17 NOVEMBER 2022. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 05-12-2022 en tekstbijwerking tot 12-03-2024)
Art. 1-4
Artikel 1.In artikel 3 van het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques, een laatste keer gewijzigd door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 februari 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 2 wordt de tweede zin van het eerste lid die begint met de woorden "De aanschafprijs bedraagt" vervangen door de volgende zin:
"De aankoopprijs per kalenderjaar bedraagt 10 EUR bij de aanschaf van 1 tot 300 dienstencheques, en 12 EUR bij de aanschaf van 301 tot 500 dienstencheques.";
2° in paragraaf 2 wordt in het derde en vierde lid het getal "2000" telkens vervangen door het getal "1000";
3° in paragraaf 2 worden in het derde en vierde lid de woorden "van 9 EUR per dienstencheque: " telkens vervangen door de woorden "van 10 EUR per dienstencheque ";
3° in dezelfde paragraaf 2 worden het zesde en zevende lid geschrapt.
4° [1 ...]1
" § 5. De aankoopprijzen van de in dit artikel bedoelde dienstencheques worden jaarlijks op 1 januari geïndexeerd op basis van de schommelingen van het in artikel 8 genoemde indexcijfer van de consumptieprijzen.
Deze aankoopprijzen worden als volgt berekend:
Referteaankoopprijs (d.w.z. 10 EUR of 12 EUR) X nieuwe indexcijfer / oorspronkelijke indexcijfer.
Waarbij:
Het nieuwe indexcijfer = het indexcijfer van de consumptieprijzen dat geldt op 1 september van het voorbije jaar;
Het oorspronkelijke indexcijfer = het indexcijfer van de consumptieprijzen dat geldt op de eerste dag van de maand waarin deze bepaling in werking treedt.".
Wanneer de berekende bedragen een fractie van een cent bevatten, wordt naar beneden afgerond op twee tienden.".
----------
(1)<BESL 2024-02-22/14, art. 22, 002; Inwerkingtreding : 31-08-2024>
Art.2. In artikel 8, § 1, tweede lid van hetzelfde besluit, een laatste keer gewijzigd door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1 worden het tweede tot en met het vijfde lid als volgt vervangen:
"Het bedrag van deze tegemoetkoming is per dienstencheque, rekening houdend met regionale interventie van kracht op 1 (december) 2022, als volgt bepaald: (ERR van 22-12-2022, p. 98958)
a) 17,26 EUR voor de dienstencheques aangeschaft tegen de prijs van 10 EUR;
b) 15,26 EUR voor de dienstencheques aangeschaft tegen de prijs van 12 EUR.
Bij elke overschrijding van de spilindex, zoals bedoeld in de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld, wordt het bedrag bedoeld in het vorige lid verhoogd met 2% van 100% van de som van de aanschafprijs van de dienstencheque en de daaraan gekoppelde tegemoetkoming.
Telkens wanneer deze overschrijding zich voordoet, berekent het bestuur de nieuwe bedragen van de tegemoetkoming en deelt deze mee aan het uitgiftebedrijf, dat de bedragen van de aan de erkende ondernemingen verschuldigde terugbetalingen aanpast.
Wanneer het berekende bedrag een deel van een cent bevat, wordt het afgerond naar de hogere cent wanneer de derde decimaal gelijk is aan of hoger is dan vijf en naar de lagere cent wanneer de derde decimaal lager is dan vijf.
De verhoging wordt toegepast op elke dienstencheque die wordt aangekocht door de gebruiker vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de index het cijfer bereikt dat de wijziging rechtvaardigt en waarvoor de erkende onderneming een dienstencheque indient bij het uitgiftebedrijf. De datum van betaling door de gebruiker is de datum waarop de rekening van het uitgiftebedrijf gecrediteerd werd.";
2° in dezelfde paragraaf 1 worden lid zes tot en met acht geschrapt.
Art.3. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2023, met uitzondering van artikel 1, 4°, dat in werking treedt op 1 september 2024.
Art. 4. De minister van Tewerkstelling wordt belast met de uitvoering van dit besluit.