Details





Titel:

7 JULI 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, wat betreft de toelaatbaarheid van tijdelijk werklozen, en tot verlenging van diverse maatregelen genomen op het vlak van tijdelijke werkloosheid in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 en naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne en tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 september 2020 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag en van het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen



Inhoudstafel:


Art. 1-11



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2020041830  2020201678  2020203024  2020203853 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 42, § 1, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, vervangen bij het koninklijk besluit van 11 september 2016, wordt vervangen als volgt :
  " § 1. De werknemer die opnieuw uitkeringen aanvraagt als volledig werkloze, is vrijgesteld van wachttijd en kan opnieuw toegelaten worden tot het stelsel volgens hetwelk hij laatst werd vergoed, indien hij in de loop van de drie jaar die de uitkeringsaanvraag voorafgaan voor ten minste één dag uitkeringen heeft genoten als volledig werkloze of als deeltijdse werknemer die een inkomensgarantie-uitkering genoten heeft.
  Wachtuitkeringen toegekend in toepassing van onderhavig besluit, zoals van kracht vóór 1 januari 2012, worden voor de toepassing van deze paragraaf gelijkgesteld met inschakelingsuitkeringen. De wachtuitkeringen toegekend in toepassing van artikel 52 van de programmawet van 8 april 2003 worden niet in aanmerking genomen voor de toepassing van deze paragraaf.".

Art.2. Artikel 42bis van hetzelfde koninklijk besluit van 25 november 1991, vervangen bij het koninklijk besluit van 11 september 2016, wordt vervangen als volgt:
  "Art. 42bis. In afwijking van de artikelen 30 tot 32 wordt de voltijdse werknemer die tijdelijk werkloze wordt, toegelaten tot het recht op werkloosheidsuitkeringen met vrijstelling van wachttijd. In afwijking van artikel 33 wordt de vrijwillig deeltijdse werknemer die tijdelijk werkloze wordt, toegelaten tot het recht op werkloosheidsuitkeringen met vrijstelling van wachttijd.
  Moet evenmin wachttijdvoorwaarden vervullen de leerling bedoeld in artikel 27, 2°, c, die tijdelijk werkloos wordt gesteld en alternerend onderwijs of onderwijs met beperkt leerplan of een erkende deeltijdse opleiding of een alternerende opleiding volgt zonder nog onderworpen te zijn aan de leerplicht.".

Art.3. Artikel 133, § 1, 4°, e), van hetzelfde koninklijk besluit van 25 november 1991, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 11 september 2016, wordt opgeheven.

Art.4. In artikel 16 van het koninklijk besluit van 30 maart 2020 tot aanpassing van de procedures in het kader van tijdelijke werkloosheid omwille van het Covid-19-virus en tot wijziging van artikel 10 van het koninklijk besluit van 6 mei 2019 tot wijziging van de artikelen 27, 51, 52bis, 58, 58/3 en 63 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, en tot invoeging van de artikelen 36sexies, 63bis en 124bis in hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 juni 2020, 15 juli 2020, 22 december 2020, 2 mei 2021, 11 juli 2021, 15 november 2021, 16 januari 2022 en 31 maart 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het tweede lid worden de woorden "juni 2022" vervangen door de woorden "december 2022";
  2° in het vierde lid wordt de datum "30 juni 2022" vervangen door de datum "31 december 2022".

Art.5. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 22 juni 2020 betreffende diverse tijdelijke maatregelen in de werkloosheidsreglementering omwille van het COVID-19-virus en tot wijziging van de artikelen 12 en 16 van het koninklijk besluit van 30 maart 2020 tot aanpassing van de procedures in het kader van tijdelijke werkloosheid omwille van het COVID-19-virus en tot wijziging van artikel 10 van het koninklijk besluit van 6 mei 2019 tot wijziging van de artikelen 27, 51, 52bis, 58, 58/3 en 63 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering en tot invoeging van de artikelen 36sexies, 63bis en 124bis in hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 15 juli 2020, 22 december 2020, 2 mei 2021, 11 juli 2021, 15 november 2021, 16 januari 2022 en 31 maart 2022, wordt de datum "30 juni 2022" vervangen door de datum "31 december 2022".

Art.6. In artikel 4 van hetzelfde koninklijk besluit van 22 juni 2020, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 15 juli 2020, 22 december 2020, 2 mei 2021, 11 juli 2021, 15 november 2021, 16 januari 2022 en 31 maart 2022, wordt de datum "30 juni 2022" vervangen door de datum "31 december 2022".

Art.7. In artikel 14 van het koninklijk besluit van 15 juli 2020 tot verlenging van de maatregelen genomen op vlak van werkloosheid in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (I), gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 december 2020, 2 mei 2021, 11 juli 2021, 15 november 2021, 16 januari 2022 en 31 maart 2022, wordt de datum "30 juni 2022" vervangen door de datum "31 december 2022".

Art.8. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 21 september 2020 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, en van het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 8 februari 2022, worden de woorden "in het jaar 2020 en 2021" vervangen door de woorden "in de periode vanaf 1 januari 2020 tot 30 juni 2022".

Art.9. In artikel 2 van hetzelfde koninklijk besluit van 21 september 2020, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 8 februari 2022, worden de woorden "in het jaar 2020 en 2021" vervangen door de woorden "in de période vanaf 1 januari 2020 tot 30 juni 2022".

Art.10. De artikelen 1 tot 3 van dit besluit hebben uitwerking vanaf 1 juli 2022.
  De artikelen 4 tot 7 van dit besluit hebben uitwerking vanaf 30 juni 2022.

Art. 11. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.