Details





Titel:

11 OKTOBER 2023. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende het referentiekader voor de competenties, de organisatie van de cursussen alsmede de toelating en de regulariteit van de leerlingen in het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap



Inhoudstafel:


Art. 1-9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1998029368 



Uitvoeringsbesluit(en):

2024003660 



Artikels:

Artikel 1. In elk van de vakgebieden bedoeld in artikel 4, § 1, van het decreet van 2 juni 1998 houdende organisatie van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, kunnen de volgende artistieke basisopleidingen worden georganiseerd:
  1° op het gebied van plastische, beeldende en ruimtelijke kunsten:
  a. interieurontwerp en -decoratie;
  b. boekkunst: boekbinden;
  c. boekkunsten: typografie en letterstudie;
  d. glaskunst;
  e. monumentale kunsten;
  f. digitale kunsten;
  g. sieraden;
  h. keramiek;
  i. cinégrafie;
  j. animatiefilm;
  k. textielontwerp;
  l. design;
  m. tekening;
  n. bouwkundig tekenen en modelbouw;
  o. meubelmakerij;
  p. ijzerwerk;
  q. multidisciplinaire opleiding*;
  s. gravure;
  r. illustratie en stripverhalen;
  s. infografie;
  u. lithografie;
  v. metaal;
  w. schilder/verf;
  x. fotografie;
  y. aardewerk;
  z. experimentele praktijken*;
  aa. reclame en visuele communicatie;
  bb. restauratie van kunstwerken en kunstvoorwerpen;
  cc. scenografie;
  dd. beeldhouwkunst;
  ee. zeefdruk;
  ff. styling, ornamenten en maskers;
  gg. videografie;
  hh. glas in lood.
  Cursussen gemarkeerd met een "*" zijn het onderwerp van een specifieke cursusfiche in bijlage 1 bij deze bestelling;
  2° op het gebied van muziek:
  a. muzikale vorming, algemene organisatie en modulaire organisatie: module groepszang, module muzikale cultuur en analyse, module lezen en module ritme;
  b. algemene jazzopleiding;
  c. instrumentele opleiding voor de volgende specialiteiten:
  1. chromatisch accordeon;
  2. alto;
  3. fagot;
  4. barokke en klassieke fagot;
  5. beiaard;
  6. klarinet;
  7. klavecimbel;
  8. contrabas;
  9. hoorn;
  10. natuurlijke hoorn;
  11. doedelzakken en musette;
  12. boekhoorn;
  13. blokfluit;
  14. dwarsfluit;
  15. barok- en klassieke fluit;
  16. gitaar;
  17. elektrische gitaar;
  18. harp;
  19. hobo;
  20. barokke en klassieke hobo;
  21. luit;
  22. mandoline;
  23. orgel;
  24. slagwerk;
  25. piano;
  26. pianoforte;
  27. saxofoon;
  28. schuiftrombone;
  29. trompet;
  30. natuurlijke trompet;
  31. tuba;
  32. viola da gamba;
  33. viool;
  34. barokviool;
  35. cello;
  36. barokcello;
  d. instrumentale jazzopleiding voor de volgende specialiteiten:
  1. jazz accordeon;
  2. jazz altviool;
  3. jazzdrums;
  4. jazzklarinet;
  5. jazzklavieren;
  6. jazz contrabas;
  7. jazzhoorn;
  8. jazzfluit;
  9. jazzgitaar;
  10. jazz basgitaar;
  11. jazz-harmonica;
  12. jazzsaxofoon;
  13. jazztrombone;
  14. jazztrompet;
  15. jazztuba;
  16. jazzvibrafoon;
  17. jazzviool;
  18. jazzcello;
  e. instrumentale training in de lokale traditie:
  1. diatonisch accordeon;
  2. andere specialiteiten;
  f. zang ;
  g. jazz-zang;
  h. popzang;
  i. muzikale analyse;
  j. muziekschrift;
  k. digitale muziek;
  l. elektroakoestische muziekcompositie;
  3° op het gebied van het gesproken woord en theater:
  a. multidisciplinaire opleiding;
  b. declamatie;
  c. theater;
  d. welsprekendheid;
  4° op het gebied van dans:
  a. voorbereidende danscursus
  b. ballet;
  c. hedendaagse dans;
  d. jazzdans;
  e. tapdansen.

Art.2. In elk van de pedagogische domeinen bedoeld in artikel 4, § 1, van het voornoemde decreet van 2 juni 1998 kunnen de hierna opgesomde aanvullende artistieke opleidingen worden georganiseerd:
  1° in de beeldende, visuele en ruimtelijke kunsten:
  a. artistieke technieken;
  b. klei- en emailtechnologie;
  c. kunstgeschiedenis en esthetische analyse;
  2° op het gebied van muziek:
  a. koorzang;
  b. ritmes en ritmiek;
  c. instrumentaal zicht-lezen;
  d. transpositie;
  e. muziekgeschiedenis en begeleid luisteren;
  f. toetsenbord voor zangers;
  g. begeleidingstoetsenbord;
  h. begeleidende gitaar;
  i. instrumentale kamermuziek;
  j. vocale kamermuziek;
  k. lyrische kunst;
  l. instrumentaal ensemble;
  m. jazz ensemble;
  n. popensemble;
  o. mondeling muzikaal ensemble;
  p. muzikale improvisatie;
  q. lichamelijke expressie;
  3° op het gebied van het gesproken woord en theater:
  a. logopedie;
  b. workshop declameren;
  c. theaterworkshop;
  d. technieken laten zien;
  e. lichaam en stem;
  f. analyse en geschiedenis van literatuur en theater;
  g. lichamelijke expressie;
  h. improvisatietheater;
  i. schrijven;
  4° op het gebied van dans:
  a. traditionele dans;
  b. urban dance;
  c. choreografische expressie, specialiteit klassieke dans;
  d. choreografische expressie, gespecialiseerd in hedendaagse dans;
  e. choreografische expressie, specialiteit jazzdans;
  f. choreografische expressie, specialiteit tapdans;
  g. multidisciplinaire choreografische workshop;
  h. tips;
  i. klassiek dansrepertoire, vrouwelijke variaties;
  j. klassiek dansrepertoire, mannenvariaties;
  k. vloerbalk;
  l. improvisatietechnieken - compositie;
  m. studie van beweging;
  n. dansgeschiedenis.
  De aanvullende kunstopleidingen bedoeld in punt 1° tot 4° van het vorige lid kunnen gevalideerd worden. De validering wordt toegekend wanneer erkend wordt dat de student de vaardigheden voldoende heeft uitgeoefend. De klassen- en toelatingscommissie past de criteria toe die, in toepassing van artikel 21 van het decreet, zijn vastgelegd in het huishoudelijk reglement van de examencommissie om het jaar of de groep jaren te valideren.

Art.3. Voor het domein van de plastische, beeldende en ruimtelijke kunsten worden de criteria bepaald in de artikelen 4, § 3, 1°, 2°, 8, § 1, 1° en 3°, en 9 van het voornoemde decreet van 2 juni 1998 omschreven in bijlage 1 bij dit besluit.
  Voor het domein muziek worden de criteria bepaald in de artikelen 4, § 3, 1°, 2°, 8, § 1, 1° en 3°, en 9 van het voornoemde decreet van 2 juni 1998 omschreven in bijlage 2 bij dit besluit.
  Voor het domein van de spraak- en theaterkunsten worden de criteria vermeld in de artikelen 4, § 3, 1°, 2°, 8, § 1, 1° en 3°, en 9 van het voornoemde decreet van 2 juni 1998 gedefinieerd in bijlage 3 bij dit besluit.
  Voor het domein dans worden de criteria vermeld in de artikelen 4, § 3, 1°, 2°, 8, § 1, 1° en 3°, en 9 van het voornoemde decreet van 2 juni 1998 gedefinieerd in bijlage 4 bij dit besluit.

Art.4. Van de opleidingen bedoeld in de artikelen 1 en 2 kunnen enkel de volgende genieten van de steun bedoeld in artikel 4, § 2 van hetzelfde decreet:
  1° voor muziek:
  a. de instrumentale opleiding, alle specialismen;
  b. de instrumentale jazzopleiding, alle specialismen;
  c. de lokale traditionele instrumentale training, alle specialiteiten;
  d. zanglessen;
  e. jazz-zanglessen;
  f. cursus popzang;
  g. cursus koorzang;
  h. cursus ritmes en ritmiek;
  i. de cursus lyrische kunst;
  j. cursus lichaamsuitdrukking;
  2° voor podiumkunsten en theater:
  a. de multidisciplinaire opleiding;
  b. de declamatiecursus;
  c. de theatercursus;
  d. de cursus welsprekendheid;
  e. de declamatieworkshop;
  f. de cursus theaterworkshop;
  g. cursus lichaamsuitdrukking;
  h. de cursus theatrale improvisatie;
  3° voor dans:
  Alle cursussen in het vakgebied met uitzondering van "urban dance" cursussen, cursussen bewegingswetenschappen en cursussen dansgeschiedenis.

Art.5. De remediëring, vermeld in artikel 4, § 3, 4°, van voornoemd decreet kan worden georganiseerd voor elk van de kunstopleidingen, vermeld in artikel 1, overeenkomstig de bepalingen vermeld in de artikelen 21, 22 en 59bis van hetzelfde decreet.

Art.6. Aan artikel 1, 2°, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 6 juli 1998 betreffende de organisatie van de leergangen alsook de toelating en de regelmatige aanwezigheid van de leerlingen van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, wordt een punt "g" toegevoegd, dat als volgt luidt: "g. popzang".

Art.7. In bijlage 1, 2°, van hetzelfde besluit :
  a) de volgende tabel wordt toegevoegd aan punt D.2:
  "Popzanglessen


Cursusstructuur en lesrooster Leeftijdsvereisten en toelatingsvoorwaarden
5 jaar, met 1 of 2 lestijden per week. Toegankelijk voor leerlingen vanaf 7 jaar die zijn ingeschreven voor de basiscursus muziek of deze basiscursus hebben afgerond als onderdeel van een kwalificatieprogramma.
";
  b) in punt D.4. wordt de tabel onder "muzikale opleidingen" vervangen door:
  "Muzikale opleidingen


Cursusstructuur en lesrooster Leeftijdsvereisten en toelatingsvoorwaarden
3 of 5 jaar, met 3 of 4 lestijden per week. Bij beslissing van de klassen- en toelatingsraad voor leerlingen van minstens 11 jaar die deze basiscursus hebben afgerond:- of in een opleidingsprogramma voor kinderen;- of in een kwalificatieprogramma voor volwassenen.
".

Art.8. Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 6 juli 1998 betreffende de organisatie van de leergangen alsook de toelating en de regelmatige aanwezigheid van de leerlingen van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap wordt opgeheven op 3 juli 2026, om te verzekeren dat elke leerling de kans krijgt om de aangevatte studies met succes af te ronden.

Art. 9. Dit besluit treedt in werking op 26 augustus 2024, met uitzondering van de artikelen 6, 7 en 8, die in werking treden op 28 augustus 2023.