1 APRIL 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 december 2021 tot vaststelling van de nadere regels betreffende het eenmalig forfait bedoeld in artikel 4 van de wet van 15 december 2021 houdende maatregelen in het licht van de hoge energieprijzen in 2021 en tot bekrachtiging van het koninklijk besluit van 22 december 2020 tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 maart 2003 tot bepaling van de andere regels betreffende de federale bijdrage tot financiering van sommige openbare dienstverplichtingen en van de kosten verbonden aan de regulering van en controle op de elektriciteitsmarkt (NOTA : bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding bij W2022-10-09/02, art. 5)
Art. 1-5
Artikel 1. In artikel 4 van het koninklijk besluit van 23 december 2021 tot vaststelling van de nadere regels betreffende het eenmalig forfait bedoeld in artikel 4 van de wet van 15 december 2021 houdende maatregelen in het licht van de hoge energieprijzen in 2021 en tot bekrachtiging van het koninklijk besluit van 22 december 2020 tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 maart 2003 tot bepaling van de andere regels betreffende de federale bijdrage tot financiering van sommige openbare dienstverplichtingen en van de kosten verbonden aan de regulering van en controle op de elektriciteitsmarkt, worden de woorden "31 mei 2022" telkens vervangen door de woorden "31 december 2022".
Art.2. In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid worden de woorden "30 april 2022" vervangen door de woorden "30 juni 2022";
2° het tweede lid wordt vervangen als volgt:
"Leveranciers kunnen in 2023 bij de commissie per aangetekende zending met ontvangstbewijs, samen met de aangifte van schuldvordering bedoeld in artikel 6 van het koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de elektriciteitsbedrijven en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan, een bijkomende aangifte van schuldvordering indienen met betrekking tot het resterende saldo van de kosten van de uitbetaling van het eenmalig forfait.";
3° in het derde lid, 2°, worden de woorden "krachtens artikel 2, § 2 en artikel 6, § 1" ingevoegd tussen het woord "CREG" en de woorden "en het positieve of negatieve saldo".
Art.3. In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a) in het eerste lid worden de woorden "31 mei 2022" vervangen door de woorden "31 juli 2022";
b) in het tweede lid worden de woorden "30 juni 2022" vervangen door de woorden "31 augustus 2022";
c) in het derde lid wordt de zin "Deze betaling wordt uitgevoerd als definitieve eindafrekening." opgeheven;
2° in paragraaf 2 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a) in het eerste lid worden de woorden "en vergelijkt zij deze met de aangifte bedoeld in artikel 5, eerste lid." ingevoegd tussen de woorden "het aangegeven saldo van de schuldvordering" en de woorden "De controle van het sociaal statuut";
b) in het eerste lid worden de woorden "op 31 juli 2022" vervangen door de woorden "binnen de dertig dagen";
c) in het tweede lid worden de woorden "31 augustus 2022" vervangen door de woorden "31 mei 2023".
Art.4. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 5. De minister bevoegd voor Economie en de minister bevoegd voor Energie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.