Details





Titel:

18 APRIL 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, voor wat betreft de harmonisatiecoëfficiënt



Inhoudstafel:


Art. 1-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1967122203 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 46bis, van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 18 juli 1997 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 december 2017, worden de woorden "aan de in artikel 5, § 2, 1°, van het koninklijk besluit van 30 januari 1997" gewijzigd door de woorden " aan de in artikel 5, § 2, eerste lid, 1°, van het koninklijk besluit van 30 januari 1997".

Art.2. In artikel 46ter, § 1, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 18 juli 1997 en laatst gewijzigd bij de wet van 18 juli 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in de bepaling onder A, eerste lid, worden de woorden "eventueel beperkt overeenkomstig artikel 5, § 2, laatste lid, van het koninklijk besluit van 30 januari 1997" vervangen door de woorden " eventueel beperkt overeenkomstig artikel 5, § 2, tweede of derde lid, van het koninklijk besluit van 30 januari 1997";
  2° in de bepaling onder A, tweede lid, worden de woorden "eventueel beperkt overeenkomstig artikel 5, § 2, laatste lid, van het koninklijk besluit van 30 januari 1997" vervangen door de woorden " eventueel beperkt overeenkomstig artikel 5, § 2, tweede of derde lid, van het koninklijk besluit van 30 januari 1997";
  3° in de bepaling onder B, 1), eerste lid, worden de woorden "gelijk aan de door artikel 5, § 2, 1°, van het koninklijk besluit van 30 januari 1997," vervangen door de woorden " gelijk aan de door artikel 5, § 2, eerste lid, 1°, van het koninklijk besluit van 30 januari 1997";
  4° in de bepaling onder B, 1), tweede lid, worden de woorden "met het omgekeerde van de in artikel 6, § 5, 3°, van hetzelfde besluit bedoelde breuk" vervangen door de woorden "met het omgekeerde van de in artikel 6, § 3, 3°, van hetzelfde besluit bedoelde breuk";
  5° in de bepaling onder B, 1), vierde lid, worden de woorden "de noemer de in artikel 6, § 3, 3°, eerste lid, van het koninklijk besluit van 30 januari 1997 bedoelde coëfficiënt" vervangen door de woorden " de noemer de in artikel 6, § 5, 3°, eerste lid, van het koninklijk besluit van 30 januari 1997 bedoelde coëfficiënt";
  6° de bepaling onder B, 2), eerste lid, wordt vervangen als volgt:
  "Voor de kwartalen bedoeld in artikel 31, § 3, is het fictief inkomen gelijk aan de bedrijfsinkomsten, eventueel beperkt overeenkomstig artikel 5, § 2, tweede of derde lid, van het koninklijk besluit van 30 januari 1997, die als basis dienen voor de definitieve berekening van de laatste bijdrage die de betrokkene krachtens het koninklijk besluit nr. 38 is verschuldigd op het ogenblik waarop de bedoelde periode aanvangt. Voor de kwartalen bedoeld in artikel 31, § 3bis, voor wat betreft de periodes bedoeld in artikel 31, § 1, 2° en 4°, is het fictief inkomen gelijk aan de bedrijfsinkomsten, eventueel beperkt overeenkomstig artikel 5, § 2, tweede of derde lid, van het koninklijk besluit van 30 januari 1997, die als basis dienen voor de berekening van de eerste bijdrage die de betrokkene krachtens het koninklijk besluit nr. 38 is verschuldigd na het einde van de gelijkgestelde periode."
  7° de bepaling onder E, 2), a), laatste lid, wordt vervangen als volgt:
  "De bedrijfsinkomsten beoogd in artikel 5, § 2, eerste lid, 1°, van het koninklijk besluit van 30 januari 1997, worden voor de toepassing van het eerste lid, vermenigvuldigd:
  - met het omgekeerde van de breuk die, krachtens artikel 6, § 3, 3°, van hetzelfde besluit, bepaald werd voor het jaar waarin het gelijkgesteld tijdvak begint voor de kwartalen gelegen na 1983 en vóór 1997,
  - met een breuk waarvan de teller 1 is en de noemer de eerste coëfficiënt is, bedoeld in artikel 6, § 4, 3°, eerste lid, van hetzelfde besluit voor de kwartalen gelegen na 1996 en vóór 2003,
  - met een breuk waarvan de teller 1 is en de noemer de coëfficiënt bedoeld in artikel 6, § 5, 3°, eerste lid, van hetzelfde besluit voor de kwartalen gelegen na 2002 en vóór 2019,
  - met een breuk waarvan de teller 1 is en de noemer de coëfficiënt bedoeld in artikel 6, § 6, 3°, van hetzelfde besluit voor de kwartalen gelegen na 2018 en vóór 2021,
  - met een breuk waarvan de teller 1 is en de noemer de coëfficiënt bedoeld in artikel 6, § 7, 3°, van hetzelfde besluit voor de kwartalen gelegen vanaf 2021.
  Voor de herwaardering ervan overeenkomstig het vijfde lid, wordt het gemiddelde van de maandelijkse indexcijfers van het jaar waarop die inkomsten betrekking hebben, vervangen door de spilindex waaraan genoemde inkomsten gebonden zijn.";
  8° in paragraaf 1, F, tweede lid, worden de woorden "eventueel beperkt overeenkomstig artikel 5, § 2, laatste lid, van het koninklijk besluit van 30 januari 1997", vervangen door de woorden "eventueel beperkt overeenkomstig artikel 5, § 2, tweede of derde lid van het koninklijk besluit van 30 januari 1997".

Art.3. Artikel 53ter, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 29 juni 2014 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 juni 2019, wordt gewijzigd als volgt:
  1° het eerste lid wordt vervangen als volgt:
  "Wanneer, in de veronderstelling bedoeld in artikel 53bis, de daarin bedoelde breuk gelijk is aan de eenheid, is het overlevingspensioen of de overgangsuitkering, naargelang het geval, gelijk aan 60 pct. van het hoogste bedrag dat bekomen wordt door, voor elk der jaren van de loopbaan van de overleden echtgenoot die het recht op rustpensioen als zelfstandige kunnen openen, de bedrijfsinkomsten en de fictieve inkomsten van de jaren die het overlijden voorafgaan, in de zin van artikel 5 van het koninklijk besluit van 30 januari 1997, te vermenigvuldigen:
  - met de breuk bedoeld, naargelang het geval, in artikel 6, § 3, 3°, of in artikel 9bis, § 3, 3°, van hetzelfde besluit als die jaren gelegen zijn na 1983 en vóór 1997 ;
  - met de eerste coëfficiënt bedoeld, naargelang het geval, in artikel 6, § 4, 3°, eerste lid, of in artikel 9bis, § 4, 3°, eerste lid, van hetzelfde besluit als die jaren gelegen zijn na 1996 en vóór 2002;
  - met de eerste coëfficiënt bedoeld, naargelang het geval, in artikel 6, § 5, 3,° eerste lid, of in artikel 9bis, § 5, 3°, eerste lid, van hetzelfde besluit als die jaren gelegen zijn na 2002 en vóór 2019;
  - met de coëfficiënt bedoeld, naargelang het geval, in artikel 6, § 6, 3°, of in artikel 9bis, § 6, 3°, van hetzelfde besluit als die jaren gelegen zijn na 2018 en vóór 2021;
  - met de coëfficiënt bedoeld, naargelang het geval, in artikel 6, § 7, 3°, of in artikel 9bis, § 7, 3°, van hetzelfde besluit als die jaren gelegen zijn na 2020.
  2° het tweede en het derde lid worden opgeheven.
  3° in het zesde lid, dat het vierde lid wordt, worden de woorden "Indien het eerste, het tweede en het derde lid niet kunnen toegepast worden of indien ze leiden tot een lager pensioen" vervangen door de woorden "Indien het eerste lid niet kan toegepast worden of indien het leidt tot een lager pensioen".

Art.4. Artikel 53quinquies van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 28 juni 2019, wordt vervangen als volgt:
  "Het inkomen waarmee rekening dient gehouden voor de toepassing van artikel 11, § 1, laatste lid, van het koninklijk besluit van 30 januari 1997 is gelijk aan de bedrijfsinkomsten beoogd in artikel 5, § 2, eerste lid, 1°, van hetzelfde besluit.
  Voor de kwartalen gelegen na 1983 en vóór 1997 worden deze inkomsten vermenigvuldigd met het omgekeerde van de breuk bedoeld in artikel 6, § 3, 3°, van het koninklijk besluit van 30 januari 1997.
  Voor de kwartalen gelegen na 1996 en vóór 2003 worden deze inkomsten vermenigvuldigd met een breuk waarvan de teller 1 is en de noemer de eerste coëfficiënt bedoeld in artikel 6, § 4, 3°, eerste lid, van hetzelfde besluit.
  Voor de kwartalen gelegen na 2002 en vóór 2019 worden deze inkomsten vermenigvuldigd met een breuk waarvan de teller 1 is en de noemer de eerste coëfficiënt bedoeld in artikel 6, § 5, 3°, eerste lid, van hetzelfde besluit.
  Voor de kwartalen gelegen na 2018 en vóór 2021 worden deze inkomsten vermenigvuldigd met een breuk waarvan de teller 1 is en de noemer de coëfficiënt bedoeld in artikel 6, § 6, 3°, van hetzelfde besluit.
  Voor de kwartalen gelegen na 2020 worden deze inkomsten vermenigvuldigd met een breuk waarvan de teller 1 is en de noemer de coëfficiënt bedoeld in artikel 6, § 7, 3°, van hetzelfde besluit."

Art.5. In artikel 60, § 4, tweede lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 16 december 2018, worden de woorden "in toepassing van artikel 6, § 5, van het koninklijk besluit van 30 januari 1997" vervangen door de woorden " in toepassing van artikel 6, § 8, van het koninklijk besluit van 30 januari 1997".

Art.6. Dit besluit is van toepassing op de pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste ingaan op 1 januari 2022, met uitzondering van de overlevingspensioenen berekend op basis van een rustpensioen dat daadwerkelijk en voor de eerste maal ten laatste op 1 december 2021 is ingegaan.

Art.7. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2021.

Art. 8. De minister bevoegd voor Pensioenen en de minister bevoegd voor de Zelfstandigen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.