Details





Titel:

18 APRIL 2023. - Koninklijk besluit tot aanpassing aan de welvaart van bepaalde uitkeringen in de regeling voor zelfstandigen



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Aanpassing van sommige pensioenen
Art. 1-2
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 8 mei 2018 tot invoering van een welvaartspremie in de regeling van de zelfstandigen
Art. 3
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art. 4-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2018012246 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Aanpassing van sommige pensioenen
Artikel 1. Met uitsluiting van de in de artikelen 131, 131bis en 131ter van de wet van 15 mei 1984 houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen, bedoelde pensioenen en van het onvoorwaardelijk pensioen bedoeld in artikel 37 van het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, worden de pensioenen in de regeling voor zelfstandigen :
  1° die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste vóór 1 januari 2008 zijn ingegaan, verhoogd met 1,2 pct. op 1 juli 2023;
  2° die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste op 1 januari 2016 en ten laatste op 1 december 2017 zijn ingegaan, verhoogd met 2 pct. op 1 januari 2023.

Art.2. Wanneer het een overlevingspensioen betreft, is het in aanmerking te nemen ingangsjaar het jaar tijdens hetwelk het rustpensioen van de overleden echtgenoot daadwerkelijk en voor de eerste maal is ingegaan indien hij op het ogenblik van zijn overlijden dat pensioen genoot.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 8 mei 2018 tot invoering van een welvaartspremie in de regeling van de zelfstandigen
Art.3. Artikel 1, paragraaf 1 van het koninklijk besluit van 8 mei 2018 tot invoering van een welvaartspremie in de regeling van de zelfstandigen, wordt aangevuld met een lid, luidende :
  "De in het vorige lid bedoelde bedragen van 43,27 euro en 34,60 euro worden met 3 pct. verhoogd op 1 mei 2023."

HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art.4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van op 1 januari 2023.

Art. 5. De minister bevoegd voor Pensioenen en de minister bevoegd voor de Zelfstandigen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.