11 MAART 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 juli 2001 betreffende de invulling van de beleidsorganen van de federale overheidsdiensten en betreffende de personeelsleden van de federale overheidsdiensten aangewezen om deel uit te maken van een kabinet van een lid van een Regering of van een College van een Gemeenschap of een Gewest
Art. 1-3
Artikel 1. In artikel 8 van het koninklijk besluit van 19 juli 2001 betreffende de invulling van de beleidsorganen van de federale overheidsdiensten en betreffende de personeelsleden van de federale overheidsdiensten aangewezen om deel uit te maken van een kabinet van een lid van een Regering of van een College van een Gemeenschap of een Gewest, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 19 juli 2003 en 27 april 2008, wordt het derde lid vervangen als volgt:
"Bij ontslag van de Regering of bij ontslag van een Regeringslid, stelt het betrokken Regeringslid voor de duur van twee jaar vanaf het ontslag een voltijdse equivalent ter beschikking van zijn uittredende voorganger die geen ministeriële functie meer uitoefent, binnen de perken van de daartoe toegekende budgettaire middelen en voor zover de voorganger minstens gedurende zes voorafgaande maanden de ministeriële functie heeft uitgeoefend.".
Art.2. De terbeschikkingstellingen overeenkomstig artikel 8, derde lid, van hetzelfde besluit, die van toepassing zijn op het ogenblik waarop dit besluit in werking treedt, nemen een einde bij de eerstvolgende algehele vernieuwing van de Kamer van volksvertegenwoordigers.
Art. 3. De Eerste Minister en de Minister bevoegd voor democratische vernieuwing, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.