18 MEI 2022. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 4 april 2019 tot invoering van een premieregeling voor de uitvoering van een audit, van de rapporten over de opvolging van de werken ervan en van de investeringen tot bevordering van energiebesparing en van de renovatie van een woning
Art. 1-5
Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van de Waalse Regering van 4 april 2019 tot invoering van een premieregeling voor de uitvoering van een audit, van de rapporten over de opvolging van de werken ervan en van de investeringen tot bevordering van energiebesparing en van de renovatie van een woning worden een punt 9°/1 en een punt 9°/2 ingevoegd, luidend als volgt :
"9°/1 de beschadigde woning: de woning die beschadigd is ten gevolgde van de overstromingen van juli 2021 en gelegen is in een van de gemeenten zoals aangeduid in het besluit van de Waalse Regering van 28 juli 2021 waarbij de overstromingen die hebben plaatsgevonden van 14 tot 16 juli 2021 als een algemene natuurramp worden beschouwd en waarbij de geografische uitgestrektheid van deze ramp wordt afgebakend en het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2021 waarbij de overstromingen van 24 juli 2021 als een algemene ramp worden beschouwd en waarbij de geografische uitgestrektheid van deze ramp afgebakend wordt; 9°/2 het beschadigde gebouw: het gebouw dat beschadigd is ten gevolgde van de overstromingen van juli 2021 en gelegen is in een van de gemeenten zoals aangeduid in het besluit van de Waalse Regering van 28 juli 2021 waarbij de overstromingen die hebben plaatsgevonden van 14 tot 16 juli 2021 als een algemene natuurramp worden beschouwd en waarbij de geografische uitgestrektheid van deze ramp wordt afgebakend en het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2021 waarbij de overstromingen van 24 juli 2021 als een algemene ramp worden beschouwd en waarbij de geografische uitgestrektheid van deze ramp afgebakend wordt.".
Art.2. In artikel 3, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden "in dit besluit" vervangen door de woorden "in dit hoofdstuk".
Art.3. In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk IIbis ingevoegd, luidend als volgt :
"Hoofdstuk 2bis - Premie voor beschadigde woningen in wording en voor beschadigde woningen voor de installatie van verwarmings- en warmwatersystemensystemen
Afdeling 1. - Toepassingsgebied
Art. 11/1. § 1. De in dit hoofdstuk bedoelde premies zijn voorbehouden aan de aanvragers die ten minste achttien jaar oud zijn of geëmancipeerde minderjarigen, die een zakelijk recht bezitten op de volgende onroerende goederen waarop de premieaanvraag betrekking heeft
1° de beschadigde woning;
2° het beschadigde gebouw dat aanvankelijk niet voor bewoning bestemd was, maar waarin werken worden uitgevoerd om een of meerdere woningen te bouwen.
§ 2. Het bij deze afdeling ingevoerde stelsel wijkt af van de bepalingen van artikel 3, § 1, 2°.
Art. 11/2. § 1. Onder de in dit besluit vastgestelde voorwaarden en binnen de perken van de beschikbare kredieten worden premies toegekend voor de installatie van een verwarmings- en warmwatersysteem.
§ 2. De voorwaarde betreffende de ouderdom van de woning of het gebouw bedoeld in artikel 4, § 2, is niet van toepassing.
§ 3. De voorwaarden bedoeld in artikel 6, § § 1 tot en met 3, zijn niet van toepassing.
Afdeling 2. - In aanmerking komende investeringen en rapporten
Art. 11/3. De investeringen bedoeld in 10° van de bijlage bij dit besluit komen in aanmerking voor de toekenning van een premie.
Art. 11/4. De eindfactuur moet gedateerd zijn tussen 14 juli 2021 en 31 december 2022.
Afdeling 3. - Bepaling van het premiebedrag
Art. 11/15. In afwijking van artikel 1, 14°, wordt het totaal belastbaar inkomen voor de toepassing van dit hoofdstuk gedefinieerd als het inkomen met betrekking tot het voorlaatste volledige jaar voorafgaand aan de datum van indiening van de premieaanvraag, zoals dat blijkt uit de aanslagbiljetten of hun buitenlands equivalent.
In afwijking van artikel 7, § 3, tweede lid, 4°, wordt voor de toepassing van dit hoofdstuk onder een ongeboren kind verstaan een kind dat op de datum van indiening van de premieaanvraag sedert ten minste negentig dagen is verwekt.
Afdeling 4. - Procedure voor de indiening van een premieaanvraag
Art. 11/6. § 1. In afwijking van artikel 9 wordt de premieaanvraag uiterlijk op 15 juni 2023 aan de Administratie toegezonden.
In afwijking van artikel 10, § 1, moet de premie, om als volledig beschouwd te worden, de volgende gegevens bevatten :
1° het behoorlijk ingevulde formulier en de behoorlijk ingevulde bijlagen ervan die bij de Administratie beschikbaar zijn;
2° een kopie van alle facturen met betrekking tot de belegging waarvoor de premie wordt aangevraagd;
3° een schadeattest van de verzekering of elk ander attest dat de schade bewijst die door de overstromingen van juli 2021 werd veroorzaakt;
4° een door de aanvrager ondertekende verklaring op erewoord waaruit blijkt dat :
a) hij de in artikel 3, met uitzondering van § 1, 2°, bedoelde voorwaarden naleeft en zich ertoe verbindt ze na te leven;
b) de investeringen die het voorwerp uitmaken van de premie-aanvraag met inachtneming van de regels inzake stedenbouw uitgevoerd worden;
c) hij, in geval van verhuring binnen zeven jaar te rekenen vanaf de dag na de betaling van de premie, zich ertoe verbindt de indicatieve huurprijzenrooster vastgesteld in uitvoering van artikel 89 van het decreet van 15 maart 2018 betreffende de woninghuurovereenkomst na te leven;
5° de instemming van de aanvrager met de directe en indirecte verzameling bij authentieke bronnen in andere overheidsdiensten of instanties van de gegevens die nodig zijn voor de behandeling van zijn aanvraag.
§ 2. In afwijking van artikel 10, § 2, moet de aanvraag om als volledig te worden beschouwd en om in aanmerking te komen voor de in artikel 7, § 4, bedoelde vermenigvuldigingscoëfficiënt, naast de in § 1 bedoelde gegevens, de volgende gegevens bevatten :
1° een uittreksel uit het bevolkingsregister met de gezinssamenstelling van de aanvrager dat van minder dan drie maanden dateert op de datum van indiening van de aanvraag;
2° voor elke persoon van het gezin, met uitzondering van de verwanten in de opgaande en de dalende lijn en bloedverwanten in de zijlijn van de tweede graad van de aanvrager, die een aangifte van de personenbelasting doet, een afschrift van het aanslagbiljet betreffende de inkomens van het voorlaatste volledige jaar dat aan de datum van de indiening van de premieaanvraag voorafgaat of bij gebreke daarvan, elk ander bewijsstuk op grond waarvan de inkomens van die personen kunnen worden bepaald;
3° voor elke persoon van het gezin, met uitzondering van de verwanten in de opgaande en de dalende lijn en bloedverwanten in de zijlijn van de tweede graad van de aanvrager, en die van nationale belastingen vrijgestelde salarissen, lonen, vergoedingen of emolumenten ontvangt, een attest van de schuldenaar van de inkomsten waarin het geheel van deze ontvangen salarissen, lonen, vergoedingen of emolumenten wordt vermeld, zodat de belastbare grondslag kan worden bepaald, zoals dit het geval zou zijn geweest indien de betrokken inkomsten aan belastingen volgens het gemeenrechtelijk stelsel onderworpen zouden zijn geweest;
4° een naar behoren ingevuld attest betreffende de gezinsbijslag ontvangen door het gezin, met inbegrip van de gegevens die vereist zijn voor de toepassing van artikel 7, § 3, eerste lid, 2°, en ingevuld door de Kinderbijslagkas, de Sociale verzekeringskas voor zelfstandige werknemers, of elke andere bevoegde instelling;
5° een attest van de Federale Overheidsdienst Sociale zekerheid dat dateert van minder dan twee maanden voor de datum van indiening van de premieaanvraag, waarbij de hoedanigheid van persoon met een handicap overeenkomstig artikel 7, § 3, derde lid, wordt vastgesteld en waarbij het erkende percentage van de handicap wordt bepaald;
6° het vonnis of de overeenkomst tot vaststelling van de gelijkmatig verdeelde huisvesting van het kind bedoeld in artikel 1, 5°;
7° een medisch attest waaruit blijkt dat het in artikel 11/5, tweede lid, bedoelde kind op de datum van indiening van de premieaanvraag sedert ten minste negentig dagen is verwekt.
Art. 11/7. § 1. De artikelen 10, § § 3 en 4, en 11 zijn niet toepasselijk.
§ 2. De Administratie verstrekt de aanvrager een ontvangstbewijs van de premieaanvraag binnen vijftien dagen na ontvangst van de premieaanvraag bedoeld in artikel 11/6.
§ 3. Na ontvangst van een volledige aanvraag, beschikt de Administratie over zestig dagen om haar beslissing aan de aanvrager te betekenen.
§ 4. Indien de aanvraag niet volledig is, verzoekt de Administratie binnen zestig dagen na de in paragraaf 2 bedoelde ontvangstbevestiging om aanvullende documenten. De aanvrager beschikt over een termijn van zestig dagen, te rekenen vanaf de dag na ontvangst van de aanvraag van de Administratie om aanvullende informatie, om alle gevraagde documenten in te dienen.
§ 4. Indien de door de Administratie gevraagde documenten niet binnen de in § 4 genoemde termijn worden verstrekt, wordt de aanvraag afgewezen."..
Art.4. Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2022.
Art. 5. De Minister van Energie en de Minister van Huisvesting zijn belast met de uitvoering van dit besluit.