3 JUNI 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging, inzake bijscholing, van verschillende koninklijke besluiten over de bemiddeling in de financiële en de verzekeringssector
HOOFDSTUK I. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 1 juli 2006 tot uitvoering van de wet van 22 maart 2006 betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 29 oktober 2015 tot uitvoering van Titel 4, Hoofdstuk 4 van Boek VII van het Wetboek van economisch recht
Art. 2-3
HOOFDSTUK III. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 18 juni 2019 tot uitvoering van de artikelen 5, 19° /1, 264, 266, 268 en 273 van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen
Art. 4
HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen
Art. 5
HOOFDSTUK I. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 1 juli 2006 tot uitvoering van de wet van 22 maart 2006 betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten
Artikel 1. Artikel 8/1 van het koninklijk besluit van 1 juli 2006 tot uitvoering van de wet van 22 maart 2006 betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 12 december 2021, wordt aangevuld met een paragraaf 6, luidende:
" § 6. De deelname aan door de FSMA georganiseerde vormingen over met name de in artikel 7, § 1, 2°, van dit besluit bedoelde materies, kan in aanmerking worden genomen bij de berekening van de minimumduur van de bijscholing. De FSMA verduidelijkt de modaliteiten voor deze inaanmerkingneming.".
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 29 oktober 2015 tot uitvoering van Titel 4, Hoofdstuk 4 van Boek VII van het Wetboek van economisch recht
Art.2. Artikel 12/2 van het koninklijk besluit van 29 oktober 2015 tot uitvoering van Titel 4, Hoofdstuk 4 van Boek VII van het Wetboek van economisch recht, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 12 december 2021, wordt aangevuld met een paragraaf 6, luidende:
" § 6. De deelname aan door de FSMA georganiseerde vormingen over met name de in artikel 12, § 1, 2°, van dit besluit bedoelde materies, kan in aanmerking worden genomen bij de berekening van de minimumduur van de bijscholing. De FSMA verduidelijkt de modaliteiten voor deze inaanmerkingneming.".
Art.3. Artikel 15/2 van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 12 december 2021, wordt aangevuld met een paragraaf 6, luidende:
" § 6. De deelname aan door de FSMA georganiseerde vormingen over met name de in artikel 15, § 2, 2°, van dit besluit bedoelde materies, kan in aanmerking worden genomen bij de berekening van de minimumduur van de bijscholing. De FSMA verduidelijkt de modaliteiten voor deze inaanmerkingneming.".
HOOFDSTUK III. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 18 juni 2019 tot uitvoering van de artikelen 5, 19° /1, 264, 266, 268 en 273 van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen
Art.4. Artikel 18 van het koninklijk besluit van 18 juni 2019 tot uitvoering van de artikelen 5, 19° /1, 264, 266, 268 en 273 van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 december 2021, wordt aangevuld met een paragraaf 6, luidende:
" § 6. De deelname aan door de FSMA georganiseerde vormingen over met name de in artikel 13, § 1, of 14, 3° tot 5°, van dit besluit bedoelde materies, kan in aanmerking worden genomen bij de berekening van de minimumduur van de bijscholing. De FSMA verduidelijkt de modaliteiten voor deze inaanmerkingneming.".
HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen
Art. 5. De minister bevoegd voor Economie, de minister bevoegd voor Financiën, de minister bevoegd voor Middenstand en de minister bevoegd voor Consumentenbescherming zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.