27 JANUARI 2023. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming en het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, wat betreft de verlenging van de compenserende maatregelen voor de revalidatievoorzieningen
Art. 1-3
Artikel 1. In het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2022, wordt een artikel 534/92/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 534/92/1. Voor de maanden oktober 2022 tot en met december 2022 wordt een compenserend budget betaald op voorwaarde dat de revalidatievoorziening minstens 50% van het theoretische aantal eenheidsprestaties heeft gepresteerd en gefactureerd aan de zorgkassen.
Het compenserende budget, vermeld in het eerste lid, is het verschil tussen het bedrag dat overeenstemt met de reguliere prestaties in de maanden oktober 2019 tot en met december 2019, en het bedrag dat, op basis van de bepalingen van dit besluit, aan de zorgkassen is gefactureerd voor de gerealiseerde revalidatieprestaties in de maanden oktober 2022 tot en met december 2022.
Het bedrag dat overeenstemt met de reguliere prestaties, vermeld in het tweede lid, wordt door het agentschap berekend en is het product van het aantal eenheidsprestaties in de periode in kwestie met de vigerende eenheidsprijs, vermeld in artikel 534/90, 1°.
Het compenserende budget voor de maanden, vermeld in het eerste lid, wordt voor 80% betaald in maart 2023. Het saldo wordt in januari 2024 betaald op basis van de reële uitgaven door de zorgkassen, zoals die bekend zijn bij het agentschap.
Als bij de eindafrekening blijkt dat het compenserende budget voor de maanden oktober 2022 tot en met december 2022 dat al is uitbetaald, te hoog was, vordert het agentschap het te veel betaalde deel van het compenserende budget terug dat al is uitbetaald.".
Art.2. Aan artikel 193/1, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 april 2020 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juni 2022, worden een achtste tot en met een elfde lid toegevoegd, die luiden als volgt:
"Voor de maanden april 2022 tot en met december 2022 wordt een compenserend budget betaald op voorwaarde dat de revalidatievoorziening minstens 60% van het theoretische aantal eenheidsprestaties heeft gepresteerd en gefactureerd aan de verzekeringsinstellingen. Voor de voorzieningen waarvan het erkenningsnummer begint met 7.72, wordt in het compenserende budget voorzien zodra 50% van het theoretische aantal eenheidsprestaties is gepresteerd en gefactureerd aan de verzekeringsinstellingen.
Het compenserende budget, vermeld in het achtste lid, is het verschil tussen het bedrag dat overeenstemt met de reguliere prestaties in de maanden april 2019 tot en met december 2019, dat wordt berekend conform het derde lid, en het bedrag dat, op basis van de bepalingen van dit besluit, aan de verzekeringsinstellingen is gefactureerd voor de gerealiseerde revalidatieprestaties in de maanden april 2022 tot en met december 2022.
Het compenserende budget voor de maanden, vermeld in het achtste lid, wordt voor 80% betaald in maart 2023. Het saldo wordt in januari 2024 betaald op basis van de gerapporteerde uitgaven door de verzekeringsinstellingen.
Als bij de eindafrekening blijkt dat het compenserende budget voor de maanden april 2022 tot en met december 2022 dat al is uitbetaald, te hoog was, vordert het agentschap het te veel betaalde deel van het compenserende budget terug dat al is uitbetaald.".
Art. 3. De Vlaamse minister, bevoegd voor de gezondheids- en woonzorg, is belast met de uitvoering van dit besluit.