24 JULI 2012. - Koninklijk besluit tot regeling van de [tussenkomst] door het Federaal Agentschap voor de Opvang van Asielzoekers van de kosten van de materiële hulp door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn toegekend aan een begunstigde van de opvang gehuisvest in een plaatselijk opvanginitiatief <KB2023-09-24/08, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-11-2023>(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 30-07-2012 en tekstbijwerking tot 19-10-2023)
Art. 1, 1/1, 2-7
Artikel 1.§ 1. Het Federaal Agentschap voor de Opvang van Asielzoekers, hierna te noemen het Agentschap, komt tussen in de kosten verbonden aan de materiële hulp toegekend aan de begunstigde van de opvang die worden opgevangen in een opvanginitiatief, georganiseerd door [2 een of meerdere openbare centra voor maatschappelijk welzijn]2, hierna te noemen O.C.M.W., op basis van een overeenkomst tussen het Agentschap en het O.C.M.W., in uitvoering van artikel 64 van de wet van 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen.
De tussenkomst bestaat uit een forfaitair bedrag van [2 ...]2 [2 49, 31 EUR]2 per dag per bezette opvangplaats.
[2 ...]2
§ 2. De tussenkomst voor iedere minderjarige asielzoeker die in een opvanginitiatief wordt opgevangen bestaat, in afwijking van wat bepaald is in de voorgaande paragraaf, uit een forfaitair bedrag van [2 ...]2 [2 27,14 EUR]2 per dag per bezette opvangplaats.
[2 ...]2
§ 3. In afwijking van wat bepaald wordt in de voorgaande paragraaf en mits een bijzondere overeenkomst bestaat tussen het O.C.M.W. en het Agentschap, bestaat de vergoeding voor elke alleenstaande minderjarige asielzoeker die opgevangen wordt in een lokaal opvanginitiatief uit een forfaitair bedrag van [2 ...]2 [1 [2 88,50 EUR]2 per dag en per bezette individuele opvangplaats en [2 104,77 EUR]2 per dag en per bezette aparte collectieve opvangplaats]1 .
[2 ...]2
[2 § 4. Voor de opvangplaats aangeboden in een opvanginitiatief zoals bepaald in paragrafen 1 tot 3, bedraagt de tussenkomst:
1° 50% van het in de paragrafen 1 tot 3 bedoelde bedrag indien de plaats niet bezet wordt maar wel beschikbaar is om een persoon op te vangen, ter vergoeding van de vaste kosten die verband houden met de organisatie van deze opvangplaats;
2° 50% van het in de paragrafen 1 tot 3 bedoelde bedrag voor de plaatsen die beschouwd worden als verloren, omdat zij niet bezet worden noch beschikbaar zijn om een persoon op te vangen, ter vergoeding van de vaste kosten die verband houden met de organisatie van deze opvangplaats;
3° 50% van het in de paragrafen 1 tot 3 bedoelde bedrag voor de plaatsen die bezet worden door een persoon die niet langer begunstigde is van de materiële hulp in toepassing van artikel 6 van de wet van 12 januari 2007 of waarvan het recht op materiële hulp werd beperkt of ingetrokken met toepassing van artikel 4 van dezelfde wet. Opdat de modaliteiten van deze alinea van toepassing zijn, dient het OCMW tegen de voormelde persoon een procedure tot uithuiszetting in te leiden overeenkomstig artikel 591, 1° van het Gerechtelijk Wetboek ;
4° 0% van het in de paragrafen 1 tot 3 bedoelde bedrag voor de plaatsen die geschorst zijn door het Agentschap of het OCMW binnen de voorwaarden bepaald door een instructie van het Agentschap.
§ 5. In afwijking van paragraaf 1, bestaat de vergoeding voor elke begunstigde die wordt opgevangen in een lokaal opvanginitiatief waarvan door het Agentschap is vastgesteld dat deze specifieke opvangbehoeften heeft in de zin van artikel 22 van de wet van 12 januari 2007, uit een forfaitair bedrag van 88,50 EUR per dag en per persoon in de doelgroep. Dit verhoogde tarief geldt niet voor de vergezellende familieleden die recht hebben op opvang.
Wanneer het OCMW, op voorstel van het Agentschap, aanvaardt om een persoon met specifieke opvangbehoeften op te vangen, bepaalt het Agentschap de periode waarvoor het verhoogde tarief voor deze persoon wordt toegekend, afhankelijk van zijn specifieke behoeften.
Dit verhoogde tarief vervalt automatisch op het einde van deze periode. Als de persoon na deze periode nog recht heeft op opvang en in dezelfde opvangvoorziening blijft, geldt het normale tarief zoals voorzien in paragraaf 1. In geval van vertrek uit de opvangstructuur of in geval van kennisgeving van het einde van de materiële steun vóór het einde van de toegekende periode, wordt het verhoogde tarief vervroegd beëindigd.
De doelgroepen die volgens het Agentschap specifieke opvangbehoeften hebben in de zin van artikel 22 van de wet van 12 januari 2007, de voorwaarden en praktische modaliteiten, worden door het Agentschap bij instructie vastgesteld.]2
----------
(1)<KB 2014-04-10/64, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
(2)<KB 2023-09-24/08, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-11-2023>
Art. 1/1. [1 § 1 Voor de inwerkingtreding van dit koninklijk besluit kunnen reserves zijn gekapitaliseerd indien de gelden die in het kader van de financiering van een lokaal opvanginitiatief zijn toegekend, niet werden uitgegeven in het jaar van financiering. Het O.C.M.W. behoudt deze gekapitaliseerde gelden als reserves tot en met de dag voor de inwerkingtreding van dit besluit. Dit bedrag moet worden gebruikt voor investeringen in het kader van artikel 64 van de wet van 12 januari 2007.
§ 2 Indien het O.C.M.W. overgaat tot een volledige sluiting van zijn opvanginitiatieven in de zin van artikel 64 van de wet van 12 januari 2007, dient het resterende gedeelte van de reserves, dat nog niet werd gebruikt voor de doeleinden zoals bepaald in de vorige paragraaf, te worden terugbetaald aan het Agentschap. Het Agentschap berekent het bedrag van de reserves die moeten worden terugbetaald op basis van het saldo op het einde van het jaar 2023. Het O.C.M.W. krijgt de mogelijkheid om aan te tonen dat het bedrag van de reserves moet worden gereduceerd wegens latere investeringen in het kader van artikel 64 van de wet van 12 januari 2007.
§ 3 Vanaf de inwerkingtreding van dit besluit worden de tussenkomsten als forfaitair beschouwd en eventuele door het OCMW niet-bestede gelden kunnen niet worden teruggevorderd door het Agentschap.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2023-09-24/08, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-11-2023>
Art.2. De financiële tussenkomst voorzien in artikel 1 van dit besluit, kan niet gecumuleerd worden met de financiële tussenkomst van de Staat voorzien in de artikelen 1 tot 3 en 5, van het ministerieel besluit van 30 januari 1995 tot regeling van de terugbetaling door de Staat van de kosten van de dienstverlening door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn toegekend aan een behoeftige die de Belgische nationaliteit niet bezit en die niet in het bevolkingsregister is ingeschreven.
Art.3.De bedragen vermeld in artikel 1 van dit besluit zijn gekoppeld aan de spilindex [1 123,14 (basis 2013 = 100)]1 van de consumptieprijzen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld.
[1 De in artikel 1 van dit besluit vermelde bedragen worden jaarlijks op 1 januari van het volgende jaar geïndexeerd overeenkomstig de voormelde wet van 2 augustus 1971.]1
----------
(1)<KB 2023-09-24/08, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 01-11-2023>
Art.4. Het ministerieel besluit van 18 oktober 2002 tot regeling van de terugbetaling door het Federaal Agentschap voor de Opvang van Asielzoekers van de kosten van de materiële hulp door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn toegekend aan een behoeftige asielzoeker gehuisvest in een lokaal opvanginitiatief wordt ingetrokken.
Art.5. Dit besluit is van toepassing op de conventies bedoeld in artikel 64 van de wet van 12 januari 2007.
Art.6. Dit besluit treedt in werking op 1 augustus 2012.
Art. 7. De minister bevoegd voor Maatschappelijke Integratie is belast met de uitvoering van dit besluit.