11 SEPTEMBER 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 juli 2001 betreffende de weging van de management- en staffuncties in de federale overheidsdiensten en tot vaststelling van hun wedde
Art. 1-8
Artikel 1. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 11 juli 2001 betreffende de weging van de management- en staffuncties in de federale overheidsdiensten en tot vaststelling van hun wedde, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 9 maart 2004, worden de woorden "de managementfuncties 1, 2 en 3" vervangen door de woorden "de managementfuncties 1 en 2".
Art.2. In hetzelfde besluit wordt artikel 5, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30 september 2021, als volgt vervangen:
"Art. 5.
§ 1 - Er wordt bij de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning een comité voor de weging van de in artikel 1 vermelde mandaatfuncties opgericht door de Minister van Ambtenarenzaken.
§ 2. - Het wegingscomité voor de mandaatfuncties wordt als volgt samengesteld:
a.drie leden van de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning met expertise inzake weging, van wie er twee competent zijn inzake humanresourcesmanagement en van wie er één competent is inzake begrotingsaangelegenheden;
b. twee personeelsleden uit een andere federale overheidsdienst of programmatorische federale overheidsdienst dan die waarvoor de weging voor een management- of staffunctie georganiseerd wordt en wie van een minimum één jaar ervaring inzake humanresourcesmanagement beschikken;
c. een externe expert inzake het functiewegingssysteem.
Maximaal twee derde van de leden van het wegingscomité is van hetzelfde geslacht.
De taalpariteit wordt verzekerd voor alle categorieën van leden van het wegingscomité bedoeld in het eerste lid, a tot c.
Voor de in het eerste lid, a en b bedoelde leden wordt de taalaanhorigheid bepaald door de taalrol van het personeelslid.
De taalaanhorigheid wordt, voor het in het eerste lid, c bedoelde lid, bepaald door de taal van het certificaat of het diploma dat bekrachtigd dat men geslaagd is voor de studie die in aanmerking wordt genomen voor de beoordeling van de competentie die vereist is voor de expertiseopdracht.
§ .3. Voor de samenstelling van het in paragraaf 2 gedefinieerde wegingscomité en voor elk dossier wordt respectievelijk geput,
* voor de leden bedoeld in § 2, eerste lid, a en b, uit de lijst van personen aangesteld overeenkomstig artikel 5bis;
* voor het lid bedoeld in § 2, eerste lid, c, uit een lijst van vier experts inzake het functiewegingssysteem gevalideerd door de directeur-generaal van het directoraat-generaal Rekrutering en Ontwikkeling. De taalpariteit wordt verzekerd binnen de bovenvermelde lijst
§ .4. Het comité voor de weging van de mandaatfuncties spreekt zich uit op basis van de functiebeschrijving die werd opgesteld in samenhang met de evaluatiecriteria vastgesteld in bijlage 1 en die door de federale overheidsdienst werd doorgestuurd. Dit comité kan vragen om een afgevaardigde van de federale overheidsdienst te horen met betrekking tot de te wegen mandaatfunctie.
Het comité voor de weging van de mandaatfuncties beraadslaagt en formuleert op geldige wijze wegingsadviezen wanneer minstens vier leden aanwezig zijn, ten belope van minstens één lid van elke categorie bedoeld in § 2, eerste lid.
Een lid van het comité voor de weging van de mandaatfuncties kan enkel zetelen indien het op geen enkele wijze heeft bijgedragen aan de uitwerking van de functie waarvan de weging wordt gevraagd.
Binnen twee maanden na ontvangst van de wegingsaanvraag wordt het advies van het comité voor de weging van de mandaatfuncties wordt op collegiale wijze uitgebracht.
Het met redenen omklede advies wordt bezorgd aan de leidend ambtenaar van de federale overheidsdienst en de bevoegde minister word van het advies in kennis gesteld.".
Art.3. Tussen artikel 5 en artikel 6 van hetzelfde koninklijk besluit wordt een nieuw artikel 5bis ingevoegd, dat als volgt luidt:
"Art. 5bis
De Minister van Ambtenarenzaken stelt een lijst van twaalf leden vast, van wie er:
1°. zes worden voorgedragen door de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning, van wie er vier competent zijn inzake humanresourcesmanagement en werkzaam zijn bij het directoraat-generaal Rekrutering en Ontwikkeling en van wie er twee competent zijn inzake begrotingsaangelegenheden en werkzaam zijn bij het directoraat-generaal Begroting en Beleidsevaluatie;
2°. zes worden voorgedragen door de in college vergaderde leidend ambtenaren van de federale overheidsdiensten en de programmatorische federale overheidsdiensten.
De taalpariteit wordt verzekerd binnen elke groep van de leden bedoeld in het eerste lid.
De leden van de in het eerste lid bedoelde lijst worden aangesteld voor een periode van zes jaar. Indien een lid gedurende de aanstellingsperiode van zes jaar zijn of haar kwaliteit verliest, wordt een nieuw lid voor de van de zes jaar resterende duur aangesteld overeenkomstig de hierboven omschreven modaliteiten.".
Art.4. In artikel 6, § 1, derde lid worden de woorden "en -3" opgeheven.
Art.5. In artikel 7, eerste lid van het hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden "zullen elke zes jaar worden herwogen." vervangen door de woorden "zullen worden herwogen telkens de mandaatfunctie het voorwerp uitmaakt van een vergelijkende selectieprocedure.".
Art.6. De bij de inwerkingtreding van dit koninklijk besluit lopende wegingen blijven onderworpen aan de bepalingen die vóór die datum van kracht waren.
Art.7. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin ze is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 8. Onze Ministers zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.