10 OKTOBER 2022. - Ministerieel besluit tot wijziging van artikel 1 en bijlage 1 en 2 van het ministerieel besluit van 3 mei 1999 tot vaststelling van minimumnormen voor het houden van zoogdieren in dierentuinen
Art. 1-5
Artikel 1. Aan artikel 1 van het ministerieel besluit van 3 mei 1999 tot vaststelling van minimumnormen voor het houden van zoogdieren in dierentuinen wordt een punt 7 toegevoegd, dat luidt als volgt:
"7. verrijking: verbeteren van de kwaliteit van de omgeving door stimuli toe te voegen of acties aan te bieden die resulteren in een meetbare verbetering in gedragsmatig, psychologisch of fysiologisch welzijn.".
Art.2. In bijlage 1 bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 18 maart 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in tabel I worden de rijen "Tachyglossus aculeatus" tot en met "Rousettus aegiptiacus" opgeheven;
2° in tabel I worden de rijen "Alopex lagopus" tot en met "Lutra lutra" opgeheven;
3° in tabel I worden de rijen "Meles meles" tot en met "Mustela furio" opgeheven;
4° in tabel I worden de rijen "Potos flavus" tot en met " Genetta sp." opgeheven;
5° in tabel I worden de rijen "Elephas maximus" tot en met "Myocastor coypus" opgeheven;
6° in tabel II worden de rijen "Panthera tigris" tot en met "Lutra lutra" opgeheven;
7° in tabel II wordt de rij "Ursus maritimus" opgeheven;
8° in tabel II worden de rijen "Fam. Tapiridae" tot en met "Fam. Castoridae" opgeheven.
Art.3. In bijlage 2 bij hetzelfde besluit, toegevoegd bij het ministerieel besluit van 18 maart 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in hoofdstuk 1 wordt punt 1 opgeheven;
2° in hoofdstuk 1 wordt een punt 3.5 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"3.5. Als er alleen in een binnenverblijf voorzien wordt, wordt er gezorgd voor natuurlijke stimuli die aangepast zijn aan de soort. Het gaat bijvoorbeeld om regen, wind, uv-licht, zonlicht en variatie van de temperatuur of een simulatie daarvan.";
3° in hoofdstuk 2, afdeling 1, tabel 1, worden aan de rijen "Pongo spec.", "Gorilla spec.", "Pan paniscus" en "Pan troglodytes" de bijzondere eis "q" toegevoegd;
4° in hoofdstuk 2, afdeling 1, tabel 2, wordt de rij
"
Manipuleerbare bodembedekking over ten minste 90% van de oppervlakte van het verblijf. | c |
Manipuleerbare bodembedekking over ten minste 90% van de minimumoppervlakte van het verblijf. | c |
Er moet voor deze soort een specifiek verrijkingsplan uitgewerkt en toegepast worden. | q |
Odobenus rosmarus | 3-4 | 400 | 3,5 op 87% van de vereiste oppervlakte van het bassin | 50 | c(8;4) d |
Odobenus rosmarus | 3-4 | 400 | 5 op 20% van de vereiste oppervlakte van het bassin | 50 | c(8;4) d - variatie aan diepten - ondiepe delen zijn minstens 1,5 m diep |
diersoort | aantal | <td colspan="4" valign="top">minimumafmetingen voor het aangegeven aantal dierenbijkomende oppervlakte per bijkomend dier | bijzondere eisen | |||||
buitenverblijf | binnenverblijf | |||||||
opper- vlakte (m2) | hoogte (m) | opper- vlakte (m2) | hoogte (m) | buiten (m2) | binnen (m2) | |||
Ailuropoda melanoleuca | 1 | 450 | aa c d dd g+ h(150) l nh(light) ns o on q ttt xxb xxc z1 | |||||
Ailurus fulgens | 1 | 40 | 3 | 20 | aa av(>1m) d g(n+1) g+ hh(200) nh(light) ttt | |||
Helarctos malayanus | 1 | 450 | 15 | aa c d dd e(20) g+ hh(150) l nh(light) ns on q ttt xxb xxc z1 | ||||
Melursus ursinus | 1 | 450 | 15 | aa c d dd e(10) g+ hh(150) l nh(light) ns on q ttt xxb xxc z1 | ||||
Nasua spec. | 4 | 80 | 2,5 | 10 | 2,5 | 25 | 2,5 | aaa d dd e(12) h s(bi) tt x |
Potos flavus | 2 | 40 | 2,5 | 10 | 2,5 | 20 | 5 | aaa d e(15) l s(bi) x |
Procyon lotor | 2 | 50 | 2,5 | 25 | aa d dd l on x | |||
Tremarctos ornatus | 1 | 450 | 15 | aa c d dd g+ hh(150) l nh(light) ns on q ttt xxb xxc z1 | ||||
Ursus americanus | 1 | 450 | aa c d dd g g+ hh(150) l nh(light) ns o q ttt xxb xxc z1 | |||||
Ursus arctos | 1 | 600 | aa c d dd g g+ hh(150) l nh(light) ns o q ttt xxb xxc z1 | |||||
Ursus maritimus | 1 | 1100 | av(>1m) c d dd go hh(100) l nh(light) ns o+ q ttt xxb xxc z2 z3 | |||||
Ursus thibetanus | 1 | 450 | aa c d dd g g+ hh(150) l nh(light) ns on q ttt xxb xxc z1 |
diersoort | aantal | bassin minimumafmetingen voor het aangegeven aantal dieren | bijkomende oppervlakte per bijkomend dier (m2) | bijzondere eisen | |
oppervlakte (m2) | diepte (m) | ||||
Ursus maritimus | 1 | 100 | 3 op 50% van de vereiste oppervlakte van het bassin | 100 | u |
aa | Uitgebreide vaste klimstructuur Alle dieren hebben op elk moment een klimstructuur ter beschikking. |
aaa | Klimmogelijkheid met beweeglijke elementen Alle dieren hebben op elk moment een klimstructuur ter beschikking. |
av(>1m) | Hoge vista (> 1 m). De dieren kunnen vanaf een verhoging in het verblijf uitkijken. De dieren kunnen minstens boven de hoofden van de bezoekers kijken en hebben de mogelijkheid om in de verte te kijken. Alle dieren hebben op elk moment een vista ter beschikking. |
c(...) | Graafmogelijkheden Waar dat van toepassing is, wordt de minimumdiepte tussen haakjes weergegeven in centimeter. |
d | Veerkrachtige bodem over vrijwel de volledige minimumoppervlakte van het verblijf. |
dd | Manipuleerbare bodembedekking over vrijwel de volledige minimumoppervlakte van het verblijf. |
e(...) | De dieren hebben permanent toegang tot een ruimte waarin de temperatuur niet daalt onder de temperatuur in graden Celsius die tussen haakjes is aangegeven. |
g(...) | Nestbox Alle dieren hebben op elk moment een nestbox ter beschikking. Waar dat van toepassing is, wordt het aantal nestboxen tussen haakjes weergegeven. |
go(...) | Nestbox die toegankelijk is via een kunstmatige buis of een zelfgegraven gang. Alle dieren hebben op elk moment een nestbox ter beschikking. Waar dat van toepassing is, wordt het aantal nestboxen tussen haakjes weergegeven. |
g+ | Geschikt nestmateriaal |
h(...) | Soortspecifieke rustplaats Alle dieren hebben op elk moment een soortspecifieke rustplaats ter beschikking. Waar dat van toepassing is, wordt het minimumaantal rustplaatsen tussen haakjes weergegeven. |
hh(...) | Soortspecifieke rustplaats op hoogte Alle dieren hebben op elk moment een soortspecifieke rustplaats ter beschikking. Waar dat van toepassing is, wordt de minimumhoogte van de bodem van de soortspecifieke rustplaats, gemeten vanaf de bodem van het verblijf, tussen haakjes weergegeven in centimeter. |
I(...) | Individueel slaaphok Voor elk dier is in een individueel slaaphok voorzien. Waar dat van toepassing is, wordt de minimumhoogte van de bodem van het individuele slaaphok, gemeten vanaf de bodem van het verblijf, tussen haakjes weergegeven in centimeter. |
nh(light) | De dieren hebben de mogelijkheid om soortgenoten en het publiek te mijden, en om zich te verstoppen. Er is begroeiing of structuur in het verblijf (bv. rotsen, constructie met boomstammen, dichte struiken ...). |
ns | Variatie in substraten (bv. rotsen, zand, gras) |
o | Waterbad dat voldoende groot is zodat alle volwassen dieren tegelijkertijd hun lichaam volledig kunnen onderdompelen. De oppervlakte van het waterbad is niet inbegrepen in de minimale oppervlakte van het verblijf. |
on | Ondiep waterbad dat voldoende groot is zodat alle volwassen dieren tegelijkertijd hun lichaam volledig kunnen onderdompelen. De oppervlakte van het waterbad is niet inbegrepen in de minimale oppervlakte van het verblijf. |
o+ | Bassin waarin de dieren kunnen zwemmen De oppervlakte van het bassin is niet inbegrepen in de minimale oppervlakte van het verblijf. Waar dat van toepassing is, worden de minimale afmetingen en watertemperatuur vastgelegd in tabel 2. |
q | Er moet voor deze soort een specifiek verrijkingsplan uitgewerkt en toegepast worden. |
s(bi) | Dieren kunnen ook volledig binnen gehouden worden als alle relevante stimuli worden gegeven (bv. klimatologisch). Als de dieren enkel binnen gehouden worden, is de totale minimale oppervlakte de som van de oppervlakte van het binnen- en buitenverblijf. |
tt | Mannelijke dieren kunnen tijdelijk in een geschikt verblijf van de groep afgezonderd worden als dat noodzakelijk is om het welzijn van alle dieren te garanderen. De noodzaak en de tijdelijkheid worden gedocumenteerd. |
ttt | Als de dieren compatibel zijn, mogen ze in groep gehouden worden. In dat geval wordt de minimale oppervlakte, vermeld in de kolom `minimumafmetingen voor het aangegeven aantal dieren', vermenigvuldigd met het aantal dieren. |
u | Het bassinwater bestaat uit natuurlijk of kunstmatig zeewater met een zoutgehalte van minimaal 22 ppt. |
x | De dieren hebben de mogelijkheid om soortgenoten en het publiek te mijden en om zich te verstoppen. Er is een visuele barrière. |
xxb | Individueel verblijf. Elk dier beschikt over een individueel verblijf dat voldoet aan de gestelde minimumoppervlaktes en bijzondere eisen. Dat kan verbonden worden met een ander verblijf als de dieren compatibel zijn. |
xxc | Gemeenschappelijk verblijf is mogelijk. Als elk individueel dier beschikt over meer dan twee keer het minimumoppervlak, is een gemeenschappelijk verblijf toegelaten. |
Z1 | De dieren hebben de mogelijkheid om op 10 meter van elkaar te zitten in het verblijf. |
Z2 | De dieren hebben de mogelijkheid om op 20 meter van elkaar te zitten in het verblijf. |
Z3 | Variatie in substraten met verschillende thermische kwaliteiten, ofwel creatie van microklimaten met verschillende temperaturen. Er moet een ruimte zijn waar de dieren toegang hebben tot maximaal 10 ° C. |
diersoort | aantal | <td colspan="4" valign="top">minimumafmetingen voor het aangegeven aantal dierenbijkomende oppervlakte per bijkomend dier | bijzondere eisen | |||||
buitenverblijf | binnenverblijf | |||||||
opper- vlakte (m2) | hoogte (m) | opper- vlakte (m2) | hoogte (m) | buiten (m2) | binnen (m2) | |||
Acinonyx jubatus | 1-2 | 500 | 3 | 10 | 2,5 | 200 | 10 | a av(>1m) d e(10) k l m nh(light) ns xx(2) |
Caracal caracal | 1 | 100 | 2,5 | 30 | 2,5 | a av(>1m) d e(18) k l nh(light) | ||
Felis chaus | 1 | 80 | 2,5 | a av(>1m) d k l nh(light) | ||||
Felis chaus (koudegevoelig) | 1 | 50 | 2,5 | 30 | 2,5 | a av(>1m) d e(18) k l nh(light) | ||
Felis silvestris | 1 | 80 | 2,5 | a av(>1m) d g k l nh | ||||
Felis silvestris (koudegevoelig) | 1 | 50 | 2,5 | 30 | 2,5 | a av(>1m) d e(15) k l nh | ||
Leopardus pardalis | 1 | 70 | 2,5 | 30 | 2,5 | aa av(>1m) d e(18) f k l nh(light) | ||
Leptailurus serval | 1 | 100 | 2,5 | 30 | 2,5 | a av(>1m) d e(18) k l nh(light) | ||
Lynx lynx | 1 | 150 | 3 | a av(>1m) d g hh(200) k l nh(light) | ||||
Lynx rufus | 1 | 100 | 2,5 | aa av(>1m) d k l nh(light) | ||||
Neofelis nebulosa | 1 | 30 | 3 | 30 | 2,8 | aa av(>1m) d e(18) f k l nh ns ttt | ||
Panthera leo | 2 | 750 | 5 | 40 | 2,5 | 150 | 20 | a av(>1m) d e(10) h k nh(light) ns q xxbin(2) |
Panthera onca | 1 | 200 | 3 | 10 | 2,8 | aa av(>1m) d dd e(10) f k l nh(light) o+ q ttt | ||
Panthera pardus | 1 | 200 | 3 | 2,8 | aa av(>1m) d hh k l nh ns q ttt | |||
Panthera pardus (koudegevoelig) | 1 | 200 | 3 | 10 | 2,8 | aa av(>1m) d e(15) f hh k l nh ns q ttt | ||
Ook binnen hh voorzien | ||||||||
Panthera tigris | 1 | 550 | 5 | a av(>1m) d dd g h k l nh(light) ns o+ q ttt | ||||
Panthera tigris (koudegevoelig) | 1 | 550 | 5 | 10 | 2,8 | a av(>1m) d dd e(15) k l nh(light) ns o+ q ttt xxbin(2) | ||
Prionailurus bengalensis | 1-2 | 50 | 3 | 30 | 2,5 | a av(>1m) d e(15) f h(n+1) k l(150) nh(light) o q | ||
Ook binnen l(150) voorzien | ||||||||
Puma concolor | 1 | 200 | 3 | aa av(>1m) d g k l nh(light) ttt | ||||
Uncia uncia | 1 | 200 | 3 | aa av(>1m) d g k l nh(light) q ttt |
diersoort | aantal | bassin minimumafmetingen voor het aangegeven aantal dieren | bijkomende oppervlakte per bijkomend dier (m2) | bijzondere eisen | |
oppervlakte (m2) | diepte (m) | ||||
Panthera onca | 1 | 30 | 1,20 | variatie aan diepten | |
Panthera tigris | 1 | 30 | 1,20 | variatie aan diepten | |
Panthera tigris (koudegevoelig) | 1 | 30 | 1,20 | variatie aan diepten |
a | Eenvoudige vaste klimstructuur Alle dieren hebben op elk moment een klimstructuur ter beschikking. |
aa | Uitgebreide vaste klimstructuur Alle dieren hebben op elk moment een klimstructuur ter beschikking. |
av(>1m) | Hoge vista (> 1m). De dieren kunnen vanaf een verhoging in het verblijf uitkijken. De dieren kunnen minstens boven de hoofden van de bezoekers kijken en hebben de mogelijkheid om in de verte te kijken. Alle dieren hebben op elk moment een vista ter beschikking. |
d | Veerkrachtige bodem over vrijwel de volledige minimumoppervlakte van het verblijf. |
dd | Manipuleerbare bodembedekking over vrijwel de volledige minimumoppervlakte van het verblijf. |
e(...) | De dieren hebben permanent toegang tot een ruimte waarin de temperatuur niet daalt onder de temperatuur in graden Celsius die tussen haakjes is aangegeven. |
f | Mogelijkheid tot soortspecifiek driedimensionaal gebruik van de ruimte |
g(...) | Nestbox Alle dieren hebben op elk moment een nestbox ter beschikking. Waar dat van toepassing is, wordt het aantal nestboxen tussen haakjes weergegeven. |
h(...) | Soortspecifieke rustplaats Alle dieren hebben op elk moment een soortspecifieke rustplaats ter beschikking. Waar dat van toepassing is, wordt het minimumaantal rustplaatsen tussen haakjes weergegeven. |
hh(...) | Soortspecifieke rustplaats op hoogte Alle dieren hebben op elk moment een soortspecifieke rustplaats ter beschikking. Waar dat van toepassing is wordt de minimumhoogte van de bodem van de soortspecifieke rustplaats, gemeten vanaf de bodem van het verblijf, tussen haakjes weergegeven in centimeter. |
k | Krabmogelijkheden/schuurmogelijkheden |
l(...) | Individueel slaaphok Voor elk dier is in een individueel slaaphok voorzien. Waar dat van toepassing is, wordt de minimumhoogte van de bodem van het individuele slaaphok, gemeten vanaf de bodem van het verblijf, tussen haakjes weergegeven in centimeter. |
m | De dieren kunnen tijdelijk apart gehouden worden, bijvoorbeeld bij incompatibiliteit en kweek. De noodzaak en de tijdelijkheid worden gedocumenteerd. |
nh | De dieren hebben de mogelijkheid om soortgenoten en het publiek te mijden en om zich te verstoppen. Er is begroeiing of structuur in het verblijf dat uitgebreide schuil- en verstopmogelijkheden biedt voor de dieren (bv. rotsen, constructie met boomstammen, netwerk van dichte struiken). |
nh(light) | De dieren hebben de mogelijkheid om soortgenoten en het publiek te mijden en om zich te verstoppen. Er is begroeiing of structuur in het verblijf (bv. rotsen, constructie met boomstammen, dichte struiken). |
ns | Variatie in substraten (bv. rotsen, zand, gras) |
o | Waterbad dat voldoende groot is zodat alle volwassen dieren tegelijkertijd hun lichaam volledig kunnen onderdompelen De oppervlakte van het waterbad is niet inbegrepen in de minimale oppervlakte van het verblijf. |
o+ | Bassin waarin de dieren kunnen zwemmen De oppervlakte van het bassin is niet inbegrepen in de minimale oppervlakte van het verblijf. Waar dat van toepassing is, worden de minimale afmetingen en de watertemperatuur vastgelegd in tabel 2. |
q | Er moet voor deze soort een specifiek verrijkingsplan uitgewerkt en toegepast worden. |
ttt | Als de dieren compatibel zijn, mogen ze in groep gehouden worden. In dat geval wordt de minimale oppervlakte, vermeld in de kolom `minimumafmetingen voor het aangegeven aantal dieren', vermenigvuldigd met het aantal dieren. |
xx(...) | Compartimentering van het binnen- en buitenverblijf. De minimumgroepsgrootte waarbij compartimentering van het verblijf noodzakelijk is, wordt tussen haakjes weergegeven. De minimale grootte van het kleinste compartiment is gelijk aan de minimale bijkomende oppervlakte per dier. Elk compartiment is altijd toegankelijk en heeft minstens twee bruikbare toegangen. |
xxbin(...) | Compartimentering van het binnenverblijf De minimumgroepsgrootte waarbij compartimentering van het verblijf noodzakelijk is, wordt tussen haakjes weergegeven. De minimale grootte van het kleinste compartiment is gelijk aan de minimale bijkomende oppervlakte per dier. Elk compartiment is altijd toegankelijk en heeft minstens twee bruikbare toegangen. |
diersoort | aantal | <td colspan="4" valign="top">minimumafmetingen voor het aangegeven aantal dierenbijkomende oppervlakte per bijkomend dier | bijzondere eisen | |||||
buitenverblijf | binnenverblijf | |||||||
opper- vlakte (m2) | hoogte (m) | opper- vlakte (m2) | hoogte (m) | buiten (m2) | binnen (m2) | |||
Acomys spec. | 4 | 3,0 | 0,50 | ccc dd e(20) g g+ h nh ooo | ||||
Apodemus sylvaticus | 2 | 1,5 | 1,0 | 0,50 | a c(20) ccc dd e(0) go g+ nh s(bu) | |||
Atherurus africanus | 2 | 20,0 | 10,0 | 10,0 | 5,00 | a ccc dd e(18) g+ nh | ||
Callosciurus erythraeus | 2 | 7,0 | 3,0 | 2,50 | aaa ccc d e(20) gh(150) g+ nh s(bu) | |||
Callosciurus prevostii | 2 | 7,0 | 3,0 | 1,75 | aaa ccc gh(150) g+ nh ooo | |||
Castor spec. | 2 | 40,0 | 2,0 | 6,0 | 0,50 | c(60) ccc go g+ nh o+ | ||
go: buis onder water | ||||||||
Cavia aperea | 2 | 5,0 | 0,50 | ccc d e(10) g g+ nh s(bu) | ||||
Cavia magna | 2 | 5,0 | 1,00 | ccc d e(10) g+ nh s(bu) | ||||
Chinchilla lanigera | 4 | 15,0 | 0,5 | a c(10) ccc e(17) g g+ h nh ooo s(bi) | ||||
Cricetomys spec. | 1 | 4,0 | 2,0 | 4,00 | a aa c(80) ccc dd e(15) go g+ nh ttt | |||
go: kunstmatige buis | ||||||||
Ctenodactylus gundi | 3 | 6,0 | 1,00 | a ccc d e(20) h nh | ||||
Cuniculus paca | 1 | 30,0 | 30,0 | c(80) ccc dd e(15) g go g+ h nh o ttt | ||||
Cuniculus taczanowskii | 1 | 30,0 | 30,0 | c(80) ccc dd e(15) g go g+ h nh o ttt | ||||
Cynomys ludovicianus | 4 | 35,0 | 6,0 | c(80) ccc dd go g+ nh ooo | ||||
Dasyprocta spec | 2 | 30,0 | 5,0 | 10,0 | 2,50 | ccc dd e(15) h nh ruw1 ruw2 | ||
Dolichotis patagonum | 3 | 70,0 | 10,0 | c(80) ccc dd e(10) h nh | ||||
Erethizon dorsatum | 1 | 30,0 | aa ccc e(0) g gh(150) l nh ruw2 ttt | |||||
Heterohyrax brucei | 3 | 10,5 | 2,5 | 10,5 | 2,5 | 2,0 | 2,00 | a ccc d e h nh |
Hydrochoeris hydrochaeris | 3 | 240,0 | 12,0 | 10,0 | 4,00 | ccc e(10) h o+ x | ||
Hydromys chrysogaster | 2 | 10,0 | 3,75 | c(50) ccc d dd e(18) go g+ nh o+ x | ||||
Hystrix africaeaustralis | 2 | 40,0 | 15,0 | c(80) ccc d dd e(18) g go g+ l s(bi) | ||||
Hystrix cristata | 2 | 50,0 | 18,0 | ccc d dd e(18) g go g+ h l s(bi) | ||||
Hystrix indica | 2 | 60,0 | 22,0 | c(20) ccc d dd e(18) g go g+ l s(bi) | ||||
Jaculus jaculus | 2 | 6,0 | 1,00 | c(40) ccc dd e(20) go g+ nh ooo | ||||
Lagostomus maximus | 4 | 60,0 | 3,0 | c(100) ccc d e(0) go g+ nh s(bi) | ||||
Lemniscomys barbarus | 2 | 2,0 | 0,75 | c(20) ccc dd e(20) g g+ nh | ||||
Lemniscomys zebra | 2 | 2,0 | 0,75 | c(20) ccc dd e(20) g g+ nh | ||||
Marmota bobak | 4 | 60,0 | 10,0 | c(80) ccc dd go nh | ||||
Marmota marmota | 4 | 60,0 | 10,0 | c(80) ccc dd go nh | ||||
Marmota monax | 1 | 20,0 | 20,0 | c(80) ccc dd go nh ttt | ||||
Meriones unguiculatus | 4 | 3,0 | 0,50 | c(40) ccc dd e(18) ggg go g+ nh ooo s(bu) | ||||
Mesocricetus auratus | 1 | 1,0 | c(40) ccc dd e(20) go g+ nh ooo s(bu) | |||||
Uitgebreide bewegingsmogelijk-heden, bv. tredwiel | ||||||||
Myocastor coypus | 4 | 35,0 | 6,0 | c(60) ccc dd e(0) go g+ n nh o+ | ||||
Myodes glareolus | 2 | 1,0 | 1,0 | 1,00 | a c(20) ccc dd e(0) go g+ nh s(bu) | |||
Octodon degus | 4 | 6,0 | 1,0 | a c(60) ccc dd g g+ nh ooo | ||||
Ondatra zibethicus | 2 | 8,0 | 3,0 | c(50) ccc d dd e(0) go g+ nh o+ s(bi) | ||||
Pedetes capensis | 1 | 4,0 | 4,0 | 4,0 | 4,00 | c(80) ccc d e(18) go l nh | ||
Phloeomys pallidus | 2 | 9,0 | 3,0 | 3,00 | aa ccc d e(20) gh(150) g+ nh | |||
Phodopus campbelli | 2 | 1,0 | 0,20 | c(20) ccc dd e(20) go g+ nh ooo s(bu) | ||||
Phodopus roborovskii | 2 | 0,5 | 0,20 | c(20) ccc dd e(20) go g+ nh ooo s(bu) | ||||
Rattus norvegicus | 4 | 4,0 | 2,0 | 0,75 | aa c(50) ccc dd e(5) go g+ nh o s(bu) | |||
Rattus rattus | 4 | 3,5 | 3,0 | 0,50 | aa aaa c(20) ccc dd e(5) go g+ nh s(bu) | |||
Sciurus carolinensis | 3 | 13,5 | 3,0 | 3,0 | aaa ccc gh(150) g+ nh ooo | |||
Sciurus lis | 1 | 7,5 | 3,0 | 2,5 | aaa ccc d gh(150) g+ nh ooo ttt | |||
Sciurus vulgaris | 1 | 7,5 | 3,0 | 2,5 | aaa ccc d gh(150) g+ nh ooo ttt | |||
Tamias sibiricus | 1 | 1,5 | 2,0 | 1,5 | aaa c(30) ccc dd gh(100) go g+ nh ooo ttt | |||
Tamias striatus | 1 | 1,7 | 3,0 | 3,0 | 1,7 | 0,50 | aaa c(30) ccc dd e(0) gh(100) go g+ nh ooo ttt |
diersoort | aantal | bassin minimumafmetingen voor het aangegeven aantal dieren | bijkomende oppervlakte per bijkomend dier (m2) | bijzondere eisen | |
oppervlakte (m2) | diepte (m) | ||||
Castor spec. | 2 | 60 | 0,5 | 20 | Bassin minimum 3m breed |
Hydrochoeris hydrochaeris | 3 | 6 | 0,5 | 2 | |
Hydromys chrysogaster | 2 | 2 | 1,5 | ||
Myocastor coypus | 4 | 40 | |||
Ondatra zibethicus | 2 | 4 | Bassin minimaal 1/3 van het verblijf |
a | Eenvoudige vaste klimstructuur Alle dieren hebben op elk moment een klimstructuur ter beschikking. |
aa | Uitgebreide vaste klimstructuur Alle dieren hebben op elk moment een klimstructuur ter beschikking. |
aaa | Klimmogelijkheid met beweeglijke elementen Alle dieren hebben op elk moment een klimstructuur ter beschikking. |
c(...) | Graafmogelijkheden Waar dat van toepassing is, wordt de minimumdiepte tussen haakjes weergegeven in centimeter. |
ccc | Knaagmogelijkheden |
d | Veerkrachtige bodem over vrijwel de volledige minimumoppervlakte van het verblijf |
dd | Manipuleerbare bodembedekking over vrijwel de volledige minimumoppervlakte van het verblijf |
e(...) | De dieren hebben permanent toegang tot een ruimte waarin de temperatuur niet daalt onder de temperatuur in graden Celsius die tussen haakjes is aangegeven. |
g(...) | Nestbox Alle dieren hebben op elk moment een nestbox ter beschikking. Waar dat van toepassing is, wordt het aantal nestboxen tussen haakjes weergegeven. |
go(...) | Nestbox die toegankelijk is via een kunstmatige buis of zelfgegraven gang. Alle dieren hebben op elk moment een nestbox ter beschikking. Waar dat van toepassing is, wordt het aantal nestboxen tussen haakjes weergegeven. |
gh(...) | Hok op hoogte Alle dieren hebben op elk moment een hok op hoogte ter beschikking. Waar dat van toepassing is, wordt de minimumhoogte van de bodem van het hok op hoogte, gemeten vanaf de standplaats van de bezoekers, tussen haakjes weergegeven in centimeter. |
g+ | Geschikt nestmateriaal |
ggg | Tunnel (eventueel zelf gegraven) |
h(...) | Soortspecifieke rustplaats Alle dieren hebben op elk moment een soortspecifieke rustplaats ter beschikking. Waar dat van toepassing is, wordt het minimumaantal rustplaatsen tussen haakjes weergegeven. |
l(...) | Individueel slaaphok Voor elk dier is in een individueel slaaphok voorzien. Waar dat van toepassing is, wordt de minimumhoogte van de bodem van het individuele slaaphok, gemeten vanaf de bodem van het verblijf, tussen haakjes weergegeven in centimeter. |
n(...) | Slaaphok Alle dieren hebben op elk moment een slaaphok ter beschikking. Waar dat van toepassing is, wordt de minimumhoogte van de bodem van het slaaphok, gemeten vanaf de bodem van het verblijf, tussen haakjes weergegeven in centimeter. |
nh | De dieren hebben de mogelijkheid om soortgenoten en het publiek te mijden en om zich te verstoppen. Er is begroeiing of structuur in het verblijf dat uitgebreide schuil- en verstopmogelijkheden biedt voor de dieren (bv. rotsen, constructie met boomstammen, netwerk van dichte struiken). |
o | Waterbad dat voldoende groot is zodat alle volwassen dieren tegelijkertijd hun lichaam volledig kunnen onderdompelen De oppervlakte van het waterbad is niet inbegrepen in de minimale oppervlakte van het verblijf. |
ooo | Stofbad |
o+ | Bassin waarin de dieren kunnen zwemmen De oppervlakte van het bassin is niet inbegrepen in de minimale oppervlakte van het verblijf. Waar dat van toepassing is, worden de minimale afmetingen en de minimale watertemperatuur vastgelegd in tabel 2. |
ruw1 | Het verblijf wordt ingericht zodat dieren niet meer dan 6 uur zonder ruwvoeder zitten. |
ruw2 | Het verblijf wordt ingericht met meerdere voederplaatsen zodat ruwvoeder en/of browse gelijktijdig voor alle dieren ter beschikking is. |
s(bi) | Dieren kunnen ook volledig binnen gehouden worden als alle relevante stimuli worden gegeven (bv. klimatologisch). Als de dieren enkel binnen gehouden worden, is de totale minimale oppervlakte de som van de oppervlakte van het binnen- en buitenverblijf. |
s(bu) | Dieren kunnen ook volledig buiten gehouden worden als in voldoende schuilmogelijkheden wordt voorzien. Als de dieren enkel buiten gehouden worden, is de totale minimale oppervlakte de som van de oppervlakte van het binnen- en het buitenverblijf. |
ttt | Als de dieren compatibel zijn, mogen ze in groep gehouden worden. In dat geval wordt de minimale oppervlakte, vermeld in de kolom `minimumafmetingen voor het aangegeven aantal dieren', vermenigvuldigd met het aantal dieren. |
x | De dieren hebben de mogelijkheid om soortgenoten en het publiek te mijden en om zich te verstoppen. Er is een visuele barrière. |
diersoort | aantal | <td colspan="4" valign="top">minimumafmetingen voor het aangegeven aantal dierenbijkomende oppervlakte per bijkomend dier | bijzondere eisen | |||||
buitenverblijf | binnenverblijf | |||||||
opper- vlakte (m2) | hoogte (m) | opper- vlakte (m2) | hoogte (m) | buiten (m2) | binnen (m2) | |||
Addax nasomaculatus | 3 | 800 | 24 | 200 | 8 | d ddd e(12) k ooo ruw1 ruw2 x xxu | ||
Aepyceros melampus | 8 | 1000 | 40 | 100 | 5 | d ddd e(12) k ooo ruw1 ruw2 x xxu | ||
Alces alces | 1 | 1000 | 1000 | d ddd HH k o ooo ruw1 ruw2 ttt x | ||||
Ammotragus lervia | 3 | 500 | 125 | aa ddd k ooo ruw1 ruw2 | ||||
Antidorcas marsupialis | 8 | 1000 | 50 | 100 | 6 | d ddd e(12) k ooo ruw1 ruw2 x xxu | ||
Antilope cervicapra | 3 | 600 | 18 | 125 | 6 | d ddd e(12) k ooo ruw1 ruw2 x xxu | ||
Axis axis | 3 | 1000 | 15 | 150 | 5 | d ddd e(8) HH k ooo ruw1 ruw2 tt x xxu | ||
Bison bison | 3 | 1100 | 300 | d ddd k ooo ruw1 ruw2 x | ||||
Bison bonasus | 3 | 1100 | 300 | d ddd k ooo ruw1 ruw2 x | ||||
Bos frontalis | 3 | 1100 | 60 | 300 | 20 | d ddd e(10) k ooo ruw1 ruw2 x xxu | ||
Bos grunniens | 3 | 1000 | 250 | d ddd k ooo ruw1 ruw2 x | ||||
Bos javanicus | 3 | 1100 | 60 | 330 | 20 | d ddd e(10) k ooo ruw1 ruw2 x xxu | ||
Boselaphus tragocamelus | 3 | 800 | 30 | 200 | 10 | d ddd e(12) k ooo ruw1 ruw2 x xxu | ||
Bubalus bubalis | 3 | 1000 | 30 | 250 | 10 | d ddd e(0) k o ooo ruw1 ruw2 x xxu | ||
Bubalus depressicornis | 1 | 300 | 10 | 300 | 10 | d ddd e(10) k nh(light) ooo ruw1 ruw2 ttt | ||
Budorcas taxicolor | 3 | 1000 | 150 | aa ddd k ooo ruw1 ruw2 tt | ||||
Camelus bactrianus dom | 3 | 1000 | 250 | d ddd k ooo ruw1 ruw2 x | ||||
Camelus dromedarius dom | 3 | 1000 | 250 | d ddd k ooo ruw1 ruw2 x | ||||
Capra falconeri | 3 | 500 | 100 | aa ddd k nh(light) ooo ruw1 ruw2 | ||||
Capra ibex | 3 | 400 | 50 | aa ddd k ooo ruw1 ruw2 | ||||
Capra nubiana | 3 | 400 | 50 | aa ddd k ooo ruw1 ruw2 x | ||||
Capreolus capreolus | 2 | 1000 | 250 | d ddd k nh ooo ruw1 ruw2 | ||||
Cephalophus natalensis | 1 | 100 | 3 | 100 | 3 | d ddd e(12) k nh ooo ruw1 ruw2 ttt | ||
Ceratotherium simum | 2 | 2000 | 120 | 1000 | 60 | d db ddd e(18) k nh(light) oo ooo ruw1 ruw2 tt xxu | ||
Cervus elaphus canadensis | 3 | 1200 | 200 | d ddd HH k ooo ruw1 ruw2 tt x | ||||
Cervus elaphus elaphus | 3 | 1000 | 150 | d ddd HH k ooo ruw1 ruw2 tt x | ||||
Cervus elaphus hippelaphus | 3 | 1000 | 150 | d ddd HH k ooo ruw1 ruw2 tt x | ||||
Cervus nippon | 3 | 1000 | 150 | d ddd k nh(light) ooo ruw1 ruw2 tt | ||||
Cervus nippon pseudaxis | 3 | 1000 | 15,00 | 150 | 5,00 | d ddd e(8) k nh(light) ooo ruw1 ruw2 tt xxu | ||
Connochaetes spec. | 3 | 1000 | 45 | 330 | 15 | d ddd e(12) k ooo ruw1 ruw2 tt x xxu | ||
Dama dama | 3 | 1000 | 150 | d ddd HH k nh(light) ooo ruw1 ruw2 tt | ||||
Damaliscus pygargus | 3 | 800 | 24 | 200 | 8 | d ddd e(12) k ooo ruw1 ruw2 tt x xxu | ||
Elaphurus davidianus | 3 | 1000 | 150 | d ddd HH k ooo ruw1 ruw2 x | ||||
Elephas maximus *Subadulte bul (< 12 jaar) | 2 | 2000 | 160 | 500 | 80 | d dd ddd db e(15) k nh(light) o oo ooo p q ruw1 ruw2 ruw3 xxbin(n+1) | ||
- k: schuurmo-gelijkheden - nh(light): stevige structuren, zoals rotsen, boom-stronken - o: waterbad met meerdere glooiende in- en uitgangen - mani-puleerbare objecten | ||||||||
Elephas maximus *Adulte bul (≥ 12 jaar) | 1 | 1000 | 160 | 1000 | 160 | d dd ddd db e(15) k nh(light) o oo ooo p q ruw1 ruw2 ruw3 w'' | ||
- k: schuurmo-gelijkheden - nh(light): stevige structuren, zoals rotsen, boom-stronken - o: waterbad met meerdere glooiende in- en uitgangen - mani-puleerbare objecten | ||||||||
Elephas maximus *Vrouwelijke olifanten *Gemengde groep | 4 | 3000 | 320 | 500 | 80 | d dd ddd db e(15) k nh(light) o oo ooo p q ruw1 ruw2 ruw3 xxu | ||
- k: schuurmo-gelijkheden - nh(light): stevige structuren, zoals rotsen, boom-stronken - o: waterbad met meerdere glooiende in- en uitgangen - mani-puleerbare objecten | ||||||||
Gazella spec. | 3 | 600 | 18 | 125 | 6 | d ddd e(15) k ooo ruw1 ruw2 x xxu | ||
Giraffa camelopardalis | 3 | 1500 | 115 | 350 | 30 | d ddd e(18) k ooo q ruw1 ruw2 ruw3 x xxu | ||
Hemitragus jemlahicus | 3 | 400 | 50 | aa ddd k ooo ruw1 ruw2 ruw3 | ||||
Hexaprotodon liberiensis | 1 | 150 | 30 | 150 | 30 | d db e(18) k oo ooo o+(18) ruw2 ttt x | ||
Hippopotamus amphibius | 2 | 700 | 100 | 125 | 50 | d ddd db e(18) k ooo o+ ruw2 x xxu | ||
- De `sprongenregel' (bijlage 2, hoofdstuk 1, 4.1) is niet van toepassing. | ||||||||
Hippotragus niger | 3 | 1000 | 45 | 330 | 15 | d ddd e(12) k o ooo ruw1 ruw2 x xxu | ||
Kobus ellipsiprymnus | 3 | 1000 | 30 | 330 | 10 | d ddd e(12) k o ooo ruw1 ruw2 x xxu | ||
Kobus leche | 3 | 800 | 24 | 200 | 8 | d ddd e(12) k o ooo ruw1 ruw2 x xxu | ||
Kobus megaceros | 3 | 800 | 24 | 200 | 8 | d ddd e(12) k o ooo ruw1 ruw2 x xxu | ||
Lama glama | 3 | 500 | 125 | d ddd k ooo ruw1 ruw2 tt x | ||||
Lama guanicoe | 3 | 550 | 125 | d ddd k ooo ruw1 ruw2 tt x | ||||
Loxodonta africana * Subadulte bul (< 12 jaar) | 2 | 2000 | 160 | 500 | 80 | d dd ddd db e(15) k nh(light) o oo ooo p q ruw1 ruw2 ruw3 xxbin(n+1) | ||
- k: schuurmo-gelijkheden - nh(light): stevige structuren, zoals rotsen, boom-stronken - o: waterbad met meerdere glooiende in- en uitgangen - mani-puleerbare objecten | ||||||||
Loxodonta africana *Adulte bul (≥ 12 jaar) | 1 | 1000 | 160 | 1000 | 160 | d dd ddd db e(15) k nh(light) o oo ooo p q ruw1 ruw2 ruw3 w'' | ||
- k: schuurmo-gelijkheden - nh(light): stevige structuren, zoals rotsen, boom-stronken - o: waterbad met meerdere glooiende in- en uitgangen - mani-puleerbare objecten | ||||||||
Loxodonta africana *Vrouwelijke olifanten *Gemengde groep | 4 | 3000 | 320 | 500 | 80 | d dd ddd db e(15) k nh(light) o oo ooo p q ruw1 ruw2 ruw3 xxu | ||
- k: schuurmo-gelijkheden - nh(light): stevige structuren, zoals rotsen, boom-stronken - o: waterbad met meerdere glooiende in- en uitgangen - mani-puleerbare objecten | ||||||||
Madoqua guentheri | 2 | 100 | 10 | 50 | 5 | d ddd e(16) k nh ooo ruw1 ruw2 ruw3 | ||
Madoqua kirkii | 2 | 100 | 10 | 50 | 5 | d ddd e(16) k nh ooo ruw1 ruw2 ruw3 | ||
Muntiacus muntjak | 2 | 300 | d ddd k nh(light) ooo ruw1 ruw2 ruw3 | |||||
Muntiacus reevesi | 2 | 200 | d ddd k nh(light) ooo ruw1 ruw2 ruw3 | |||||
Okapia johnstoni | 1 | 400 | 35 | 400 | 35 | d ddd e(18) k nh(light) ooo ruw1 ruw2 ruw3 ttt xxu | ||
Oreamnos americanus | 3 | 500 | 100 | aa ddd k ooo ruw1 ruw2 | ||||
Oryx spec. | 3 | 1000 | 45 | 330 | 15 | d ddd e(12) k ooo ruw1 ruw2 x xxu | ||
Ovibos moschatus | 3 | 1100 | 330 | d ddd k ooo ruw1 ruw2 x tt | ||||
- k: krabmogelijkheden | ||||||||
Ovis aries *niet gedomesticeerd | 3 | 400 | 50 | aa ddd k ooo ruw1 ruw2 | ||||
Ovis canadensis | 3 | 500 | 100 | aa ddd k ooo ruw1 ruw2 | ||||
Pudu puda | 1 | 100 | 3 | 100 | 3 | d ddd e(0) k nh ooo ruw1 ruw2 ttt | ||
Rangifer tarandus | 4 | 2000 | 250 | d ddd HH k ooo ruw1 ruw2 | ||||
Rhinoceros unicornis | 1 | 800 | 60 | d ddd db e(18) k oo ooo o+ ruw1 ruw2 x | ||||
Rucervus duvaucelii | 3 | 1000 | 150 | d ddd HH k ooo ruw1 ruw2 x | ||||
Rupicapra rupicapra | 3 | 400 | 50 | aa ddd k ooo ruw1 ruw2 tt | ||||
Syncerus caffer caffer | 3 | 1100 | 60 | 300 | 20 | d ddd e(10) k ooo ruw1 ruw2 x xxu | ||
Tapirus indicus | 1 | 350 | 30 | 350 | 30 | d ddd db e(18) k nh oo ooo o+ ruw2 ruw3 ttt | ||
Tapirus terrestris | 1 | 250 | 25 | 250 | 25 | d ddd db e(18) k nh(light) oo ooo o+ ruw2 ruw3 ttt | ||
Taurotragus oryx | 3 | 1000 | 45 | 330 | 15 | d ddd e(12) k ooo ruw1 ruw2 x xxu | ||
Tragelaphus angasii | 3 | 800 | 24 | 200 | 8 | d ddd e(12) k nh(light) ooo ruw1 ruw2 ruw3 xxu | ||
Tragelaphus eurycerus eurycerus | 3 | 1000 | 30 | 330 | 15 | d ddd e(14) k nh(light) ooo ruw1 ruw2 ruw3 xxu | ||
Tragelaphus eurycerus isaaci | 2 | 700 | 30 | 300 | 15 | d ddd e(14) k nh(light) ooo ruw1 ruw2 ruw3 xxu | ||
Tragelaphus spekii | 2 | 500 | 16 | 200 | 8 | d ddd e(12) k o ooo ruw1 ruw2 ruw3 x xxu | ||
Tragelaphus strepsiceros | 3 | 1000 | 45 | 330 | 15 | d ddd e(12) k nh(light) ooo ruw1 ruw2 ruw3 xxu | ||
Tragulus javanicus | 2 | 10 | 20 | 5 | 10 | d ddd e(20) k nh ooo ruw1 ruw2 ruw3 | ||
Tragulus nigricans | 2 | 10 | 25 | 5 | 10 | d ddd e(20) k nh ooo ruw1 ruw2 ruw3 | ||
Vicugna pacos | 3 | 500 | 125 | d ddd k ooo ruw1 ruw2 tt x | ||||
Vicugna vicugna | 3 | 550 | 125 | d ddd k ooo ruw1 ruw2 tt x |
diersoort | aantal | <td colspan="6" valign="top">bassinbijzondere eisen | ||||||
<td colspan="3" valign="top">buiten <td colspan="3" valign="top">binnen | ||||||||
opper- vlakte (m2) | diepte (m) | bijko-mende opper-vlakte per bijko-mend dier (m2) | opper- vlakte (m2) | diepte (m) | bijko-mende opper-vlakte per bijko-mend dier (m2) | |||
Hexaprotodon liberiensis | 1 | 15 | 15 | 15 | 15 | - Alle dieren hebben op elk moment toegang tot een waterbassin met een temperatuur van minstens 18° C. - De `sprongenregel' (bijlage 2, hoofdstuk 1, 4.1) is niet van toepassing. | ||
Hippopotamus amphibius | 2 | 700 | 0,6 à 1 op 50% van de ve-reiste opper-vlakte van het bassin | 100 | 100 | 0,6 à 1 op 50% van de ve-reiste opper-vlakte van het bassin | 50 | - Het bassin moet delen van minimaal 1,5 m diep bevatten (over een oppervlakte van 25 m2 van het bassin). - De diepteverschillen, inclusief in- en uitgangen, zijn glooiend. - Alle dieren hebben op elk moment toegang tot een waterbassin met een temperatuur van minstens 16 ° C. - De `sprongenregel' (bijlage 2, hoofdstuk 1, 4.1) is niet van toepassing. |
Rhinoceros unicornis | 1 | 10 | 0,8 à 0,9 op 50% van de ve-reiste opper-vlakte van het bassin | 10 | 0,8 à 0,9 op 50% van de ve-reiste opper-vlakte van het bassin | - Het bassin moet delen van maximaal 1,5 m diep bevatten. - De diepteverschillen, inclusief in- en uitgangen, zijn glooiend. - Alle dieren hebben op elk moment toegang tot een waterbassin met een temperatuur van minstens 18 ° C. - De `sprongenregel' (bijlage 2, hoofdstuk 1, 4.1) is niet van toepassing. | ||
Tapirus indicus | 1 | 10 | 1,2 | 10 | 10 | 1,2 | 10 | - Alle dieren hebben op elk moment toegang tot een waterbassin met een temperatuur van minstens 18 ° C. - De `sprongenregel' (bijlage 2, hoofdstuk 1, 4.1) is niet van toepassing. |
Tapirus terrestris | 1 | 10 | 1,2 | 10 | 10 | 1,2 | 10 | - Alle dieren hebben op elk moment toegang tot een waterbassin met een temperatuur van minstens 18 ° C. - De `sprongenregel' (bijlage 2, hoofdstuk 1, 4.1) is niet van toepassing. |
aa | Uitgebreide vaste klimstructuur Alle dieren hebben op elk moment een klimstructuur ter beschikking. |
d | Veerkrachtige bodem over vrijwel de volledige minimumoppervlakte van het verblijf |
db | Veerkrachtige bodem over vrijwel de volledige minimumoppervlakte van het binnenverblijf |
dd | Manipuleerbare bodembedekking over vrijwel de volledige minimumoppervlakte van het verblijf |
ddd | Abrasieve ondergrond over een klein deel van de minimumoppervlakte van het verblijf |
e(...) | De dieren hebben permanent toegang tot een ruimte waarin de temperatuur niet daalt onder de temperatuur in graden Celsius die tussen haakjes is aangegeven. |
HH | Toevluchtsoord voor vrouwelijke dieren |
k | Krabmogelijkheden/schuurmogelijkheden |
nh | De dieren hebben de mogelijkheid om soortgenoten en het publiek te mijden en om zich te verstoppen. Er is begroeiing of structuur in het verblijf dat uitgebreide schuil- en verstopmogelijkheden biedt voor de dieren (bv. rotsen, constructie met boomstammen, netwerk van dichte struiken). |
nh(light) | De dieren hebben de mogelijkheid om soortgenoten en het publiek te mijden en om zich te verstoppen. Er is begroeiing of structuur in het verblijf (bv. rotsen, constructie met boomstammen, dichte struiken). |
o | Waterbad dat voldoende groot is zodat alle volwassen dieren tegelijkertijd hun lichaam volledig kunnen onderdompelen De oppervlakte van het waterbad is niet inbegrepen in de minimale oppervlakte van het verblijf. |
oo | Modderbad |
ooo | Stofbad |
o+ | Bassin waarin de dieren kunnen zwemmen De oppervlakte van het bassin is niet inbegrepen in de minimale oppervlakte van het verblijf. Waar dat van toepassing is, worden de minimale afmetingen en de minimale watertemperatuur vastgelegd in tabel 2. |
p | Douchemogelijkheden |
q | Er moet voor deze soort een specifiek verrijkingsplan uitgewerkt en toegepast worden. |
ruw1 | Het verblijf wordt ingericht zodat dieren niet meer dan 6 uur zonder ruwvoeder zitten. |
ruw2 | Het verblijf wordt ingericht met meerdere voederplaatsen zodat ruwvoeder en/of browse gelijktijdig voor alle dieren ter beschikking is. |
ruw3 | Het verblijf wordt ingericht met meerdere voederplaatsen op hoogte zodat ruwvoeder dagelijks op boom- of struikhoogte aangeboden kan worden. |
tt | Mannelijke dieren kunnen tijdelijk in een geschikt verblijf van de groep afgezonderd worden als dat noodzakelijk is om het welzijn van alle dieren te garanderen. De noodzaak en de tijdelijkheid worden gedocumenteerd. |
ttt | Als de dieren compatibel zijn, mogen ze in groep gehouden worden. In dat geval wordt de minimale oppervlakte, vermeld in de kolom `minimumafmetingen voor het aangegeven aantal dieren', vermenigvuldigd met het aantal dieren. |
w'' | Als de dieren compatibel zijn, mogen ze met twee of meer gehouden worden. In dat geval moet er in evenveel gelinkte, opsplitsbare verblijven voorzien worden, die allemaal voldoen aan de normen, als het aantal gehouden dieren. |
x | De dieren hebben de mogelijkheid om soortgenoten en het publiek te mijden en om zich te verstoppen. Er is een visuele barrière. |
xxbin(...) | Compartimentering van het binnenverblijf De minimumgroepsgrootte waarbij compartimentering van het verblijf noodzakelijk is, wordt tussen haakjes weergegeven. De minimale grootte van het kleinste compartiment is gelijk aan de minimale bijkomende oppervlakte per dier. Elk compartiment is altijd toegankelijk en heeft minstens twee bruikbare toegangen. |
xxu | Bij een groepsgrootte van twee of meer dieren moeten er minstens twee compartimenten aanwezig zijn in het binnenverblijf of structuren die zorgen voor terugtrekmogelijkheden. De minimale grootte van het kleinste compartiment is gelijk aan de minimale bijkomende oppervlakte per dier. Elk compartiment is altijd toegankelijk en heeft minstens twee bruikbare toegangen. |
diersoort | aantal | <td colspan="4" valign="top">minimumafmetingen voor het aangegeven aantal dierenbijkomende oppervlakte per bijkomend dier | bijzondere eisen | |||||
buitenverblijf | binnenverblijf | |||||||
opper- vlakte (m2) | hoogte (m) | opper- vlakte (m2) | hoogte (m) | buiten (m2) | binnen (m2) | |||
Acrobates pygmaeus | 3-6 | 4 | 1 | aa dd e(18) fz g+ hh(200) x z(200) | ||||
Minimum-lengte van het verblijf: 2 m | ||||||||
Ailurops ursinus | 2 | 40 | 3 | 15 | aa dd e(16) f hh(200) x | |||
Bettongia spec. | 1 | 5 | 10 | d e(15) g+ h nh(light) ns ooo ttt | ||||
Dasyuroides byrnei | 1 | 5 | 5 | aa c(30) d e(18) go(n+1) g+ h nh(light) ns ooo ttt xx(2) | ||||
Dendrolagus goodfellow | 1 | 20 | 3 | aa dd e(16) f hh(200) ruw1 ttt x | ||||
Didelphis virginiana | 1 | 12 | 2 | aaa dd e(5) f g g+ nh ttt | ||||
Macropus eugenii | 2 | 100 | 5 | 35 | 2,5 | d e(10) nh(light) ooo ruw1 | ||
Macropus fuliginosus | 4 | 400 | 20 | 75 | 5 | d e(15) ooo x | ||
Macropus giganteus | 4 | 400 | 20 | 75 | 5 | d e(15) ooo x | ||
Macropus parma | 2 | 100 | 5 | 35 | 2,5 | d e(10) nh(light) ooo ruw1 xx(2) | ||
Macropus robustus | 2 | 200 | 10 | 75 | 5 | d e(15) ooo x xx(2) | ||
Macropus rufogriseus | 2 | 200 | 5 | 75 | 2,5 | d e(0) nh(light) ooo ruw1 | ||
Macropus rufus | 4 | 400 | 20 | 75 | 5 | d e(15) ooo x | ||
Monodelphis domestica | 1 | 3 | 1,5 | aaa dd e(15) f g g+ nh ttt | ||||
Petaurus breviceps | 2-6 | 12 | 2,5 | 2,5 | aa dd e(18) fz g+ hh(200) x | |||
Minimum-lengte van het verblijf: 6 m | ||||||||
Phascolarctos cinereus | 1 | 15 | 3 | aa e(18) f h ttt x | ||||
- rusten op minimaal 5 m van bezoekers - in buitenverblijf voorzien OF in alle relevante stimuli (bv. klimatologisch) binnen voorzien - aantal bomen: minimaal n+1 - aantal vorken per boom: minimaal 3 - hoogte van de vorken: minimaal 1,5 m - afstand tussen vorken: minimaal 0,9 m - alle bomen moeten horizontale verbindingen op 1,5 m hoogte hebben - ruimte-vullende klimmogelijkheden | ||||||||
Potorous tridactylus | 1 | 5 | 10 | d e(15) g+ h nh(light) ns ooo ttt | ||||
Sarcophilus harrisii | 1-2 | 100 | 10 | 50 | 5 | av(<1m) e(5) nh(light) ns xx(2) | ||
Maximaal aantal individuen: 8 | ||||||||
Thylogale brunii | 2 | 100 | 5 | 35 | 2,5 | d e(15) nh(light) ns ooo ruw1 | ||
Trichosurus vulpecula | 1 | 12 | 2 | aa dd e(20) f g+ hh(200) ttt x | ||||
Vombatus ursinus | 1 | 100 | 6 | c(150) d e(10) go(n+1) g+ nh(light) ns ooo ttt | ||||
Wallabia bicolor | 2 | 200 | 10 | 1 | 75 | 5 | d e(10) nh(light) ns ooo ruw1 xx(2) |
aa | Uitgebreide vaste klimstructuur Alle dieren hebben op elk moment een klimstructuur ter beschikking. |
aaa | Klimmogelijkheid met beweeglijke elementen Alle dieren hebben op elk moment een klimstructuur ter beschikking. |
av(<1m) | Lage vista (< 1m). De dieren kunnen vanaf een verhoging in het verblijf uitkijken. Alle dieren hebben op elk moment een vista ter beschikking. |
c(...) | Graafmogelijkheden Waar dat van toepassing is, wordt de minimumdiepte tussen haakjes weergegeven in centimeter. |
d | Veerkrachtige bodem over vrijwel de volledige minimumoppervlakte van het verblijf |
dd | Manipuleerbare bodembedekking over vrijwel de volledige minimumoppervlakte van het verblijf |
e(...) | De dieren hebben permanent toegang tot een ruimte waarin de temperatuur niet daalt onder de temperatuur in graden Celsius die tussen haakjes is aangegeven. |
f | Mogelijkheid tot soortspecifiek driedimensionaal gebruik van de ruimte |
fz | Zweefmogelijkheden De dieren hebben voldoende open ruimte om te zweven over de volledige minimumlengte van het verblijf. De inrichting mag de zweefmogelijkheden niet belemmeren zodat de ruimte optimaal benut kan worden. |
g(...) | Nestbox Alle dieren hebben op elk moment een nestbox ter beschikking. Waar dat van toepassing is, wordt het aantal nestboxen tussen haakjes weergegeven. |
go(...) | Nestbox die toegankelijk is via een kunstmatige buis of zelfgegraven gang. Alle dieren hebben op elk moment een nestbox ter beschikking. Waar dat van toepassing is, wordt het aantal nestboxen tussen haakjes weergegeven. |
g+ | Geschikt nestmateriaal |
h(...) | Soortspecifieke rustplaats Alle dieren hebben op elk moment een soortspecifieke rustplaats ter beschikking. Waar dat van toepassing is, wordt het minimumaantal rustplaatsen tussen haakjes weergegeven. |
hh(...) | Soortspecifieke rustplaats op hoogte Alle dieren hebben op elk moment een soortspecifieke rustplaats ter beschikking. Waar dat van toepassing is, wordt de minimumhoogte van de bodem van de soortspecifieke rustplaats, gemeten vanaf de bodem van het verblijf, tussen haakjes weergegeven in centimeter. |
nh | De dieren hebben de mogelijkheid om soortgenoten en het publiek te mijden en om zich te verstoppen. Er is begroeiing of structuur in het verblijf dat uitgebreide schuil- en verstopmogelijkheden biedt voor de dieren (bv. rotsen, constructie met boomstammen, netwerk van dichte struiken). |
nh(light) | De dieren hebben de mogelijkheid om soortgenoten en het publiek te mijden en om zich te verstoppen. Er is begroeiing of structuur in het verblijf (bv. rotsen, constructie met boomstammen, dichte struiken). |
ns | Variatie in substraten (bv. rotsen, zand, gras) |
ooo | Stofbad |
ruw1 | Het verblijf wordt ingericht zodat dieren niet meer dan 6 uur zonder ruwvoeder zitten. |
ttt | Als de dieren compatibel zijn, mogen ze in groep gehouden worden. In dat geval wordt de minimale oppervlakte, vermeld in de kolom `minimumafmetingen voor het aangegeven aantal dieren', vermenigvuldigd met het aantal dieren. |
x | De dieren hebben de mogelijkheid om soortgenoten en het publiek te mijden en om zich te verstoppen. Er is een visuele barrière. |
xx(...) | Compartimentering van het binnen- en buitenverblijf De minimumgroepsgrootte waarbij compartimentering van het verblijf noodzakelijk is, wordt tussen haakjes weergegeven. De minimale grootte van het kleinste compartiment is gelijk aan de minimale bijkomende oppervlakte per dier. Elk compartiment is altijd toegankelijk en heeft minstens twee bruikbare toegangen. |
z(...) | De minimumhoogte van het dak van het verblijf boven de standplaats van de bezoekers is tussen haakjes weergegeven in centimeter |
diersoort | aantal | <td colspan="4" valign="top">minimumafmetingen voor het aangegeven aantal dierenbijkomende oppervlakte per bijkomend dier | bijzondere eisen | |||||
buitenverblijf | binnenverblijf | |||||||
opper- vlakte (m2) | hoogte (m) | opper- vlakte (m2) | hoogte (m) | buiten (m2) | binnen (m2) | |||
Equus asinus somalicus | 3 | 1300 | 45 | 400 | 15 | d ddd e(10) k ml(20) ooo ruw1 ruw2 xxu | ||
Equus burchelli | 3 | 1000 | 45 | 300 | 15 | d ddd e(10) k ml(20) ooo ruw1 ruw2 xxu | ||
Equus caballus przewalskii | 3 | 1000 | 300 | d ddd k ml(20) ooo ruw1 ruw2 | ||||
Equus grevyi | 3 | 1300 | 45 | 400 | 15 | d ddd e(10) k ml(20) ooo ruw1 ruw2 xxu | ||
Equus hemionus | 3 | 1000 | 300 | d ddd k ml(20) ooo ruw1 ruw2 | ||||
Equus kiang | 3 | 1300 | 400 | d ddd k ml(20) ooo ruw1 ruw2 xxu | ||||
Equus zebra | 3 | 1300 | 45 | 400 | 15 | d ddd e(10) k ml(20) ooo ruw1 ruw2 xxu |
d | Veerkrachtige bodem over vrijwel de volledige minimumoppervlakte van het verblijf |
ddd | Abrasieve ondergrond over een klein deel van de minimumoppervlakte van het verblijf |
e(...) | De dieren hebben permanent toegang tot een ruimte waarin de temperatuur niet daalt onder de temperatuur in graden Celsius die tussen haakjes is aangegeven. |
k | Krabmogelijkheden/schuurmogelijkheden |
ml(...) | De minimumlengte van de kortste kant van het buitenverblijf is tussen haakjes weergegeven in meter. |
ooo | Stofbad |
ruw1 | Het verblijf wordt ingericht zodat dieren niet meer dan 6 uur zonder ruwvoeder zitten. |
ruw2 | Het verblijf wordt ingericht met meerdere voederplaatsen zodat ruwvoeder en/of browse gelijktijdig voor alle dieren ter beschikking is. |
xxu | Bij een groepsgrootte van twee of meer dieren moeten er minstens twee compartimenten aanwezig zijn in het binnenverblijf of structuren die zorgen voor terugtrekmogelijkheden. De minimale grootte van het kleinste compartiment is gelijk aan de minimale bijkomende oppervlakte per dier. Elk compartiment is altijd toegankelijk en heeft minstens twee bruikbare toegangen. |
diersoort | aantal | <td colspan="4" valign="top">minimumafmetingen voor het aangegeven aantal dierenbijkomende oppervlakte per bijkomend dier | bijzondere eisen | |||||
buitenverblijf | binnenverblijf | |||||||
opper- vlakte (m2) | hoogte (m) | opper- vlakte (m2) | hoogte (m) | buiten (m2) | binnen (m2) | |||
Babyrousa babyrussa | 1 | 250 | 8 | 40 | 4 | cc d e(18) g+ nh(light) oo ooo ruw2 ttt xxu | ||
Catagonus wagneri | 3 | 200 | 16 | 30 | 4 | cc d e(15) g+ nh(light) oo ooo ruw2 tt xxu | ||
Pecari tajacu | 3 | 200 | 16 | 30 | 3 | cc d e(15) g+ nh(light) oo ooo ruw2 tt xxu | ||
Phacochoerus africanus | 3 | 300 | 25 | 50 | 7 | cc d e(15) g+ oo ooo ruw2 tt x xxu | ||
Potamochoerus porcus | 3 | 300 | 25 | 50 | 6 | cc d e(15) g+ nh(light) oo ooo ruw2 tt xxu | ||
Sus cebifrons | 3 | 150 | 12 | 25 | 3 | cc d e(15) g+ nh(light) oo ooo ruw2 tt xxu | ||
Sus scrofa | 3 | 350 | 60 | cc d g+ nh(light) oo ooo ruw2 tt | ||||
Tayassu pecari | 3 | 200 | 16 | 30 | 6 | cc d e(15) g+ nh(light) oo ooo ruw2 tt xxu |
cc | Wroetmogelijkheden |
d | Veerkrachtige bodem over vrijwel de volledige minimumoppervlakte van het verblijf |
e(...) | De dieren hebben permanent toegang tot een ruimte waarin de temperatuur niet daalt onder de temperatuur in graden Celsius die tussen haakjes is aangegeven. |
g+ | Geschikt nestmateriaal |
nh(light) | De dieren hebben de mogelijkheid om soortgenoten en het publiek te mijden en om zich te verstoppen. Er is begroeiing of structuur in het verblijf (bv. rotsen, constructie met boomstammen, dichte struiken). |
oo | Modderbad |
ooo | Stofbad |
ruw2 | Het verblijf wordt ingericht met meerdere voederplaatsen zodat ruwvoeder en/of browse gelijktijdig voor alle dieren ter beschikking is. |
tt | Mannelijke dieren kunnen tijdelijk in een geschikt verblijf van de groep afgezonderd worden als dat noodzakelijk is om het welzijn van alle dieren te garanderen. De noodzaak en de tijdelijkheid worden gedocumenteerd. |
x | De dieren hebben de mogelijkheid om soortgenoten en het publiek te mijden en om zich te verstoppen. Er is een visuele barrière. |
xxu | Bij een groepsgrootte van twee of meer dieren moeten er minstens twee compartimenten aanwezig zijn in het binnenverblijf of structuren die zorgen voor terugtrekmogelijkheden. De minimale grootte van het kleinste compartiment is gelijk aan de minimale bijkomende oppervlakte per dier. Elk compartiment is altijd toegankelijk en heeft minstens twee bruikbare toegangen. |
diersoort | aantal | <td colspan="4" valign="top">minimumafmetingen voor het aangegeven aantal dierenbijkomende oppervlakte per bijkomend dier | bijzondere eisen | |||||
buitenverblijf | binnenverblijf | |||||||
opper- vlakte (m2) | hoogte (m) | opper- vlakte (m2) | hoogte (m) | buiten (m2) | binnen (m2) | |||
Aonyx cinereus | 2 | 40 | 2 | 5 | 1 | c(40) d dd e(10) g+ h(com.) o+ | ||
Arctictis binturong | 1 | 35 | 8 | aa c dd e(10) g nh(light) ttt | ||||
Bassariscus astutus | 2 | 15 | 2,5 | 5 | 2,5 | 5 | 2 | aa d dd e(12) l x |
Canis lupus | 2 | 800 | 130 | av(>1m) c d h nh(light) xx(5) | ||||
- De inrichting zorgt ervoor dat de dieren zowel binnen als buiten, minstens over een lengte die gelijk is aan de helft van de omtrek van het verblijf, niet benaderd kunnen worden door het publiek. - De inrichting laat toe dat de dieren zich aan elke zijde op minimaal 30 meter van de bezoekers-ruimten kunnen begeven. | ||||||||
Chrysocyon brachyurus | 1 | 500 | 15 | av(<1m) dd e(15) h nh(light) ttt | ||||
Civettictis civetta | 1 | 35 | 8 | aa c dd e(10) g nh(light) ttt | ||||
Crocuta crocuta | 2 | 800 | 10 | 130 | 5 | c d e(10) g h x xx(3) | ||
Cryptoprocta ferox | 1 | 50 | 3 | 10 | aa av(<1m) dd e(15) gh(120) nh(light) ttt | |||
Cynictis penicillata | 2 | 25 | 4 | 10 | 2 | av(<1m) c e(15) go nh(light) | ||
Genetta genetta | 1 | 30 | 6 | aa c dd e(10) g nh(light) ttt | ||||
Genetta tigrina | 1 | 30 | 6 | aa c dd e(10) g nh(light) ttt | ||||
Gulo gulo | 2 | 500 | a av(>1m) c d g nh(light) o tt | |||||
Helogale parvula | 3 | 15 | 3 | 5 | 1 | av(<1m) c e(15) go nh(light) | ||
Hyaena hyaena | 1 | 500 | 5 | c dd e(10) g h ttt x | ||||
Ictonyx libyca | 1 | 10 | 5 | a c d g g+ nh(light) ttt | ||||
Lutra lutra | 1 | 75 | c(40) d dd e(0) g+ h h(com.) l o+ ttt | |||||
Martes foina | 1 | 20 | 3 | aaa d dd gh(150) g+ x ttt | ||||
Meles meles | 2 | 150 | 50 | c d dd g+ go nh(light) | ||||
Mellivora capensis | 1 | 70 | 30 | a c cc d dd e(18) go g+ h(nx2) ns nh(light) q w' | ||||
Mephitis mephitis | 2 | 30 | 15 | c g nh(light) tt | ||||
Mungos mungo | 3 | 35 | 6 | 10 | 2 | av(<1m) c e(15) go nh(light) | ||
Mustela putorius | 1 | 15 | a d dd go g+ nh(light) o ttt | |||||
Nyctereutes procyonoides | 2 | 150 | 50 | c d h nh(light) | ||||
Otocyon megalotis | 2 | 150 | 5 | 50 | 2,5 | c d e(15) h x | ||
Paradoxurus hermaphroditus | 1 | 30 | 6 | a c dd e(10) g nh(light) ttt | ||||
Pteronura brasiliensis | 2 | 150 | 60 | 50 | 20 | c(60) dd e(18) g+ h(com.) l o+ | ||
Speothos venaticus | 2 | 150 | 5 | 50 | 2,5 | c d e(15) g h nh(light) o | ||
Suricata suricatta | 3 | 35 | 6 | 10 | 2 | av(<1m) c e(15) go nh(light) | ||
Vulpes lagopus | 2 | 150 | 50 | c d h x | ||||
Vulpes vulpes | 2 | 150 | 50 | c d g h nh(light) | ||||
Vulpes zerda | 2 | 50 | 10 | 15 | 5 | c d e(18) g h nh(light) |
diersoort | aantal | bassin minimumafmetingen voor het aangegeven aantal dieren | bijkomende oppervlakte per bijkomend dier (m2) | bijzondere eisen | |
oppervlakte (m2) | diepte (m) | ||||
Aonyx cinereus | 2 | 20 | 1 | 5 | - variatie aan diepten - zone met minimale diepte van 1 m |
Lutra lutra | 1 | 25 | 1 | 25 | - variatie aan diepten - zone met minimale diepte van 1 m |
Pteronura brasiliensis | 2 | Buiten: 90 Binnen: 15 | 1 | Buiten: 30 Binnen: 5 | - zone met minimale diepte van 1 m - Naast het bassin ligt een zone land die minstens 3 m breed is. |
a | Eenvoudige vaste klimstructuur Alle dieren hebben op elk moment een klimstructuur ter beschikking. |
aa | Uitgebreide vaste klimstructuur Alle dieren hebben op elk moment een klimstructuur ter beschikking. |
aaa | Klimmogelijkheid met beweeglijke elementen Alle dieren hebben op elk moment een klimstructuur ter beschikking. |
av(<1m) | Lage vista (< 1m). De dieren kunnen vanaf een verhoging in het verblijf uitkijken. Alle dieren hebben op elk moment een vista ter beschikking. |
av(>1m) | Hoge vista (> 1m). De dieren kunnen vanaf een verhoging in het verblijf uitkijken. De dieren kunnen minstens boven de hoofden van de bezoekers kijken en hebben de mogelijkheid om in de verte te kijken. Alle dieren hebben op elk moment een vista ter beschikking. |
c(...) | Graafmogelijkheden Waar dat van toepassing is, wordt de minimumdiepte tussen haakjes weergegeven in centimeter. |
cc | Wroetmogelijkheden |
d | Veerkrachtige bodem over vrijwel de volledige minimumoppervlakte van het verblijf. |
dd | Manipuleerbare bodembedekking over vrijwel de volledige minimumoppervlakte van het verblijf |
e(...) | De dieren hebben permanent toegang tot een ruimte waarin de temperatuur niet daalt onder de temperatuur in graden Celsius die tussen haakjes is aangegeven. |
g(...) | Nestbox Alle dieren hebben op elk moment een nestbox ter beschikking. Waar dat van toepassing is, wordt het aantal nestboxen tussen haakjes weergegeven. |
go(...) | Nestbox die toegankelijk is via een kunstmatige buis of zelfgegraven gang. Alle dieren hebben op elk moment een nestbox ter beschikking. Waar dat van toepassing is, wordt het aantal nestboxen tussen haakjes weergegeven. |
gh(...) | Hok op hoogte Alle dieren hebben op elk moment een hok op hoogte ter beschikking. Waar dat van toepassing is, wordt de minimumhoogte van de bodem van het hok op hoogte, gemeten vanaf de standplaats van de bezoekers, tussen haakjes weergegeven in centimeter. |
g+ | Geschikt nestmateriaal |
h(...) | Soortspecifieke rustplaats Alle dieren hebben op elk moment een soortspecifieke rustplaats ter beschikking. Waar dat van toepassing is, wordt het minimumaantal rustplaatsen tussen haakjes weergegeven. |
h(com.) | Soortspecifieke rustplaats om communaal te rusten |
l(...) | Individueel slaaphok Voor elk dier is in een individueel slaaphok voorzien. Waar dat van toepassing is, wordt de minimumhoogte van de bodem van het individuele slaaphok, gemeten vanaf de bodem van het verblijf, tussen haakjes weergegeven in centimeter. |
nh(light) | De dieren hebben de mogelijkheid om soortgenoten en het publiek te mijden en om zich te verstoppen. Er is begroeiing of structuur in het verblijf (bv. rotsen, constructie met boomstammen, dichte struiken). |
ns | Variatie in substraten (bv. rotsen, zand, gras) |
o | Waterbad dat voldoende groot is zodat alle volwassen dieren tegelijkertijd hun lichaam volledig kunnen onderdompelen De oppervlakte van het waterbad is niet inbegrepen in de minimale oppervlakte van het verblijf. |
o+ | Bassin waarin de dieren kunnen zwemmen De oppervlakte van het bassin is niet inbegrepen in de minimale oppervlakte van het verblijf. Waar dat van toepassing is, worden de minimale afmetingen en de minimale watertemperatuur vastgelegd in tabel 2. |
q | Er moet voor deze soort een specifiek verrijkingsplan uitgewerkt en toegepast worden. |
tt | Mannelijke dieren kunnen tijdelijk in een geschikt verblijf van de groep afgezonderd worden als dat noodzakelijk is om het welzijn van alle dieren te garanderen. De noodzaak en de tijdelijkheid worden gedocumenteerd. |
ttt | Als de dieren compatibel zijn, mogen ze in groep gehouden worden. In dat geval wordt de minimale oppervlakte, vermeld in de kolom `minimumafmetingen voor het aangegeven aantal dieren', vermenigvuldigd met het aantal dieren. |
w' | Als de dieren compatibel zijn, mogen ze met twee gehouden worden. In dat geval moet in twee gelinkte, opsplitsbare verblijven die allebei voldoen aan de normen, voorzien worden. |
x | De dieren hebben de mogelijkheid om soortgenoten en het publiek te mijden en om zich te verstoppen. Er is een visuele barrière. |
xx(...) | Compartimentering van het binnen- en buitenverblijf De minimumgroepsgrootte waarbij compartimentering van het verblijf noodzakelijk is, wordt tussen haakjes weergegeven. De minimale grootte van het kleinste compartiment is gelijk aan de minimale bijkomende oppervlakte per dier. Elk compartiment is altijd toegankelijk en heeft minstens twee bruikbare toegangen. |
diersoort | aantal | <td colspan="4" valign="top">minimumafmetingen voor het aangegeven aantal dierenbijkomende oppervlakte per bijkomend dier | bijzondere eisen | |||||
buitenverblijf | binnenverblijf | |||||||
opper- vlakte (m2) | hoogte (m) | opper- vlakte (m2) | hoogte (m) | buiten (m2) | binnen (m2) | |||
Atelerix albiventris | 1 | 5 | c(5) dd e(20) g+ l nh(light) ns ttt | |||||
Uitgebreide bewegingsmogelijk-heden, bv. tredwiel | ||||||||
Carollia perspicillata | 8 | 10 | 2 | 1 | e(25) f v | |||
f: vliegen zonder belemmerd te worden door de inrichting | ||||||||
Chaetophractus villosus | 2 | 30 | 15 | c(60) dd e(18) go m nh(light) ns | ||||
Choloepus didactylus | 2 | 20 | 3 | 10 | 3 | aa dd e(18) f h m nh(light) ns o | ||
f: ruimte-vullend netwerk van hangmo-gelijkheden | ||||||||
Dasypus novemcinctus | 2 | 60 | 30 | c(90) dd e(18) l m nh(light) ns on | ||||
Echinops telfairi | 1 | 1,5 | 2 | aa cc dd e(17) g(n) gh g+ nh(light) ttt | ||||
Erinaceus europaeus | 1 | 10 | c(5) dd g+ h nh(light) ns ttt | |||||
h: inclusief overwinteringsmogelijkheid | ||||||||
Hemiechinus auritus | 1 | 6 | c(30) dd e(20) g+ l nh(light) ns ttt | |||||
Myrmecophaga tridactyla | 1 | 300 | 10 | c(30) dd e(18) h nh(light) ns o q ttt | ||||
Orycteropus afer | 1 | 250 | 50 | c(60) dd e(18) go nh(light) ns ttt | ||||
Pteropus spec. | 8 | 80 | 4 | 5 | a e(18) f h | |||
a: aan beide kanten van het verblijf klim- en hangmo-gelijkheden op hoogte f: vliegen zonder belemmerd te worden door de inrichting Minimumlengte van het verblijf: 10 m | ||||||||
Rhynchocyon petersi | 2 | 12 | c(10) dd e(20) g+ nh ns tt | |||||
-Buiten-verblijf aanbevolen - Hok maar aan één kant te benaderen door het publiek | ||||||||
Rousettus aegiptiacus | 8 | 35 | 3 | 2 | e(25) f v | |||
f: vliegen zonder belemmerd te worden door de inrichting | ||||||||
Tachyglossus aculeatus aculeatus | 2 | 45 | 20 | 20 | 10 | c(30) dd e(15) l m nh(light) ns | ||
Tachyglossus aculeatus lawesii | 2 | 10 | 30 | 5 | 15 | c(30) dd e(18) l m nh(light) ns | ||
Tamandua tetradactyla | 1 | 20 | 3 | 20 | 3 | aa dd e(18) f h nh(light) ns o ttt | ||
Tenrec ecaudatus | 2 | 12 | 5 | a dd e(18) g+ l m nh(light) ns | ||||
Tolypeutes matacus | 2 | 20 | 10 | c(10) dd e(18) l m nh(light) ns | ||||
Tupaia belangeri | 1 | 3 | 2,5 | aaa dd e(25) g(n) gh g+ ttt nh w' | ||||
Tupaia glis | 1 | 3 | 2,5 | aaa dd e(20) g(n) gh g+ ttt nh w' |
a | Eenvoudige vaste klimstructuur Alle dieren hebben op elk moment een klimstructuur ter beschikking. |
aa | Uitgebreide vaste klimstructuur Alle dieren hebben op elk moment een klimstructuur ter beschikking. |
aaa | Klimmogelijkheid met beweeglijke elementen Alle dieren hebben op elk moment een klimstructuur ter beschikking. |
c(...) | Graafmogelijkheden Waar dat van toepassing is, wordt de minimumdiepte tussen haakjes weergegeven in centimeter. |
cc | Wroetmogelijkheden |
dd | Manipuleerbare bodembedekking over vrijwel de volledige minimumoppervlakte van het verblijf |
e(...) | De dieren hebben permanent toegang tot een ruimte waarin de temperatuur niet daalt onder de temperatuur in graden Celsius die tussen haakjes is aangegeven. |
f | Mogelijkheid tot soortspecifiek driedimensionaal gebruik van de ruimte |
g(...) | Nestbox Alle dieren hebben op elk moment een nestbox ter beschikking. Waar dat van toepassing is, wordt het aantal nestboxen tussen haakjes weergegeven. |
go(...) | Nestbox die toegankelijk is via een kunstmatige buis of zelfgegraven gang. Alle dieren hebben op elk moment een nestbox ter beschikking. Waar dat van toepassing is, wordt het aantal nestboxen tussen haakjes weergegeven. |
gh(...) | Hok op hoogte Alle dieren hebben op elk moment een hok op hoogte ter beschikking. Waar dat van toepassing is, wordt de minimumhoogte van de bodem van het hok op hoogte, gemeten vanaf de standplaats van de bezoekers, tussen haakjes weergegeven in centimeter. |
g+ | Geschikt nestmateriaal |
h(...) | Soortspecifieke rustplaats Alle dieren hebben op elk moment een soortspecifieke rustplaats ter beschikking. Waar dat van toepassing is, wordt het minimumaantal rustplaatsen tussen haakjes weergegeven. |
l(...) | Individueel slaaphok Voor elk dier is in een individueel slaaphok voorzien. Waar dat van toepassing is, wordt de minimumhoogte van de bodem van het individuele slaaphok, gemeten vanaf de bodem van het verblijf, tussen haakjes weergegeven in centimeter. |
m | De dieren kunnen tijdelijk apart gehouden worden, bijvoorbeeld bij incompatibiliteit en kweek. De noodzaak en de tijdelijkheid worden gedocumenteerd. |
n(...) | Slaaphok Alle dieren hebben op elk moment een slaaphok ter beschikking. Waar dat van toepassing is, wordt de minimumhoogte van de bodem van het slaaphok, gemeten vanaf de bodem van het verblijf, tussen haakjes weergegeven in centimeter. |
nh | De dieren hebben de mogelijkheid om soortgenoten en het publiek te mijden en om zich te verstoppen. Er is begroeiing of structuur in het verblijf dat uitgebreide schuil- en verstopmogelijkheden biedt voor de dieren (bv. rotsen, constructie met boomstammen, netwerk van dichte struiken). |
nh(light) | De dieren hebben de mogelijkheid om soortgenoten en het publiek te mijden en om zich te verstoppen. Er is begroeiing of structuur in het verblijf (bv. rotsen, constructie met boomstammen, dichte struiken). |
ns | Variatie in substraten (bv. rotsen, zand, gras) |
o | Waterbad dat voldoende groot is zodat alle volwassen dieren tegelijkertijd hun lichaam volledig kunnen onderdompelen. De oppervlakte van het waterbad is niet inbegrepen in de minimale oppervlakte van het verblijf. |
on | Ondiep waterbad dat voldoende groot is zodat alle volwassen dieren tegelijkertijd hun lichaam volledig kunnen onderdompelen. De oppervlakte van het waterbad is niet inbegrepen in de minimale oppervlakte van het verblijf. |
q | Er moet voor deze soort een specifiek verrijkingsplan uitgewerkt en toegepast worden. |
tt | Mannelijke dieren kunnen tijdelijk in een geschikt verblijf van de groep afgezonderd worden als dat noodzakelijk is om het welzijn van alle dieren te garanderen. De noodzaak en de tijdelijkheid worden gedocumenteerd. |
ttt | Als de dieren compatibel zijn, mogen ze in groep gehouden worden. In dat geval wordt de minimale oppervlakte, vermeld in de kolom `minimumafmetingen voor het aangegeven aantal dieren', vermenigvuldigd met het aantal dieren. |
v | Vleermuisspecifieke aanhechtingsmogelijkheid om met de poten aan het plafond te kunnen hangen in een donkere, holteachtige structuur. |
w' | Als de dieren compatibel zijn, mogen ze met twee gehouden worden. In dat geval moet in twee gelinkte, opsplitsbare verblijven die allebei voldoen aan de normen, voorzien worden. |