19 APRIL 2023. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen en het koninklijk besluit van 10 oktober 1974 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de bromfietsen, de motorfietsen en hun aanhangwagens moeten voldoen
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen
Art. 1-2
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 10 oktober 1974 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de bromfietsen, de motorfietsen en hun aanhangwagens moeten voldoen
Art. 3-4
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art. 5
BIJLAGE.
Art. N
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen
Artikel 1. In het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen wordt een artikel 77bis ingevoegd, luidende:
" Art. 77bis. Ombouw van een voertuig met een verbrandingsmotor naar een voertuig met een elektrische motor
Dit artikel is van toepassing op de ombouw van een voertuig, van categorie M en N, met verbrandingsmotor naar een voertuig met een elektrische motor of een voertuig met aandrijving met een waterstof-brandstofcel. Het omgebouwde voertuig heeft aldus geen verbrandingsmotor meer.
Het nettovermogen van de motor van het voertuig, dat het voorwerp uitmaakt van de in het eerste lid bedoelde ombouw, moet binnen het gesloten bereik van 65%-100% van het nettomaximumvermogen van de oorspronkelijke motor liggen.
In afwijking van het tweede lid mag, indien de ombouw, bedoeld in het eerste lid, een voertuig betreft met een oorspronkelijke motor met een nettomaximumvermogen minder dan of gelijk aan 60 kW, het nettomaximumvermogen van dit voertuig worden verhoogd met maximaal 20%.
De brandstoftanks van het voertuig, dat het voorwerp uitmaakt van de in het eerste lid bedoelde ombouw, moeten worden verwijderd of onbruikbaar worden gemaakt.
De afmetingen van het basisvoertuig, dat het voorwerp uitmaakt van de in het eerste lid bedoelde ombouw, mogen door de ombouw niet worden gewijzigd.
Het voertuig, dat het voorwerp uitmaakt van een in het eerste lid bedoelde ombouw, moet voldoen aan de bepalingen vermeld in dit artikel, alsmede aan de technische eisen vermeld in deel VII van bijlage 26 van dit besluit."
Art.2. Aan bijlage 26 van het voornoemde koninklijk besluit van 15 maart 1968 wordt een deel VII ingevoegd die als bijlage 1 is gevoegd bij dit besluit.
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 10 oktober 1974 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de bromfietsen, de motorfietsen en hun aanhangwagens moeten voldoen
Art.3. In het koninklijk besluit van 10 oktober 1974 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de bromfietsen, de motorfietsen en hun aanhangwagens moeten voldoen wordt een artikel 8bis ingevoegd, luidende:
" Art. 8bis. Ombouw van een voertuig met een verbrandingsmotor naar een voertuig met een elektrisch motor
Dit artikel is van toepassing op de ombouw van een voertuig, van categorie L1e tot L7e waarvan de definities zijn opgenomen in bijlage 8 van dit besluit, met verbrandingsmotor naar een voertuig met elektrische motor of een voertuig met aandrijving met een waterstof-brandstofcel. Het omgebouwde voertuig heeft aldus geen verbrandingsmotor meer.
Het nettovermogen van de motor van het voertuig, dat het voorwerp uitmaakt van de in het eerste lid bedoelde ombouw, moet binnen het gesloten bereik van 40%-100% van het nettomaximumvermogen van de oorspronkelijke motor liggen.
De brandstoftanks van het voertuig, dat het voorwerp uitmaakt van de in het eerste lid bedoelde ombouw, moeten worden verwijderd of onbruikbaar worden gemaakt.
De afmetingen van het basisvoertuig, dat het voorwerp uitmaakt van de in het eerste lid bedoelde ombouw, mogen door de ombouw niet worden gewijzigd.
Het voertuig, dat het voorwerp uitmaakt van een in het eerste lid bedoelde ombouw, moet voldoen aan de bepalingen van dit artikel, alsmede aan de technische eisen vermeld in deel III van bijlage 9 van dit besluit."
Art.4. Aan bijlage 9 van het voornoemde koninklijk besluit van 10 oktober 1974 wordt een deel III ingevoegd die als bijlage 2 is gevoegd bij dit besluit.
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art.5. De minister bevoegd voor het wegverkeer is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE.
Art. N.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 22-05-2023, p. 48129)