Details





Titel:

7 JULI 2022. - Koninklijk besluit tot uitvoering van de hervorming van de overgangsuitkering in de pensioenregeling voor werknemers en tot wijziging van diverse artikelen van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1967122103 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 55ter van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, opgeheven bij het koninklijk besluit van 20 september 1984 en hersteld bij het koninklijk van 3 juli 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in de Nederlandse versie, worden de woorden "kinderbijslag voor wezen" telkens vervangen door de woorden "de wezenuitkeringen";
  2° in het eerste en het tweede lid, wordt het woord "op kinderbijslag" telkens vervangen door de woorden "op kinderbijslag of een als zodanig geldende tegemoetkoming";
  3° in het eerste lid, worden de woorden "de Rijksdienst voor Pensioenen" en "de voornoemde Rijksdienst" respectievelijk vervangen door de woorden "de Federale Pensioendienst" en "de Dienst";
  4° in het tweede lid, worden de woorden "gesteld bij artikel 21ter, § 1, 2°," vervangen door de woorden "gesteld bij artikel 21ter, § 1, eerste lid, 2° en 3°,";
  5° in het tweede lid, 2°, worden de woorden "de Dienst voor Overzeese Sociale Zekerheid" vervangen door de woorden "de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid";
  6° in het tweede lid, 3°, a), worden de woorden "bedoeld bij artikel 4 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders" vervangen door de woorden "of een andere als zodanig geldende verbintenis";
  7° in het derde lid, worden de woorden "door de Rijksdienst voor Pensioenen" en "door de Dienst voor de Overzeese Sociale Zekerheid" respectievelijk vervangen door de woorden "door de Federale Pensioendienst" en "door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid";
  8° het wordt aangevuld met twee leden, luidende:
  "Onder kind met een handicap in de zin van artikel 21ter, § 1, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 50 en van artikel 111 van de programmawet, wordt begrepen, elk kind bedoeld in artikel 135, eerste lid, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.
  De langstlevende echtgenoot legt eveneens, op verzoek van de Federale Pensioendienst, een attest voor, conform het model dat is vastgesteld door de voormelde Dienst teneinde te bewijzen dat één van de echtgenoten, op het ogenblik van het overlijden van de overleden echtgenoot, een kind met een handicap ten laste had.".

Art.2. In artikel 64, § 3, tweede lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 juli 2014, worden de woorden "24 maanden" vervangen door de woorden "36 of 48 maanden".

Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2021.

Art. 4. De minister bevoegd voor Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.