13 JULI 2023. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van sommige uitvoeringsmodaliteiten van het kaderdecreet van 10 april 2003 betreffende de erkenning en subsidiëring van de professionele Podiumkunstensector
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingsbepalingen
Afdeling 1. - Herinvoering van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 19 november 2004 tot vastlegging van de soorten activiteiten die, met het oog op de nagestreefde doelstellingen, afwijken van de verplichting voor een operateur om minstens 12,5 % van de eigen inkomsten te boeken tijdens de duur van zijn programmacontract, genomen met toepassing van het decreet van 10 april 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten
Art. 1
Afdeling 2. - Wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 25 maart 2005 betreffende het actietheater, genomen bij toepassing van het decreet van 10 april 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten
Art. 2-4
Afdeling 3. - Wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 30 november 2016 tot uitvoering van de artikelen 43, 45, 48, 50, 51/1, 63, 64, 65 en 68 van het decreet van 10 april 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de professionele Podiumkunstensector
Art. 5-7
Afdeling 4. - Wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 4 oktober 2017 tot aanwijzing van de Algemene Inspectiedienst als de dienst belast met de taken bedoeld in artikel 74 van het kaderdecreet van 10 april 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de professionele Podiumkunstensector
Art. 8-12
Afdeling 5. - Wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 4 oktober 2017 tot vaststelling van de nadere regels voor de schorsing, de wijziging of de opzegging van steun voor projecten of programmaovereenkomsten genomen ter uitvoering van het kaderdecreet van 10 april 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten
Art. 13-23
HOOFDSTUK 2. - Opheffingsbepalingen
Art. 24-29
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art. 30-31
2004202081 2004202343 2005029152 2005200308 2007200527 2008029595 2017011502 2017030030 2017031100 2017031809 2017040953
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingsbepalingen
Afdeling 1. - Herinvoering van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 19 november 2004 tot vastlegging van de soorten activiteiten die, met het oog op de nagestreefde doelstellingen, afwijken van de verplichting voor een operateur om minstens 12,5 % van de eigen inkomsten te boeken tijdens de duur van zijn programmacontract, genomen met toepassing van het decreet van 10 april 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten
Artikel 1. Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 19 november 2004 tot vastlegging van de soorten activiteiten die, met het oog op de nagestreefde doelstellingen, afwijken van de verplichting voor een operateur om minstens 12,5 % van de eigen inkomsten te boeken tijdens de duur van zijn programmacontract, genomen met toepassing van het decreet van 10 april 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten, opgeheven bij het besluit van 12 juli 2017, wordt opnieuw ingevoerd in zijn oorspronkelijke bewoording onder voorbehoud van de wijziging van artikel 2, dat als volgt komt te luiden:
"Art. 2 Met toepassing van artikel 63, lid 2, van het decreet wordt van de verplichting om ten minste 12,5% van hun eigen inkomsten te genereren afgeweken voor operatoren die vallen onder:
1° de categorie dienstenstructuren;
2° of onder het gebied van het actietheater".
Afdeling 2. - Wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 25 maart 2005 betreffende het actietheater, genomen bij toepassing van het decreet van 10 april 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten
Art.2. In artikel 1 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 25 maart 2005 betreffende het actietheater, genomen bij toepassing van het decreet van 10 april 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten, wordt het lid 4e vervangen door hetgeen volgt:
"4° het adviesorgaan: de Commissie voor levende kunsten;".
Lid 5 van hetzelfde artikel wordt vervangen door:
"De administratie: de Algemene Dienst voor Artistieke Creatie".
Art.3. Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.4. In hetzelfde besluit wordt artikel 5 vervangen door de volgende tekst:
"Art. 5 Bij het opstellen van het typeverslag bedoeld in artikel 38, § 2, van het decreet houdt de Administratie rekening met de aard en de specifieke kenmerken van de opdrachten zoals beschreven in artikel 2.".
Afdeling 3. - Wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 30 november 2016 tot uitvoering van de artikelen 43, 45, 48, 50, 51/1, 63, 64, 65 en 68 van het decreet van 10 april 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de professionele Podiumkunstensector
Art.5. Het opschrift van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 30 november 2016 tot uitvoering van de artikelen 43, 45, 48, 50, 51/1, 63, 64, 65 en 68 van het decreet van 10 april 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de professionele Podiumkunstensector wordt vervangen door hetgeen volgt:
"Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot uitvoering van de artikelen 37 tot 39 en 41 van het kaderdecreet van 10 april 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de professionele Podiumkunstensector.".
Art.6. In hetzelfde besluit wordt artikel 1 vervangen door de volgende tekst:
"Artikel 1. De regeringsdiensten die belast zijn met de toepassing van de artikelen 37 tot 39 en 41 zijn die van de "Service général de la Création artistique".
Art.7. In hetzelfde besluit wordt artikel 2 opgeheven.
Afdeling 4. - Wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 4 oktober 2017 tot aanwijzing van de Algemene Inspectiedienst als de dienst belast met de taken bedoeld in artikel 74 van het kaderdecreet van 10 april 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de professionele Podiumkunstensector
Art.8. In artikel 1, 4°, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 4 oktober 2017 tot aanwijzing van de Algemene Inspectiedienst als de dienst belast met de taken bedoeld in artikel 74 van het kaderdecreet van 10 april 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de professionele Podiumkunstensector, worden de woorden "in artikel 2, 1°, en in artikel 30" vervangen door de woorden "in artikel 38, § 6,".
Art.9. In hetzelfde besluit wordt artikel 4 vervangen door de volgende tekst:
"Art. 4 Overeenkomstig de artikelen 74 en 68 van het decreet wordt de inspectie belast met:
1° het uitvoeren van de ondersteuningsopdrachten bedoeld in artikel 74, 2°, van het decreet;
2° het uitbrengen van advies over het verslag van zelfevaluatie bedoeld in artikel 68, § 2.
De verslagen en adviezen opgesteld met toepassing van lid 1 worden overgezonden naar de Algemene Dienst, die, zo nodig, voor het doorsturen ervan zorgt aan de Minister, de begunstigde of de Adviescommissie.
De beslissing bedoeld in artikel 68, § 3, van het decreet wordt genomen door de minister.".
Art.10. In artikel 5, lid 1, van hetzelfde besluit, worden de woorden "een creatieovereenkomst, een dienstenovereenkomst, een uitzendingsovereenkomst of" ingevoegd tussen de woorden "de operator die " en de woorden "een programmaovereenkomst geniet".
Art.11. In artikel 6, eerste lid, 2°, van hetzelfde besluit worden de woorden "van de creatieovereenkomst, de dienstenovereenkomst, de uitzendingsovereenkomst of" ingevoegd tussen de woorden "de duur " en de woorden " de programmaovereenkomst ".
In punt 3° van hetzelfde lid worden de woorden "bedoeld in artikel 35, 3°, van het decreet" vervangen door de woorden "bepaald in zijn overeenkomst".
In hetzelfde artikel wordt lid 3 vervangen door de volgende tekst:
"In afwijking van het eerste lid, 1° en 2°, kan de minister, in geval van uitzonderlijke omstandigheden die door de operator naar behoren met redenen worden omkleed, een saneringsplan toestaan met een maximale duur van vier jaar na het verstrijken van de looptijd van de lopende overeenkomst, onder voorbehoud van de vernieuwing van de bedoelde creatieovereenkomst, de dienstenovereenkomst, de uitzendingsovereenkomst of de programmaovereenkomst.".
Art.12. In hetzelfde besluit wordt na artikel 8 een hoofdstuk 4bis ingevoegd, met als opschrift "De specifieke begeleiding bedoeld in artikel 76/9 van het decreet", dat een artikel 8/1 bevat, luidend als volgt:
"Art. 8/1. De Inspectie is belast met de specifieke begeleiding bedoeld in artikel 76/9 van het decreet.
De beslissing bedoeld in artikel 76/9, derde lid, van het decreet wordt genomen door de minister.
De afwijking bedoeld in artikel 76/2, § 1, vierde lid, 2°, van het decreet wordt verleend door de minister.".
Afdeling 5. - Wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 4 oktober 2017 tot vaststelling van de nadere regels voor de schorsing, de wijziging of de opzegging van steun voor projecten of programmaovereenkomsten genomen ter uitvoering van het kaderdecreet van 10 april 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten
Art.13. In artikel 1 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 4 oktober 2017 tot vaststelling van de nadere regels voor de schorsing, de wijziging of de opzegging van steun voor projecten of programmaovereenkomsten genomen ter uitvoering van het kaderdecreet van 10 april 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten, wordt punt 2° vervangen door hetgeen volgt:
"2° adviesorgaan: de Commissie voor de Podiumkunsten of de Commissie voor Muziek, naargelang het geval;".
In hetzelfde artikel wordt punt 3° vervangen door:
"3° operator: de krachtens artikel 38, § 6, van het decreet erkende rechtspersoon;".
In 4° van hetzelfde artikel wordt het woord "creativiteit" vervangen door "artistieke creatie".
Art.14. In artikel 2, eerste lid van hetzelfde besluit worden de woorden "projectsteun" vervangen door de woorden "creatieovereenkomst, dienstenovereenkomst, omroepovereenkomst".
Lid 3 van hetzelfde artikel wordt vervangen door de volgende tekst:
"Zodra de beslissing tot opschorting is genomen, wordt de in artikel 10 bedoelde procedure voor opschorting van de creatieovereenkomst, de dienstenovereenkomst, de uitzendingsovereenkomst of de programmaovereenkomst ingeleid.".
In lid 4 van hetzelfde artikel worden de woorden "projectsteun" vervangen door de woorden "de creatieovereenkomst, de dienstenovereenkomst, de uitzendingsovereenkomst of".
Art.15. In artikel 3, tweede lid, 1°, van hetzelfde besluit worden de woorden "en het meest recente jaarlijkse activiteitenverslag bedoeld in artikel 51/1, § 1, van het decreet" geschrapt.
De volgende wijzigingen worden aangebracht in artikel 4, § 1, lid 1:
1° de woorden "bij de analyse van het jaarlijks activiteitenverslag bedoeld in artikel 51/1, § 1, van het decreet," worden geschrapt;
2° de woorden "het jaarlijks activiteitenverslag van de operator, samen met het verslag en" worden vervangen door de woorden "het verslag en".
In § 2, tweede lid, 2°, van hetzelfde artikel worden de woorden "het jaarlijks activiteitenverslag bedoeld in artikel 51/1, § 1, van het decreet en" geschrapt.
Art.16. In het opschrift van hoofdstuk 3 van hetzelfde besluit worden de woorden "van de creatieovereenkomst, de dienstenovereenkomst, de uitzendingsovereenkomst of" ingevoegd tussen het woord "beëindiging" en de woorden "van de programmaovereenkomst".
Art.17. In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de woorden "van de creatieovereenkomst, de dienstenovereenkomst, de uitzendingsovereenkomst of" ingevoegd tussen het woord "beëindiging" en de woorden "van de programmaovereenkomst".
Art.18. In artikel 9, lid 1, van hetzelfde besluit worden de woorden "van de creatieovereenkomst, de dienstenovereenkomst, de uitzendingsovereenkomst of" ingevoegd tussen het woord "wijziging" en de woorden "van de programmaovereenkomst".
Art.19. In artikel 10, § 1 van hetzelfde besluit worden de woorden "artikel 68, § 1," vervangen door de woorden "artikel 39".
In § 3, lid 1 van hetzelfde artikel worden de woorden "van de creatieovereenkomst, de dienstenovereenkomst, de uitzendingsovereenkomst of" ingevoegd tussen het woord "onmiddellijk" en de woorden "van de programmaovereenkomst".
In het tweede lid, 2°, van dezelfde paragraaf worden de woorden "artikel 68, § 1" vervangen door de woorden "artikel 39".
Art.20. In artikel 11 van hetzelfde besluit wordt aan lid 1 het volgende toegevoegd: "of vijfenveertig dagen naargelang de procedure betrekking heeft op een overeenkomst van vijf of drie jaar".
Art.21. In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de woorden "bij de creatieovereenkomst, de dienstenovereenkomst, de uitzendingsovereenkomst of" ingevoegd tussen het woord "bijvoegsel" en de woorden "bij de programmaovereenkomst"..
Art.22. In artikel 13, § 1, eerste lid, 2°, van hetzelfde besluit worden de woorden "de creatieovereenkomst, de dienstenovereenkomst, de uitzendovereenkomst of" ingevoegd tussen het woord "niet" en de woorden "de programmaovereenkomst".
In 3° van hetzelfde lid worden de woorden "de creatieovereenkomst, de dienstenovereenkomst, de uitzendovereenkomst of" ingevoegd tussen het woord "niet" en de woorden "de programmaovereenkomst".
In § 2, lid 3, van hetzelfde artikel worden de woorden "de creatieovereenkomst, de dienstenovereenkomst, de uitzendovereenkomst of" ingevoegd tussen het woord "opzegging" en de woorden "van de programmaovereenkomst".
Art.23. In artikel 14, § 1, 1°, van hetzelfde besluit worden de woorden "de creatieovereenkomst, de dienstenovereenkomst, de uitzendovereenkomst of" ingevoegd tussen het woord "wijziging" en de woorden van "de programmaovereenkomst".
In § 3, eerste lid, 2°, van hetzelfde artikel worden de woorden de creatieovereenkomst, de dienstenovereenkomst, de uitzendovereenkomst of" ingevoegd tussen het woord "niet" en de woorden "de programmaovereenkomst".
In 3° van hetzelfde lid worden de woorden "de creatieovereenkomst, de dienstenovereenkomst, de uitzendovereenkomst of" ingevoegd tussen het woord "niet" en de woorden "de programmaovereenkomst".
HOOFDSTUK 2. - Opheffingsbepalingen
Art.24. Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 8 juni 2004 tot vaststelling van de procedure tot erkenning van rechts- en natuurlijke personen genomen ter uitvoering van het decreet van 10 april 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten wordt opgeheven.
Art.25. Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 11 juni 2004 tot vaststelling van de termijnen binnen dewelke de evaluatieverslagen van de overeenkomsten en programmacontracten aan de adviesinstanties moeten worden overhandigd, genomen met toepassing van het decreet van 10 april 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten, wordt opgeheven.
Art.26. Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 december 2006 tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden voor het bekomen van beurzen voor de compositie, genomen bij toepassing van het decreet van 10 april 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten, wordt opgeheven.
Art.27. Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 25 september 2008 betreffende het activiteitenverslag bedoeld bij de artikelen 58 en 68 van het kaderdecreet van 10 april 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten wordt opgeheven.
Art.28. Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 maart 2017 tot uitvoering van de artikelen 36, § 1, 40, eerste lid, en 47, 2°, van het kaderdecreet van 10 april 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten wordt opgeheven.
Art.29. Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 12 juli 2017 tot vaststelling van de termijnen binnen dewelke het activiteitenverslag van de personen die gerichte steun krijgen, moet worden overhandigd met toepassing van het kaderdecreet van 10 april 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten, wordt opgeheven.
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art.30. De artikelen 10, 11 en 14 tot en met 23 treden in werking op 1 januari 2024.
Art. 31. De minister bevoegd voor de podiumkunsten is belast met de uitvoering van dit besluit.