12 JULI 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, voor wat betreft de hervorming van de overgangsuitkering
Art. 1-4
Artikel 1. Artikel 8 van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, hersteld bij het koninklijk besluit van 20 september 1984 en vervangen bij het koninklijk besluit van 29 juni 2014, wordt vervangen als volgt:
"Art. 8. Voor de toepassing van de artikelen 4, 8bis en 8ter, § 1, van het koninklijk besluit nr. 72, wanneer de langstlevende echtgenoot het genot van de overgangsuitkering verzoekt en inroept een kind of een kind met een handicap ten laste te hebben, is aan die voorwaarde voldaan als:
1° bij het overlijden een van de echtgenoten ten minste een kind opvoedt waarvoor hij kinderbijslag ontvangt; het bewijs wordt geleverd door een attest van de instelling die de bijslag uitbetaalt;
2° bij het overlijden een van de echtgenoten een kind ten laste had in de zin die door de pensioenregeling voor werknemers wordt vereist voor de toekenning van een overgangsuitkering tijdens een periode van 36 of 48 maanden;
3° bij het overlijden een van de echtgenoten een kind met een handicap, zoals bedoeld in artikel 135, eerste lid, 2°, van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, ten laste had waarvoor hij kinderbijslag ontvangt op de wijze bedoeld in 1° of 2°."
Art.2. In artikel 107, § 3, B, eerste lid, van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 januari 2015, worden de woorden "24 maanden" vervangen door de woorden "36 of 48 maanden".
Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2021.
Art. 4. De minister bevoegd voor zelfstandigen en de minister bevoegd voor pensioenen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.