8 DECEMBER 2016. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de voorwaarden voor de opening en de nadere regels voor de beoefening van de visvangst(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 29-12-2016 en tekstbijwerking tot 25-07-2024)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Voorwaarden voor de opening van de visvangst
Afdeling 1. - Soorten vissen of rivierkreeften waar het, het hele jaar door, verboden is op te vissen
Art. 3
Afdeling 2. - Soorten vissen en rivierkreeften waar het toegelaten is op te vissen
Onderafdeling 1. - Dagvisserij
Art. 4
Onderafdeling 2. - Nachtvisserij
Art. 5
Afdeling 3. - Plaatsen waar het vissen verboden is
Art. 6-7, 7/1
Afdeling 4. - Modaliteiten voor de beoefening van het vissen
Onderafdeling 1. - Dagvisserij
Art. 8-9, 9/1, 10-11
Onderafdeling 2. - Nachtvisserij
Art. 12
HOOFDSTUK III. [1 oorwaarden voor het in bezit hebben, het onttrekken, het vervoer en de verkoop van vissen en kreeften waarop mag worden gevist ]1
Art. 13, 13/1, 13/2, 14, 14/1
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 15-17
BIJLAGEN.
Art. N1-N5
2017202115 2017203384 2017204971 2018200806 2020031179 2020201498 2021021818 2021032734 2021040701 2022020624 2022032911 2022042064 2022204182 2022204815 2022205659 2022205660 2022206606 2023206066 2024200432
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° de administratie : Dienst Jacht, onder de Directie Jacht en Visvangst van het Departement Natuur en Bossen van het Operationeel Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu;
2° aas : stukje voer voor de vis of de kreeft, dat in het water wordt geworpen om de vis of de kreeft naar een visplaats te lokken;
3° lokaas of lokvoer : stukje voer dat de vis of de kreeft in de mond zou kunnen nemen en dat ofwel gehecht wordt op de vislijn, uitgezonderd de lokaassystemen, ofwel in de kreeftroede geplaatst wordt;
[1 3° /1 leefnet: een halfopen, gedeeltelijk ondergedompeld net waarin men vissen die met de hengel zijn gevangen levend in bezit kan houden totdat zij op de vangstplaats worden vrijgelaten of totdat zij worden vervoerd;]1
4° decreet van 27 maart 2014 : het decreet van 27 maart 2014 betreffende de riviervisserij, het visbeleid en de visserijstructuren;
5° greppel : natuurlijke of kunstmatige rivierarm waar het water in kan lopen bij hoog water en waar het water gedeeltelijk weer uit loopt bij laag water in de rivier;
6° dagvisserij : visvangst die beoefend wordt tussen één uur voor het officiële uur van de zonsopgang tot één uur na het officiële uur van de zonsondergang;
7° nachtvisserij : visvangst die beoefend wordt tussen één uur na het officiële uur van de zonsondergang tot één uur voor het officiële uur van de zonsopgang;
[1 7° het slepend vissen: het vissen vanuit een boot waarbij gebruik wordt gemaakt van de drijfkracht van de boot om het aas over een lange afstand te laten bengelen;]1
8° het aanstampen : het feit dat men bij het vissen de rivierbodem met de voeten opwoelt om vis te lokken.
[19° het vervoer van vissen en rivierkreeften: vissen en rivierkreeften in een voer- of vaartuig houden, of de visplaats met de vangst verlaten. ]1
----------
(1)<BWG 2021-02-18/05, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 20-03-2021>
Art.2.Elke vis of elke kreeft waar het verboden is op te vissen wegens de bepalingen van dit besluit wordt onmiddellijk weer vrij in het water gezet op de plaats zelf waar hij gevangen is.
[1 De possen en de baarzen die evenwel gevangen worden tijdens de sluitingsperiode van het vissen voor deze twee soorten, tijdens een hengelwedstrijd die de voorwaarden voor de organisatie bepaald door de Regering naleeft, en die plaatsvindt in de waterwegen, worden vrijgelaten aan het einde van de wedstrijd.]1
----------
(1)<BWG 2017-03-30/09, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 07-05-2017>
HOOFDSTUK II. - Voorwaarden voor de opening van de visvangst
Afdeling 1. - Soorten vissen of rivierkreeften waar het, het hele jaar door, verboden is op te vissen
Art.3. Het hele jaar door is het bij dag of bij nacht verboden te vissen op vis- en kreeftsoorten waarvan de lijst opgenomen is in bijlage 1.
Afdeling 2. - Soorten vissen en rivierkreeften waar het toegelaten is op te vissen
Onderafdeling 1. - Dagvisserij
Art.4.Dagvisserij is verboden voor soorten vissen en kreeften opgelijst in bijlage 2 en verdeeld over vier groepen buiten de openingsperiodes om, die vastgesteld zijn in functie van de groep waartoe de soort behoort en van de watergebieden omschreven in bijlage 3.
De visvangst is open :
1° voor de soorten van groep 1 :
a) van 1 januari tot de vrijdag voorafgaand aan de [2 eerste zaterdag van maart]2 in de gebieden met rustige wateren en gemengde wateren;
b) van de [2 eerste zaterdag van maart]2 tot de vrijdag voorafgaand aan de eerste zaterdag van juni in het gebied met rustige wateren;
c) van de eerste zaterdag van juni tot 30 september in alle gebieden;
d) [1 ...]1
2° voor de soorten van groep 2 :
a) van 1 [1 februari]1 tot de vrijdag voorafgaand aan de [2 eerste zaterdag van maart]2 enkel voor de elrits en de riviergrondel in de gebieden met rustige wateren en de gemengde wateren;
b) van de [2 eerste zaterdag van maart]2 tot de vrijdag voorafgaand aan de eerste zaterdag van juni enkel voor de elrits en de riviergrondel in alle gebieden, evenals voor de snoek in het gebied van levendige wateren;
c) van de eerste zaterdag van juni tot 30 september in alle gebieden;
d) van 1 oktober tot 31 [1 januari]1 in de gebieden met rustige wateren en gemengde wateren;
3° voor de soorten van groep 3 :
a) van de derde zaterdag tot 30 september in alle gebieden;
d) van 1 oktober tot 31 [1 januari]1 in de meren en vijvers van het gebied met rustige wateren;
4° voor de soorten van groep 4 :
a) van 1 [1 oktober]1 tot de vrijdag voorafgaand aan de [2 eerste zaterdag van maart]2 in de gebieden van rustige wateren en van gemengde wateren;
b) van de [2 eerste zaterdag van maart]2 tot de vrijdag voorafgaand aan de eerste zaterdag van juni in het gebied met rustige wateren en voor de kreeften eveneens in de gebieden van levendige wateren en gemengde wateren;
c) van de eerste zaterdag van juni tot 30 september in alle gebieden;
d) [1 ...]1
----------
(1)<BWG 2021-02-18/05, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 20-03-2021>
(2)<BWG 2023-12-20/11, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 01-03-2024>
Onderafdeling 2. - Nachtvisserij
Art.5.§ 1. Het hele jaar door is nachtvisserij verboden voor vis- en kreeftsoorten opgelijst in bijlage § 2.
§ 2. In afwijking van paragraaf 1 is het bij nacht vissen op karper het hele jaar door toegelaten, enkel vanaf de waterkant en in de hoofdstroom van de waterlopen van het gebied van kalme wateren, evenals in de watervlakken van dat gebied, volgende meren en vijvers uitgezonderd : meer van Nisramont, [1 ...]1 [1 vijver van Nismes, vijver van de Bocq in Scy, vijvers van Happe gevoed door de "ruisseau des Cresses" in Ciney", vijver van de Trapperie in Habay, vijver van de Pont d'Oyes in Habay, vijver van de Châtelet in Habay, vijver van de Fabrique in Habay en vijver van Poix in Poix-Saint-Hubert1.
Het bij nacht vissen op de karper vanaf de eilanden in de Maas is verboden.
----------
(1)<BWG 2021-02-18/05, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 20-03-2021>
Afdeling 3. - Plaatsen waar het vissen verboden is
Art.6.In afwijking van afdeling 2 is het vissen te allen tijde verboden :
1° in de sluizen;
2° in de vistrappen, de kunstmatige rivieren voor het nemen van hindernissen die het vrij rondzwemmen van de vissen belemmeren en vispassages, evenals op minder dan vijftig meter van die infrastructuren [1 en dit, over de gehele breedte van de waterloop]1;
3° op vijftig meter en minder stroomafwaarts [2 en [3 ...]3]2 van de stuwdammen en overlaten in het gebied van kalme wateren;
4° vanop bruggen en loopbruggen die over waterwegen zijn geslagen;
5° vanop het "île Monsin", uitgezonderd vanaf de kant aan de Esplanade Albert 1er;
6° in de watergreppels, uitgezonderd de greppels van de Samber en de Hemlot, waarin het vissen toegelaten blijft;
7° [3 in de paaiplaatsen die zijn aangewezen door de Minister bevoegd voor visserij;]3
8° [3 ...]3
9° [3 ...]3
10° in de vakken van waterlopen zoals volgt :
a) in de waterlopen van het gebied met levendige wateren omschreven in bijlage 3 daar waar ze door bossen onder bosregeling lopen, uitgezonderd de vakken van waterlopen opgenomen in bijlage 4;
b) in de Maas, stroomafwaarts van de stuwdam van Lixhe, op de rechteroever tot aan de gewestgrens met het Vlaams Gewest en op de linkeroever tot aan de kruising tussen de "rue de Halle" en de kaai van de dam;
c) in de Amel, op minder dan vijftig meter stroomafwaarts van de waterval van Coo;
d) in de Ourthe, tussen de stuwdam en de brug van Nisramont, evenals stroomafwaarts van de stuwdam van de "Grosses Battes" te Angleur tot aan de brug "Grosses Battes" te Angleur;
e) in de Semois, vanaf de Vanne des Bains tot aan de brug "pont de France" te Bouillon, [3 op vijftig meter en minder stroomafwaarts van de stuwdam van de Aiguilles te Bouillon,]3 evenals over de gehele breedte van de Semois vanaf twintig meter stroomopwaarts van de monding van de greppel "Ilions" tot aan de brug van de N832 te Cugnon;
[3 f) in de beek van Neufchâteau, stroomafwaarts van de Klepper molen en in het gedeelte stroomopwaarts van het meer van Neufchâteau, met inbegrip van de paaiplaats;]3
11° in de volgende watervlakken :
a) het meer van de Gileppe;
b) het meer van Eupen;
c) de Ry de Rome.
----------
(1)<BWG 2021-02-18/05, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 20-03-2021>
(2)<BWG 2021-02-18/05, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 20-03-2021>
(3)<BWG 2024-04-19/62, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2025>
Art.7.In afwijking van afdeling 2 kan de Minister na advies van de erkende hengelfederatie van het betrokken stroomgebied voor een periode van maximum drie jaar het vissen verbieden in een waterloop, in een vak van een waterloop of in een watervlak :
1° met het oog op proefnemingen of om pedagogische doeleinden;
2° in het belang van de visbestanden en de bestanden van rivierkreeft, met name :
a) in de nabijheid van elk spuigat, ventiel, inkomend water;
b) in de nabijheid van de stuwdammen en overlaten, andere dan die bedoeld in artikel 6, 3° ;
c) in de paaiplaatsen, andere die bedoeld in artikel 6, 7° ;
d) bij werkzaamheden in de bedding van de waterloop;
e) wanneer een waterloop, een vak van een waterloop of een watervlak uitzonderlijk laag of uitzonderlijk hoog staat;
f) bij streng vriesweer, bij een hittegolf of andere buitengewone omstandigheden die het overleven of de voortplanting van vissen en kreeften zou kunnen aantasten;
g) ten gevolge van visuitzettingen met een erfgoedkarakter;
h) bij uitzonderlijke visconcentraties;
k) bij het paaien van vissen;
3° om redenen van openbare veiligheid, openbare hygiëne en bescherming van de gezondheid, met name :
a) bij verontreiniging;
b) langs industriële laad- en loskades;
c) in havengebieden, havenarmen, havenvloeren en dokken, evenals in jachthavens;
4° met het oog op wetenschappelijk onderzoek;
5° de organisatie van sportieve hengelevenementen van gewestelijk belang.
[2 Betreffende het eerste lid, 3°, a), kan de Minister, indien de visbestanden en de bestanden van rivierkreeft door verontreiniging ongeschikt zijn geworden voor consumptie, het verbod beperken tot de onttrekking van vis.]2
Bij dringende gevallen kan de administratie het vissen verbieden tijdens een periode van vijftien dagen maximum in een vak van een waterloop of op een watervlak om redenen vermeld in lid 1, 2° en 3°. [1 , waarvan het gebruik aan de administratie is voorbehouden]1. De administratie licht de Minister en de erkende hengelfederatie van het betrokken onderstroomgebied onmiddellijk over haar beslissing in. De Minister kan te allen tijden bevelen dat het verbod, besloten door de administratie, opgeheven wordt.
----------
(1)<BWG 2021-02-18/05, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 20-03-2021>
(2)<BWG 2024-04-19/62, art. 2, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2025>
Art. 7/1.[1 In afwijking van afdeling 2, is het vissen verboden binnen de grenzen van een hengelwedstrijd die de voorwaarden voor de organisatie bepaald door de Regering naleeft, alsook op minder dan vijftig meter van deze grenzen, voor elke visser die niet deelneemt aan de wedstrijd. Dit verbod is uitsluitend van toepassing tijdens de duur van de wedstrijd, alsook tijdens de twee uur die voorafgaan aan het begin van de wedstrijd.]1
[2 Voor vliegviswedstrijden is lid 1 alleen van toepassing op wedstrijden met een internationale reikwijdte.]2
----------
(1)<Ingevoegd bij BWG 2017-03-30/09, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 07-05-2017>
(2)<BWG 2021-02-18/05, art. 7, 003; Inwerkingtreding : 20-03-2021>
Afdeling 4. - Modaliteiten voor de beoefening van het vissen
Onderafdeling 1. - Dagvisserij
Art.8.§ 1. Het gebruik van andere vistuigen dan onderstaand is verboden :
1° de handlijn;
2° de kreeftenroede.
Het schepnetje mag alleen worden gebezigd om de met de lijn gevangen vis of kreeft weg te nemen. Zijn maten zijn vrij.
[1 Elke recipiënt die bestemd is om vissen en rivierkreeften te bewaren op de plaats waar wordt gevist of om deze te vervoeren, is persoonlijk.
Het gebruik van het metalen leefnet is verboden.]1
Onverminderd het bij nacht vissen op karper mogen de vistuigen noch geplaatst, noch weggenomen, noch verplaatst, noch in het water gelaten worden buiten de uren waarin de dagvisserij toegelaten is.
§ 2. [2 ...]2 De maten van die tuigen zijn vrij. Een reel waaraan een kreeftenroede vastgehaakt is wordt niet als een handlijn beschouwd.
Het gebruik van de handlijn is enkel toegelaten als de visser zich er in de onmiddellijke nabijheid van bevindt en in staat is om ze de gehele tijd te bewaken.
Eénzelfde handlijn mag niet uitgerust worden met een aantal een- of meervoudige vishaken hoger dan drie.
[1 In het gebied met levendige en gemengde wateren is enkel het gebruik van vishaken zonder angels of met geplette of geknepen angels toegelaten.]1.
Het is verboden de vis te harpoeneren met een handlijn uitgerust met één of meerdere vishaken met als doel de vis bij één of ander lichaamsdeel vast te haken. Elke vis, gevangen met een handlijn, die niet met de mond is vastgehaakt moet onmiddellijk en vrij te water gelaten worden op de plaats zelf waar hij gevangen werd.
Bij vissen met levend aas kan de lijn enkel met een reel uitgerust worden.
§ 3. Een visser mag niet meer dan vijf kreeftenroeden tegelijk inzetten. De grootste afmeting voor een kreeftenroede mag niet meer bedragen dan zestig centimeter.
----------
(1)<BWG 2021-02-18/05, art. 8, 003; Inwerkingtreding : 20-03-2021>
(2)<BWG 2024-04-19/62, art. 3, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2025>
Art.9.Volgende vistechnieken zijn verboden :
1° onder het ijs vissen;
2° met de hand vissen of iedere andere techniek waarbij onder de wortels gezocht wordt of waarbij andere vluchtplaatsen voor vissen of kreeften doorzocht worden;
3° [1 [2 in de Maas, de Samber en de Schelde is het vissen met levend aas verboden buiten de hoofdbedding van de waterloop;]2]1
[2 4° in de Semois, van de eerste zaterdag in maart tot de vrijdag voor de eerste zaterdag in juni, het vissen door de bedding van de waterloop in te gaan.]2
Betreffende 2° mag de visser zelf, voor het vissen met een handlijn, de bodem aanstampen vanaf de eerste zaterdag van juni tot 30 september.
----------
(1)<BWG 2021-02-18/05, art. 9, 003; Inwerkingtreding : 20-03-2021>
(2)<BWG 2024-04-19/62, art. 4, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2025>
Art. 9/1. [1 Op het meer van La Plate Taille is het slepend vissen verboden en is het vissen vanuit een boot alleen toegestaan met een vissersboot onder de volgende voorwaarden:
1° vissersboten mogen alleen te water worden gelaten op een door de Administratie aangewezen plaats;
2° het aantal inzittenden per vissersboot is beperkt tot twee;
3° het aantal vissersboten is beperkt tot twintig per dag gedurende de periode van de derde zaterdag van maart tot en met 31 oktober;
4° het vissen vanuit een boot is verboden tussen 9.00 en 18.00 uur vanaf de derde zaterdag van maart tot 31 oktober. ]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BWG 2021-02-18/05, art. 10, 003; Inwerkingtreding : 20-03-2021>
Art.10.[1 § 1. Als (lok)aas mag niet worden gebruikt:
1° bloed, merg, hersens of dierenafval ;
2° viseieren, of vers of bewaard, alleen of gemengd in (lok)azen;
3° levende vissen.
[2 4° vogels, amfibieën of zoogdieren, levend of dood, heel.]2
Betreffende het eerste lid, 1°, wordt dierenafval toegelaten als lokaas in de kreeftenroede.
Betreffende het eerste lid, 3° wordt het vissen met levend aas toegelaten met de volgende soorten: alver, gestippelde alver, [2 ...]2 kroeskarper, kopvoorn, blankvoorn, riviergrondel, [2 ...]2 ruisvoorn, [2 ...]2 en elrits, behalve voor de gekleurde variëteiten van die soorten wanneer ze bestaan. Vissen die voor het vissen met levend aas worden gebruikt, worden niet vrij en levend te water gelaten wanneer zij niet zijn gevangen op de plaats waar het vissen met levend aas plaatsvindt.
§ 2. Wanneer er in een waterloop een vak ervan of een watervlak gesloten is voor het vissen op snoek, mag de visser geen gebruik maken van :
1° vissen als lokazen, ongeacht of die vissen levend of dood zijn, heel of in stukken, geactioneerd of niet, ongeacht de soort waartoe ze behoren;
2° kunstmatige lokazen
In afwijking van lid 1, 1°, is het in het gebied met gemengde wateren toegestaan om te vissen met elrits of riviergrondel als dode aasvis bevestigd op een daartoe bestemde lijnmontage met een lengte van maximaal zeven cm, met inbegrip van de haken.
In afwijking van lid 1, 2°, is het vissen in het gebied met gemengde wateren met kunstaas met een lengte van maximaal zeven cm, met inbegrip van de haken, toegestaan.
In afwijking van lid 1, 2°, is het vissen in het gebied met rustige wateren toegestaan met kunstaas met een lengte van maximaal zeven cm, met inbegrip van de haken, voorzien van een enkele haak en gebruikt met materiaal dat geschikt is voor vliegvissen ]1.
----------
(1)<BWG 2021-02-18/05, art. 11, 003; Inwerkingtreding : 20-03-2021>
(2)<BWG 2024-04-19/62, art. 5, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2025>
Art.11. Op verzoek van elk personeelslid bedoeld in artikel 35, § 2, van het decreet van 27 maart 2014 haalt de visser zijn tuigen uit het water, toont de inhoud van zijn korven, manden of iedere andere bergruimte, voor controledoeleinden.
Onderafdeling 2. - Nachtvisserij
Art.12. Naast de inachtneming van de voorwaarden van toepassing op de dagvisserij kan het bij nacht vissen op karper enkel beoefend worden met inachtneming van volgende bijkomende voorwaarden zoals volgt :
1° er wordt enkel met werphengels gevist;
2° enkel plantaardig lokvoer of opnieuw samengesteld meel kan als (lok)aas worden gebruikt;
3° elke gevangen vis wordt onmiddellijk en vrij weer te water gelaten, op de plaats zelf waar hij gevangen werd, zelfs indien het een karper betreft;
4° de visser mag niet in het bezit zijn van vissen die hij gevangen heeft tijdens de periode van dagvisserij;
5° het gebruik van een beetmelder met alarmsignaal is verboden op minder dan vijftig meter van elke woning.
Betreffende 1° en 2° worden de lijnen en azen vanaf de waterkant uitgeworpen of enkel door middel van een draadloos bestuurde boot opgesteld.
Betreffende 5° mag de beetmelder met alarmsignaal buiten de vermelde omtrek niet hoorbaar zijn op meer dan tien meter.
HOOFDSTUK III. [1 oorwaarden voor het in bezit hebben, het onttrekken, het vervoer en de verkoop van vissen en kreeften waarop mag worden gevist ]1
----------
(1)
Art.13.[1 Het volgende is verboden :
1° in de Maas, de Samber en de Schelde : de onttrekking van elke vis of rivierkreeft gevangen buiten de hoofdbedding van de waterloop;
2° in de Maas : de onttrekking van elke vis of rivierkreeft gevangen stroomafwaarts van de stuwdam van Lixhe;
3° in het meer van la Plate Taille :
a) de onttrekking van forel;
b) de onttrekking van elke vis of rivierkreeft vanuit een boot;
4° in alle wateren die onder het decreet van 27 maart 2014 vallen;
a) de onttrekking van vlagzalm;
b) de onttrekking van coregonus;
5° in het gebied met levendige wateren, tussen de [2 eerste]2 zaterdag van maart en de eerste zaterdag van juni : de onttrekking van snoek.
[2 6° de onttrekking van de snoek is volledig verboden van 1 januari 2025 tot en met 31 december 2027 in het gebied met rustige wateren, met uitzondering van de meren en vijvers;]2
Onverminderd het eerste lid is het volgende verboden :
1° voor de snoek : de onttrekking van elk individu van minder dan zestig centimeter [2 in het gebied met levendige en gemengde wateren]2;
2° voor de snoekbaars en de barbeel : de onttrekking van elk individu van minder dan vijftig centimeter;
3° voor de kopvoorn, de winde, de sneep, de zeelt en de serpeling : de onttrekking van elk individu van minder dan dertig centimeter;
4° voor de forel, regenboogforel en de baars : de onttrekking van elk individu van minder dan vierentwintig centimeter;
5° voor de forel : de onttrekking van elk individu van meer dan vijftig centimeter, tenzij hij is gevangen buiten het gebied met levendige wateren en de meren en vijvers van het gebied met rustige wateren;
6° voor de karper, de onttrekking van elk individu van meer dan dertig centimeter.
Onverminderd het eerste en het tweede lid, is het volgende, per visser en per dag, verboden :
1° voor de gestippelde alver, de riviergrondel en de elrits : de onttrekking van leer dan twintig individus per soort;
2° voor de vissoorten van groep 3 : de onttrekking van meer dan vijf individus voor die gezamenlijke soorten;
3° voor de baars : de onttrekking van meer dan vijf individus;
4° [2 voor de snoek: waar het niet volledig verboden is, de onttrekking van meer dan één individu in het gebied met levendige en gemengde wateren.]2
5° voor de snoekbaars : de onttrekking van meer dan twee individus;
6° voor alle vissoorten, met uitzondering van die van groep 4 :
a) de onttrekking van meer dan twintig dode vissen met een lengte kleiner dan of gelijke aan vijftien centimeter;
b) de onttrekking van meer dan vijf dode vissen met een lengte groter dan vijftien centimeter.
Het is verboden de volgende vissen levend te houden :
1° vissen en rivierkreeften van groep 4 op de plaats van de visvangst;
2° snoeken, snoekbaarzen en forellen in een leefnet [2 , een mand of iedere andere bergruimte]2 te houden.]1
----------
(1)<BWG 2022-10-06/16, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 03-12-2022>
(2)<BWG 2024-04-19/62, art. 6, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2025>
Art. 13/1.[1 § 1. Elk vervoer van levende vissen en rivierkreeften gevangen in wateren die onder het decreet van 27 maart 2014 vallen, is verboden.
In afwijking van het eerste lid, is het vervoer van de levende dieren bedoeld in artikel 10, § 1, derde lid, ongeacht hun oorsprong, toegestaan als cumulatief :
1° het aantal vervoerde vissen mag niet meer bedragen dan twintig individus met een lengte kleiner dan of gelijk aan vijftien centimeter;
2° het aantal vervoerde vissen mag niet meer bedragen dan vijf individus langer dan vijftien centimeter.
§ 2. Elk vervoer van dode vissen en rivierkreeften die niet behoren tot groep 4, die gevangen zijn in wateren die onder het decreet van 27 maart 2014 vallen overeenkomstig de bepalingen van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan, is verboden indien :
1° het aantal vervoerde vissen meer dan twintig individus met een lengte kleiner dan of gelijk aan vijftien centimeter bedraagt;
2° het aantal vervoerde vissen meer dan vijf individus langer dan vijftien centimeter bedraagt.
In geval van betwisting van de oorsprong van vissen en rivierkreeften worden vervoerd, is het aan de houder om het bewijs te leveren dat ze afkomstig zijn uit wateren die niet onder het decreet van 27 maart 2014 vallen.
§ 3. Alle vissen en rivierkreeften die dood of levend worden vervoerd door een aquacultuurexploitant, een verwerker of een vervoerder van aquatische producten, geregistreerd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, wanneer een vervoersverbod van toepassing is, worden geacht niet afkomstig te zijn uit wateren die vallen onder het decreet van 27 maart 2014.]1
----------
(1)<BWG 2022-10-06/16, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 03-12-2022>
Art. 13/2. [1 Voor de toepassing van de artikelen 13 en 13/1 wordt de lengte van de vis gemeten in rechte lijn van het uiteinde van de mond tot aan het uiteinde van de staartvin.
Het is verboden de vis die gevangen is in wateren waarop het decreet van 27 maart 2014 van toepassing is, te ontdoen van de kop of de staart op de plaats waar hij is gevangen en tijdens het vervoer, en de vis te consumeren op de plaats waar hij is gevangen.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BWG 2022-10-06/16, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 03-12-2022>
Art.14.[1 Alle vissen en rivierkreeften die door een visser worden gehouden terwijl een verbod op het in bezit hebben, onttrekken of vervoeren van kracht is, of die in overtal worden gevangen of vervoerd, worden :
1° onmiddellijk en vrij te water gelaten indien zij in leven zijn;
2° in de andere gevallen door de met de controle belaste ambtenaar vernietigd.
In afwijking van het eerste lid, wordt elke vis, die gevangen wordt tijdens een hengelwedstrijd die de voorwaarden voor de organisatie bepaald door de Regering naleeft, terwijl er een onttrekkingsverbod geldt of die in overtal gevangen wordt, vrij weer te water gelaten aan het einde van de wedstrijd, behalve als het gaat om een vlagzalm, een coregonus, een snoek of een snoekbaars, die dan onmiddellijk en vrij weer te water gelaten wordt nadat hij gevangen werd.
In afwijking van artikel 13, vierde lid, 1°, kan elke grondel die gevangen wordt tijdens een hengelwedstrijd die de voorwaarden van de organisatie bepaald door de Regering naleeft, tijdens de wedstrijd tijdelijk in leven worden gehouden en na afloop van de wedstrijd vrij weer te water gelaten wordt.
In afwijking van de artikelen 13, vierde lid, en 13/1, § 1, kan elke Europese meerval die vanuit een boot wordt gevangen tijdens een hengelwedstrijd die de voorwaarden van de organisatie bepaald door de Regering naleeft, tijdelijk in leven worden gehouden en naar de oever worden gebracht om te worden gemeten en gewogen, alvorens uiterlijk aan het einde van de wedstrijd weer vrij in het water te worden gelaten.]1
----------
(1)<BWG 2022-10-06/16, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 03-12-2022>
Art. 14/1.[1 De verkoop en het te koop aanbieden van alle vissen en rivierkreeften die zijn gevangen in wateren die onder het decreet van 27 maart 2014 vallen, is het hele jaar verboden.
In geval van betwisting van de oorsprong van vissen en rivierkreeft die in strijd met het eerste lid worden verkocht, is het aan de verkoper om het bewijs te leveren dat deze afkomstig is uit wateren die niet onder het decreet van 27 maart 2014 vallen.
Alle vissen en rivierkreeften die dood of levend worden verkocht door een aquacultuurexploitant, een verwerker of een vervoerder van aquatische producten, geregistreerd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, worden geacht niet afkomstig te zijn uit wateren die vallen onder het decreet van 27 maart 2014. ]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BWG 2021-02-18/05, art. 16, 003; Inwerkingtreding : 20-03-2021>
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art.15. De volgende besluiten worden opgeheven :
1° besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 11 maart 1993 houdende uitvoering van de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij, inzonderheid op de artikelen 1 tot 4;
2° besluit van de Waalse Regering van 28 februari 2002 waarbij de vangst, het houden en het vervoer van vissoorten gevangen in de waterlopen en kanalen van het Waalse Gewest beperkt wordt.
Art.16. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2017.
Art.17. De Minister bevoegd voor visserij is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGEN.
Art. N1. LIJST VAN DE SOORTEN WAAROP HET VISSEN HET GEHELE JAAR DOOR VERBODEN IS
[<font color="red">1</font> Vetje]<font color="red">1</font> | [<font color="red">1</font> Leucaspius delineatus]<font color="red">1</font> |
Fint | Alosa fallax |
Paling | Anguilla anguilla |
Noordzeehouting | Coregonus oxyrhynchus |
Bittervoorn | Rhodeus sericeus |
Rivierdonderpad | Cottus gobio |
Europese rivierkreeft | Astacus astacus |
Tiendoornige stekelbaars | Pungitius pungitius |
Steur | Acipenser sturio |
Bot | Platichthys flesus |
Elft | Alosa alosa |
Beekprik | Lampetra planeri |
Rivierprik | Lampetra fluviatilis |
Zeeprik | Petromyson marinus |
Kleine modderkruiper | Cobitis taenia |
Grote modderkruiper | Misgurnus fossilis |
Kwabaal | Lota lota |
Atlantische zalm | Salmo salar |
Zeeforel | Salmo trutta trutta |
(<font color="red">1</font>)<BWG <a href="/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&cn_search=2021021805" target="_blank">2021-02-18/05</a>, art. 17, 003; Inwerkingtreding : 20-03-2021> |
GROEP 1 | |
[<font color="red">1</font> ...]<font color="red">1</font> | [<font color="red">1</font>...]<font color="red">1</font> |
Alver | Alburnus alburnus |
Kolblei | Blicca bjoerkna |
Brasem | Abramis brama |
Kroeskarper | Carassius carassius |
Karper * | Cyprinus carpio |
Driedoornige stekelbaars | Gasterosteus aculeatus |
Blankvoorn | Rutilus rutilus |
Winde | Leuciscus idus |
Bermpje | Barbatula barbatula |
Rietvoorn | Scardinius erythrophthalmus |
Zeelt | Tinca tinca |
* Met inbegrip van de variëteiten zonder schubben (lederkarper) of gedeeltelijk met schubben bedekt (spiegelkarper) | |
(<font color="red">1</font>)<BWG <a href="/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&cn_search=2021021805" target="_blank">2021-02-18/05</a>, art. 18, 003; Inwerkingtreding : 20-03-2021> |
GROEP 2 | |
Gestippelde alver | Alburnoides bipunctatus |
Roofblei | Aspius aspius |
Snoek | Esox lucius |
Barbeel | Barbus barbus |
Kopvoorn | Leuciscus cephalus |
Pos | Gymnocephalus cernua |
Riviergrondel | Gobio gobio |
Neusvoorn | Chondrostoma nasus |
Vlagzalm | Thymallus thymallus |
Baars | Perca fluviatilis |
Snoekbaars | Sander lucioperca |
Elrits | Phoxinus phoxinus |
Serpeling | Leuciscus leuciscus |
GROEP 3 | |
Grote marene | Coregonus lavaretus |
Peledmarene | Coregonus peled |
Trekzalm | Salvelinus alpinus |
Bronforel | Salvelinus fontinalis |
Regenboogforel | Oncorhynchus mykiss |
Beekforel | Salmo trutta fario |
GROEP 4 | |
Donauzalm | Hucho hucho |
Goudvis | Carassius auratus |
Zilverkarper | Hypophthalmichthys molitrix |
Graskarper | Ctenopharyngodon idella |
Grootkopkarper | Aristichthys nobilis |
Gevlekte rivierkreeft | Orconectes limosus |
Rode rivierkreeft | Procambarus clarkii |
Californische rivierkreeft | Pacifastacus leniusculus |
Turkse rivierkreeft | Astacus leptodactylus |
Witte steur | Acipenser transmontanus |
Meersteur | Acipenser fulvescens |
Zwarte steur | Acipenser oxyrinchus |
Siberische gladbuiksteur | Acipenser baerii |
Sterlet | Acipenser ruthenus |
Giebel | Carassius carassius gibelio |
Zwartbekgrondel | Neogobius melanostomus |
Marmergrondel | Proterorhinus semilunaris |
Amoergrondel | Perccottus glenii |
Ictalurus | Ictalurus sp. |
Zonnebaars | Lepomis gibbosus |
Amerikaanse hondsvis | Umbra pygmaea |
Blauwband | Pseudorasbora parva |
Europese meerval | Silurus glanis |
Amerikaanse dikkop-elrits | Pimephales promelas |
Iedere andere soort die leeft in de wateren vallend onder het decreet van 27 maart 2014 betreffende de riviervisserij, het visbeleid en de visserijstructuren, uitgezonderd de soorten vermeld in bijlage I. |
In de Almache : | Langs de percelen onder bosregeling die toebehoren aan de gemeenten Daverdisse en Wellin, behalve daar waar het door de Administratie verboden is te vissen, aangegeven door middel van een verbodsteken overeenkomstig het model van bijlage 5. |
In de Amel : | a) Rechteroever : langs de percelen onder bosregeling, gelegen tussen het perceel bij het kadaster gekend Waimes, eerste afdeling (Waimes), sectie K, nr. 216, en het perceel bij het kadaster gekend Malmédy, zesde afdeling (Bellevaux), sectie F, nr. 46, met inbegrip van beide bedoelde percelen; b) Linkeroever : langs de percelen onder bosregeling, gelegen tussen het perceel bij het kadaster gekend Malmédy, vijfde afdeling (Ligneuville), sectie B, nr. 1 t, en het perceel bij het kadaster gekend Malmédy, vijfde afdeling, sectie C, nr. 104 c, met inbegrip van beide bedoelde percelen. |
In de Eau Noire : | Langs de percelen onder bosregeling, gelegen tussen de grens van de provincie Henegouwen en de brug genaamd '' de la Ferme Capitaine '' te Gonrieux. |
In de Hoyoux : | Langs de percelen onder bosregeling, gelegen stroomopwaarts van de ''Pont à Petit Modave'' over een lengte van 284 m tot aan de grens van het perceel bij het kadaster gekend Modave, eerste afdeling (Modave), sectie B, nr. 217b. |
In de Lhomme : | Langs de percelen vallend onder bosregeling, toebehorend aan de Provincie Luxemburg, aan de gemeenten Saint-Hubert en Tellin, aan de kerkfabriek van Bure, evenals langs de percelen van het domaniaal natuurreservaat ''Aux Cloyes'' toebehorend aan het Waalse Gewest. |
In de beek van Muno : | Langs de percelen vallend onder bosregeling, gelegen tussen de brug over de beek van Muno, ter hoogte van het gehucht ''Le Haut Bî'' te Bertrix tot aan de samenvloeiing met de Semois. |
In de oostelijke Ourthe : | Langs de percelen onder bosregeling, gelegen tussen de loopbrug van het vak voor de stuwdam in het gehucht ''Martinbay'' te Nadrin en de Pont Brisy te Cherain. |
[<font color="red">1</font> In de Lesse]<font color="red">1</font> | [<font color="red">1</font> , van de samenvloeiing met de "Ry des glands" tot het domein van Mohimont.]<font color="red">1</font> |
[<font color="red">1</font> In de "Petite Honnelle"]<font color="red">1</font> | [<font color="red">1</font> , langs de percelen onder bosregeling, gelegen tussen lengtegraad 3,74282 (E), breedtegraad 50,36119 (N) en de doorwaadbare plaats achter de zaal "la Roquette", lengte 3,73489 (E), breedte 50,36396 (N). ]<font color="red">1</font> |
(<font color="red">1</font>)<BWG <a href="/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&cn_search=2021021805" target="_blank">2021-02-18/05</a>, art. 20, 003; Inwerkingtreding : 20-03-2021> |