16 APRIL 2023. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 juli 2012 betreffende de benoemingsprocedure en het administratief statuut van de voorzitter en de leden van het directiecomité van de commissie voor de regulering van de elektriciteit en het gas en tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 tot vaststelling van de regels toepasselijk op de voorzitter en de leden van het directiecomité van de commissie voor de regulering van de elektriciteit en het gas inzake onverenigbaarheden en belangenconflicten
Art. 1-3
Artikel 1. Artikel 4 van het koninklijk besluit van 13 juli 2012 betreffende de benoemingsprocedure en het administratief statuut van de voorzitter en de leden van het directiecomité van de commissie voor de regulering van de elektriciteit en het gas en tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 tot vaststelling van de regels toepasselijk op de voorzitter en de leden van het directiecomité van de commissie voor de regulering van de elektriciteit en het gas inzake onverenigbaarheden en belangenconflicten, wordt aangevuld met een lid, luidende:
"De kost van de selectieprocedure bedoeld in deze afdeling is te beschouwen als een werkingskost van de commissie bedoeld in artikel 25, § 3, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en komt ten laste van de begroting van de commissie bedoeld in artikel 25, § 5, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt."
Art.2. Artikel 8 van het koninklijk besluit van 13 juli 2012 betreffende de benoemingsprocedure en het administratief statuut van de voorzitter en de leden van het directiecomité van de commissie voor de regulering van de elektriciteit en het gas en tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 tot vaststelling van de regels toepasselijk op de voorzitter en de leden van het directiecomité van de commissie voor de regulering van de elektriciteit en het gas inzake onverenigbaarheden en belangenconflicten, wordt aangevuld met een tweede lid, luidende:
"Maximaal twee van de leden van het directiecomité van de commissie, de voorzitter inbegrepen, zijn van hetzelfde geslacht. Deze verplichting geldt enkel wanneer, na afloop van het bijkomend gesprek bedoeld in artikel 8 de kandidaten na onderlinge vergelijking in dezelfde mate geschikt worden bevonden voor dezelfde functie."
Art. 3. De minister bevoegd voor Energie is belast met de uitvoering van dit besluit.