20 JULI 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 juli 2002 betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen en de vergoeding van de houders van een offshore domeinconcessie in geval van onbeschikbaarheid van het Modular Offshore Grid
Art. 1-8
Artikel 1. In artikel 1, § 2, van het koninklijk besluit van 16 juli 2002 betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen en de vergoeding van de houders van een offshore domeinconcessie in geval van onbeschikbaarheid van het Modular Offshore Grid, laatst gewijzigd door het koninklijk besluit van 11 februari 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de punten 7° en 8° worden opgeheven;
2° artikel 1 wordt aangevuld met de punten 15° en 16°, luidende:
"15° "verslag ex ante": het verslag opgesteld door de netbeheerder met alle relevante gegevens met het oog op de evaluatie door de commissie van de kosten en, in voorkomend geval, de ontvangsten verbonden met de aankoopverplichting van groenestroomcertificaten voor het volgende boekjaar;
16° "verslag ex post": het verslag opgesteld door de netbeheerder met alle relevante gegevens met het oog op de vaststelling van kosten en, in voorkomend geval, de ontvangsten verbonden met de aankoopverplichting van groenestroomcertificaten voor het afgelopen boekjaar."
Art.2. In hetzelfde besluit wordt de titel van hoofdstuk II vervangen als volgt:
"Bijzondere bepalingen voor het toekennen van garanties van oorsprong en groenestroomcertificaten voor groene stroom geproduceerd door de installaties bedoeld in artikel 6 van de wet".
Art.3. In artikel 14, § 2, 2e lid van hetzelfde besluit worden de woorden "door middel van een toeslag op de tarieven bedoeld in artikel 12 van de wet" vervangen door de woorden "in overeenstemming met de nadere regels bepaald in artikel 21quinquies van de wet".
Art.4. In hetzelfde besluit wordt afdeling 2 van hoofdstuk 3 vervangen als volgt:
"Afdeling 2. Berekeningswijze van de kost in verband met de aankoopverplichting van groenestroomcertificaten
Art. 14bis. De kost in verband met de aankoopverplichting van groenestroomcertificaten volgens de nadere regels voorzien in afdeling 1 wordt vastgelegd met toepassing van de volgende formule:
Bt + Ct + Dt,
waarin:
"Bt" enerzijds overeenstemt met de raming van de kosten in verband met de aan- en verkoop van groenestroomcertificaten uitgereikt op basis van artikel 7, § 1 van de wet die de netbeheerder verplicht is van de groenestroomproducent die daarom verzoekt te kopen aan een minimumprijs die is vastgelegd in artikel 14, § 1, 2e lid, 1°, 1° bis, 1° ter en 3°, in de loop van het jaar t, en anderzijds met de raming van de eventuele kosten aan de hand van een voorschot en een aanvullend voorschot gestort in overeenstemming met artikel 14, § 1septies, in verhouding tot de aan- en verkoop van groenestroomcertificaten afgeleverd op basis van artikel 7, § 1 van de wet of het equivalent aan in aanmerking genomen geproduceerde energie voor de bepaling van het voorschot voorzien in artikel 14, § 1septies in de loop van het jaar t;
"Ct" de raming weergeeft van de kosten van de door de netbeheerder gedragen financiële lasten gedurende het jaar t met betrekking tot de in behandeling zijnde aankoop- en/of verkooptransacties van groenestroomcertificaten en tot de in behandeling zijnde voorschotten zoals bedoeld in artikel 14, § 1septies; deze kosten worden enerzijds geraamd door de som te maken van de maandelijkse verschillen tussen de schuldvorderingen en schulden op de balans van de netbeheerder die betrekking hebben op de verwerking van de groenestroomcertificaten en anderzijds door te verwijzen naar een forfaitaire rente gelijk aan de gemiddelde rente van de geleende fondsen van de netbeheerder voor het betreffende jaar zoals opgenomen in het meest recente door de commissie goedgekeurde tariefvoorstel, in overeenstemming met artikel 12, § 7 van de wet;
"Dt" overeenstemt met de kost van de administratieve lasten gedragen door de netbeheerder die berekend wordt door de som van de factoren At en Bt te vermenigvuldigen met een coëfficiënt van 0,3 %: het bedrag van deze vermeerdering Dt wordt begrensd op 100.000 euro per domeinconcessie die is toegekend krachtens artikel 6, § 1 van de wet vanaf het jaar waarin de houder van die concessie elektriciteit in het net injecteerde.
Art. 14ter. § 1. De commissie stelt haar ontwerp van raming van de kosten voor het jaar t zoals bedoeld in artikel 7, 1e lid van de wet op basis van het verslag ex ante van de netbeheerder en haar eigen gegevens op. De commissie legt dit ontwerp voor aan de netbeheerder die over veertien werkdagen beschikt.
§ 2. Het verslag ex ante bevat onder andere de verwachte aankoopprijs en, in voorkomend geval, de verwachte verkoopprijs van de groenestroomcertificaten in de loop van het jaar t en, in voorkomend geval, een raming van het bedrag van de maandelijkse voorschotten en bijkomende voorschotten die voor hetzelfde jaar verschuldigd zijn met toepassing van artikel 14, § 1septies.
Art. 14quater. De commissie maakt een ontwerp van te regulariseren saldo op dat overeenstemt met het verschil tussen de raming van de kost van de verplichting tot aankoop van de groenestroomcertificaten gemaakt in het jaar t-1 en de werkelijke kost van deze verplichting in de loop van het jaar t. Daarom baseert de commissie zich op het verslag ex post dat de netbeheerder heeft opgesteld en haar eigen gegevens. Om over te gaan tot de regularisatie deelt de netbeheerder de commissie eveneens de door zijn revisoren gecertificeerde bedragen zoals vermeld in artikel 14bis mee in zijn verslag ex post. De commissie legt dit ontwerp voor aan de netbeheerder die over veertien werkdagen beschikt om zijn opmerkingen te laten gelden."
Art.5. Voor de jaren 2022 en 2023 kan het bedrag bedoeld in artikel 4 vermeerderd worden met een term "At", die overeenstemt met de raming van de kosten in verband met de aankopen en de verkopen van groenestroomcertificaten die zijn uitgereikt op basis van decreten en ordonnanties voor elektriciteit tijdens het jaar t.
Art.6. De afdeling II ("Degressiviteit") van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.7. De bijlage van hetzelfde koninklijk besluit wordt opgeheven.
Art. 8. De minister bevoegd voor Energie is belast met de uitvoering van dit besluit.