23 MEI 2023. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 juli 2002 betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen en de vergoeding van de houders van een offshore domeinconcessie in geval van onbeschikbaarheid van het Modular Offshore Grid
Art. 1-9
Artikel 1. In artikel 1, van het koninklijk besluit van 16 juli 2002 betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen en de vergoeding van de houders van een offshore domeinconcessie in geval van onbeschikbaarheid van het Modular Offshore Grid, laatst gewijzigd door het koninklijk besluit van 20 juli 2022, wordt punt 11 als volgt vervangen:
11° "elektriciteitsreferentieprijs" : gemiddelde, uitgedrukt in euro/MWh, van de uurlijkse noteringen van de maand M op de day- aheadmarkt voor de Belgische regelzone, zoals gepubliceerd door een Nemo op basis waarvan de prijs voor elektriciteit wordt vastgelegd in het contract voor de aankoop van elektriciteit aangegaan door de domeinconcessiehouder;".
Art.2. In artikel 14, § 1, tweede lid van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 augustus 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in 1° ter wordt het tweede streepje vervangen als volgt:
"- de correctiefactor wordt elke maand door de commissie berekend, voor elke domeinconcessie, op basis van het contract voor de aankoop van elektriciteit dat de domeinconcessiehouder heeft afgesloten en alle nodige informatie, die deze houder aan de commissie dient over te maken; de correctiefactor mag niet meer dan 100% bedragen";
2° in 1° quater wordt het tweede streepje vervangen als volgt:
"de correctiefactor wordt elke maand door de commissie berekend, voor elke domeinconcessie, op basis van het contract voor de aankoop van elektriciteit dat de domeinconcessiehouder heeft afgesloten en alle nodige informatie, die deze houder aan de commissie dient over te maken; de correctiefactor mag niet meer dan 100% bedragen";
Art.3. In artikel 14, § 1ter/1 van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 februari 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid worden de woorden "past de commissie, zonder retroactieve werking" vervangen door de woorden "berekent de commissie maandelijks" en wordt in de Nederlandse tekst het woord " aan " opgeheven;
2° de leden 2 tot 5 worden opgeheven;
3° in het zesde lid worden de woorden "blijft de commissie jaarlijks de correctiefactor aanpassen" vervangen door de woorden "blijft de commissie de correctiefactor berekenen".
Art.4. In artikel 14, § 1septies, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 17 augustus 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° Het tweede lid wordt vervangen als volgt:
"De commissie legt uiterlijk vijftien werkdagen voor het einde van iedere maand het bedrag van het verschuldigde voorschot voor de volgende maand vast, op basis van de referentieprijs voor elektriciteit.";
2° in het derde lid wordt de tweede zin vervangen als volgt:
"Indien de jaarlijkse werkelijke productie van de installatie die de commissie vastgesteld heeft in de vijf eerste exploitatiejaren lager is dan de veronderstelde productie, dan stort de netbeheerder een aanvullend voorschot gelijk aan de som, voor elke exploitatiemaand binnen dat jaar, van het resultaat van de volgende formule : (4100 vollasturen/12 * MW- werkelijke productie tijdens de exploitatiemaand) * elektriciteitsreferentieprijs van toepassing voor de exploitatiemaand * (1-correctiefactor van toepassing voor de exploitatiemaand).";
3° in het vijfde lid, wordt 1° vervangen als volgt:
"1° een veronderstelde elektriciteitsreferentieprijs op basis van het gemiddelde van uurnoteringen zoals bedoeld in artikel 1, 11° in de voorlaatste maand voor de exploitatiemaand waarvoor het voorschot wordt bepaald;";
4° in het vijfde lid, 4° wordt het woord "bepaald" vervangen door het woord "berekend".
Art.5. In artikel 14, § 1octies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 17 augustus 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° voor het eerste lid wordt een lid ingevoegd luidende als volgt:
"Na elk exploitatiemaand herberekent de commissie de minimale prijs toegepast in het kader van de voorschotten in overeenstemming met paragraaf 1septies, vijfde lid aan de hand van de werkelijke elektriciteitsreferentieprijs en de werkelijke correctiefactor. Op basis van het verschil tussen de minimale prijs toegepast in het kader van de voorschotten in overeenstemming met paragraaf 1septies, vijfde lid en de herberekende waarde van de minimumprijs voor de groenestroomcertificaten toegekend in de loop van de exploitatiemaand berekent de commissie, ten laatste dertig dagen na elk exploitatiemaand, het bedrag van de tussentijdse afrekening betreffende de prijs en berekent ze het bedrag van de financiële regeling dat, naargelang het geval, moet gestort worden aan de domeinconcessiehouder of de netbeheerder. Deze vereffening gebeurt ten laatste dertig dagen na de melding door de commissie.";
2° in het eerste lid, dat het tweede lid geworden is, worden de woorden "Bijkomend en" ingevoegd aan het begin van het lid, en wordt het woord "resterende" ingevoegd tussen de woorden " 2° een " en " afrekening " en wordt het lid aangevuld met de woorden "en met de bedragen reeds afgerekend overeenkomstig het eerste lid";
3° in het derde lid, dat het vierde lid geworden is, wordt het woord "resterende" ingevoegd voor de woorden "afrekening betreffende de prijs" en worden de woorden "en de bedragen reeds afgerekend overeenkomstig het eerste lid" ingevoegd tussen de woorden "eveneens rekening houdend met paragraaf 1quinquies/1" en de woorden "in voorkomend geval".
Art.6. In artikel 14vicies, § 3, eerste lid, 4°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 11 februari 2019, worden de woorden "eenmalige afrekening betreffende de prijs" vervangen door de woorden "resterende afrekening betreffende de prijs".
Art.7. Voor installaties die het voorwerp zijn van een domeinconcessie bedoeld in artikel 6 van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en die tussen 1 mei 2016 en de datum van inwerkingtreding van dit besluit hun eerste financial close realiseren, geldt het volgende:
1° artikel 1, 11°, en de artikelen 14, 14septiesdecies en 14vicies van het koninklijk besluit van 16 juli 2002 betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen en de vergoeding van de houders van een offshore domeinconcessie in geval van onbeschikbaarheid van het Modular Offshore Grid, zoals van kracht vóór de inwerkingtreding van dit besluit, worden na de inwerkingtreding van dit besluit verder toegepast tot en met de dag vóór de door de commissie overeenkomstig 4° geakteerde datum;
2° de domeinconcessiehouder maakt, binnen tien dagen:
a) na de inwerkingtreding van dit besluit; of,
b) indien dit later is, nadat hij een contract of een contractswijziging heeft gesloten die voorziet in de afname van de door hem geproduceerde elektriciteit tegen een prijs gebaseerd op een maandelijkse gemiddelde day ahead-prijs, de tekst van dat contract dan wel die contractswijziging over aan de commissie;
3° de commissie keurt op basis van dat contract dan wel die contractswijziging de formule voor de berekening van de correctiefactor goed, en past deze voor de periode vanaf de in 4° bedoelde datum en ten vroegste op 1 januari 2024 toe voor de berekening van de correctiefactor;
4° de commissie neemt akte van de datum waarop die formule overeenkomstig dat contract of die contractswijziging van toepassing wordt, mede rekening houdend met de in dat contract of die contracts- wijziging vervatte opschortende voorwaarden.
Art.8. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van de artikelen 1 en 2 die in werking treedt vanaf de goedkeuring van de commissie bedoeld in artikel 7 en ten vroegste vanaf 1 januari 2024.
Art. 9. De minister bevoegd voor Energie is belast met de uitvoering van dit besluit.