20 JANUARI 2023. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid
Art. 1-20
BIJLAGEN.
Art. N1-N3
Artikel 1. In artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 april 2009 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° er wordt een punt 5° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"5° /1 Verordening (EU) 2019/1021 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende persistente organische verontreinigende stoffen;";
2° er wordt een punt 26° toegevoegd, dat luidt als volgt:
"26° Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1666 van de Commissie van 24 juni 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de voorwaarden voor de monitoring van het vervoer en de aankomst van zendingen van bepaalde goederen van de grenscontrolepost van aankomst tot de inrichting op de plaats van bestemming in de Unie.".
Art.2. In artikel 15/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juli 2015 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2018, wordt de zinsnede "ofwel via de bevraging van de Raad in het kader van het opstellen van het jaarlijkse handhavingsrapport, vermeld in artikel 16.2.5 van het decreet" vervangen door de zinsnede "ofwel via de jaarlijkse informatieverstrekking zoals bedoeld in artikel 16.2.3, § 2 van het decreet".
Art.3. In artikel 21 van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° er wordt een punt 11° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"11° /1 Verordening (EU) 2019/1021 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende persistente organische verontreinigende stoffen;";
2° er wordt een punt 30° toegevoegd, dat luidt als volgt:
"30° Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1666 van de Commissie van 24 juni 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de voorwaarden voor de monitoring van het vervoer en de aankomst van zendingen van bepaalde goederen van de grenscontrolepost van aankomst tot de inrichting op de plaats van bestemming in de Unie. Voor de toepassing van artikel 3.1 van de Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1666, voor zover het de gevallen betreft vermeld in artikel 4, § 1 van de Overeenkomst van 16 januari 2014 tussen de Federale Staat en de Gewesten inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten, is de afdeling vermeld in artikel 12, 1° van dit besluit de bevoegde autoriteit aan wie de in kennisstelling van de aankomst van de zending bij de inrichting dient te gebeuren.".
Art.4. In artikel 23 van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 29 januari 2021, wordt in de inleidende zin de zinsnede "artikel 26, § 1, derde lid, artikel 27, tweede lid" vervangen door de zinsnede "artikel 26, 3°, a) en b)".
Art.5. In artikel 25 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 april 2009 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 juli 2021, worden een punt 19° en een punt 20° toegevoegd, die luiden als volgt:
"19° het decreet van 28 maart 2014 betreffende de preventie, surveillance en bestrijding van ziekten bij in het wild levende dieren;
20° de beperkingen of verboden opgelegd door de gouverneur krachtens artikel 29, § 1 en artikel 31, § 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 mei 2021 tot uitvoering van diverse bepalingen uit de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, wat betreft het toezicht op de naleving van de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen, en dit voor wat betreft de onbevaarbare waterlopen of publieke grachten gelegen binnen een terrein waarvoor een natuurbeheerplan werd opgemaakt zoals vermeld in artikel 16bis van het Natuurdecreet, binnen de ruimtelijk kwetsbare gebieden vermeld in artikel 1.1.2, 10°, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 of binnen de speciale beschermingszones afgebakend op grond van artikel 36bis van het Natuurdecreet.".
Art.6. In artikel 28 van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 juli 2021, wordt in punt 1°, 2° en 4° de zinsnede "de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen" vervangen door de zinsnede "de wet onbevaarbare waterlopen".
Art.7. In artikel 29 van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 juli 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in punt 7° wordt tussen de zinsnede "artikel 1.3.2.2, § 1, 1° " en de zinsnede "en 3° " de zinsnede ", 2° " ingevoegd;
2° er worden een punt 8° en een punt 9° toegevoegd, die luiden als volgt:
"8° de beperkingen of verboden opgelegd door de gouverneur krachtens artikel 29, § 1 en artikel 31, § 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 mei 2021 tot uitvoering van diverse bepalingen uit de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, wat betreft het toezicht op de naleving van de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen;
9° verordening (EU) nr. 142/2011 van de Commissie van 25 februari 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot uitvoering van Richtlijn 97/78/EG van de Raad wat betreft bepaalde monsters en producten die vrijgesteld zijn van veterinaire controles aan de grens krachtens die richtlijn.".
Art.8. In artikel 33, § 1, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2012 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 juli 2021, wordt in punt 1°, 2° en 4° de zinsnede "de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen" vervangen door de zinsnede "de wet onbevaarbare waterlopen".
Art.9. In artikel 34, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2012 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 juli 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in punt 5° wordt het woord "toegevoegd" opgeheven;
2° er wordt een punt 11° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"11° /1 Verordening (EU) 2019/1021 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende persistente organische verontreinigende stoffen;".
Art.10. Aan artikel 58 van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2018, wordt een paragraaf 7 toegevoegd, die luidt als volgt:
" § 7. De toezichthouders, vermeld in artikel 12, 1°, en de lokale toezichthouders bezorgen aan de Vlaamse Milieumaatschappij, onder meer ten behoeve van het opleggen van heffingen zoals bedoeld in artikel 5.4.1.2, § 3 gecoördineerd decreet Integraal Waterbeleid en als achtergrondinformatie inzake aangelegenheden zoals bedreigde grondwaterlagen en stroomopwaartse waterverontreiniging in waterlopen van categorie 2 en 3, een kopie van het proces-verbaal dat is opgesteld wegens:
1° het lozen van afvalwater via een lozingsplaats zonder te beschikken over de vereiste milieu- of omgevingsvergunning of de vereiste meldingsakte;
2° het winnen van grondwater zonder in het bezit te zijn hetzij van de vereiste voorafgaande milieu- of omgevingsvergunning, hetzij van de vereiste voorafgaande meldingsakte.".
Art.11. Aan artikel 59 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012, 25 april 2014, 10 februari 2017 en 26 april 2019, wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
"In de gevallen, vermeld in het eerste lid, kan de gouverneur of zijn plaatsvervanger bij de bevoegde toezichthouders een kopie van het proces-verbaal of van het verslag van vaststelling opvragen over de feiten in kwestie. Binnen een termijn van veertien dagen nadat ze het verzoek hebben ontvangen, bezorgen de toezichthouders een kopie van het proces-verbaal of van het verslag van vaststelling of melden ze dat er geen proces-verbaal of verslag van vaststelling is opgemaakt.".
Art.12. Aan artikel 60/1, § 2, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2018, worden de woorden "of door zijn gemachtigde" toegevoegd.
Art.13. In artikel 65 van hetzelfde besluit wordt punt 2° vervangen door wat volgt:
"2° ondertekend zijn door de beroepsindiener of zijn raadsman. Een schriftelijke machtiging wordt bijgevoegd, tenzij de raadsman ingeschreven is als advocaat of advocaat-stagiair;".
Art.14. In artikel 75/2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2012 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid worden de woorden "en dat het milieumisdrijf geen zware aantasting van het leefmilieu inhoudt" opgeheven;
2° in het tweede lid wordt punt 2° opgeheven.
Art.15. Aan artikel 76 van hetzelfde besluit wordt een paragraaf 4 toegevoegd, die luidt als volgt:
" § 4. Als de gemeente de gevolgen van het milieumisdrijf in kwestie heeft hersteld, kan ze met het oog op de terugvordering van de kosten verzoeken om een kopie van de boetebeslissing of van het betaalde voorstel tot betaling van een geldsom.".
Art.16. Bijlage XIII bij het hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 april 2009 en vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2018, wordt vervangen door bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd.
Art.17. Bijlage XXIX bij hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 25 april 2014 en vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juli 2015, wordt opgeheven.
Art.18. Bijlage XXX bij hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 25 april 2014, wordt vervangen door bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd.
Art.19. Bijlage XXXIII bij hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2018 en vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 3 mei 2019, wordt vervangen door bijlage 3, die bij dit besluit is gevoegd.
Art.20. De Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving en de natuur, is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGEN.
Art. N1.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 16-05-2023, p. 46167)
Art. N2.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 16-05-2023, p. 46170)
Art. N3.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 16-05-2023, p. 46174)