31 JANUARI 2022. - Besluit van de Regering tot wijziging van het reglementaire deel van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling
Art. 1-3
Artikel 1. In artikel R.IV.1-1 van het reglementaire deel van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling, laatstelijk gewijzigd bij het besluit van de Regering van 1 juli 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° het vierde lid wordt aangevuld met een bepaling onder 18°, luidende:
"18° erkende natuurramp: een natuurramp die erkend is op grond van het decreet van het Waals Gewest van 26 mei 2016 betreffende het herstel van sommige schade veroorzaakt door algemene natuurrampen."
2° in punt B van de nomenclatuur worden de volgende regels 10 tot 12 ingevoegd:
10 | Handelingen en werken voor het herstellen van gebouwen of bouwwerken ten gevolge van een erkende natuurramp, onder de volgende cumulatieve voorwaarden: a) de handelingen en werken geschieden binnen 24 maanden na de bekendmaking van het besluit houdende erkenning van de natuurramp; b) de handelingen en werken worden minstens 15 dagen voordat ze worden aangevangen, aan het gemeentecollege meegedeeld; c) de handelingen en werken tasten de dragende structuur van het gebouw of bouwwerk niet aan; d) de handelingen en werken zijn in overeenstemming met de voorwaarden vermeld in punt A1; e) het sluiten, het maken of het wijzigen van openingen in het dakvlak geschiedt op maximum één verdieping en met dezelfde materialen als die van het dak; f) het sluiten, het maken of het wijzigen van openingen in opgaande muren voldoet aan de volgende cumulatieve voorwaarden: i) het sluiten of het wijzigen gebeurt met dezelfde bekledingsmaterialen als die van de opgaande muur; ii) elke opening of wijziging wordt afzonderlijk beschouwd en wordt op maximum één verdieping uitgevoerd; iii) als het goed valt onder een gewestelijke of gemeentelijke handleiding voor stedenbouw stemmen de handelingen en werken met die handleiding overeen. | x | x | |||
11 | Het afbreken van vrijstaande gebouwen, constructies of installaties ten gevolge van een erkende natuurramp, onder de volgende cumulatieve voorwaarden: a) het afbreken geschiedt binnen 24 maanden na de bekendmaking van het besluit houdende erkenning van de natuurramp; b) het afbreken wordt minstens 15 dagen vóór aanvang aan het gemeentecollege meegedeeld; | x | x | |||
12 | Het afbreken van niet-vrijstaande gebouwen, constructies of installaties ten gevolge van een erkende natuurramp, onder de volgende cumulatieve voorwaarden: a) het afbreken geschiedt binnen 24 maanden na de bekendmaking van het besluit houdende erkenning van de natuurramp; b) het afbreken geschiedt in het kader van een besluit van de burgemeester genomen bij hoogdringendheid met het oog op het verzekeren van de openbare veiligheid. | x | x |
4.1 | Ten gevolge van een erkende natuurramp en gedurende hoogstens 24 maanden na de bekendmaking van het besluit houdende erkenning van de natuurramp, de tijdelijke plaatsing van installaties op het openbaar domein die een openbare dienst of een activiteit van algemeen belang in de zin van artikel D.IV.22, eerste lid, 7°, of een activiteit van openbaar nut in de zin van artikel R.IV.22-2, 17°, huisvesten. De vergunning voor het gebruik van het openbaar domein wordt vooraf aangevraagd. Aan het einde van de periode keert het terrein terug in zijn oorspronkelijke staat. | x | x | |||
4.2 | Ten gevolge van een erkende natuurramp en gedurende hoogstens 24 maanden na de bekendmaking van het besluit houdende erkenning van de natuurramp, de tijdelijke plaatsing van installaties, met inbegrip van parkeerplaatsen, op privaat domein die een openbare dienst of een activiteit van algemeen belang in de zin van artikel D.IV.22, eerste lid, 7°, of een activiteit van openbaar nut in de zin van artikel R.IV.22-2, 17°, huisvesten, onder de volgende cumulatieve voorwaarden: a) het gaat om de verplaatsing van een activiteit die in de gemeente bestaat; b) het gaat om een gebied dat is bestemd voor bebouwing in de zin van artikel D.II.23; c) het gaat niet om een terrein of een gedeelte van een terrein dat blootgesteld is aan een risico in de zin van artikel D.IV.57, eerste lid, 3°, of dat blootgesteld is aan een risico van geconcentreerd afvloeiend water, namelijk een natuurlijke as van geconcentreerd afvloeiend water; d) het gaat niet om een terrein of deel van een terrein dat in de laatste vijf jaar overstroomd is geweest; e) het gaat niet om een terrein of deel van een terrein dat het risico op een zwaar ongeval in de zin van het decreet van het Waals Gewest van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning kan vergroten of de gevolgen van zo'n ongeval kan verergeren; f) het gaat niet om een locatie die krachtens de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud erkend is, noch om een biologisch zeer waardevolle locatie zoals vermeld op de cartografische portaalsite van de Waalse Overheidsdienst; g) aan het einde van de periode keert het terrein terug in zijn oorspronkelijke staat. | x | x | |||
4.3 | Ten gevolge van een erkende natuurramp en gedurende hoogstens 24 maanden na de bekendmaking van het besluit houdende erkenning van de natuurramp, de tijdelijke plaatsing - op het openbaar domein - van commerciële installaties of installaties waar de activiteit van een zelfstandige of een onderneming wordt uitgeoefend, op voorwaarde dat de activiteit in de gemeente bestaat en verplaatst werd. De vergunning voor het gebruik van het openbaar domein wordt vooraf aangevraagd. Aan het einde van de periode keert het terrein terug in zijn oorspronkelijke staat. | x | x | |||
4.4 | Ten gevolge van een erkende natuurramp en gedurende hoogstens 24 maanden na de bekendmaking van het besluit houdende erkenning van de natuurramp, de tijdelijke plaatsing - op privédomein - van commerciële installaties of installaties waar de activiteit van een zelfstandige of een onderneming wordt uitgeoefend, met inbegrip van de bijbehorende parkeerplaatsen in open lucht, onder de volgende cumulatieve voorwaarden: a) het gaat om de verplaatsing van een activiteit die in de gemeente bestaat; b) het gaat om een gebied dat is bestemd voor bebouwing in de zin van artikel D.II.23; c) het gaat niet om een terrein of een gedeelte van een terrein dat blootgesteld is aan een risico in de zin van artikel D.IV.57, eerste lid, 3°, of dat blootgesteld is aan een risico van geconcentreerd afvloeiend water, namelijk een natuurlijke as van geconcentreerd afvloeiend water; d) het gaat niet om een terrein of deel van een terrein dat in de laatste vijf jaar overstroomd is geweest; e) het gaat niet om een terrein of deel van een terrein dat het risico op een zwaar ongeval in de zin van het decreet van het Waals Gewest van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning kan vergroten of de gevolgen van zo'n ongeval kan verergeren; f) het gaat niet om een locatie die krachtens de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud erkend is, noch om een biologisch zeer waardevolle locatie zoals vermeld op de cartografische portaalsite van de Waalse Overheidsdienst; g) aan het einde van de periode keert het terrein terug in zijn oorspronkelijke staat. | x | x | |||
4.5 | Ten gevolge van een erkende natuurramp en gedurende hoogstens 24 maanden na de bekendmaking van het besluit houdende erkenning van de natuurramp, de tijdelijke plaatsing - door of in opdracht van de gemeenten, de openbare centra voor maatschappelijk welzijn of de openbare huisvestingsmaatschappijen - van microwoningen met het oog op de huisvesting van de slachtoffers van die ramp, onder de volgende cumulatieve voorwaarden: a) het gaat om een gebied dat is bestemd voor bebouwing in de zin van artikel D.II.23; b) het gaat niet om een terrein of een deel van een terrein dat blootgesteld is aan een risico in de zin van artikel D.IV.57, eerste lid, 3°, of dat blootgesteld is aan een risico van geconcentreerd afvloeiend water, namelijk een natuurlijke as van geconcentreerd afvloeiend water; c) het gaat niet om een terrein of deel van een terrein dat in de laatste vijf jaar overstroomd is geweest; d) het gaat niet om een terrein of deel van een terrein dat het risico op een zwaar ongeval in de zin van het decreet van het Waals Gewest van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning kan vergroten of de gevolgen van zo'n ongeval kan verergeren; e) het gaat niet om een locatie die krachtens de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud erkend is, noch om een biologisch zeer waardevolle locatie zoals vermeld op de cartografische portaalsite van de Waalse Overheidsdienst; f) aan het einde van de periode keert het terrein terug in zijn oorspronkelijke staat. | x | x |
19 | De installatie van technische apparatuur voor de controle van waterlopen. | x | x | |||
20 | In gebieden die getroffen werden door een erkende natuurramp en op voorwaarde dat de werken op significante wijze zijn aangevat binnen een termijn van drie jaar na de bekendmaking van het besluit houdende erkenning van de natuurramp, handelingen en werken voor de heropbouw van bruggen, met inbegrip van de werken voor de dragende structuur, het herstel van rivieroevers of van het rivierbed van een waterloop of voor het herstel van stuwdammen en hun installaties, voor zover de lokalisatie van de installaties onveranderd blijft en maatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat de verschillende gebruikers ze kunnen blijven gebruiken. | x | x | |||
21 | In gebieden die getroffen werden door een erkende natuurramp en op voorwaarde dat de werken op significante wijze zijn aangevat binnen een termijn van drie jaar na de bekendmaking van het besluit houdende erkenning van de natuurramp, het slopen, herstellen of wederopbouwen van muren voor de bescherming van de oevers en andere kunstwerken die eigendom zijn van de beheerder van de niet-bevaarbare waterloop. | x | x |
7.1 | Ten gevolge van een erkende natuurramp en op voorwaarde dat de werken op significante wijze zijn aangevat binnen een termijn van drie jaar na de bekendmaking van het besluit houdende erkenning van de natuurramp, de plaatsing, verplaatsing, wijziging en vervanging van al dan niet ondergrondse riolerings-, vloeistof-, energie- en telecommunicatienetten en de bijbehorende elementen en bijbehorende uitrusting. | x | x |