Details





Titel:

13 JULI 2012. - Koninklijk besluit betreffende de benoemingsprocedure en het administratief statuut van de voorzitter en de leden van het directiecomité van de commissie voor de regulering van de elektriciteit en het gas en tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 tot vaststelling van de regels toepasselijk op de voorzitter en de leden van het directiecomité van de commissie voor de regulering van de elektriciteit en het gas inzake onverenigbaarheden en belangenconflicten(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 26-07-2012 en tekstbijwerking tot 20-04-2023)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Toepassingsgebied
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Oproep tot kandidaatstelling en selectie van de voorzitter en de leden van het directiecomité van de Commissie
Afdeling 1. - Oproep tot kandidaatstelling
Art. 2-3
Afdeling 2. - De selectie
Art. 4-7
HOOFDSTUK 3. - De benoeming van de voorzitter en van de leden van het directiecomité van de commissie
Art. 8-9
HOOFDSTUK 4. - De uitoefening van het mandaat van voorzitter en van de leden
Art. 10
HOOFDSTUK 5. - Het einde van het mandaat
Art. 11-14



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1999011187 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Toepassingsgebied
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de voorzitter en op de leden van het directiecomité van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas, hierna : " de Commissie ", bedoeld in artikel 24, § 2, tweede lid, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, hierna : " de elektriciteitswet ".

HOOFDSTUK 2. - Oproep tot kandidaatstelling en selectie van de voorzitter en de leden van het directiecomité van de Commissie
Afdeling 1. - Oproep tot kandidaatstelling
Art.2. Met naleving van de onafhankelijkheidsvereisten van de Commissie en het koninklijk besluit van 3 mei 1999 tot vaststelling van de regels toepasselijk op de voorzitter en de leden van het directiecomité van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas inzake onverenigbaarheden en belangenconflicten worden de functieomschrijving en het competentieprofiel van de voorzitter en van de leden van het directiecomité als volgt vastgesteld :
  1° voor de functie van voorzitter van het directiecomité : de functieomschrijving en het competentieprofiel moeten de competenties beschrijven, waaronder onder meer wat betreft het beheer van de Commissie overeenkomstig artikel 24, § 2, tweede lid, derde zin, van de elektriciteitswet;
  2° voor de functie van directeur : de functieomschrijving en het competentieprofiel moeten de competenties beschrijven met betrekking tot de directies die zij moeten leiden overeenkomstig artikel 24, § 2, tweede lid, derde zin, van de elektriciteitswet, gewijzigd bij de wet van 20 juli 2006.

Art.3. Een oproep tot kandidaatstelling wordt uitgeschreven door de minister bevoegd voor energie, hierna de " minister " genoemd, voor de functie van voorzitter van het directiecomité en voor deze van lid van het directiecomité, telkenmale een post vacant is. De oproep tot kandidaatstelling wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.

Afdeling 2. - De selectie
Art.4.De kandidaturen worden ingediend bij SELOR, Selectiebureau van de Federale Overheid, die de toelaatbaarheid ervan onderzoekt.
  Alledoor SELOR toelaatbaar verklaarde kandidaturen worden overgemaakt aan de selectiecommissie van SELOR.
  [1 De kost van de selectieprocedure bedoeld in deze afdeling is te beschouwen als een werkingskost van de commissie bedoeld in artikel 25, § 3, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en komt ten laste van de begroting van de commissie bedoeld in artikel 25, § 5, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt.]1
  ----------
  (1)<KB 2023-04-16/01, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 30-04-2023>

Art.5. § 1. De kandidaten wier kandidatuur toelaatbaar werd verklaard, leggen voor de selectiecommissie een mondelinge proef af, uitgaande van een praktijkgeval dat verband houdt met de vacante functie. Deze proef heeft tot doel zowel de competenties die eigen zijn aan de uit te oefenen functie als de vaardigheden die vereist zijn voor de uitoefening van de betreffende functie te evalueren.
  § 2. De mondelinge proef wordt voorafgegaan door geïnformatiseerde testen, die door SELOR worden georganiseerd en die ertoe strekken de organisatorische en de managementvaardigheden van de kandidaten alsook hun persoonlijkheid te testen.
  Wat de voorzitter van het directiecomité betreft, hij is het eerste aanspreekpunt voor de andere leden van het directiecomité en moet beschikken, middels zijn voorgaande ervaring, over managementcapaciteiten en de bekwaamheid om een directieteam te leiden.
  § 3. De inhoud van deze testen is dezelfde in het Frans en het Nederlands. De verkregen resultaten van de testen worden meegedeeld aan de selectiecommissie die als enige de resultaten ervan beoordeelt en evalueert.

Art.6. § 1. De selectiecommissie wordt samengesteld uit zeven leden :
  1° de afgevaardigd bestuurder van SELOR of zijn afgevaardigde, voorzitter;
  2° één externe expert inzake management van de Franse taalrol en één externe expert inzake management van de Nederlandse taalrol;
  3° één externe expert inzake human ressources management van de Franse taalrol en één externe expert inzake human ressources management van de Nederlandse taalrol;
  4° één onafhankelijke externe expert van de Franse taalrol en één onafhankelijke externe expert van de Nederlandse taalrol met ervaring of een bijzondere kennis van de energiemarkten en die geen enkele functie of activiteit, al dan niet bezoldigd, uitoefent bij de diensten van de netbeheerder, van een van de eigenaars van het net, van een producent, een distributeur of een tussenpersoon, zoals gedefinieerd in artikel 2 van de elektriciteitswet, of een elektriciteits- of gasonderneming gereguleerd door de Commissie.
  § 2. De taalaanhorigheid wordt bepaald door de taal van het getuigschrift of het diploma dat bewijst dat men geslaagd is voor de studies die in aanmerking worden genomen voor de beoordeling van de competentie die nodig is voor de expertiseopdracht.
  De profielen van de effectieve leden van de selectiecommissie worden bepaald door SELOR.
  De voorzitter van de selectiecommissie of zijn afgevaardigde dienen hetzij de kennis van de tweede taal bewezen te hebben conform artikel 43, § 3, derde lid, van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, hetzij te worden bijgestaan door een ambtenaar die deze kennis heeft bewezen.
  § 3. De selectiecommissie kan slechts op geldige wijze overgaan tot het horen van de kandidaten en tot de deliberatie voor zover de meerderheid van de leden aanwezig is, minstens twee van de leden tot de taalrol van de kandidaat behoren en elke categorie van leden bedoeld in § 1 vertegenwoordigd is.
  § 4. Alleen de leden van de selectiecommissie die hebben deelgenomen aan het horen van al de kandidaten, kunnen deelnemen aan de deliberatie met het oog op de indeling van de kandidaten in de groepen " geschikten " of " niet-geschikten " en op hun rangschikking in deze groepen. Geen enkel lid kan zich onthouden.

Art.7. Na afloop van de testen, de proeven en de vergelijking van de titels en merites van de kandidaten door SELOR, worden de kandidaten ingeschreven in de groep " geschikt " of in de groep " niet geschikt ". Die inschrijving wordt gemotiveerd.
  De kandidaten worden in kennis gesteld van hun inschrijving in een van de groepen.
  Die inschrijving wordt door SELOR aan de minister toegestuurd in de vorm van een lijst met de kandidaten die geschikt zijn bevonden voor de vacante betrekking.

HOOFDSTUK 3. - De benoeming van de voorzitter en van de leden van het directiecomité van de commissie
Art.8.Door de minister wordt een bijkomend gesprek georganiseerd met de kandidaten van de groep " geschikten " ten einde hen onderling te vergelijken met betrekking tot hun specifieke competenties, hun relationele vaardigheden en hun leidinggevende capaciteiten vergeleken met de functiebeschrijving en het competentieprofiel betreffende de vacante functie.
  [1 Maximaal twee van de leden van het directiecomité van de commissie, de voorzitter inbegrepen, zijn van hetzelfde geslacht. Deze verplichting geldt enkel wanneer, na afloop van het bijkomend gesprek bedoeld in artikel 8 de kandidaten na onderlinge vergelijking in dezelfde mate geschikt worden bevonden voor dezelfde functie.]1
  ----------
  (1)<KB 2023-04-16/01, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 30-04-2023>

Art.9. De minister maakt een voorstel voor benoeming over aan de Ministerraad. Na de mededeling van het voorstel aan de Ministerraad, worden de gekozen kandidaten voor een periode van zes jaar, overeenkomstig artikel 24, § 2 van de elektriciteitswet door de Koning bij een besluit, vastgesteld na overleg in de Ministerraad, op voordracht van de minister, benoemd in de functie van voorzitter of lid van het directiecomité.

HOOFDSTUK 4. - De uitoefening van het mandaat van voorzitter en van de leden
Art.10. Met respect voor de onafhankelijkheid van de Commissie oefent de titularis van een functie van voorzitter of lid van het directiecomité zijn taak voltijds uit.
  Tijdens zijn mandaat kan hij geen verlof krijgen voor loopbaanonderbreking behalve wanneer die betrekking heeft op zwangerschapsverlof, ouderschapsverlof, palliatieve zorgen en zorgen in geval van ernstige ziekte.

HOOFDSTUK 5. - Het einde van het mandaat
Art.11. § 1. Het mandaat van een titularis verstrijkt op de eerste dag van de maand waarin hij de volle leeftijd van 65 jaar heeft bereikt. De minister kan een titularis toestaan om zijn mandaat te vervolmaken op diens verzoek. De titularis dient dat verzoek uiterlijk negen maanden voor het bereiken van de volle leeftijd van 65 jaar in te dienen. Indien hij zulk verzoek niet indient, wordt de opzeg, bedoeld in artikel 12, geacht gegeven te zijn.
  § 2. Artikel 5 van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 tot vaststelling van de regels toepasselijk op de voorzitter en de leden van het directiecomité van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas inzake onverenigbaarheden en belangenconflicten wordt opgeheven.

Art.12. Indien de voorzitter of een lid van het directiecomité vraagt dat zijn mandaat zou beëindigd worden, is daarvoor een opzegtermijn van 9 maanden vereist.

Art.13. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 14. De minister bevoegd voor Energie is belast met de uitvoering van dit besluit.