Details





Titel:

8 MEI 2018. - Koninklijk besluit tot invoering van een welvaartspremie in de regeling van de zelfstandigen(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 30-05-2018 en tekstbijwerking tot 22-05-2023)



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2023202414 



Artikels:

Artikel 1.§ 1. In de maand mei wordt aan de gerechtigde op een rust- en/of overlevingspensioen en/of op een pensioen van uit de echtgescheiden echtgenoot in de regeling van de zelfstandigen, met uitzondering van een onvoorwaardelijk pensioen, bedoeld in artikel 37 van het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, waarvan het bedrag werd vastgesteld rekening houdend met een loopbaan als zelfstandige van ten minste 20 jaar hetzij in hoofde van de gerechtigde, hetzij in hoofde van de overleden echtgenoot of de ex-echtgenoot, naar gelang van het geval, hetzij in hoofde van beide echtgenoten samen, een forfaitaire jaarlijkse welvaartspremie toegekend van :
  1° 43,27 euro voor de gerechtigde die de voorwaarden vervult beoogd in artikel 9, § 1, eerste lid, 1°, van het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen;
  2° 34,60 euro
  - voor de gerechtigde die de voorwaarden vervult beoogd in artikel 9, § 1, eerste lid, 2°, van het voormeld koninklijk besluit nr. 72;
  - voor de gerechtigde op een overlevingspensioen of een pensioen van uit de echtgescheiden echtgenoot;
  voor zover hij de leeftijd van ten minste 75 jaar bereikt heeft op 30 april van het beschouwde jaar.
  [1 De in het vorige lid bedoelde bedragen van 43,27 euro en 34,60 euro worden met 3 pct. verhoogd op 1 mei 2023.]1
  § 2. De premie kan pas toegekend worden wanneer minstens één pensioen als zelfstandige uitbetaald wordt op 30 april van het beschouwde jaar.
  § 3. De in de eerste paragraaf vastgestelde bedragen zijn gekoppeld aan het spilindexcijfer 103,14 (basis 1996 = 100).
  De bedoelde bedragen veranderen overeenkomstig de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld.
  § 4. De gerechtigden op een pensioenbijslag bedoeld in artikel 14 van het koninklijk besluit van 30 januari 1997 betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese en Monetaire Unie worden uitgesloten van de toepassing van dit artikel.
  ----------
  (1)<KB 2023-04-18/06, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.2. De premie bedoeld in artikel 1, § 1 wordt niet in aanmerking genomen voor de toepassing van de artikelen 108 en 109 van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen en van artikel 52 van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers.

Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 mei 2018.

Art. 4. De minister bevoegd voor Pensioenen en de minister bevoegd voor de Zelfstandigen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.