Details





Titel:

30 OKTOBER 2023. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 26 april 2021 over de berekening van het persoonsvolgend budget na jeugdhulp



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2021021278 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In het ministerieel besluit van 26 april 2021 over de berekening van het persoonsvolgend budget na jeugdhulp wordt een artikel 2/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "Art. 2/1 § 1. In dit artikel wordt verstaan onder internaat: een internaat dat overeenkomstig artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 augustus 2023 over de transitie van sommige instellingen van Onderwijs naar Welzijn werd erkend als een MFC.
  § 2. Voor de personen met een handicap voor wie de ondersteuning uitsluitend bestond uit ondersteuning die werd geboden door een internaat, wordt het persoonsvolgend budget na jeugdhulp vastgesteld op de wijze die hierna is bepaald.
  Voor de berekening van het persoonsvolgend budget na jeugdhulp houdt het agentschap rekening met de ondersteuning die het internaat, gedurende de periode van twee jaar aan de persoon met een handicap heeft geboden in de vorm van schoolaanvullende dagopvang, schoolvervangende dagopvang, verblijf of begeleiding. De aanvangsdatum en einddatum van de periode worden vastgesteld conform tabel 1, die als bijlage bij dit besluit is gevoegd .
  Het agentschap baseert zich voor de berekening, vermeld in het tweede lid, op de informatie over de geboden ondersteuning, vermeld in het tweede lid, die bij de internaten wordt opgevraagd aan de hand van een sjabloon waarvan het model wordt vastgesteld door het agentschap.
  § 3. Het agentschap bekijkt of op de eerste dag voor elke maand van de periode, vermeld in paragraaf 2, tweede lid, ondersteuning in de vorm van schoolaanvullende dagopvang, schoolvervangende dagopvang, verblijf of begeleiding door het internaat dat erkend werd als MFC is geboden.
  Als in de betrokken maand ondersteuning werd aangeboden zoals vermeld in het eerste lid, vertaalt het agentschap de ondersteuningsfuncties met frequenties, naar ondersteuningsfuncties als vermeld in artikel 1, 14°, van het besluit van 27 november 2015, met een bepaalde frequentie.
  De ondersteuningsfuncties verblijf, schoolaanvullende dagopvang en schoolvervangende dagopvang worden conform tabel 2, die als bijlage bij dit besluit is gevoegd, vertaald naar ondersteuningsfuncties als vermeld in artikel 1, 14°, van het besluit van 27 november 2015 met een bepaalde frequentie. Als er naast ondersteuning door het internaat ook een of meerdere begeleidingsovereenkomsten met een MFC werden geregistreerd, wordt voor de vaststelling van de frequentie rekening gehouden met de frequentie van de ondersteuning die zowel door het internaat als door het MFC werd geboden met dien verstande dat maximaal de frequentie zes of zeven dagen per week weerhouden kan worden.
  De ondersteuningsfunctie begeleiding wordt vertaald naar psychosociale begeleiding. Het weerhouden van de ondersteuningsfunctie psychosociale begeleiding en de vaststelling van de frequentie die wordt weerhouden is afhankelijk van het feit of schoolvervangende dagopvang of schoolaanvullende dagopvang is opgenomen in het sjabloon en van de frequentie van deze dagopvang. Als er naast ondersteuning door het internaat ook een of meerdere begeleidingsovereenkomst met een MFC werd geregistreerd wordt voor de vaststelling van de frequentie voor schoolaanvullende en schoolvervangende dagopvang rekening gehouden met de frequentie van de dagopvang in zowel het internaat als het MFC. De vertaling gebeurt conform tabel 3 die als bijlage bij dit besluit is gevoegd.
  Als aan al de navolgende voorwaarden is voldaan wordt de ondersteuningsfunctie oproepbare permanentie weerhouden:
  1° de waarde voor de nood aan permanentie, vermeld in het luik objectivering van de nood aan zorg en ondersteuning op basis van de vraag van het multidisciplinair verslag, vermeld in artikel 12, tweede lid, van het besluit van 27 november 2015, dat aan het agentschap is bezorgd in het kader van de aanvraag van het budget voor niet rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning dat het agentschap heeft toegewezen, is hoger dan P3;
  2° er werd geen zes tot zeven dagen schoolaanvullende of schoolvervangende dagopvang en zes tot zeven nachten verblijf geboden;
  3° er werd minstens 1 dag schoolaanvullende dagopvang, schoolvervangende dagopvang of verblijf geboden.
  Als er voor een bepaalde maand zowel ondersteuning door een internaat, als door een of meerdere MFC werd geboden, wordt voor de toepassing van het vijfde lid, 2° en 3°, rekening gehouden met de frequentie van schoolaanvullende dagopvang of schoolvervangende dagopvang die in zowel het internaat als het MFC werd aangeboden.
  § 4. Het agentschap berekent voor elke maand van de periode, vermeld in paragraaf 2, tweede lid, voor elke ondersteuningsfunctie als vermeld in artikel 1, 14°, van het besluit van 27 november 2015, rekening houdend met de frequentie ervan die conform paragraaf 3 werd weerhouden een aantal zorggebonden punten conform tabel 3 tot en met 8 die zijn opgenomen in de bijlage die bij het besluit van 27 november 2015 is gevoegd. Het agentschap houdt bij de berekening waar nodig rekening met de resultaten van de afname van het zorgzwaarte-instrument.
  Als verschillende ondersteuningsfuncties, als vermeld in artikel 1, 14°, van het besluit van 27 november 2015, worden weerhouden, wordt het aantal zorggebonden punten dat is vastgesteld voor de verschillende ondersteuningsfuncties, opgeteld.
  Het agentschap maakt de optelsom van het aantal zorggebonden punten dat ze voor elke maand van de periode, vermeld in paragraaf 2, tweede lid, heeft berekend en deelt deze optelsom door vierentwintig.
  Het agentschap stelt de budgetcategorie vast die conform tabel 2 die is opgenomen in de bijlage die bij het besluit van 27 november 2015 is gevoegd, correspondeert met het aantal zorggebonden punten dat is berekend conform het eerste tot en met het derde lid.
  § 5. Voor de vaststelling van de budgetcategorie van het persoonsvolgend budget na jeugdhulp vergelijkt het agentschap de budgetcategorie die wordt vastgesteld conform paragraaf 4, vierde lid, met de budgetcategorie die is vermeld in de beslissing tot toewijzing van een budget.
  De budgetcategorie van het persoonsvolgend budget na jeugdhulp is de laagste van de twee budgetcategorieën, vermeld in het eerste lid.".

Art.2. In hetzelfde besluit wordt een artikel 4/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "Art. 4/1 § 1. In dit artikel wordt verstaan onder internaat: een internaat dat overeenkomstig artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 augustus 2023 over de transitie van sommige instellingen van Onderwijs naar Welzijn werd erkend als een MFC.
  § 2. Voor de personen met een handicap die de ondersteuning geboden door een internaat hebben gecombineerd met de ondersteuning geboden door een MFC of door een centrum voor ernstige gedrags- en emotionele stoornissen en die bestaat uit een typemodule verblijf of een typemodule contextbegeleiding wordt het persoonsvolgend budget na jeugdhulp vastgesteld op de wijze als die hierna is bepaald:
  1° voor de ondersteuning die door een internaat werd geboden, wordt conform artikel 2/1, § 2, § 3, en § 4, eerste tot en met derde lid het aantal zorggebonden punten berekend;
  2° voor de ondersteuning die door een MFC wordt geboden, wordt conform artikel 2, § 1, § 2, en § 3, eerste tot en met derde lid het aantal zorggebonden punten berekend;
  3° voor de ondersteuning die wordt geboden door een centrum voor ernstige gedrags- en emotionele stoornissen en die bestaat uit een typemodule verblijf of een typemodule contextbegeleiding wordt conform artikel 3, § 1, § 2 en § 3, eerste tot en met het derde lid, een aantal zorggebonden punten vastgesteld.
  Het agentschap stelt de budgetcategorie vast die conform tabel 2, die is opgenomen in de bijlage die bij het besluit van 27 november 2015 is gevoegd, correspondeert met het totaal aantal zorggebonden punten dat is berekend conform het eerste lid.
  Voor de vaststelling van de budgetcategorie van het persoonsvolgend budget na jeugdhulp vergelijkt het agentschap de budgetcategorie die wordt vastgesteld conform het tweede lid met de budgetcategorie die is vermeld in de beslissing tot toewijzing van een budget.
  De budgetcategorie van het persoonsvolgend budget na jeugdhulp is de laagste van de twee budgetcategorieën, vermeld in het tweede en derde lid.

Art.3. In hetzelfde besluit wordt een artikel 5/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "Art. 5/1. Voor de persoon met een handicap voor wie het persoonsvolgend budget na jeugdhulp berekend werd overeenkomstig artikel 2, artikel 2/1, artikel 3, artikel 4 of artikel 4/1 en voor wie gedurende de respectieve periodes van twee jaar de jeugdhulpverlening ook bestond uit een persoonlijke-assistentie budget als vermeld in artikel 5, § 1, eerste lid, 2°, wordt het persoonsvolgend budget na jeugdhulp vastgesteld op de wijze als die hierna is bepaald.
  Op basis van het ter beschikking gestelde persoonlijke-assistentiebudget dat werd toegewezen gedurende de referentieperiode van twee jaar, bepaalt het agentschap conform artikel 5 van dit besluit het aantal zorggebonden punten. Het agentschap deelt het aantal zorggebonden punten door vierentwintig.
  Het agentschap bepaalt naargelang het geval het aantal zorggebonden punten conform artikel 2, § 1, § 2, en § 3, eerste tot en met derde lid, artikel 2/1, § 2, § 3 en § 4, eerste tot en met derde lid, artikel 3, § 1, § 2 en § 3, eerste tot en met het derde lid, artikel 4 eerste lid of artikel 4/1, § 2, eerste lid.
  Het aantal zorggebonden punten, vermeld in het tweede lid wordt opgeteld bij het aantal zorggebonden punten, bepaald overeenkomstig het derde lid.
  Het agentschap stelt de budgetcategorie vast naargelang het geval overeenkomstig artikel 2, § 3 vierde lid, artikel 2/1, § 4, vierde lid, artikel 3, § 3, vierde lid, artikel 4, tweede lid of artikel 4/1, § 2, tweede lid.
  Voor de vaststelling van de budgetcategorie van het persoonsvolgend budget na jeugdhulp vergelijkt het agentschap de budgetcategorie die wordt vastgesteld conform het vijfde lid, met de budgetcategorie die is vermeld in de beslissing tot toewijzing van een budget.
  De budgetcategorie van het persoonsvolgend budget na jeugdhulp is de laagste van de twee budgetcategorieën, vermeld in het vierde en vijfde lid.".

Art. 4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2023.