Details





Titel:

18 MEI 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 juni 2009 betreffende de automatische toepassing van maximumprijzen voor de levering van elektriciteit en aardgas aan de beschermde residentiële afnemers met een laag inkomen of in een onzekere situatie



Inhoudstafel:


Art. 1-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2009011287 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In het opschrift van het koninklijk besluit van 28 juni 2009 betreffende de automatische toepassing van maximumprijzen voor de levering van elektriciteit en aardgas aan de beschermde residentiële afnemers met een laag inkomen of in een onzekere situatie, worden de woorden "de maximumprijzen voor de levering van elektriciteit en aardgas" vervangen door de woorden "de forfaitaire maatregelen inzake het sociaal tarief en van de maximumprijzen voor de levering van elektriciteit, warmte, en aardgas".

Art.2. In Artikel 1 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° de woorden "Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: " worden vervangen door de woorden "Voor de toepassing van dit besluit zijn de definities van toepassing bedoeld in artikel 3 van de programmawet van 27 april 2007, aangevuld met de volgende definities:";
  2° de bepaling onder 3° wordt aangevuld met de woorden ", met inbegrip van het warmtebedrijf zoals gedefinieerd in artikel 1, 85°, van de wet van 12 april 1965 dat instaat voor de levering van warmte in het kader van de toepassing van de maximumprijzen voor de levering van warmte;";
  3° het artikel wordt aangevuld met een bepaling onder 6°, luidende:
  "6° "koninklijke besluiten van 2012": het koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de elektriciteitsbedrijven en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan en het koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de aardgasondernemingen en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan.".

Art.3. In artikel 3, eerste lid, negende streepje, van hetzelfde besluit, wordt het woord ", warmte" ingevoegd tussen de woorden "voor de levering van elektriciteit" en de woorden "en aardgas".

Art.4. In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid worden de woorden "de maximumprijzen voor de levering van elektriciteit en aardgas" vervangen door de woorden "de forfaitaire maatregelen inzake het sociaal tarief en van de maximumprijzen voor de levering van elektriciteit, warmte, en aardgas";
  2° in het derde lid worden de woorden "de forfaitaire maatregelen inzake het sociaal tarief en" ingevoegd tussen de woorden "de automatisering van" en de woorden "de maximumprijzen".

Art.5. In artikel 8, eerste lid, 4°, van hetzelfde besluit, worden de woorden "artikel 4 van de wet" vervangen door de woorden "artikel 4/1 van de wet, artikel 20, § 2/1 van de wet van 29 april 1999 en artikel 15/10, § 2/2 van de wet van 12 april 1965".

Art.6. In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid worden de woorden "de maximumprijzen voor de levering van elektriciteit en aardgas" vervangen door de woorden "de forfaitaire maatregelen inzake het sociaal tarief en de maximumprijzen voor de levering van elektriciteit, warmte en aardgas";
  2° in het tweede lid worden de woorden "de forfaitaire maatregelen inzake het sociaal tarief en" ingevoegd tussen de woorden "voor de terugbetaling van" en de woorden "het verschil tussen de maximumprijs";
  3° in het tweede lid worden de woorden "koninklijke besluiten van 21 januari 2004 tot vaststelling van de nadere regels voor de compensatie van de reële nettokost die voortvloeit uit de toepassing van de sociale maximumprijzen in de sector van elektriciteit en aardgas en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan" vervangen door de woorden "koninklijke besluiten van 2012 en de koninklijke besluiten krachtens artikel 15/10, § 2/1, tweede lid van de wet van 12 april 1965".

Art. 7. De minister bevoegd voor Economie en de minister bevoegd voor Energie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.