30 OKTOBER 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 september 2018 houdende de uitvoering van de wet van 9 mei 2018 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse onderdanen die zich in een specifieke verblijfssituatie bevinden
Art. 1-4
Artikel 1. Artikel 10 van het koninklijk besluit van 2 september 2018 houdende de uitvoering van de wet van 9 mei 2018 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse onderdanen die zich in een specifieke verblijfssituatie bevinden wordt aangevuld met een bepaling onder 12°, luidende :
"12° de personen voor wie, na de voltooiing van hun onderzoek, het verblijf is toegestaan gedurende maximum twaalf maanden in toepassing van artikel 61/13/12 of 61/13/15 van de wet van 15 december 1980.".
Art.2. In hetzelfde koninklijk besluit wordt een artikel 10/2 ingevoegd, luidende:
"Art. 10/2. Hebben de toelating om te werken, de buitenlandse onderdanen die door een andere lidstaat van de Europese Unie werden gemachtigd tot een verblijf in de hoedanigheid van familielid van een onderzoeker en die, op basis van artikel 61/13/5, § 3 van de wet van 15 december 1980, worden toegelaten op het Belgisch grondgebied voor een verblijf van ten hoogste honderdtachtig dagen binnen een periode van driehonderdzestig dagen om hun familielid dat in België verblijft in het kader van korte-termijnmobiliteit te vervoegen.".
Art.3. Artikel 1 van dit besluit treedt in werking op 1 januari 2023 en artikel 2 treedt in werking op 1 maart 2023.
Art. 4. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.