Details





Titel:

6 OKTOBER 2022. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 8 december 2016 betreffende de voorwaarden voor de opening en de nadere regels voor de beoefening van de visvangst en van het besluit van de Waalse Regering van 30 maart 2017 tot bepaling van de voorwaarden die moeten worden nageleefd voor de organisatie van de hengelwedstrijden



Inhoudstafel:


Art. 1-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2016027335  2017202115 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 13 van het besluit van de Waalse Regering van 8 december 2016 betreffende de voorwaarden voor de opening en de nadere regels voor de beoefening van de visvangst, vervangen bij het besluit van de Waalse Regering 18 februari 2021, wordt vervangen door wat volgt :
  "Art. 13. Het volgende is verboden :
  1° in de Maas, de Samber en de Schelde : de onttrekking van elke vis of rivierkreeft gevangen buiten de hoofdbedding van de waterloop;
  2° in de Maas : de onttrekking van elke vis of rivierkreeft gevangen stroomafwaarts van de stuwdam van Lixhe;
  3° in het meer van la Plate Taille :
  a) de onttrekking van forel;
  b) de onttrekking van elke vis of rivierkreeft vanuit een boot;
  4° in alle wateren die onder het decreet van 27 maart 2014 vallen;
  a) de onttrekking van vlagzalm;
  b) de onttrekking van coregonus;
  5° in het gebied met levendige wateren, tussen de derde zaterdag van maart en de eerste zaterdag van juni : de onttrekking van snoek.
  Onverminderd het eerste lid is het volgende verboden :
  1° voor de snoek : de onttrekking van elk individu van minder dan zestig centimeter;
  2° voor de snoekbaars en de barbeel : de onttrekking van elk individu van minder dan vijftig centimeter;
  3° voor de kopvoorn, de winde, de sneep, de zeelt en de serpeling : de onttrekking van elk individu van minder dan dertig centimeter;
  4° voor de forel, regenboogforel en de baars : de onttrekking van elk individu van minder dan vierentwintig centimeter;
  5° voor de forel : de onttrekking van elk individu van meer dan vijftig centimeter, tenzij hij is gevangen buiten het gebied met levendige wateren en de meren en vijvers van het gebied met rustige wateren;
  6° voor de karper, de onttrekking van elk individu van meer dan dertig centimeter.
  Onverminderd het eerste en het tweede lid, is het volgende, per visser en per dag, verboden :
  1° voor de gestippelde alver, de riviergrondel en de elrits : de onttrekking van leer dan twintig individus per soort;
  2° voor de vissoorten van groep 3 : de onttrekking van meer dan vijf individus voor die gezamenlijke soorten;
  3° voor de baars : de onttrekking van meer dan vijf individus;
  4° voor de snoek : de onttrekking van meer dan één individu;
  5° voor de snoekbaars : de onttrekking van meer dan twee individus;
  6° voor alle vissoorten, met uitzondering van die van groep 4 :
  a) de onttrekking van meer dan twintig dode vissen met een lengte kleiner dan of gelijke aan vijftien centimeter;
  b) de onttrekking van meer dan vijf dode vissen met een lengte groter dan vijftien centimeter.
  Het is verboden de volgende vissen levend te houden :
  1° vissen en rivierkreeften van groep 4 op de plaats van de visvangst;
  2° snoeken, snoekbaarzen en forellen in een leefnet te houden.".

Art.2. Artikel 13/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 18 februari 2021, wordt vervangen door wat volgt :
  "Art. 13/1. § 1. Elk vervoer van levende vissen en rivierkreeften gevangen in wateren die onder het decreet van 27 maart 2014 vallen, is verboden.
  In afwijking van het eerste lid, is het vervoer van de levende dieren bedoeld in artikel 10, § 1, derde lid, ongeacht hun oorsprong, toegestaan als cumulatief :
  1° het aantal vervoerde vissen mag niet meer bedragen dan twintig individus met een lengte kleiner dan of gelijk aan vijftien centimeter;
  2° het aantal vervoerde vissen mag niet meer bedragen dan vijf individus langer dan vijftien centimeter.
  § 2. Elk vervoer van dode vissen en rivierkreeften die niet behoren tot groep 4, die gevangen zijn in wateren die onder het decreet van 27 maart 2014 vallen overeenkomstig de bepalingen van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan, is verboden indien :
  1° het aantal vervoerde vissen meer dan twintig individus met een lengte kleiner dan of gelijk aan vijftien centimeter bedraagt;
  2° het aantal vervoerde vissen meer dan vijf individus langer dan vijftien centimeter bedraagt.
  In geval van betwisting van de oorsprong van vissen en rivierkreeften worden vervoerd, is het aan de houder om het bewijs te leveren dat ze afkomstig zijn uit wateren die niet onder het decreet van 27 maart 2014 vallen.
  § 3. Alle vissen en rivierkreeften die dood of levend worden vervoerd door een aquacultuurexploitant, een verwerker of een vervoerder van aquatische producten, geregistreerd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, wanneer een vervoersverbod van toepassing is, worden geacht niet afkomstig te zijn uit wateren die vallen onder het decreet van 27 maart 2014. ".

Art.3. In hetzelfde besluit wordt een artikel 13/2 ingevoegd, luidend als volgt :
  "Art. 13/2. Voor de toepassing van de artikelen 13 en 13/1 wordt de lengte van de vis gemeten in rechte lijn van het uiteinde van de mond tot aan het uiteinde van de staartvin.
  Het is verboden de vis die gevangen is in wateren waarop het decreet van 27 maart 2014 van toepassing is, te ontdoen van de kop of de staart op de plaats waar hij is gevangen en tijdens het vervoer, en de vis te consumeren op de plaats waar hij is gevangen. ".

Art.4. Artikel 14 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Waalse Regering van 18 februari 2021, wordt vervangen door wat volgt:
  "Art. 14. Alle vissen en rivierkreeften die door een visser worden gehouden terwijl een verbod op het in bezit hebben, onttrekken of vervoeren van kracht is, of die in overtal worden gevangen of vervoerd, worden :
  1° onmiddellijk en vrij te water gelaten indien zij in leven zijn;
  2° in de andere gevallen door de met de controle belaste ambtenaar vernietigd.
  In afwijking van het eerste lid, wordt elke vis, die gevangen wordt tijdens een hengelwedstrijd die de voorwaarden voor de organisatie bepaald door de Regering naleeft, terwijl er een onttrekkingsverbod geldt of die in overtal gevangen wordt, vrij weer te water gelaten aan het einde van de wedstrijd, behalve als het gaat om een vlagzalm, een coregonus, een snoek of een snoekbaars, die dan onmiddellijk en vrij weer te water gelaten wordt nadat hij gevangen werd.
  In afwijking van artikel 13, vierde lid, 1°, kan elke grondel die gevangen wordt tijdens een hengelwedstrijd die de voorwaarden van de organisatie bepaald door de Regering naleeft, tijdens de wedstrijd tijdelijk in leven worden gehouden en na afloop van de wedstrijd vrij weer te water gelaten wordt.
  In afwijking van de artikelen 13, vierde lid, en 13/1, § 1, kan elke Europese meerval die vanuit een boot wordt gevangen tijdens een hengelwedstrijd die de voorwaarden van de organisatie bepaald door de Regering naleeft, tijdelijk in leven worden gehouden en naar de oever worden gebracht om te worden gemeten en gewogen, alvorens uiterlijk aan het einde van de wedstrijd weer vrij in het water te worden gelaten. ".

Art.5. In artikel 2 van het besluit van de Waalse Regering van 30 maart 2017 tot bepaling van de voorwaarden die moeten worden nageleefd voor de organisatie van de hengelwedstrijden en tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 8 december 2016 betreffende de voorwaarden voor de opening en de nadere regels voor de beoefening van de visvangst, wordt het tweede lid vervangen door wat volgt :
  " De organisator van de hengelwedstrijd dient zijn vergunningsaanvraag in bij de Dienst bedoeld in het eerste lid minstens dertig dagen vóór de datum van de wedstrijd of de eerste oefenstonden, d.m.v. een formulier waarvan het model door de Dienst bedoeld in het eerste lid wordt bepaald en waarin de volgende gegevens vermeld zijn :
  1° de contactgegevens van de organisator;
  2° de wedstrijdtype;
  3° de aard van de verzoekte afwijking;
  4° plaats, datum, begin- en eindtijd van de wedstrijd en eventuele oefenstonden;
  5° het advies van de erkende hengelfederatie van het onderstroomgebied waar de wedstrijd plaatsvindt. ".

Art.6. In hetzelfde besluit wordt de bijlage opgeheven.

Art. 7. De Minister bevoegd voor Visserij is belast met de uitvoering van dit besluit.