7 SEPTEMBER 2023. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de nadere regels voor de werking van de examencommissies voor de certificeringsproef aan het einde van de opleiding voor beroepsinschakeling voor de bevorderingsambten van inspecteur, alsook de weging van de beoordelingscriteria en de procedures voor de organisatie en de evaluatie van de proef
TITEL I. - Definities
Art. 1
TITEL II. - Nadere regels voor de werking van de examencommissie(s) met toepassing van artikel 54 van het decreet
Art. 2-7
TITEL III. - Nadere regels voor de organisatie en beoordeling van de certificeringsproef
Art. 8-10
TITEL IV. - Weging van evaluatiecriteria
Art. 11-12
TITEL V. - Slotbepalingen
Art. 13-14
TITEL I. - Definities
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1° "het decreet": het decreet van 10 januari 2019 betreffende de Algemene Inspectiedienst;
2° "de certificeringsproef": de certificeringsproef bedoeld in artikel 54, § 4, van het decreet;
3° "de kandidaat": de sategdoend inspecteur bedoeld in artikel 49 van het decreet;
4° "de examencommissie": de examencommissie(s) voor de certificatieproef, samengesteld overeenkomstig artikel 54, § 4, van het decreet;
5° "het college van voorzitters": wanneer meerdere examencommissies zijn ingesteld, een college samengesteld uit de voorzitters van deze examencommissies, belast met de coördinatie van de werkzaamheden van deze examencommissies waarvan zij voorzitter zijn, mits beslissingen die bij consensus worden genomen, teneinde de eenheid in de beoordeling en de gelijke behandeling van de kandidaten te waarborgen;
6° "het portfolio": het persoonlijk geschreven werk bedoeld in artikel 54, § 4, van het decreet.
TITEL II. - Nadere regels voor de werking van de examencommissie(s) met toepassing van artikel 54 van het decreet
Art.2. § 1. De examencommissie komt geldig bijeen indien ten minste de helft van haar leden aanwezig is.
§ 2 De examencommissie kan alleen geldig bijeenkomen als de voorzitter of zijn plaatsvervanger aanwezig is.
§ 3 Examencommissievergaderingen kunnen in persoon, per videoconferentie of door een combinatie van persoon en videoconferentie worden georganiseerd, afhankelijk van de gezondheidssituatie en organisatorische vereisten.
Art.3. De examencommissie wordt bijgestaan door één of meer secretarissen, aangesteld door de algemene ambtenaar die aan het hoofd staat van de "Direction générale du Pilotage du système éducatif". De secretaris is niet stemgerechtigd. Hij is inzonderheid belast met het opstellen, in alle vertrouwelijkheid, van de notulen van de beraadslagingen van de examencommissie, met de kennisgeving van de beslissingen van de examencommissie en met de kennisgeving van de proeven aan de vakbonden zodat zij de vergaderingen als waarnemers kunnen bijwonen overeenkomstig artikel 28, alinea 4, van het decreet.
Art.4. De beslissingen van de examencommissie worden genomen bij meerderheid van de aanwezige leden. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.
Art.5. § 1. De plaatsvervangende leden zetelen slechts indien de werkende leden verhinderd zijn door overmacht, dienstvereisten of een mogelijk belangenconflict, inzonderheid in de gevallen bedoeld in paragraaf 2. Deze rechtvaardiging wordt schriftelijk en tijdig meegedeeld aan de voorzitter en de secretaris van de examencommissie.
§ 2 Een examencommissielid mag niet deelnemen aan de beraadslaging over een kandidaat van wie hij de echtgenoot, de samenwonende partner of een verwant tot en met de vierde graad is.
Art.6. De examencommissieleden oefenen hun mandaat volkomen onafhankelijk, nauwgezet, discreet en onpartijdig uit. Zij zijn gehouden tot geheimhouding met betrekking tot de inhoud en de vorm van de certificeringsproef, de inhoud en de vorm van de beraadslagingen en alle informatie van persoonlijke aard waarvan zij in de uitoefening van hun mandaat kennis kunnen nemen. Zij onthouden zich voor, tijdens en na de proef van elke openbare houding of verklaring met betrekking tot de context, principes en procedures voor de organisatie en de beraadslaging van deze proef. Zij verbinden zich ertoe met toewijding deel te nemen aan de werkzaamheden van de examencommissie.
Art.7. De examencommissie is inzonderheid belast met het opstellen van het schema voor de gesprekken voor de certificeringsproef, het interviewen en beoordelen van de kandidaten en het valideren van de redenen voor de beslissingen die ten aanzien van elke kandidaat worden genomen.
TITEL III. - Nadere regels voor de organisatie en beoordeling van de certificeringsproef
Art.8. § 1. Het portfolio bestaat uit een persoonlijk dossier waarin de kandidaat aantoont hoe de tijdens de stageperiode opgedane opleiding en ervaring hem in staat stellen om te voldoen aan de vereisten van het ambtsprofiel bedoeld in artikel 33, lid 1 van het decreet.
Het portfolio bestaat uit maximaal twaalf A4-pagina's, exclusief eventuele bijlagen, met de volgende specificaties: lettertype Calibri 11, regelafstand 1.14, standaardmarge.
De coördinerend inspecteur-generaal stelt de kandidaten elektronisch op de hoogte van de datum waarop het portfolio moet worden ingeleverd. Deze datum wordt niet eerder vastgesteld dan 15 kalenderdagen na de laatste dag van de opleiding voor beroepsinschakeling. De afgifte van het portfolio wordt voor alle kandidaten op hetzelfde tijdstip en onder dezelfde voorwaarden georganiseerd. Kandidaten moeten hun portfolio's in PDF- en WORD-formaat elektronisch indienen bij de regeringsdiensten. In het geval van een discrepantie tussen de inhoud van de twee formaten, heeft de PDF-versie voorrang.
§ 2 De regeringsdiensten sturen de kandidaten ten minste tien werkdagen voor de vastgestelde datum per e-mail een uitnodiging voor de certificeringsproef met ontvangstbevestiging.
De presentatie en verdediging van het portfolio door de kandidaten bedoeld in artikel 54, § 4, eerste lid van het decreet kunnen op verschillende data worden georganiseerd.
De volgorde van de kandidaten wordt bepaald door de numerieke volgorde van de ambten van de inspecteur zoals gespecificeerd in de bijlage bij het decreet. Binnen elk ambt worden de kandidaten gerangschikt in alfabetische volgorde.
Art.9. § 1. Het schriftelijk gedeelte bestaat uit het voorleggen van het portfolio bedoeld in artikel 54, § 4, eerste lid, van het decreet.
Kandidaten moeten verwijzen naar ideeën en citaten die afkomstig zijn van een andere auteur dan zijzelf.
Elke vorm van plagiaat is verboden en zal worden bestraft in de eindbeoordeling van het werkstuk.
§ 2 Het mondelinge gedeelte bestaat uit een interview voor een examencommissie waarin de kandidaat zijn portfolio presenteert en verdedigt. De kandidaat mag de presentatie vergezeld laten gaan van een ondersteuning, inzonderheid door gebruik te maken van presentatiesoftware. De ondersteuning wordt niet beoordeeld.
Kandidaten mogen hun portfolio maximaal 15 minuten mondeling presenteren. Er is maximaal 30 minuten gereserveerd voor vragen van de examencommissie.
De vakbondsvertegenwoordigers mogen, enkel als waarnemers, de verdediging van de zaak voor de examencommissie bijwonen, overeenkomstig artikel 28, lid 4, van het decreet. De vertegenwoordigers van de vakbonden zijn gehouden tot de grootste discretie tijdens de verdediging van de zaak en tot een geheimhoudingsplicht met betrekking tot de inhoud van de proef, ook na afloop van de certificeringsprocedure.
Art.10. Wanneer verschillende examencommissies worden opgericht overeenkomstig artikel 28 van het decreet, worden alle kandidaten voor hetzelfde ambt door dezelfde examencommissie beoordeeld om het gelijkheidsbeginsel te respecteren.
TITEL IV. - Weging van evaluatiecriteria
Art.11. § 1. De beoordelingscriteria bepaald in artikel 54, § 4, zesde lid, van het decreet worden als volgt gewogen:
1° Criterium 1 wordt beoordeeld op een maximum van 40 punten.
2° De criteria 2 en 3 krijgen elk 30 punten maximum toegewezen.
Het eindcijfer voor de certificeringsproef wordt berekend op een totaal van 100 punten. Het toegekende cijfer stopt bij de tweede decimaal.
§ 2 Slagen voor de certificeringsproef is vastgesteld op 60 van de 100 punten.
Art.12. Het resultaat van de certificeringsproef wordt door de regeringsdiensten elektronisch meegedeeld, met ontvangstbevestiging, binnen maximaal 40 werkdagen vanaf de datum waarop de laatste kandidaat de mondelinge proef heeft afgelegd.
TITEL V. - Slotbepalingen
Art.13. Dit besluit treedt in werking op 7 september 2023.
Art. 14. De minister bevoegd voor de onderwijsinspectie is belast met de uitvoering van dit besluit.