26 MEI 2023. - Besluit van de Vlaamse Regering over de waterwegenvergunning
Art. 1-6
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder vaartuigen:
1° gemotoriseerde schepen die geschikt zijn voor het vervoer van personen, maar die niet met een winstgevend doel worden gebruikt;
2° woonvaartuigen die gemotoriseerd zijn.
Art.2. Vaartuigen die varen op de bevaarbare waterwegen van het Vlaamse Gewest of die gemeerd zijn op een ligplaats, die al dan niet is vergund of geconcedeerd, op de bevaarbare waterwegen van het Vlaamse Gewest, beschikken over een vaarvergunning, die de vorm aanneemt van een waterwegenvergunning.
In het eerste lid wordt verstaan onder bevaarbare waterwegen van het Vlaamse Gewest: de waterwegen, vermeld in artikel 79, § 1, van het Scheepvaartdecreet van 21 januari 2022, die worden beheerd door De Vlaamse Waterweg, conform artikel 5, § 1, van het decreet van 2 april 2004 betreffende het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap De Vlaamse Waterweg nv, naamloze vennootschap van publiek recht.
De verplichting, vermeld in het eerste lid, is alleen van toepassing op woonvaartuigen die beschikken over een geldige vergunning of een concessie om een ligplaats in te nemen, als de voormelde woonvaartuigen zich niet op de voormelde ligplaats bevinden.
Art.3. Als het vaartuig niet vrijgesteld is op grond van artikel 80 van het Scheepvaartdecreet van 21 januari 2022, is een retributie als vermeld in artikel 79 van het voormelde decreet verschuldigd om een waterwegenvergunning te verkrijgen.
De waterwegenvergunning wordt afgegeven door De Vlaamse Waterweg NV, zoals vermeld in artikel 2, 6°, van het Scheepvaartdecreet van 21 januari 2022.
Art.4. In artikel 79 van het koninklijk besluit van 15 oktober 1935 houdende algemeen reglement der scheepvaartwegen van het Koninkrijk wordt voor paragraaf 1, die paragraaf 1/1 wordt, een nieuwe paragraaf 1 ingevoegd, die luidt als volgt:
" § 1. Dit hoofdstuk is niet van toepassing op de retributies die op grond van het gebruik van de waterwegen voor scheepvaartdoeleinden verschuldigd zijn door:
1° gemotoriseerde schepen die geschikt zijn om personen te vervoeren, maar die niet met een winstgevend doel worden gebruikt;
2° gemotoriseerde woonvaartuigen.".
Art.5. Het besluit van de Vlaamse regering van 7 april 1993 tot verlening van een vaarvergunning in de vorm van een waterwegenvignet, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 20 november 2013, wordt opgeheven.
Art. 6. De Vlaamse minister, bevoegd voor de waterinfrastructuur en het waterbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.