Details





Titel:

29 MEI 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 42 van het koninklijk besluit van 23 mei 2001 tot instelling van een algemeen reglement betreffende de inkomensgarantie voor ouderen



Inhoudstafel:


Art. 1-3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2001022357 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 42, van het koninklijk besluit van 23 mei 2001 tot instelling van een algemeen reglement betreffende de inkomensgarantie voor ouderen, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 oktober 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in paragraaf 3, eerste lid, worden de woorden "2 opeenvolgende kalenderdagen, de in paragraaf 1, tweede lid, 4° bedoelde kalenderdagen inbegrepen," vervangen door de woorden "5 opeenvolgende kalenderdagen, de in paragraaf 1, tweede lid, 4° bedoelde kalenderdagen niet inbegrepen,";
  2° paragraaf 3 wordt aangevuld met een derde lid, luidende :
  "De in het tweede lid bedoelde kalendermaand stemt overeen met de maand waarin de eerste dag volgend op de kalenderdag van vertrek vanop het Belgisch grondgebied gelegen is.";
  3° in paragraaf 4, eerste lid, worden de woorden "het tweede en derde lid" vervangen door de woorden "het tweede tot het zesde lid";
  4° in paragraaf 4 worden het tweede en het derde lid vervangen als volgt :
  "De controle gebeurt door een verblijfsbewijs aangeboden bij een aangetekende zending met ontvangstbewijs op de hoofdverblijfplaats in België van de gerechtigde of op de daadwerkelijke tijdelijke verblijfplaats in België van de gerechtigde meegedeeld aan de Dienst. De aanwezigheid op het Belgisch grondgebied wordt bevestigd door de ontvangst van de aangetekende zending tegen aftekening door de gerechtigde zelf.
  Indien de aangetekende zending in ontvangst wordt genomen door een gevolmachtigde van de gerechtigde biedt de gerechtigde zich in persoon en in het bezit van zijn identiteitskaart aan bij het gemeentebestuur van zijn hoofdverblijfplaats, waar zijn aanwezigheid op het Belgisch grondgebied wordt bevestigd door de bevoegde ambtenaar op het verblijfsbewijs. De gerechtigde stuurt het ingevulde verblijfsbewijs daarna terug naar de Dienst binnen een termijn van 29 kalenderdagen vanaf de dag volgend op de aanbieding van de aangetekende zending, waarbij de poststempel geldt als bewijs.
  Indien de aangetekende zending niet in ontvangst werd genomen door de gerechtigde of door een gevolmachtigde van de gerechtigde op het moment dat de termijn dat de aangetekende zending beschikbaar is op het postkantoor verstreken is wordt aan de gerechtigde, louter bij wijze van herinnering, bij gewone brief een verblijfsbewijs verstuurd op zijn hoofdverblijfplaats in België of op zijn daadwerkelijke tijdelijke verblijfplaats in België meegedeeld aan de Dienst. De gerechtigde biedt zich in persoon en in het bezit van zijn identiteitskaart aan bij het gemeentebestuur van zijn hoofdverblijfplaats, waar zijn aanwezigheid op het Belgisch grondgebied wordt bevestigd door de bevoegde ambtenaar op het verblijfsbewijs. De gerechtigde stuurt het ingevulde verblijfsbewijs terug naar de Dienst binnen een termijn van 29 kalenderdagen vanaf de dag volgend op de aanbieding van de aangetekende zending, waarbij de poststempel geldt als bewijs.
  Indien de gerechtigde de in het vierde lid bedoelde gewone brief, om welke reden dan ook, niet heeft ontvangen, doet dit op geen enkele wijze afbreuk aan de rechtsgeldigheid van de controleprocedure.
  Indien de aangetekende zending niet in ontvangst werd genomen door de gerechtigde zelf en het ingevulde verblijfsbewijs niet werd teruggestuurd naar de Dienst binnen de termijn van 29 kalenderdagen bedoeld in het derde lid en vierde lid, wordt de gerechtigde verondersteld niet meer in België te hebben verbleven, naargelang het geval, sinds de datum van aanbieding van de aangetekende zending of sinds de dag volgend op de kalenderdag van zijn vertrek vanop Belgisch grondgebied in geval van verblijf in het buitenland, ongeacht of hij al dan niet zijn data van vertrek en terugkeer aan de Dienst heeft meegedeeld, en wordt de betaling van de inkomensgarantie geschorst."
  5° in paragraaf 4, zesde lid, dat het negende lid wordt, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  a) de woorden "het tweede en derde lid" worden vervangen door de woorden "het tweede tot het zesde lid";
  b) het lid wordt aangevuld met de bepalingen onder 3° tot 5°, luidende:
  "3° die ingeschreven zijn op het adres van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn;
  4° met een handicap zoals erkend door de Directie-generaal Personen met een handicap van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid, op basis van een graad van verlies aan zelfredzaamheid van minstens 7 punten vastgesteld overeenkomstig de zelfredzaamheidsschaal opgenomen in bijlage bij het ministerieel besluit van 30 juli 1987 tot vaststelling van de categorieën en van de handleiding voor de evaluatie van de graad van zelfredzaamheid met het oog op het onderzoek naar het recht op de integratietegemoetkoming;
  5° die een attest aan de Dienst hebben overgemaakt waaruit blijkt dat zij een van de volgende tegemoetkomingen ontvangen:
  a) een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden, toegekend door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie via Iriscare;
  b) een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden, toegekend door de Duitstalige Gemeenschap, via de Directie-generaal Personen met een handicap van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid;
  c) een zorgbudget voor ouderen met een zorgnood, toegekend door de Vlaamse Gemeenschap, via de Zorgkas waarbij de rechthebbende aangesloten is;
  d) een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden toegekend door het Waalse Gewest via het Agence pour une Vie de Qualité.".

Art.2. Dit besluit treedt in werking op de tiende dag na die waarin ze is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 3. De minister bevoegd voor Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.