30 AUGUSTUS 2023. - Koninklijk besluit betreffende de uitgevoerde verwerkingen in het kader van artikelen 22/2, § 7, en 22/3, § 10, van bijlage 1 van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 11-10-2023 en tekstbijwerking tot 23-04-2024)
Art. 1-13
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° de wet: de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie;
2° het Instituut: het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie zoals bedoeld in artikel 13 van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector;
3° FOD Economie: de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie;
4° sociaal tarief oud regime: het sociaal telecomtarief bedoeld in artikelen 22 en 38 van bijlage 1 van de wet;
5° sociaal tarief nieuw regime: het sociaal telecomtarief bedoeld in de artikelen 22/1 tot 22/3 en 38/1 van bijlage 1 van de wet;
6° rechthebbende: elke persoon die behoort tot de categorieën gedefinieerd in artikel 22/2, § 2, van bijlage 1 van de wet;
7° begunstigde: elke rechthebbende die een dienstenovereenkomst voor breedbandinternettoegang op een vaste locatie is aangegaan, zoals beschreven in artikel 38/1 van bijlage 1 van de wet;
8° inschrijving: toestemming gegeven door een klant voor het bestellen van een telecomdienstenovereenkomst en het opstarten van de installatie- en/of activatieprocedures van de desbetreffende dienst;
9° installatie: technische werkzaamheden die nodig zijn om de telecomdienst uit te voeren;
10° activatie: moment vanaf wanneer de telecomdienst aanvangt en operationeel wordt voor de klant.
Art.2. De FOD Economie is belast met het controleren van de voorwaarden van de toekenning van het sociaal tarief bedoeld in artikelen 22/2, 22/3 en 38/1 van de bijlage 1 van de wet.
Art.3. § 1. Wanneer een van hun klanten een telecomdienstenovereenkomst wil aangaan en daarbij aanspraak maakt op het sociaal tarief nieuw regime, controleren de operatoren via de FOD Economie of de aanvrager in België verblijft en of hij of een lid van zijn gezin behoort tot een van de categorieën van rechthebbenden gedefinieerd in artikel 22/2 van de bijlage 1 van de wet.
Die controle wordt uitgevoerd door de FOD Economie aan de hand van het Rijksregister en verschillende authentieke bronnen, door de tussenpersoon van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, met behulp van het Rijksregisternummer van de persoon die het sociaal tarief nieuw regime aanvraagt.
Bij een positief antwoord van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid beschikt de aanvrager over zeven kalenderdagen, vanaf het antwoord, om over te gaan tot het afsluiten van een telecomdienstenovereenkomst met het sociaal tarief nieuw regime, voor zover er wordt voldaan aan de andere toekenningsvoorwaarden van dit sociaal tarief nieuw regime. Na het verstrijken van die termijn is een nieuwe controle vereist.
§ 2. Ter aanvulling op de bepaling in paragraaf 1 en in toepassing van artikel 22/2, § 4, van de bijlage 1 van de wet, controleert de FOD Economie in de databank alsook bij het Instituut of er in het gezin van de aanvrager een persoon is die recht heeft op het sociaal tarief nieuw regime of oud regime. Hij brengt de operator die hem heeft gecontacteerd op de hoogte van het resultaat van zijn opzoekingen.
Als er wordt vastgesteld dat er reeds een overeenkomst met sociaal tarief wordt vastgesteld, kan de aanvraag van het sociaal tarief nieuw regime alleen worden aanvaard indien de begunstigde op voorhand afziet van het sociaal tarief dat hij genoot, in toepassing van artikel 22/2, § 4, van de bijlage 1 van de wet.
Het afzien kan alleen gedaan worden door de houder van de telecomdienstenovereenkomst. Dit gebeurt bij de operator aan wie de nieuwe aanvraag gericht is:
1° ofwel wanneer de telecomdienst waarop het bestaande sociaal tarief van toepassing is, wordt verstrekt door dezelfde operator;
2° ofwel wanneer het mogelijk is om de telecomdienst waarop het bestaande sociaal tarief van toepassing is, over te dragen van een andere operator naar die operator.
In alle andere gevallen moet de houder van de bestaande telecomdienstenovereenkomst waarop een sociaal tarief van toepassing is, afzien van dat sociaal tarief bij de operator bij wie de overeenkomst werd afgesloten.
Art.4. In overeenstemming met artikel 22/3, § 6, van de bijlage 1 van de wet informeert de FOD Economie de operator aan wie de aanvrager van het sociaal tarief nieuw regime zich heeft gericht, over het resultaat van de opzoekingen in het kader van de aanvraag van het sociaal tarief nieuw regime, in het bijzonder:
1° of de aanvrager of een van zijn gezinsleden al dan niet behoort tot de categorieën van rechthebbenden bepaald door de wet;
2° of een van de gezinsleden van de aanvrager al dan niet reeds het sociaal telecomtarief geniet, of het nu gaat om het oude of het nieuwe regime. In voorkomend geval geeft de FOD Economie aan of de aanvrager diegene is die de overeenkomst aangaat waarop het vooraf bestaande sociaal telecomtarief van toepassing is, alsook het desbetreffende type van het sociaal tarief, oud of nieuw regime. Bovendien verduidelijkt hij of de operator van de bestaande overeenkomst dezelfde is als die aan wie de aanvraag werd gericht.
Art.5. § 1. Wanneer de klant toestemming geeft voor het aangaan van een overeenkomst met het sociaal tarief nieuw regime, brengt de operator de FOD Economie op de hoogte en deelt hij het identificatienummer uit het Rijksregister van de klant mee, alsook het unieke identificatienummer van zijn klant, bedoeld om de verdere uitwisseling van informatie tussen hem en de FOD Economie over die klant te vergemakkelijken.
Dit unieke identificatienummer kan in voorkomend geval het identificatienummer van het Rijksregister van de klant zijn, in overeenstemming met artikel 22/3, § 4 van bijlage 1 van de wet.
Wanneer de installatie is voltooid, brengt de operator ook de FOD Economie op de hoogte van het moment waarop de dienst werd geactiveerd.
§ 2. Voor elke aanvraag van het sociaal tarief nieuw regime registreert de FOD Economie de volgende gegevens in de databank bedoeld in artikel 22/3, § 1, van de bijlage 1 van de wet:
1° het Rijksregisternummer van de aanvrager;
2° de naam, voornamen en het adres van de aanvrager;
3° de Rijksregisternummers van de andere leden van het huishouden van de aanvrager;
4° de naam van de operator bij wie de aanvraag werd gedaan;
5° de datum waarop de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid werd geraadpleegd;
6° het antwoord van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid;
7° of er voordien al een overeenkomst met sociaal tarief bestond voor een van de leden van het huishouden;
8° de datum waarop de operator heeft gemeld dat de aanvrager een overeenkomst is aangegaan;
9° het uniek identificatienummer van de klant bij de operator;
10° de datum waarop de dienst werd geactiveerd;
11° het regime van het sociaal tarief dat van toepassing is;
12° de datum van de volgende periodieke controle.
Indien er wordt vastgesteld dat er reeds een overeenkomst met sociaal tarief bestond in het huishouden van de aanvrager, registreert de FOD Economie ook de volgende gegevens:
1° de naam van de operator bij wie de bestaande overeenkomst werd aangegaan;
2° of de aanvrager ook de houder is van de bestaande overeenkomst;
3° het stelsel van het sociaal tarief dat van toepassing is op de bestaande overeenkomst;
4° de wijze waarop wordt afgezien van de bestaande overeenkomst die wordt gebruikt door de operator.
Art.6. Het recht op het sociaal tarief nieuw regime wordt niet retroactief toegekend.
De operatoren passen het sociaal tarief nieuw regime toe op de overeenkomst van hun klant, voor zolang die er niet uitdrukkelijk afstand van doet of voor zolang de FOD Economie niet meldt dat de begunstigde niet langer behoort tot de categorieën van rechthebbenden bepaald door de wet.
Art.7.[1 § 1. Voor elke overeenkomst met sociaal tarief nieuw regime controleert de FOD Economie om de zes maanden bij de authentieke bronnen, via het Rijksregister en de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, of de houder nog steeds leeft, nog steeds in België woont en nog steeds behoort tot de categorieën van rechthebbenden gedefinieerd door de wet. Hij controleert eveneens in zijn databank en bij het Instituut of er nog steeds slechts één lid van het huishouden van het sociaal tarief geniet, ongeacht of het gaat om het nieuw of oud regime.
De eerste periodieke controle vindt plaats zes maanden na het aangaan van de overeenkomst door de klant. Die controle gebeurt automatisch, aan de hand van het identificatienummer in het Rijksregister van de houder van de overeenkomst.
§ 2. Als bij de controle bedoeld in paragraaf 1 wordt vastgesteld dat de begunstigde nog steeds in leven is, nog steeds in België verblijft en nog steeds behoort tot de categorieën van rechthebbenden op het sociaal tarief nieuw regime, en dat er in het huishouden nog steeds slechts één persoon van het sociaal tarief nieuw regime geniet, registreert de FOD Economie een nieuwe datum in zijn databank voor de volgende periodieke controle van het recht van de klant, zes maanden na de controle die zonet heeft plaatsgevonden.
Als daarentegen bij de controle bedoeld in paragraaf 1 wordt vastgesteld dat de begunstigde niet meer in leven is, niet meer in België verblijft of niet langer behoort tot de categorieën van rechthebbenden op het sociaal tarief nieuw regime, of dat een ander lid van zijn huishouden ook van het sociaal tarief nieuw regime geniet, verliest de begunstigde zijn recht op het sociaal tarief nieuw regime. De FOD Economie registreert dan het einde van het recht in zijn databank en informeert de begunstigde van het einde van zijn recht op het sociaal tarief nieuw regime. Verder informeert hij de begunstigde dat zijn operator contact met hem zal opnemen om een ander tariefplan overeen te komen dat voldoet aan zijn behoeften en informeert hij hem dat, indien hij niet reageert binnen de drie maanden, zijn overeenkomst zal worden overgezet naar het meest voordelige tariefplan dat overeenstemt met zijn verbruiksprofiel, bepaald in overeenstemming met paragraaf 3. Hij deelt ook mee aan de betrokken operator op welke datum werd vastgesteld dat de klant niet langer voldeed aan de criteria die hem recht gaven op het sociaal tarief nieuw regime.
De operator informeert de klant zo snel mogelijk via de post of via een eventueel communicatiekanaal van voorkeur dat op voorhand werd afgesproken tussen de operator en de klant, over de datum waarop de FOD Economie heeft vastgesteld dat hij niet langer recht heeft op het sociaal tarief nieuw regime. Hij nodigt hem uit om met hem contact op te nemen binnen een maximale termijn van drie maanden om een ander tariefplan overeen te komen dat aan zijn behoeften voldoet. Hij informeert hem dat zijn abonnement na die termijn automatisch zal worden aangepast en overgezet naar het meest voordelige tariefplan uit zijn commerciële aanbod dat overeenstemt met zijn verbruiksprofiel, waarvan hij de kenmerken en kosten preciseert, in overeenstemming met paragraaf 3. Hij specifieert ook dat de klant over de mogelijkheid beschikt om zijn abonnement op te zeggen of kosteloos van operator te veranderen binnen de drie maanden.
Als tijdens de in paragraaf 1 bedoelde controle blijkt dat er binnen het huishouden nog een sociaal tarief oud regime bestaat, brengt de FOD Economie het Instituut op de hoogte van de vastgestelde cumulatie. Het Instituut maakt dan een einde aan het sociaal tarief oud regime en informeert de betrokken persoon en operator.
§ 3. De klant beschikt over maximaal drie maanden vanaf de datum waarop de operator hem meldt dat hij zijn recht op het sociaal tarief nieuw regime verliest, om met zijn operator een nieuw tariefplan aan te gaan dat voldoet aan zijn behoeften of om zijn overeenkomst op te zeggen indien hij van operator wenst te veranderen.
Er mogen de klant geen kosten worden aangerekend voor het wijzigen van zijn tariefplan of voor het opzeggen van zijn overeenkomst tijdens die periode van drie maanden.
Als de klant na afloop van de periode van drie maanden niet heeft gereageerd, past de operator zijn abonnement aan door het over te zetten naar het meest voordelige tariefplan uit zijn commerciële aanbod dat overeenstemt met het verbruiksprofiel van de klant. Het nieuwe tariefplan wordt bepaald volgens dezelfde bepalingen als die in artikel 109 van de wet.
Er mogen de klant geen kosten worden aangerekend voor die aanpassing.
§ 4. Indien het abonnement van de klant automatisch wordt overgezet in overeenstemming met paragraaf 3, derde lid, brengt de operator de klant daarvan op de hoogte via de post of via een communicatiekanaal van voorkeur dat op voorhand werd afgesproken tussen de operator en de klant.
In dat bericht staan ten minste de volgende elementen:
1° de kenmerken en de kosten van het nieuwe tariefplan dat aan de klant wordt toegewezen;
2° de informatie over de mogelijkheden om dit nieuwe tariefplan op te zeggen of om van operator te veranderen.]1
----------
(1)<KB 2024-03-21/62, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 03-05-2024>
Art.8. Wanneer een klant met recht op het sociaal tarief afziet van dit recht, brengt de operator de FOD Economie daarvan op de hoogte. De FOD Economie registreert, naargelang het geval, de datum waarop werd afgezien van het sociaal tarief in zijn databank als het gaat om een overeenkomst met sociaal tarief nieuw regime, of brengt het Instituut op de hoogte als het gaat om een overeenkomst met sociaal tarief oud regime.
Art.9. § 1. De FOD Economie, het Instituut en de operatoren implementeren kwaliteitsprocessen die ertoe strekken de gegevens in hun respectievelijke databanken periodiek te controleren en ze te corrigeren als er verschillen zijn.
§ 2. De FOD Economie stelt geanonimiseerde en geaggregeerde statistieken over het sociaal tarief nieuw regime ter beschikking van het Instituut, waardoor het zijn opdrachten inzake rapportering en controle zoals gedefinieerd in artikel 103 van de wet kan uitvoeren.
Op dezelfde wijze stelt het Instituut geanonimiseerde en geaggregeerde statistische gegevens over het sociaal tarief oud regime ter beschikking van de FOD Economie.
Art.10. De FOD Economie houdt geregeld communicatiecampagnes over het sociaal tarief nieuw regime, met name gericht aan de potentiële rechthebbenden.
Art.11. De consumenten kunnen bij de FOD Economie informatie verkrijgen over het sociaal tarief nieuw regime en de toekenningsvoorwaarden ervan.
Art.12. Dit besluit treedt in werking op 1 maart 2024.
Art. 13. De minister bevoegd voor Economie en de minister bevoegd voor Telecommunicatie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.