Details





Titel:

23 DECEMBER 2021. - Koninklijk besluit houdende wijziging, wat de voorlopige bijdragen betreft, van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen



Inhoudstafel:


Art. 1-3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1967072702 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 11, § 3, zesde lid, van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, laatst gewijzigd bij de wet van 18 februari 2018, wordt vervangen als volgt :
  "Op basis van objectieve elementen mag het sociaal verzekeringsfonds waarbij de zelfstandige aangesloten is, hem, op zijn aanvraag, toestemming verlenen om in het bijdragejaar zelf voorlopig bijdragen te betalen gelijk aan deze die verschuldigd zouden zijn op basis van een inkomen zoals hierna vastgesteld :
  a) voor alle zelfstandigen die deel uitmaken van de bijdragecategorie bedoeld in artikel 12, § 1 : ofwel een bijdrage te betalen gelijk aan deze die verschuldigd is op basis van een inkomen vermeld in het tweede lid van artikel 12, § 1, indien ze aannemelijk maken dat hun inkomen van het bijdragejaar dit bedrag niet zal overschrijden ofwel een bijdrage te betalen gelijk aan deze die verschuldigd is op basis van een door de zelfstandige geschat inkomen dat hoger is dan het inkomen vermeld in het tweede lid van artikel 12, § 1, indien ze aannemelijk maken dat hun inkomen van het bijdragejaar het geschatte inkomen niet zal overschrijden;
  b) voor de meewerkende echtgenoten die deel uitmaken van de bijdragecategorie bedoeld in artikel 12, § 1ter : ofwel een bijdrage te betalen gelijk aan deze die op basis van een inkomen vermeld in het eerste lid van artikel 12, § 1ter verschuldigd is, indien ze aannemelijk maken dat hun inkomen van het bijdragejaar dit bedrag niet zal overschrijden ofwel een bijdrage te betalen gelijk aan deze die verschuldigd is op basis van een door de zelfstandige geschat inkomen dat hoger is dan het inkomen vermeld in het eerste lid van artikel 12, § 1ter indien ze aannemelijk maken dat hun inkomen van het bijdragejaar het geschatte inkomen niet zal overschrijden;
  c) voor de zelfstandigen die deel uitmaken van de bijdragecategorie bedoeld in artikel 12, § 2, en de zelfstandigen bedoeld in artikel 37 van het koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen : een bijdrage te betalen gelijk aan deze die op basis van een door de zelfstandige geschat inkomen verschuldigd is indien ze aannemelijk maken dat hun inkomen van het bijdragejaar het geschatte inkomen niet zal overschrijden;
  d) voor de zelfstandigen die deel uitmaken van de bijdragecategorie bedoeld in artikel 13, § 1 : een bijdrage te betalen gelijk aan deze die op basis van een door de zelfstandige geschat inkomen verschuldigd is, indien ze aannemelijk maken dat hun inkomen van het bijdragejaar het geschatte inkomen niet zal overschrijden;
  e) voor de student-zelfstandigen die deel uitmaken van de bijdragecategorie bedoeld in artikel 12bis : een bijdrage te betalen gelijk aan deze die op basis van een door de zelfstandige geschat inkomen verschuldigd is, indien zij aannemelijk kunnen maken dat hun inkomen van het bijdragejaar het geschatte inkomen niet zal overschrijden;
  f) voor de zelfstandigen die deel uitmaken van de bijdragecategorie bedoeld in artikel 12, § 1bis, voor de eerste vier kalenderkwartalen onderwerping: ofwel een bijdrage te betalen gelijk aan deze die verschuldigd is op basis van een inkomen vermeld in het eerste lid van artikel 12, § 1bis, indien ze aannemelijk maken dat hun inkomen van het bijdragejaar waarin één of meerdere van deze eerste vier kalenderkwartalen gelegen zijn dit bedrag niet zal overschrijden ofwel een bijdrage te betalen gelijk aan deze die verschuldigd is op basis van een door de zelfstandige geschat inkomen dat hoger is dan het inkomen vermeld in het eerste lid van artikel 12, § 1bis, indien ze aannemelijk maken dat hun inkomen van het bijdragejaar waarin één of meerdere van deze eerste vier kalenderkwartalen gelegen zijn, het geschatte inkomen niet zal overschrijden."

Art.2. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2022 en is van toepassing op de voorlopige bijdragen die verschuldigd zijn vanaf het eerste kwartaal van 2022.

Art. 3. De minister bevoegd voor Sociale Zaken en de minister bevoegd voor Zelfstandigen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.