20 OKTOBER 2023. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 tot financiering van sommige sociale akkoorden in bepaalde gezondheidsinrichtingen en -diensten, wat betreft de maatregelen voor de vrijstelling van arbeidsprestaties en eindeloopbaan in de centra voor kortverblijf type 3, en het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers, wat betreft de erkenningsvoorwaarden en de financiering van de centra voor kortverblijf type 3 en de inwerkingtreding van deel 4 van bijlage 8
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 tot financiering van sommige sociale akkoorden in bepaalde gezondheidsinrichtingen en -diensten
Art. 1-3
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers
Art. 4-33, 150/2
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art. 34-36
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 tot financiering van sommige sociale akkoorden in bepaalde gezondheidsinrichtingen en -diensten
Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 tot financiering van sommige sociale akkoorden in bepaalde gezondheidsinrichtingen en -diensten, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 10 mei 2019, 16 september 2022 en 12 mei 2023, wordt een punt 2° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"2° /1 centrum voor kortverblijf type 3: een centrum waarin respijtzorg voor ernstig zieke kinderen en jongeren tot en met 21 jaar aangeboden wordt, als vermeld in artikel 26, § 1, tweede lid, 3°, van het Woonzorgdecreet van 15 februari 2019;".
Art.2. Aan artikel 2, eerste lid, 1°, van hetzelfde besluit wordt een punt g) toegevoegd, dat luidt als volgt:
"g) de centra voor kortverblijf type 3;".
Art.3. In artikel 7 van hetzelfde besluit wordt tussen het woord "revalidatievoorziening" en het woord "een" de zinsnede "of een centrum voor kortverblijf type 3" ingevoegd.
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers
Art.4. In artikel 87 van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers wordt de zinsnede "met uitzondering van artikel 42, 6°, en deel 4 van bijlage 8, die in werking treden op een door de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, of de Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, vast te stellen datum en uiterlijk op 31 december 2025" vervangen door de zinsnede "met uitzondering van:
1° artikel 42, 6°, dat in werking treedt op een door de Vlaamse minister, bevoegd voor de gezondheids- en woonzorg, vast te stellen datum en uiterlijk op 31 december 2025;
2° deel 4 van bijlage 8, dat in werking treedt op 1 december 2023".
Art.5. In deel 4, hoofdstuk 2, afdeling 1, van bijlage 8 bij hetzelfde besluit wordt een artikel 102/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 102/1. Een erkenning van een centrum type 3 kan, voor dezelfde entiteit, niet gecumuleerd worden met een erkenning als revalidatievoorziening als vermeld in artikel 2, 16°, van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging.
De erkenning als centrum type 3 heeft van rechtswege de beëindiging van de revalidatieovereenkomst tot gevolg, die voor de entiteit in kwestie met de initiatiefnemer is gesloten.".
Art.6. In artikel 104, eerste lid, van bijlage 8 bij hetzelfde besluit wordt het woord "eenheid" vervangen door de zinsnede "centrum type 3".
Art.7. In artikel 105, 6°, van bijlage 8 bij hetzelfde besluit wordt het woord "geëxpliciteerde" vervangen door het woord "geëxpliciteerd".
Art.8. In artikel 112 van bijlage 8 bij hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid wordt punt 3° vervangen door wat volgt:
"3° de gebruikersbijdragen en de facturatie die de volgende elementen bevatten:
a) het bedrag van de gebruikersbijdrage die per verblijfsdag wordt aangerekend;
b) de diensten en goederen die in het bedrag van de gebruikersbijdrage inbegrepen zijn;
c) de diensten en goederen die niet in het bedrag van de gebruikersbijdrage inbegrepen zijn, en die de gebruiker zelf moet aankopen of waarin hij zelf moet voorzien;
d) de diensten en leveringen die niet in het bedrag van de gebruikersbijdrage inbegrepen zijn, maar die het centrum type 3 kan aanbieden tegen een extra vergoeding, met telkens de vermelding van de kostprijs. De voormelde kostprijs omvat minstens de kostprijs voor het verblijf, vermeld in artikel 104, tweede lid, van deze bijlage;
e) de percentages van de interesten en de procedure als de factuur te laat wordt betaald;
f) de percentages van de interesten, de procedure en de ontvankelijkheidsvereisten als de factuur niet wordt betaald;";
2° in het eerste lid, 6°, wordt het woord "en" vervangen door de zinsnede ", met uitzondering van";
3° in het derde lid wordt de zinsnede "vóór r" vervangen door het woord "vóór".
Art.9. In artikel 113, § 2, van bijlage 8 bij hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in punt 8° wordt de zinsnede "ondersteuningsplandoor de" vervangen door de woorden "ondersteuningsplan door de";
2° in punt 11° wordt de zinsnede "beschikbaarheid van o" vervangen door de woorden "beschikbaarheid van".
Art.10. In artikel 114 van bijlage 8 bij hetzelfde besluit wordt het derde lid vervangen door wat volgt:
"De initiatiefnemer zorgt in overleg met de gebruiker, zijn vertegenwoordiger of mantelzorger voor de toeleiding van de gebruiker naar een passend verblijf en verlengt de opzeggingstermijn tot er een passend verblijf is gevonden.".
Art.11. In artikel 115 van bijlage 8 bij hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het tweede lid wordt het woord "dagprijs" vervangen door het woord "gebruikersbijdrage";
2° in het derde lid wordt de zinsnede "dagprijs, in voorkomend geval verminderd met de bedragen van de niet-gebruikte leveringen en diensten bij de afwezigheid van de gebruiker," vervangen door het woord "gebruikersbijdrage".
Art.12. In artikel 117, derde lid, van bijlage 8 bij hetzelfde besluit wordt de zinsnede "ontruimdis," vervangen door de zinsnede "ontruimd is,".
Art.13. In artikel 118, tweede lid, van bijlage 8 bij hetzelfde besluit wordt het woord "dagprijs" vervangen door het woord "gebruikersbijdrage".
Art.14. In artikel 121 van bijlage 8 bij hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° punt 2° wordt vervangen door wat volgt:
"2° de elementen, vermeld in artikel 112, eerste lid, 3°, van deze bijlage;";
2° punt 3° wordt opgeheven.
Art.15. In artikel 124, derde lid, 2°, a), van bijlage 8 bij hetzelfde besluit wordt het woord "voor" opgeheven.
Art.16. In artikel 125, eerste lid, 3°, van bijlage 8 bij hetzelfde besluit worden de woorden "vrijheid beperkende" vervangen door het woord "vrijheidsbeperkende".
Art.17. In artikel 126 van bijlage 8 bij hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in punt 1°, d), wordt het woord "relevante" opgeheven;
2° in punt 3° wordt het woord "door" opgeheven;
3° in punt 5° wordt de zinsnede "mantelzorger(-s)" vervangen door het woord "mantelzorgers";
4° in punt 7°, a), wordt het woord "betekenisvol" vervangen door het woord "betekenisvolle";
5° in punt 7°, b), wordt het woord "te" opgeheven.
Art.18. In artikel 127 van bijlage 8 bij hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in punt 2°, b), wordt de zinsnede "verblijf ende" vervangen door de woorden "verblijf en de";
2° in punt 3°, d), wordt het woord "afgestemde" opgeheven.
Art.19. In artikel 128 van bijlage 8 bij hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid wordt het woord "door" opgeheven;
2° in het tweede lid, 1°, wordt tussen het woord "vragen" en het woord "het" het woord "in" ingevoegd.
Art.20. In artikel 135 van bijlage 8 bij hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in punt 3° wordt het woord "dagprijs" vervangen door de woorden "gebruikersbijdrage per verblijfsdag";
2° in punt 4° wordt het woord "dagprijs" vervangen door het woord "gebruikersbijdrage";
3° punt 5° wordt opgeheven;
4° in punt 6° wordt het woord "dagprijs" vervangen door het woord "gebruikersbijdrage".
Art.21. In artikel 136 van bijlage 8 bij hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het tweede lid wordt het woord "laattijdige" vervangen door de woorden "te laat";
2° het vierde lid wordt vervangen door wat volgt:
"De minister kan nadere regels bepalen over de wijze waarop de gebruikersbijdrage berekend moet worden.".
Art.22. In artikel 137 van bijlage 8 bij hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de zin "Extra vergoedingen behoren niet tot de minimale kostprijselementen van de dagprijs." wordt opgeheven;
2° de woorden "deze uitgaven" worden vervangen door de zinsnede "de extra vergoeding, vermeld in artikel 112, eerste lid, 3°, d), van deze bijlage,".
Art.23. In artikel 138 van bijlage 8 bij hetzelfde besluit wordt de zinsnede "dagprijzen, eventueel opgesplitst per kostensoort," vervangen door de woorden "gebruikersbijdrage per verblijfsdag".
Art.24. In artikel 139 van bijlage 8 bij hetzelfde besluit wordt de zinsnede "De dagprijzen en extra vergoedingen die in het centrum type 3 gehanteerd worden, alsook de regeling van de voorschotten ten gunste van derden" vervangen door de zinsnede "De gebruikersbijdrage per verblijfsdag en de extra vergoedingen die in het centrum type 3 gehanteerd worden".
Art.25. In artikel 140 van bijlage 8 bij hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen door wat volgt:
"De initiatiefnemer kan geen waarborg aan de gebruiker of zijn vertegenwoordiger vragen.".
Art.26. Artikel 141 van bijlage 8 bij hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt:
"Art. 141. Voor de dagen waarop de gebruiker niet aanwezig is in het centrum type 3, kan het centrum type 3 alleen een vergoeding aanrekenen die hoogstens gelijk is aan het bedrag van de gebruikersbijdragen die voor het verblijf tijdens die dagen betaald zouden worden.".
Art.27. In artikel 142 van bijlage 8 bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2023, wordt het woord "herzien" opgeheven.
Art.28. In artikel 143 van bijlage 8 bij hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in punt 3° wordt het woord "pediatrische" vervangen door het woord "bachelor";
2° in punt 4° worden de woorden "in zorg" vervangen door de zinsnede "vrij in te vullen voor administratie, animatie".
Art.29. In artikel 144 van bijlage 8 bij hetzelfde besluit wordt het woord "dagelijkse" vervangen door het woord "dagelijks".
Art.30. In artikel 145, eerste lid, van bijlage 8 bij hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° het woord "ander" wordt vervangen door het woord "andere";
2° de zinsnede "jaarlijks achturen" wordt vervangen door de woorden "jaarlijks acht uur".
Art.31. In artikel 148, derde lid, 3°, van bijlage 8 bij hetzelfde besluit worden de woorden "breed zijn" vervangen door het woord "breed".
Art.32. Artikel 150 van bijlage 8 bij hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt:
"Art. 150. Voor de omkadering en de werking van een centrum type 3 kan jaarlijks een subsidiebedrag worden toegekend dat berekend wordt op basis van de gemiddelde bezettingsgraad.".
Art.33. In bijlage 8 bij hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2023, worden een artikel 150/1 en 150/2 ingevoegd, die luiden als volgt:
"Art. 150/1. § 1. In deze paragraaf wordt verstaan onder gemiddelde bezettingsgraad: het totale aantal gefactureerde verblijfsdagen per kalenderjaar, gedeeld door 1825. Er wordt geen rekening gehouden met de verblijfsdagen boven het maximum van zestig dagen, vermeld in artikel 120, eerste lid, van deze bijlage, tenzij die gemotiveerd zijn conform artikel 120, tweede lid, van deze bijlage.
Een centrum type 3 dat een gemiddelde bezettingsgraad van minimaal 80% realiseert, komt in aanmerking voor een subsidie-enveloppe van 802.479,25 euro.
Als het centrum type 3 een gemiddelde bezettingsgraad van minimaal 60%, maar minder dan 80% realiseert, ontvangt het 80% van de subsidie-enveloppe, vermeld in het tweede lid.
Als het centrum type 3 een gemiddelde bezettingsgraad van minimaal 40%, maar minder dan 60% realiseert, ontvangt het 60% van de subsidie-enveloppe, vermeld in het tweede lid.
Als het centrum type 3 een gemiddelde bezettingsgraad van minder dan 40% realiseert, komt het niet in aanmerking voor een subsidie-enveloppe.
De subsidie-enveloppe, vermeld in het tweede lid, bestaat uit 90% personeelskosten en 10% werkingskosten.
§ 2. De ontvangen gebruikersbijdragen worden jaarlijks in mindering gebracht van de subsidie-enveloppe, vermeld in paragraaf 1.
Art. 150/2. Elk trimester wordt een voorschot uitbetaald van maximaal 22,5% van de subsidie-enveloppe, vermeld in artikel 150/1, § 1, tweede lid, van deze bijlage. De voormelde voorschotten worden uitbetaald voor het einde van de tweede maand van het trimester waarop ze betrekking hebben.
Het saldo wordt uitbetaald na afloop van het begrotingsjaar, op voorwaarde dat het centrum type 3 voor 1 maart al de volgende gegevens bezorgt aan de administratie:
1° het totale aantal gefactureerde verblijfsdagen tijdens het voorbije jaar, conform artikel 150/1, § 1, eerste lid, van deze bijlage;
2° het totale bedrag van de ontvangsten van de gebruikersbijdragen voor de verblijfsdagen, vermeld in punt 1°.
Als een centrum type 3 meer voorschotten ontvangen heeft dan het subsidiebedrag waarop het recht heeft op basis van de bezorgde gegevens, vermeld in het tweede lid, wordt het verschil teruggevorderd.
De minister kan de nadere subsidievoorwaarden vastleggen.".
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art.34. In afwijking van artikel 21, tweede lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers komen de centra voor kortverblijf type 3, vermeld in artikel 26, § 1, tweede lid, 3°, van het Woonzorgdecreet van 15 februari 2019, waarvan de datum van de erkenningsbeslissing valt vóór 1 januari 2024, maar die niet gesubsidieerd zijn, binnen de beschikbare begrotingskredieten in aanmerking voor subsidiëring vanaf 1 januari 2024.
Art.35. Dit besluit treedt in werking op 1 december 2023.
Art. 36. De Vlaamse minister, bevoegd voor de gezondheids- en woonzorg, is belast met de uitvoering van dit besluit.