Details





Titel:

24 SEPTEMBER 2023. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 juli 2012 tot regeling van de terugbetaling door het Federaal Agentschap voor de Opvang van Asielzoekers van de kosten van de materiële hulp door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn toegekend aan een begunstigde gehuisvest in een lokaal opvanginitiatief



Inhoudstafel:


Art. 1-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2012009316 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In de titel van het koninklijk besluit van 24 juli 2012 tot regeling van de terugbetaling door het Federaal Agentschap voor de Opvang van Asielzoekers van de kosten van de materiële hulp door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn toegekend aan een begunstigde van de opvang gehuisvest in een plaatselijk opvanginitiatief, wordt het woord "terugbetaling" vervangen door "tussenkomst".

Art.2. In de Franse versie van artikel 1 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° In paragraaf 1, eerste lid, wordt het woord "rembourse" vervangen door de woorden "intervient dans".
  2° De woorden "le remboursement" worden telkens vervangen door de woorden "l'intervention".

Art.3. In artikel 1 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° In paragraaf 1, eerste lid worden de woorden "een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn" vervangen door de woorden "een of meerdere openbare centra voor maatschappelijk welzijn".
  2° Het woord "maximaal" wordt telkens opgeheven.
  3° In paragraaf 1, derde lid, paragraaf 2, tweede lid en paragraaf 3, tweede lid wordt de zin "Indien een aangeboden opvangplaats in het opvanginitiatief niet bezet wordt, bestaat de tussenkomst uit maximaal 40 % van het bovenvermeld bedrag ter vergoeding van de vaste kosten van de inrichting van deze opvangplaats" opgeheven.
  4° In paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden "36,30 EUR" vervangen door "49, 31 EUR".
  5° In paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden "19,97 EUR" vervangen door "27,14 EUR".
  6° In paragraaf 3, eerste lid, worden de woorden "65,15 EUR" en "77,13 EUR" vervangen door respectievelijk "88,50" en "104,77 EUR".
  7° Er worden paragrafen 4 en 5 ingevoegd, luidende als volgt:
  " § 4. Voor de opvangplaats aangeboden in een opvanginitiatief zoals bepaald in paragrafen 1 tot 3, bedraagt de tussenkomst:
  1° 50% van het in de paragrafen 1 tot 3 bedoelde bedrag indien de plaats niet bezet wordt maar wel beschikbaar is om een persoon op te vangen, ter vergoeding van de vaste kosten die verband houden met de organisatie van deze opvangplaats;
  2° 50% van het in de paragrafen 1 tot 3 bedoelde bedrag voor de plaatsen die beschouwd worden als verloren, omdat zij niet bezet worden noch beschikbaar zijn om een persoon op te vangen, ter vergoeding van de vaste kosten die verband houden met de organisatie van deze opvangplaats;
  3° 50% van het in de paragrafen 1 tot 3 bedoelde bedrag voor de plaatsen die bezet worden door een persoon die niet langer begunstigde is van de materiële hulp in toepassing van artikel 6 van de wet van 12 januari 2007 of waarvan het recht op materiële hulp werd beperkt of ingetrokken met toepassing van artikel 4 van dezelfde wet. Opdat de modaliteiten van deze alinea van toepassing zijn, dient het OCMW tegen de voormelde persoon een procedure tot uithuiszetting in te leiden overeenkomstig artikel 591, 1° van het Gerechtelijk Wetboek ;
  4° 0% van het in de paragrafen 1 tot 3 bedoelde bedrag voor de plaatsen die geschorst zijn door het Agentschap of het OCMW binnen de voorwaarden bepaald door een instructie van het Agentschap.
  § 5. In afwijking van paragraaf 1, bestaat de vergoeding voor elke begunstigde die wordt opgevangen in een lokaal opvanginitiatief waarvan door het Agentschap is vastgesteld dat deze specifieke opvangbehoeften heeft in de zin van artikel 22 van de wet van 12 januari 2007, uit een forfaitair bedrag van 88,50 EUR per dag en per persoon in de doelgroep. Dit verhoogde tarief geldt niet voor de vergezellende familieleden die recht hebben op opvang.
  Wanneer het OCMW, op voorstel van het Agentschap, aanvaardt om een persoon met specifieke opvangbehoeften op te vangen, bepaalt het Agentschap de periode waarvoor het verhoogde tarief voor deze persoon wordt toegekend, afhankelijk van zijn specifieke behoeften.
  Dit verhoogde tarief vervalt automatisch op het einde van deze periode. Als de persoon na deze periode nog recht heeft op opvang en in dezelfde opvangvoorziening blijft, geldt het normale tarief zoals voorzien in paragraaf 1. In geval van vertrek uit de opvangstructuur of in geval van kennisgeving van het einde van de materiële steun vóór het einde van de toegekende periode, wordt het verhoogde tarief vervroegd beëindigd.
  De doelgroepen die volgens het Agentschap specifieke opvangbehoeften hebben in de zin van artikel 22 van de wet van 12 januari 2007, de voorwaarden en praktische modaliteiten, worden door het Agentschap bij instructie vastgesteld."

Art.4. In hetzelfde besluit wordt een artikel 1/1 ingevoegd, luidend als volgt :
  " § 1 Voor de inwerkingtreding van dit koninklijk besluit kunnen reserves zijn gekapitaliseerd indien de gelden die in het kader van de financiering van een lokaal opvanginitiatief zijn toegekend, niet werden uitgegeven in het jaar van financiering. Het O.C.M.W. behoudt deze gekapitaliseerde gelden als reserves tot en met de dag voor de inwerkingtreding van dit besluit. Dit bedrag moet worden gebruikt voor investeringen in het kader van artikel 64 van de wet van 12 januari 2007.
  § 2 Indien het O.C.M.W. overgaat tot een volledige sluiting van zijn opvanginitiatieven in de zin van artikel 64 van de wet van 12 januari 2007, dient het resterende gedeelte van de reserves, dat nog niet werd gebruikt voor de doeleinden zoals bepaald in de vorige paragraaf, te worden terugbetaald aan het Agentschap. Het Agentschap berekent het bedrag van de reserves die moeten worden terugbetaald op basis van het saldo op het einde van het jaar 2023. Het O.C.M.W. krijgt de mogelijkheid om aan te tonen dat het bedrag van de reserves moet worden gereduceerd wegens latere investeringen in het kader van artikel 64 van de wet van 12 januari 2007.
  § 3 Vanaf de inwerkingtreding van dit besluit worden de tussenkomsten als forfaitair beschouwd en eventuele door het OCMW niet-bestede gelden kunnen niet worden teruggevorderd door het Agentschap."

Art.5. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° In paragraaf 1 worden de woorden "114,97 (basis 2004 = 100)" vervangen door "123,14 (basis 2013 = 100)".
  2° In paragraaf 2 wordt de zin "Zij worden opnieuw berekend de eerste januari van ieder jaar" vervangen door "De in artikel 1 van dit besluit vermelde bedragen worden jaarlijks op 1 januari van het volgende jaar geïndexeerd overeenkomstig de voormelde wet van 2 augustus 1971."

Art.6. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand die volgt op de publicatie van dit besluit in het Belgisch Staatsblad.

Art. 7. De minister bevoegd voor Asiel en Migratie is belast met de uitvoering van dit besluit.