de erkenningsprocedure vastleggen.
  § 2 - De aanvrager kan een beroep indienen bij de Regering als zijn erkenningsaanvraag wordt afgewezen.
  De aanvrager bezorgt het met redenen omklede beroep samen met alle relevante documenten aangetekend of tegen ontvangstbewijs aan de Regering binnen vijftien dagen, te rekenen vanaf de derde dag na de verzending van de beslissing tot afwijzing van de erkenning.
  De Regering beslist binnen zestig dagen, te rekenen vanaf de ontvangst van het beroep, over de ontvankelijkheid ervan.
  De Regering kan nadere regels met betrekking tot de beroepsprocedure bepalen.
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/19, art. 40, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.23.- Aan het behoud van de erkenning verbonden verplichtingen
  Om hun erkenning te behouden, nemen de bemiddelingsdiensten de volgende verplichtingen in acht:
  1° de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling verstrekken overeenkomstig het in artikel 22, § 1, derde lid, vermelde uitvoeringsconcept;
  2° wezenlijke aanpassingen aan het uitvoeringsconcept melden en met redenen omkleden;
  3° permanent een actuele lijst van de persoonlijk adviseurs ter beschikking stellen van de [1 bevoegde dienst]1;
  4° statistische gegevens verstrekken op verzoek van de[1 bevoegde dienst]1 of de Regering;
  5° een evaluatieverslag voorleggen op door de Regering vastgelegde tijdstippen, maar minstens om de vijf jaar. In dat evaluatieverslag nemen de bemiddelingsdiensten op hoeveel personen begeleid werden in het kader van de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling, met vermelding van de volgende gegevens:
  a) uitsplitsing op basis van kwalificatie, talenkennis, leeftijd en professionele doelstelling;
  b) gegevens over de duur van de begeleiding en het soort begeleiding;
  c) soort begeleidings- en bemiddelingsaanbod waarvan gebruikgemaakt werd;
  d) aantal inschakelingen in stages en opleidingen;
  e) aantal integraties in het beroepsleven op verschillende tijdstippen sinds het begin van de begeleiding;
  f) overzicht van het aantal persoonlijk adviseurs dat de bemiddelingsdienst heeft ingezet;
  6° naleven van de wettelijke, decretale en reglementaire voorschriften die van toepassing zijn op de instelling in het kader van de uitvoering van de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling, in het bijzonder met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens, de gunning van overheidsopdrachten en het beroepsgeheim;
  7° de voortgezette opleiding van de persoonlijk adviseurs waarborgen overeenkomstig artikel 15, § 4.
  De Regering kan:
  1° de verplichtingen vermeld in het eerste lid verder preciseren;
  2° nog andere verplichtingen voor het behoud van de erkenning vastleggen;
  3° de methode, de tijdstippen en de te beschouwen indicatoren preciseren voor het evaluatieverslag dat het eerste lid, 5°, voorschrijft.
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/19, art. 41, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.24. - Schorsing van de erkenning
  § 1 - Wanneer de bemiddelingsdienst zich niet houdt aan een of meer voorwaarden voor het verkrijgen of het behouden van de erkenning, zal de Regering hem schriftelijk aanmanen de erkenningsvoorwaarden na te leven.
  Wanneer de bemiddelingsdienst zijn verplichtingen nog altijd niet nakomt na de aanmaning bedoeld in het eerste lid, zal de Regering zijn erkenning schorsen na een advies van de inspecteurs die zijn aangesteld overeenkomstig artikel 28.
  Alvorens over te gaan tot schorsing, stelt de Regering de betrokken bemiddelingsdienst aangetekend in kennis van haar voornemen. De bemiddelingsdienst kan binnen zeven dagen, te rekenen vanaf de derde dag na de verzending van de kennisgeving van het voornemen, een verzoek om te worden gehoord indienen bij de Regering. Betrokkene wordt gehoord binnen dertig dagen na de toezending van de aangetekende brief.
  Binnen vijftien dagen na betrokkene te hebben gehoord of, al naargelang het geval, na afloop van de in het derde lid genoemde termijn beslist de Regering over de schorsing en de duur van de schorsing.
  In afwijking van het derde lid kan de Regering de erkenning van een bemiddelingsdienst slechts schorsen wegens schending van de verplichting de voortgezette opleiding van de persoonlijk adviseurs te waarborgen overeenkomstig artikel 23, eerste lid, 7°, indien deze schending zich twee jaar na elkaar voordoet.
  § 2 - Tijdens de schorsing van de erkenning biedt de betrokken bemiddelingsdienst de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling niet aan aan nieuwe werkzoekenden.
  § 3 - De Regering kan nadere regels voor de schorsing van de erkenning bepalen.

Art.25.- Intrekking van de erkenning en stopzetting van de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling
  § 1 - Indien de bemiddelingsdienst de verplichtingen ook na het verstrijken van de schorsingsduur vermeld in artikel 24 niet nakomt, kan de Regering de erkenning intrekken na een advies van de inspecteurs.
  Alvorens over te gaan tot intrekking, stelt de Regering de betrokken bemiddelingsdienst aangetekend in kennis van haar voornemen. De bemiddelingsdienst kan binnen zeven dagen, te rekenen vanaf de derde dag na de verzending van de kennisgeving van het voornemen, een verzoek om te worden gehoord indienen bij de Regering. Betrokkene wordt gehoord binnen dertig dagen na de toezending van de aangetekende brief.
  Binnen dertig dagen na betrokkene te hebben gehoord of, al naargelang het geval, na afloop van de in het tweede lid genoemde termijn beslist de Regering over de intrekking.
  Die beslissing wordt zo snel mogelijk aan de betrokken bemiddelingsdienst bezorgd. De bemiddelingsdienst waarvan de erkenning ingetrokken werd, brengt de werkzoekenden individueel op de hoogte van de intrekking van de erkenning.
  § 2 - In geval van intrekking van de erkenning neemt de [1 bevoegde dienst]1 de reeds aangevangen behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling voor een werkzoekende over van de bemiddelingsdienst waarvan de Regering de erkenning heeft ingetrokken.
  § 3 - De Regering kan nadere regels met betrekking tot de procedure voor de intrekking van de erkenning bepalen.
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/19, art. 42, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.26. - Beroepsprocedure
  In geval van schorsing of intrekking van de erkenning kan de bemiddelingsdienst een beroep indienen bij de Regering. Het beroep heeft geen opschortende werking.
  De bemiddelingsdienst bezorgt het met redenen omklede beroep samen met alle relevante documenten aangetekend of tegen ontvangstbewijs aan de Regering binnen vijftien dagen, te rekenen vanaf de derde dag na de verzending van de beslissing tot schorsing of intrekking van de erkenning.
  De Regering beslist binnen zestig dagen, te rekenen vanaf de ontvangst van het beroep, over de ontvankelijkheid ervan.
  De Regering kan nadere regels met betrekking tot de beroepsprocedure bepalen.

Art.27. - Stopzetting van de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling
  De vrijwillige stopzetting van de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling heeft de intrekking van de erkenning tot gevolg.
  De Regering bepaalt de procedure voor de stopzetting van de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling.

Art.28. - Controle
  De inspecteurs die zijn aangesteld overeenkomstig het decreet van 27 maart 2023 betreffende de controle en de procedure voor het opleggen van administratieve geldboeten in het kader van het tewerkstellingsbeleid, zijn belast met het toezicht op de toepassing van dit decreet en de uitvoeringsbepalingen ervan.

Art.29. - Gegevensverwerking § 1 - De Regering en de bemiddelingsdiensten verwerken gegevens uit de volgende gegevenscategorieën:
  1° gegevens over de werkelijke en potentiële werkzoekende gebruikers van de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling. Daartoe behoren minstens het aantal werkzoekenden alsook essentiële kenmerken die relevant zijn voor de bemiddeling, zoals kwalificatie en leeftijd van de werkzoekenden;
  2° gegevens over het werkelijke of potentiële gebruik van het begeleidings- en bemiddelingsaanbod;
  3° gegevens over de toewijzing van stages, opleidingen en werkaanbiedingen;
  4° gegevens over de werkelijke of potentiële persoonlijk adviseurs van de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling.
  De in het eerste lid genoemde gegevens worden verwerkt voor de volgende doeleinden:
  1° de toekenning of het behoud van de erkenning;
  2° de samenwerking met partners, diensten en instellingen die een bemiddelingsaanbod verstrekken en het doelgericht contact opnemen met het oog op de verstrekking van dat aanbod.
  De Regering verwerkt de gegevens uit de gegevenscategorieën die worden opgesomd in het tweede lid, 1° tot 3°, in een vorm die het niet mogelijk maakt de betrokken personen te identificeren.
  De Regering kan preciseren welke gegevens verwerkt worden in het kader van de erkenningsprocedure en welke gegevens verwerkt worden met het oog op het behoud van de erkenning.
  § 2 - De betrokken bemiddelingsdienst en de Regering zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de verwerking van de gegevens opgesomd in paragraaf 1.
  § 3 - De in het eerste lid opgesomde gegevens mogen na het indienen van de erkenningsaanvraag overeenkomstig artikel 22 of het evaluatieverslag overeenkomstig artikel 23 nog hoogstens tien jaar bewaard worden. Met behoud van de toepassing van de bepalingen betreffende het archiefwezen worden ze uiterlijk na het verstrijken van die termijn vernietigd.

HOOFDSTUK 4. - Ontwikkeling van de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling
Art.30.- Analyse van de arbeidsmarkt
  § 1 - Met het doel de kwaliteit van het begeleidings- en bemiddelingsaanbod af te stemmen op de vereisten van de arbeidsmarkt, analyseert de [1 bevoegde dienst]1 minstens om de vijf jaar de arbeidsmarkt en de bijzondere ontwikkelingen op het gebied van begeleidings- en bemiddelingswerk.
  De [1 bevoegde dienst]1 kan daarbij gebruikmaken van de volgende gegevens:
  1° gepseudonimiseerde en gesynthetiseerde gegevens uit de elektronische dossiers van de werkzoekenden met woonplaats in het Duitse taalgebied;
  2° geanonimiseerde enquêtes bij gebruikers en medewerkers;
  3° systeemgegevens met betrekking tot administratieve processen.
  § 2 - De [1 bevoegde dienst]1 stuurt deze arbeidsmarktanalyse voor advies naar deskundigen in verschillende vakgebieden.
  De Regering legt de nadere regels voor de adviesaanvraag vast.
  § 3 - De arbeidsmarktanalyse van de [1 bevoegde dienst]1 en de betreffende adviezen worden bezorgd aan de Regering, het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap en alle bemiddelingsdiensten.
  § 4 - De Dienst voor arbeidsbemiddeling is verantwoordelijk voor de verwerking van de gegevens die worden opgesomd in paragraaf 1.
  § 5 - De gegevens bedoeld in § 1, tweede lid, 1°, mogen na het maken van de analyse, nog hoogstens tien jaar bewaard worden. Met behoud van de toepassing van de bepalingen betreffende het archiefwezen worden ze uiterlijk na het verstrijken van die termijn vernietigd.
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/19, art. 43, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.31. - Uniforme registratie van statistische indicatoren
  Om de uniforme registratie van statistische indicatoren te waarborgen, kan de Regering voor bepaalde indicatoren preciseren welke nomenclatuur en welke definities van toepassing zijn.
  Wanneer mogelijk gebruikt ze daarbij al erkende en beproefde nomenclaturen en definities.
  Wanneer de uniforme registratie van bepaalde indicatoren nodig is voor de analyse bedoeld in artikel 30, kan de Regering voorschrijven dat die indicatoren gebruikt worden bij het opvragen van inlichtingen overeenkomstig artikel 16.

Art.32.- Uitvoeringsconcept en evaluatie van de [1 door de Regering bepaalde diensten]1
  De [1 bevoegde dienst en de door de Regering bepaalde dienst die bevoegd is inzake zelfbeschikkend leven, werken samen]1 werkt om de vijf jaar een uitvoeringsconcept voor de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling uit.
  De [1 in het eerste lid genoemde diensten stellen bovendien samen]1 minstens om de vijf jaar een evaluatie op van [1 hun]1 behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling.
  De Regering preciseert de inhoud, de indicatoren, de methode en de tijdstippen voor het uitvoeringsconcept en de evaluatie.
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/19, art. 44, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

HOOFDSTUK 5. - Toewijzing van een stage
Art.33.- Stage als onderdeel van de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling
  Met behoud van de toepassing van artikel 12 kan de persoonlijk adviseur de werkzoekende in het kader van de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling overeenkomstig hoofdstuk 3 een stage voorstellen. Ook de werkzoekende zelf kan een stage voorstellen.
  In afwijking van het eerste lid kunnen de volgende personen, voor zover ze niet begeleid worden in het kader van de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling, deelnemen aan een stage, op voorwaarde dat ze voldoen aan de toelatingsvoorwaarden die zijn vastgelegd in artikel 35, met uitzondering van het eerste lid, 5°:
  1° leerlingen van het gewoon en gespecialiseerd secundair onderwijs;
  2° leerlingen van het hoger onderwijs dat georganiseerd, erkend of gesubsidieerd wordt door een gemeenschap of in een andere staat;
  3° personen die een beroep uitoefenen.
  De [1 bevoegde dienst]1 registreert voor de in het tweede lid vermelde personen de gegevens die worden vermeld in artikel 6, § 1, en wijst hen een tewerkstellingsconsulent toe, die voor de toepassing van dit hoofdstuk dezelfde taken vervult als de persoonlijk adviseur.
  Voor de toewijzing van een stage controleert de persoonlijk adviseur:
  1° of een of meer van de doelstellingen genoemd in artikel 34 bereikt kunnen worden door deel te nemen aan een stage;
  2° welke stagegevers geschikt zijn voor de betrokken stagiair, gelet op het doel van de stage en de bekwaamheden, competenties en interesses van de stagiair.
  De Regering kan de in het tweede lid genoemde personencategorieën uitbreiden met andere personencategorieën.
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/19, art. 45, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.34. - Doelstellingen van een stage
  Met de stage worden een of meer van de volgende doelstellingen nagestreefd:
  1° de stagiair een eerste blik gunnen in de arbeidswereld;
  2° de stagiair de mogelijkheid bieden een beroep te leren kennen;
  3° de stagiair de mogelijkheid bieden een specifieke werkgever te leren kennen;
  4° de stagiair de mogelijkheid bieden zijn bekwaamheden en interesses te testen in een echte werkomgeving;
  5° de stagegever de mogelijkheid bieden in te schatten welke bekwaamheden en kennis de stagiair al verworven heeft en welke nog bevorderd kunnen worden;
  6° de stagiair de mogelijkheid bieden competenties te verwerven buiten een leerplan en zo zijn kansen op de arbeidsmarkt te verbeteren;
  7° de stagiair de mogelijkheid bieden aansluitend op de stage een opleiding of een studie aan een hogeschool of universiteit te volgen;
  8° nagaan welke technische, organisatorische en/of didactische aanpassingen van de werkplek nodig zijn om een voortgezette opleiding en/of tewerkstelling mogelijk te maken.
  De stagegever zorgt ervoor dat de stage de socioprofessionele integratie en de beroepsoriëntatie van de stagiair doelgericht bevordert uitgaande van diens bekwaamheden en interesses. De stagegever staat in voor een passende begeleiding van de stagiair.

Art.35. - Toelatingsvoorwaarden
  Om toegelaten te worden tot de stage, voldoet de stagiair aan de volgende voorwaarden:
  1° zijn woonplaats hebben in het Duitse taalgebied;
  2° minstens 15 jaar oud zijn en niet onder de voltijdse leerplicht vallen;
  3° de wettelijke pensioenleeftijd niet bereikt hebben;
  4° toegang hebben tot de Belgische arbeidsmarkt;
  5° ingeschreven zijn in het werkzoekendenregister;
  6° bij de stagegever niet al voor het begin van de stage:
  a) gewerkt hebben als werknemer;
  b) een opleiding voltooid hebben;
  c) in de voorbije twee jaar stagegelopen hebben.
  In afwijking van het eerste lid, 6°, c), kan een stagiair toegelaten worden tot een stage hoewel hij in de voorbije twee jaar al stagegelopen heeft bij dezelfde stagegever, indien de stage beëindigd werd om redenen die buiten de wil van de stagiair en de stagegever lagen. In dat geval wordt de toegelaten maximumduur van de stage overeenkomstig artikel 37, § 2, verkort met de duur van de reeds afgelegde stage.
  Met behoud van de toepassing van de voorwaarden die zijn vastgelegd in het eerste lid, mag de stagiair niet aangesteld worden met het doel personen te vervangen die al voor het begin van de stage bij de stagegever werkzaam waren onder een van de volgende overeenkomsten:
  1° een arbeidsovereenkomst of overeenkomst voor tewerkstelling van studenten overeenkomstig de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten;
  2° een opleidingsovereenkomst.
  De Regering kan bepalen wat verstaan moet worden onder 'opleiding' als genoemd in het eerste lid, 6°, b), en in het derde lid.

Art.36. - Eisen aan de stagegever
  § 1 - De stage vindt plaats bij een stagegever uit de commerciële sector, de niet-commerciële sector of de openbare sector.
  De Regering kan bepalen:
  1° aan welke bijkomende voorwaarden de stagegever moet voldoen;
  2° welke sectoren uitgesloten worden van de toepassing van dit hoofdstuk.
  § 2 - De Regering kan een lijst opstellen van feiten die ertoe leiden dat een stagegever voor een periode van hoogstens vijf jaar uitgesloten wordt van de toepassing van dit hoofdstuk.
  Een stagegever die op grond van het eerste lid uitgesloten werd, kan een klacht indienen bij de Regering. Die klacht wordt aangetekend en binnen een maand na de kennisgeving van de beslissing ingediend. De Regering neemt een beslissing en brengt die ter kennis van de indiener binnen twee maanden na ontvangst van de klacht.
  De Regering kan de nadere regels voor de klachtenprocedure bepalen.

Art.37.- Sluiten van een stageovereenkomst
  § 1 - De stage maakt het voorwerp uit van een schriftelijke overeenkomst tussen:
  1° de stagiair of desgevallend zijn wettelijke vertegenwoordiger of bewindvoerder;
  2° de stagegever;
  3° de [1 begeleidende]1 bemiddelingsdienst, voor zover de stagiair niet door de [1 bevoegde dienst]1 begeleid wordt; en
  4° de [1 bevoegde dienst]1.
  De stageovereenkomst wordt voor het begin van de stage door alle partijen ondertekend.
  De stageovereenkomst legt de rechten en plichten van de partijen vast.
  Voor zover de stagiair begeleid wordt door een andere bemiddelingsdienst dan de [1 bevoegde dienst]1, bezorgt die bemiddelingsdienst alle gegevens die relevant zijn voor het sluiten van de stageovereenkomst aan de [1 bevoegde dienst]1.
  § 2 - De persoonlijk adviseur legt de duur van de stage vast. De stage duurt maximaal drie maanden.
  Bij het bepalen van de stageduur houdt de persoonlijk adviseur rekening met:
  1° de bekwaamheden en competenties van de stagiair;
  2° het doel van de stage.
  § 3 - De overeenkomstig paragraaf 2 bepaalde looptijd van de stageovereenkomst mag in met redenen omklede gevallen verlengd worden, voor zover de stagiair of desgevallend zijn wettelijke vertegenwoordiger of bewindvoerder, de stagegever en de persoonlijk adviseur daarmee akkoord gaan en de totale duur van drie maanden niet overschreden wordt. De partijen ondertekenen daartoe een addendum bij de stageovereenkomst.
  § 4 - De Regering legt het volgende vast:
  1° welke informatie verstrekt moet worden voor de toepassing van § 1, vierde lid, en volgens welke regels dit moet gebeuren;
  2° in welke situaties de stageovereenkomst geschorst kan worden. In dat geval wordt de oorspronkelijke looptijd van de overeenkomst verlengd met de duur van de schorsing;
  3° welke andere gegevens de stageovereenkomst minstens moet bevatten;
  4° in welke situaties de stageovereenkomst vroegtijdig beëindigd kan worden en in welke situaties de stageovereenkomst van rechtswege eindigt.
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/19, art. 46, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.38. - Doelstellingenovereenkomst
  Voor het begin van de stage stellen de stagiair, de stagegever en de persoonlijk adviseur gezamenlijk een doelstellingenovereenkomst op en voegen die bij de stageovereenkomst.
  In die doelstellingenovereenkomst wordt vermeld welke van de in artikel 34 vermelde doelstellingen nagestreefd worden met de stage. Er kunnen ook andere doelstellingen en bepaalde te leren competenties in de doelstellingenovereenkomst opgenomen worden.

Art.39. - Stageleider
  De stagegever duidt onder zijn personeelsleden een stageleider aan die instaat voor de begeleiding van de stagiair voor de duur van de stage. Hij kan die functie ook zelf waarnemen.
  De stageleider staat voor de duur van de stage als contactpersoon ter beschikking van de persoonlijk adviseur.
  De Regering kan bijkomende voorwaarden vastleggen voor de keuze van de stageleider.

Art.40. - Verloop van de stage
  De persoonlijk adviseur begeleidt de stagiair tijdens de duur van de stage.
  In de loop van de stage vindt er een adviesgesprek plaats tussen de persoonlijk adviseur, de stagiair en eventueel de stagegever zodra minstens een van de drie voornoemde personen dat wenst.
  In voorafgaand overleg met de stagegever kan de persoonlijk adviseur een bezoek afleggen bij de stagegever ter plaatse.

Art.41.- Evaluatie en deelnemingsattest
  Als de stage langer duurt dan een maand, vult de stagegever na afloop van de stage een evaluatierooster in dat hij van de persoonlijk adviseur ontvangt.
  Tijdens of na de stage wordt er een evaluatiegesprek georganiseerd waaraan de stagiair, de stagegever en de persoonlijk adviseur deelnemen, zodra minstens een van de drie voornoemde personen dat wenst.
  Het doel van de evaluatie is na te gaan in hoeverre de in de doelstellingenovereenkomst vastgelegde doelstellingen bereikt zijn.
  Na afloop van de stage ontvangt de stagiair een deelnemingsattest van de [1 bevoegde dienst]1.
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/19, art. 47, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.42. - Stagevergoeding
  De stagiair kan een stagevergoeding ontvangen voor de effectief gepresteerde stagedagen.
  De Regering legt de voorwaarden voor de toekenning van de stagevergoeding vast. Ze bepaalt het bedrag van de stagevergoeding en de nadere regels voor de uitbetaling.

Art.43. - Reiskostenvergoeding
  De stagiair kan een reiskostenvergoeding ontvangen voor de effectief gepresteerde stagedagen.
  De Regering legt de voorwaarden voor de toekenning van de reiskostenvergoeding vast. Ze bepaalt het bedrag van de reiskostenvergoeding en de nadere regels voor de uitbetaling.

Art.44.- Verzekering
  De [1 bevoegde dienst]1 sluit voor de stagiair met wie hij een in artikel 37 bedoelde stageovereenkomst aangaat, een verzekeringspolis af overeenkomstig de Arbeidsongevallenwet van 10 april 1971.
  De[1 bevoegde dienst]1 sluit een aansprakelijkheidsverzekering in de zin van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen af voor de duur van de stage. Die verzekering dekt de individuele aansprakelijkheid van de stagiair en desgevallend van de [1 de bevoegde dienst en, in voorkomend geval, de andere begeleidende bemiddelingsdienst]1 voor schade die de stagiair berokkent aan derden, de stagegever of medewerkers van de stagegever.
  De Regering kan nadere regels vastleggen voor de verzekeringen vermeld in het eerste en tweede lid.
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/19, art. 48, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.45.- Gegevensverwerking
  § 1 - In het kader van de toewijzing van een stage:
  1° gaan de bemiddelingsdiensten na of voldaan is aan de toelatingsvoorwaarden opgesomd in artikel 35;
  2° bepalen de bemiddelingsdiensten op basis van de individuele behoeften en de bekwaamheden van de stagiair welke stages voor hem geschikt zijn en in welke mate ervan gebruikgemaakt wordt;
  3° controleren de bemiddelingsdiensten of de stageleider geschikt is.
  Indien de toewijzing van een stage deel uitmaakt van de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling overeenkomstig artikel 33, eerste lid, gebruikt de persoonlijk adviseur de gegevens van de werkzoekende die relevant zijn voor de begeleiding en de bemiddeling, die overeenkomstig [1 de artikelen 14 en 16]1 ingevoerd worden in zijn elektronisch begeleidingsdossier.
  Indien de toewijzing van een stage plaatsvindt met toepassing van artikel 33, tweede of vijfde lid, kan de tewerkstellingsconsulent gegevens over de betrokken personen uit de volgende gegevenscategorieën verzamelen:
  1° gegevens over het schoolbezoek of de opleiding;
  2° gegevens over het beroepsverleden;
  3° gegevens over de professionele doelstellingen en mogelijkheden;
  4° gegevens over de professionele bekwaamheden, competenties en kennis;
  5° gegevens over het vermogen om zelfstandig werk te zoeken;
  6° gegevens over het vermogen om elektronisch te communiceren;
  7° gegevens over de mobiliteit en de gezinssituatie;
  8° gegevens over vrijetijdsbestedingen en interesses die beroepsmatig relevant zijn;
  9° gegevens over de samenwerking met andere openbare diensten;
  10° gegevens over andere kansen en belemmeringen die relevant zijn voor het begeleidings- en bemiddelingswerk;
  11° gegevens over het tot nog toe gebruikte begeleidings- en bemiddelingsaanbod;
  12° gegevens over tot nog toe genomen initiatieven in het kader van het zoeken naar werk;
  13° gegevens over de lichamelijke en geestelijke gezondheid die relevant zijn voor de bemiddeling;
  14° gerechtelijke gegevens die relevant zijn voor de bemiddeling, in de vorm van een uittreksel uit het strafregister.
  In het kader van de toewijzing van een stage kan de bevoegde bemiddelingsdienst gerechtelijke gegevens van de stageleider in de vorm van een uittreksel uit het strafregister verwerken.
  De Regering kan de gegevens uit de gegevenscategorieën die worden opgesomd in het tweede tot vierde lid, preciseren.
  § 2 - De gegevens genoemd in § 1, tweede tot vierde lid, worden verwerkt voor de volgende doeleinden:
  1° de gegevens genoemd in § 1, tweede en derde lid, worden verwerkt voor de doeleinden genoemd in § 1, eerste lid, 1° en 2°;
  2° de gegevens genoemd in § 1, vierde lid, worden verwerkt voor het doeleinde genoemd in § 1, eerste lid, 3°.
  Met behoud van de toepassing van het eerste lid kunnen de bemiddelingsdiensten de gegevens over de lichamelijke en geestelijke gezondheid van de stagiairs die relevant zijn voor de bemiddeling, uitsluitend verwerken om stages uit te sluiten die niet verenigbaar zijn met de gezondheidsgerelateerde belemmeringen van de stagiair.
  Met behoud van de toepassing van het eerste lid kunnen de bemiddelingsdiensten de gerechtelijke gegevens in de vorm van een uittreksel uit het strafregister verwerken:
  1° om na te gaan of het gedrag van de stagiair verenigbaar is met beschikbare stages, in het bijzonder wanneer die contact met kwetsbare personen inhouden;
  2° om na te gaan of de stageleider geschikt is, in het bijzonder wat betreft zijn omgang met kwetsbare stagiairs.
  § 3 - Onverminderd andere wettelijke verplichtingen kunnen de in artikel 33 genoemde personen vrij beslissen of ze gebruik willen maken van de toewijzing van een stage. Indien ze weigeren de vereiste inlichtingen te verstrekken, kan de bevoegde bemiddelingsdienst de betreffende dienstverlening schorsen.
  § 4 -[1 De Regering geldt]1 als verwerkingsverantwoordelijke in de zin van artikel 4, punt 7, van de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Wanneer de werkzoekende overeenkomstig paragraaf 5 begeleid wordt door een andere bemiddelingsdienst dan de [1 bevoegde dienst]1,[1 zijn de Regering]1 en de betreffende bemiddelingsdienst gezamenlijk verantwoordelijk voor de verwerking van de gegevens van de werkzoekende.
  § 5 - Wanneer de werkzoekende in het kader van de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling overeenkomstig hoofdstuk 3 begeleid wordt door een andere bemiddelingsdienst dan de[1 bevoegde dienst]1, heeft de bevoegde persoonlijk adviseur toegang tot de gegevens die nodig zijn voor de toewijzing van een stage.
  De [1 bevoegde dienst]1 of, naargelang het geval, de bevoegde bemiddelingsdienst beperkt de gegevenstoegang tot die medewerkers die de gegevens rechtstreeks nodig hebben voor de toewijzing van een stage.
  § 6 - De verwerkte gegevens mogen nadat de stagiair opgehouden heeft gebruik te maken van de dienstverlening van de [1 bevoegde dienst]1 of de bemiddelingsdienst, nog hoogstens tien jaar bewaard worden in een vorm die het mogelijk maakt de betrokken personen te identificeren. Met behoud van de toepassing van de bepalingen betreffende het archiefwezen worden ze uiterlijk na het verstrijken van die termijn vernietigd.
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/19, art. 49, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

HOOFDSTUK 6. - Controle van de zoekinspanningen
Art.46.- Documenteren en balans opmaken van de zoekinspanningen
  § 1 - De [1 bevoegde dienst]1 documenteert de inspanningen die de aanvragers en ontvangers van een werkloosheidsuitkering doen om naar werk te zoeken en maakt er de balans van op.
  Het documenteren en de balans opmaken van de zoekinspanningen wordt uitgevoerd door een tewerkstellingsconsulent.
  De Regering kan het documenteren en de balans opmaken uitbreiden tot andere werkzoekenden in de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling.
  § 2 - In het kader van de documentering van de zoekinspanningen wordt in het elektronische dossier genoteerd of de werkzoekende:
  1° het begeleidings- en bemiddelingsaanbod aangenomen heeft;
  2° acties die overeengekomen werden in het kader van de begeleiding, ondernomen heeft;
  3° proactief naar werk heeft gezocht.
  § 3 - Het opmaken van de balans omvat een gedifferentieerde en aan de situatie van de werkzoekende aangepaste beoordeling van de zoekinspanningen.
  § 4 - De tewerkstellingsconsulent kan een balans onder voorbehoud opmaken wanneer minstens een van de volgende gebeurtenissen zich voordoet:
  1° de werkzoekende solliciteert niet naar een hem voorgestelde passende betrekking overeenkomstig [1 hoofdstuk III]1 van het koninklijk besluit van 25 november 1991;
  2° de werkzoekende weigert een passende betrekking overeenkomstig hoofdstuk V van het koninklijk besluit van 25 november 1991;
  3° de werkzoekende weigert een geschikte stage of opleiding;
  4° de werkzoekende stopt zonder wettig excuus met een geschikte stage of opleiding;
  5° de werkzoekende daagt zonder wettig excuus niet op voor een adviesafspraak;
  6° de werkzoekende weigert formeel in te stemmen met een overeenkomst die op hem afgestemde acties bevat;
  7° de werkzoekende voert formeel overeengekomen acties niet uit;
  8° de werkzoekende legt geen eigen initiatief aan de dag bij het zoeken naar werk.
  § 5 - De tewerkstellingsconsulent houdt bij het opmaken van de balans rekening met de individuele bekwaamheden van de werkzoekende om zelfstandig werk te zoeken, mogelijke kansen en belemmeringen bij het zoeken naar werk en algemene kansen op de arbeidsmarkt.
  § 6 - De [1 bevoegde dienst]1 bepaalt in functie van het profiel van de werkzoekende wanneer en hoe vaak de balans moet worden opgemaakt.
  § 7 - De Regering kan het volgende preciseren:
  1° nadere regels voor het documenteren en het opmaken van de balans van de zoekinspanningen;
  2° hoe bepaald wordt wanneer de balans moet worden opgemaakt;
  3° wanneer de in paragraaf 4 opgesomde voorwaarden leiden tot een balans onder voorbehoud;
  4° welke bijkomende criteria kunnen leiden tot een balans onder voorbehoud;
  5° wanneer het documenteren en het opmaken van de balans kunnen worden uitgevoerd door andere medewerkers dan de tewerkstellingsconsulenten die worden genoemd in § 1, tweede lid.
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/19, art. 50, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.47.- Controle van de zoekinspanningen en sancties
  § 1 - Als de balans van de zoekinspanningen van een aanvrager of ontvanger van een werkloosheidsuitkering onder voorbehoud is, controleert de [1 bevoegde dienst]1 de zoekinspanningen overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 25 november 1991.
  § 2 - Met behoud van de toepassing van paragraaf 1 controleert de[1 bevoegde dienst]1 de zoekinspanningen overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 25 november 1991 met de periodiciteit die in dat besluit is vastgelegd.
  § 3 - De controle van de zoekinspanningen en het opleggen van sancties overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 25 november 1991 worden uitgevoerd door andere personen dan de tewerkstellingsconsulenten genoemd in artikel 46, § 1, tweede lid.
  De voor de controle bevoegde medewerkers beslissen op basis van objectieve overwegingen en feiten. Ze vermijden elk belangenconflict en vervullen hun taken onpartijdig. Als er een belangenconflict wordt vermoed, laat de betrokken medewerker zich vervangen.
  § 4 - De [1 bevoegde dienst]1 neemt de nodige maatregelen om de kwaliteit van de controle te waarborgen en belangenconflicten te voorkomen.
  § 5 - Met behoud van de toepassing van het koninklijk besluit van 25 november 1991 kan de Regering het volgende preciseren:
  1° de nadere regels voor de controle van de zoekinspanningen en de sancties;
  2° de criteria voor het opleggen van sancties;
  3° de mogelijkheden om een sanctie volledig of deels te schorsen.
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/19, art. 51, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.48.- Gegevensverwerking
  § 1 - Om de inspanningen van de aanvragers en ontvangers van een werkloosheidsuitkering te kunnen controleren overeenkomstig het koninklijk besluit van 25 november 1991, verwerkt de [1 bevoegde dienst]1 gegevens uit de volgende categorieën:
  1° gegevens uit de categorieën vermeld in artikel 6, § 1, en artikel 16, § 2;
  2° gegevens over controles van de zoekinspanningen en de sancties met toepassing van het koninklijk besluit van 25 november 1991;
  3° gegevens over beslissingen die genomen werden in het kader van de controle van de zoekinspanningen en de sancties overeenkomstig het koninklijk besluit van 25 november 1991.
  Met behoud van de toepassing van het eerste lid kan de [1 bevoegde dienst]1 de daar vermelde gegevens verwerken voor de volgende doeleinden:
  1° de gegevens vermeld in het eerste lid, 1°, om de bemiddelingsperspectieven te kunnen plaatsen;
  2° de gegevens vermeld in het eerste lid, 2°, om de zoekinspanningen te kunnen inschatten.
  De Regering kan:
  1° de gegevenscategorieën vermeld in het eerste lid preciseren;
  2° preciseren welke medewerkers tot welke gegevens toegang hebben.
  § 2 - De [1 Regering]1 geldt als verwerkingsverantwoordelijke in de zin van artikel 4, punt 7, van de Algemene Verordening Gegevensbescherming.
  § 3 - De gegevens bedoeld in § 1, eerste lid, worden bewaard zolang de bepalingen van het koninklijk besluit van 25 november 1991 betreffende de controle van de zoekinspanningen van toepassing zijn op de werkzoekende. Als deze bepalingen niet meer van toepassing zijn op de werkzoekende, worden de gegevens tien jaar bewaard in een vorm die het mogelijk maakt de betrokken personen te identificeren.
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/19, art. 52, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

HOOFDSTUK 7. - Vertrouwelijkheid en bescherming van persoonsgegevens
Art.49.- Vertrouwelijkheid
  Tenzij anders bepaald in dit decreet en met behoud van de toepassing van andersluidende wettelijke of decretale bepalingen zijn de Regering, de [1 bevoegde dienst]1, de andere bemiddelingsdiensten en alle andere personen die bij de uitvoering van dit decreet en de uitvoeringsbepalingen ervan betrokken zijn, verplicht de gegevens die aan hen toevertrouwd worden in het kader van de uitoefening van hun opdracht, vertrouwelijk te behandelen.
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/19, art. 53, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.50.- Verwerking van gezondheidsgegevens
  De gegevens over de gezondheid van de betrokken personen worden verwerkt onder de verantwoordelijkheid van een bij de [1 bevoegde dienst]1 of bemiddelingsdienst aangestelde beroepsbeoefenaar uit de gezondheidszorg of een andere beroepsbeoefenaar die gebonden is aan het beroepsgeheim.
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/19, art. 54, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.51.- Gebruik van gegevens voor analysen en statistieken
  Tenzij anders bepaald in dit decreet maakt de [1 bevoegde dienst]1 in beginsel bij voorkeur gebruik van anonieme of gepseudonimiseerde gegevens voor analysen en statistieken met betrekking tot de vervulling van zijn taken.
  Indien de analysen en statistieken niet volledig uitgevoerd kunnen worden met de anonieme gegevens vermeld in het eerste lid, mogen gepseudonimiseerde persoonsgegevens gebruikt worden.
  Voor de toepassing van het tweede lid vermeldt de [1 bevoegde dienst]1 in de aangifte betreffende de verwerking waarom de verwerking van anonieme gegevens het niet mogelijk maakt de analysen en statistieken vermeld in het eerste lid op te stellen.
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/19, art. 55, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.52.- Veiligheidsmaatregelen
  De [1 bevoegde dienst]1 let er bij de verwerking van de gegevens op dat passende veiligheidsmaatregelen genomen worden.
  De Regering zorgt ervoor dat de verwerkte gegevens telkens alleen verwerkt worden door personen die rechtstreeks belast zijn met de uitvoering van de betreffende taak.
  Voor zover gegevens geanonimiseerd of gepseudonimiseerd worden, richt de daartoe gebruikte techniek zich naar de aanbevelingen van het Agentschap van de Europese Unie voor cyberbeveiliging (Enisa).
  De Regering kan:
  1° preciseren welke veiligheidsmaatregelen genomen moeten worden voor de omgang met de vermelde persoonsgegevens;
  2° bijkomende passende technische en organisatorische maatregelen nemen om een op het risico afgestemd beveiligingsniveau te waarborgen in de zin van artikel 32 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming.
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/19, art. 56, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

HOOFDSTUK 8. - Slotbepalingen
Art.53. - Wijzigingsbepalingen
  In artikel 60, § 7, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 25 april 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° tussen het tweede lid en het derde lid, dat het vierde lid wordt, wordt het volgende lid ingevoegd, luidende:
  "De in het eerste lid bedoelde personen moeten voor en tijdens de daar bedoelde tewerkstelling ingeschreven zijn in het werkzoekendenregister overeenkomstig artikel 4 van het decreet van 22 mei 2023 betreffende de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling.";
  2° na het vierde lid, dat het vijfde lid wordt, wordt het volgende lid ingevoegd, luidende:
  "Om de beroepsintegratie via de in het eerste lid bedoelde tewerkstelling te evalueren en de uitvoering ervan te controleren, registreert de Regering gegevens over de tewerkstelling en de gebruikers, alsook over de mogelijke effecten van de maatregel op de beroepsintegratie. De Regering preciseert de gegevenscategorieën, de omgang met de gegevens, in het bijzonder met het oog op de gegevensbescherming, de toegang tot de gegevens en de bewaartermijn."

Art.54.- Wijzigingsbepalingen
  Hoofdstuk II,. afdeling 4, van het decreet van 17 januari 2000 tot oprichting van een Dienst voor arbeidsbemiddeling in de Duitstalige Gemeenschap, die de artikelen 14 en 14.1 omvat, opgeheven bij het decreet van 25 mei 2009 en hersteld bij het decreet van 25 april 2016, wordt opgeheven.

Art.55. - Wijzigingsbepalingen
  In artikel 2, § 1, 12°, van het decreet van 11 mei 2009 betreffende de erkenning van uitzendbureaus en de controle op de particuliere arbeidsbemiddelingsbureaus worden de woorden "Arbeidsbemiddeling onafhankelijke" vervangen door de woorden "Arbeidsbemiddeling), een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of de Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven onafhankelijke".

Art.56. - Wijzigingsbepalingen
  Artikel 4, § 1, eerste lid, van het decreet van 27 maart 2023 betreffende de controle en de procedure voor het opleggen van administratieve geldboeten in het kader van het tewerkstellingsbeleid wordt aangevuld met een bepaling onder 17°, luidende:
  "17° decreet van 22 mei 2023 betreffende de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling en de uitvoeringsbesluiten ervan."

Art. 57. - Inwerkingtreding
  Dit decreet treedt in werking op 1 september 2023.