15 JUNI 2023. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de nadere regels voor het geven van opleidingen door personeelsleden van onderwijsteams van de scholen, multidisciplinaire teams van de psycho-medisch-sociale centra en diensten van de regering ter uitvoering van artikel 6.1.7-1 van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 11-10-2023 en tekstbijwerking tot 16-01-2024)
HOOFDSTUK 1. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Nadere regels betreffende de personeelsleden die een opleiding geven
Art. 2-4
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingsbepalingen
Art. 5-10
HOOFDSTUK 4. - Opheffingsbepalingen
Art. 11-12
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art. 13-15
HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° Wetboek : het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs ;
2° Opleiding : de voortgezette beroepsopleiding georganiseerd met toepassing van het Boek 6, Titel 1, van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs ;
3° E-learning : de opleiding zoals bepaald in artikel 6.1.1-2, 10°, van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs ;
4°[1 personeelslid: de personeelsleden van het opvoedend scholenteam, de personeelsleden van het multidisciplinair team van de PMS-centra, de personeelsleden van het multidisciplinair team van de territoriale clusters en de personeelsleden van het Ministerie van de Franse Gemeenschap bedoeld in artikel 6.1.7-1, § 1, 1° tot 3° ;]1;
5° Verantwoordelijke van de opleiding : het Instituut voor de voortgezette beroepsopleiding voor de netoverschrijdende opleidingen of "Wallonie-Bruxelles Enseignement" of een federatie van de inrichtende machten voor de netwerkopleidingen;
6° Pedagogisch materiaal : documenten/samenvatting van de inhoud van de opleiding met daarin de belangrijkste elementen die tijdens de opleiding ontwikkeld zijn ;
7° Werktijd : tijd waarin de werknemer ter beschikking staat van de werkgever ; voor de personeelsleden van de onderwijsteams gaat het om de werktijd in de klas of tijdens de diensten aan de school en aan de leerlingen, zoals bepaald in het decreet van 14 maart 2019 houdende diverse bepalingen betreffende de werkorganisatie van de onderwijspersoneelsleden en tot toekenning van meer organisatieflexibiliteit aan de Inrichtende machten
----------
(1)<BFG 2023-08-24/13, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 28-08-2023>
HOOFDSTUK 2. - Nadere regels betreffende de personeelsleden die een opleiding geven
Art.2.§ 1. Met toepassing van artikel 6.1.7-1, § 2, van het Wetboek mogen de leden van de onderwijsteams van de scholen en de multidisciplinaire teams van de PMS-centra [1 en de multidisciplinaire teams van de territoriale clusters]1 bedoeld in artikel 6.1.7-1 § 1, 1° en 2°, van het Wetboek, opleidingen geven, wanneer de opleiding tijdens de werktijd of tijdens de diensten aan de school en aan de leerlingen plaatsvindt, mits voorafgaandelijke toestemming van hun inrichtende macht of zijn afgevaardigde.
§ 2. In geval van weigering door de inrichtende macht waarvan de in paragraaf 1 bedoelde opleider afhankelijk is, wordt de beslissing formeel gemotiveerd en aan het betrokken personeelslid bezorgd.
§ 3. Wanneer zij de opleidingen bedoeld in §§ 1 en 2 geven, worden de personeelsleden geacht in dienstactiviteit te zijn.
----------
(1)<BFG 2023-08-24/13, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 28-08-2023>
Art.3. § 1. Met toepassing van artikel 6.1.7-1, § 2, van het Wetboek mogen de verantwoordelijken van de opleiding aan de diensten van de Regering vragen dat de leden van deze diensten bedoeld in artikel 6.1.7-1, § 1, 3°, van het Wetboek opleidingen geven wanneer de opleiding tijdens de werktijd plaatsvindt.
In geval van instemming van de directeur-generaal van wie de opleider afhankelijk is, wijst deze, na advies van de hiërarchische meerdere over de beschikbaarheid van de opleider voor elke opleiding, een opleider uit de opleiders aan met expertise op het onderwerp dat verband houdt met de betrokken opleiding.
§ 2. In geval van weigering door de directeur-generaal van wie de opleider bedoeld in § 1 afhankelijk is, wordt de beslissing formeel gemotiveerd en bezorgd aan de verantwoordelijke van de opleiding en, indien identificeerbaar, aan het betrokken personeelslid.
§ 3. Individuele voorbereidingen en de ontwikkeling van pedagogisch materiaal vinden buiten de werktijd plaats.
Art.4. Met toepassing van artikel 6.1.7-1, § 3, van het Wetboek wordt de terugbetaling van de verplaatsingskosten van de personeelsleden bedoeld in artikel 6.1.7-1, § 1, 1° tot 3°, vastgesteld met een maximum in overeenstemming van de bepalingen voorzien voor de personeelsleden van de diensten van de regering van rang 10, met toepassing van artikel 13 van het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten voor zover deze kosten hen niet terugbetaald worden door de regering of de inrichtende machten krachtens andere bepalingen.
Voor elke van de volgende prestaties ontvangen de opleiders bedoeld in artikel 6.1.7-1,
§ 1, 1° tot 3°, van het Wetboek een toelage waarvan het bruto bedrag als volgt wordt bepaald :
1. 25 euro per uur voor de gegeven opleiding, zoals bedoeld in artikel 6.1.5.-11, §§ 1 en 2, van het Wetboek ;
2. een vast bedrag van 129,28 euro voor de ontwikkeling of de aanpassing van een reeks van e-learning, gevraagd door de verantwoordelijke van de opleiding ;
3. een vast bedrag van 111,45 euro voor de ontwikkeling of de aanpassing van de inhoud van het pedagogisch materiaal, gevraagd door de verantwoordelijke van de opleiding ;
De bedragen opgenomen in de punten 1, 2 en 3 mogen gecumuleerd worden.
De bedragen bedoeld in het eerste en het tweede lid zijn gebonden aan de schommelingen van het prijsindexcijfer overeenkomstig de regels voorgeschreven door de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld en zijn gekoppeld aan de spilindex 138,01 van 1 januari 1990.
Een overeenkomst wordt opgemaakt tussen de verantwoordelijke van de opleiding en de opleider. Ze specificeert met name het aantal te presteren uren en de nadere regels voor de organisatie van de betrokken opleiding.
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingsbepalingen
Art.5. Het opschrift van het " besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 19 juni 2019 tot bepaling van het bedrag en de voorwaarden voor de toekenning van de premie bedoeld in artikel 7, § 2, leden 9 en 10, van het decreet van 11 juli 2002 betreffende de opleiding tijdens de loopbaan voor het personeel van de inrichtingen voor basisonderwijs en in artikel 8, § 2, leden 8 en 9, van het decreet van 11 juli 2002 betreffende de opleiding tijdens de loopbaan in het gespecialiseerd onderwijs, het gewoon secundair onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra en tot oprichting van een Instituut voor opleidingen tijdens de loopbaan " wordt vervangen als volgt :
" Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 19 juni 2019 tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden voor de toekenning van de premie bedoeld in artikel 6.1.6-4, van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs ".
Art.6. In artikel 1 van hetzelfde besluit worden de woorden " bedoeld in artikel 7, § 2, leden 9 en 10, van het decreet van 11 juli 2002 betreffende de opleiding tijdens de loopbaan voor het personeel van de inrichtingen voor basisonderwijs en in artikel 8, § 2, leden 8 en 9, van het decreet van 11 juli 2002 betreffende de opleiding tijdens de loopbaan in het gespecialiseerd onderwijs, het gewoon secundair onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra en tot oprichting van een instituut voor opleidingen tijdens de loopbaan " vervangen door de woorden " bedoeld in artikel 6.1.6-4 van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs ".
Art.7. In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de woorden " Het Instituut voor opleidingen tijdens de loopbaan " vervangen door de woorden " Het netoverschrijdend instituut voor voortgezette beroepsopleiding ".
Art.8. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de woorden " Het Instituut voor opleidingen tijdens de loopbaan " vervangen door de woorden " Het netoverschrijdend instituut voor voortgezette beroepsopleiding ".
Art.9. In artikel 108/4 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 2 juni 2004 betreffende de verloven en afwezigheden van de personeelsleden van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector en de instellingen van openbaar nut die onder het Comité van Sector XVII ressorteren, worden de woorden " of in een dienst die belast is met de opleiding van het personeel " vervangen door de woorden " , in een dienst die belast is met de opleiding van het personeel of in het kader van de voortgezette beroepsopleiding georganiseerd met toepassing van het Boek 6, Tittel 1, van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs ".
Art.10. In artikel 108/5 van hetzelfde besluit worden de woorden " of in een dienst die belast is met de opleiding van het personeel " vervangen door de woorden " , in een dienst die belast is met de opleiding van het personeel of in het kader van de voortgezette beroepsopleiding georganiseerd met toepassing van het Boek 6, Titel 1, van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs ".
HOOFDSTUK 4. - Opheffingsbepalingen
Art.11. Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 4 juli 2003 houdende uitvoering van het decreet van 11 juli 2002 betreffende de opleiding tijdens de loopbaan voor het personeel van de inrichtingen voor gewoon basisonderwijs, wordt opgeheven.
Art.12. Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 19 juni 2003 houdende uitvoering van het decreet van 11 juli 2002 betreffende de opleiding tijdens de loopbaan in het buitengewoon onderwijs, het gewoon secundair onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra en tot oprichting van een Instituut voor opleidingen tijdens de loopbaan, wordt opgeheven.
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art.13. De artikelen 5 tot 8 hebben uitwerking met ingang van 1 mei 2023.
Art.14. Behalve voor de bepalingen bedoeld in artikel 13 treedt dit besluit in werking vanaf het schooljaar 2023-2024.
Art. 15. De Minister van Leerplichtonderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.