Details





Titel:

8 MEI 2023. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de periodiciteit van de verlofreizen ten laste van de Staat voor bepaalde personeelsleden van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Periodiciteit van de verlofreizen ten laste van de Staat
Art. 2-5
HOOFDSTUK 3. - Procedure en modaliteiten
Art. 6
HOOFDSTUK 4. - Opheffings- en slotbepalingen
Art. 7-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2019014295 



Uitvoeringsbesluit(en):

2024004247 



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° " personeelslid ":
  a) de ambtenaar van de buitenlandse carrière of de consulaire carrière die aangesteld is op een diplomatieke zending of een consulaire post in het buitenland;
  b) het personeelslid dat in dienst is genomen op grond van een arbeidsovereenkomst die een clausule inzake mobiliteit of periodieke overplaatsing bevat en die is aangesteld op een diplomatieke zending of een consulaire post in het buitenland;
  c) de ambtenaar van het Rijkspersoneel van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking die belast wordt met het tijdelijk uitoefenen van een functie op een diplomatieke zending of een consulaire post in het buitenland;
  2° " partner ": de persoon die met het personeelslid samenwoont en die tot één van de volgende categorieën behoort :
  a) de echtgeno(o)t(e) van het personeelslid;
  b) de wettelijk samenwonende van het personeelslid conform de artikelen 1475 tot 1479 van het Burgerlijk Wetboek met wie er geen huwelijksbeletsel is conform de artikelen 143 tot 164 van het Burgerlijk Wetboek;
  c) de samenwonende van het personeelslid in een land waar het samenlevingsverband wettelijk geregeld is en met wie er geen huwelijksbeletsel is in de zin van de artikelen 143 tot 164 van het Burgerlijk Wetboek;
  d) de samenwonende in een land waar het samenlevingsverband niet wettelijk geregeld is, maar met wie het personeelslid een door een Belgische notaris opgesteld samenlevingscontract heeft gesloten en met wie er geen huwelijksbeletsel is in de zin van de artikelen 143 tot 164 van het Burgerlijk Wetboek;
  3° " kind ten laste " :
  a) het kind jonger dan 18 jaar dat behoort tot één van de onderstaande categorieën :
  1) het kind van het personeelslid;
  2) het kind van de partner en dat deel uitmaakt van het gezin van het personeelslid;
  3) elk kind dat in het kader van de jeugdhulp en van de plaatsing in een onthaalgezin, aan de zorg van het personeelslid of van de partner door de bevoegde autoriteiten is toevertrouwd;
  b) het kind tussen 18 en 25 jaar dat een voltijdse studie volgt en dat behoort tot één van de onderstaande categorieën :
  1) het kind van het personeelslid;
  2) het kind van de partner en dat deel uitmaakt van het gezin van het personeelslid;
  3) elk kind dat in het kader van de jeugdhulp en van de plaatsing in een onthaalgezin, aan de zorg van het personeelslid of van de partner door de bevoegde autoriteiten is toevertrouwd.

HOOFDSTUK 2. - Periodiciteit van de verlofreizen ten laste van de Staat
Art.2. De periodiciteit van de verlofreizen ten laste van de Staat wordt bepaald door de rang van hardship die aan elke diplomatieke zending en consulaire post in het buitenland toegekend is.

Art.3. De rang van hardship wordt vastgesteld conform artikel 52 van het koninklijk besluit van 21 juli 2016 tot vaststelling van het statuut van de ambtenaren van de buitenlandse carrière en de consulaire carrière.

Art.4. Op basis van de rang van hardship wordt de periodiciteit van de verlofreizen ten laste van de Staat als volgt bepaald :
  1° een reis per période van drie maanden voor het personeelslid dat is aangesteld op een diplomatieke zending of een consulaire post in het buitenland gerangschikt met de rang van hardship 7 ;
  2° een reis per période van zes maanden voor het personeelslid dat is aangesteld op een diplomatieke zending of een consulaire post in het buitenland gerangschikt met de rang van hardship 6 ;
  3° een reis per période van twaalf maanden voor het personeelslid dat is aangesteld op een diplomatieke zending of een consulaire post in het buitenland gerangschikt met de rang van hardship 1, 2, 3, 4 of 5.

Art.5. Voor een bepaald jaar en voor een bepaalde diplomatieke of consulaire post kan een hogere periodiciteit dan die van artikel 4, 3° worden toegestaan;
  1° in geval van een bijzondere veiligheidssituatie ;
  2° in geval van extreme verontreiniging.

HOOFDSTUK 3. - Procedure en modaliteiten
Art.6. § 1. De periodiciteit van de verlofreizen ten laste van de Staat wordt berekend vanaf de daadwerkelijke aanstellingsdatum van het personeelslid op de diplomatieke zending of de consulaire post in het buitenland.
  § 2. Elke verlof wordt expliciet en voorafgaandelijk ter goedkeuring voorgelegd aan de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
  § 3. Indien het personeelslid de verlofreis ten laste van de Staat niet heeft aangevraagd in de periode bepaald in artikel 4, is deze verlofreis definitief verloren.
  § 4. In afwijking van paragraaf 3 mag een overschrijding toegestaan worden op basis van een gemotiveerd aanvraag.
  § 5. Het personeelslid dat de diplomatieke zending of consulaire post in het buitenland definitief verlaten heeft om aangesteld te worden op het hoofdbestuur of op een andere diplomatieke zending of consulaire post in het buitenland, kan geen aanspraak maken op de verlofreizen ten laste van de Staat die hij niet aangevraagd heeft.
  § 6. De financiële tussenkomst van de Staat dekt zowel de reiskosten van het personeelslid als deze van de partner en van de kinderen ten laste die het personeelslid op de diplomatieke zending of de consulaire post in het buitenland vergezellen.

HOOFDSTUK 4. - Opheffings- en slotbepalingen
Art.7. Het ministerieel besluit van 1 augustus 2019 tot vaststelling van de periodiciteit van de verlofreizen ten laste van de Staat voor bepaalde personeelsleden van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking wordt opgeheven.

Art. 8. Dit besluit treedt in werking op 1 augustus 2023.