15 MEI 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 december 1999 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de vergoeding die aan advocaten wordt toegekend in het kader van de juridische tweedelijnsbijstand en inzake de subsidie voor de kosten verbonden aan de organisatie van de bureaus voor juridische bijstand
Art. 1-2
Artikel 1. In het artikel 2 van het koninklijk besluit van 20 december 1999 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de vergoeding die aan advocaten wordt toegekend in het kader van de juridische tweedelijnsbijstand en inzake de subsidie voor de kosten verbonden aan de organisatie van de bureaus voor juridische bijstand, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 21 juli 2016 en 9 oktober 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in de bepaling onder 3° wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, luidende:
" In afwijking van het tweede lid wordt de waarde van het punt voor de uitbetaling van de prestaties voor het gerechtelijk jaar 2020-2021 in het kader van de juridische tweedelijnsbijstand vastgelegd op 81,23 euro.
2° in de Nederlandstalige versie worden de volgende woorden in de bepaling onder 4° "en stelt hij de waarde vast van één punt vast" vervangen door "en stelt hij de waarde vast van één punt.".
Art. 2. De minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.