3 FEBRUARI 2022. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 mei 2013 betreffende de bescherming van proefdieren en van het koninklijk besluit van 30 november 2001 houdende verbod op sommige dierproeven
HOOFDSTUK I. - Wijziging van het koninklijk besluit van 29 mei 2013 betreffende de bescherming van proefdieren
Art. 1-33
HOOFDSTUK II. . - Wijziging van het koninklijk besluit van 30 november 2001 houdende verbod op sommige dierproeven
Art. 34-35
HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art. 36-37
HOOFDSTUK I. - Wijziging van het koninklijk besluit van 29 mei 2013 betreffende de bescherming van proefdieren
Artikel 1. Dit besluit strekt tot gedeeltelijke omzetting van richtlijn 2010/63/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 betreffende de bescherming van dieren die voor wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt, zoals gewijzigd bij verordening (EU) 2019/1010 van 5 juni 2019 betreffende de onderlinge afstemming van de verslagleggingsverplichtingen op het gebied van de milieuwetgeving, en voorziet in de uitvoering van het uitvoeringsbesluit (EU) 2020/569 van de Commissie van 16 april 2020 tot vaststelling van een gemeenschappelijk format en gemeenschappelijke inhoud voor de indiening van de informatie die door de lidstaten moet worden gerapporteerd overeenkomstig Richtlijn 2010/63/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van dieren die voor wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt en tot intrekking van Uitvoeringsbesluit 2012/707/EU van de Commissie.
Art.2. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 29 mei 2013 betreffende de bescherming van proefdieren, worden volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het punt 2°, 1ste streepje, wordt het woord "procedure" vervangen door de woorden "dierproef";
2 ° een punt 10° wordt toegevoegd dat als volgt luidt: "10° Dierproef: procedure als omschreven in het artikel 3.1 van Richtlijn 2010/63/EU van het Europees Parlement en van de Raad van 22 september 2010 betreffende de bescherming van dieren die voor wetenschappelijke doeleinden gebruikt worden, namelijk elke al dan niet invasieve handeling ten aanzien van een dier voor experimentele of andere doeleinden, waarvan het resultaat bekend of onbekend is, of voor onderwijskundige doeleinden, die bij het dier evenveel, of meer, pijn, lijden, angst of blijvende schade kan veroorzaken als het inbrengen van een naald volgens goed diergeneeskundig vakmanschap. Dit omvat iedere handeling waarvan het doel of het mogelijke gevolg de geboorte of het uit het ei breken van een dier is, dan wel het in een dergelijke toestand brengen en houden van een genetisch gemodificeerde dierenvariëteit, maar niet het doden van dieren met als enig doel het gebruik van hun organen of weefsels."
Art.3. In artikel 3 van hetzelfde koninklijk besluit, worden volgende wijzigingen aangebracht:
1° het eerste lid van paragraaf 1 wordt vervangen door de volgende zinnen: "Dit besluit is van toepassing wanneer dieren worden gebruikt of bestemd zijn om te worden gebruikt in procedures, of wanneer zij specifiek worden gefokt opdat hun organen of weefsels voor wetenschappelijke doeleinden kunnen worden gebruikt. Dit besluit is van toepassing totdat de in de eerste alinea genoemde dieren gedood of geadopteerd zijn, of opnieuw in hun habitat of een geschikt dierhouderijsysteem zijn geplaatst.";
2° in paragraaf 1, derde lid, wordt enerzijds in de Franstalige versie "permis" vervangen door het woord "autorisations", en anderzijds het woord "alternatieven" door het woord "projecten" en het woord "dierproeven" door het woord "proefdieren" vervangen;
3° in de Franstalige versie van paragraaf 2, worden de woorden "sur animaux" na het woord "expériences" toegevoegd;
4° een nieuwe paragraaf 5 wordt toegevoegd die als volgt luidt: -
" § 5. Het doden van dieren ter wille van hun organen of weefsels, met inbegrip van deze van verklikkerdieren, wordt niet beschouwd als een dierproef, behalve in volgende gevallen:
- het doden vindt plaats in het kader van een projectvergunning via een niet in bijlage 7 van dit besluit genoemde methode of;
- het dier heeft, alvorens te worden gedood, een ingreep ondergaan waarbij de drempelwaarde inzake pijn, lijden, angst of blijvende schade werd overschreden of;
- het dier is afkomstig van een nieuwe genetisch gewijzigde dierlijn met een beoogd pathologisch fenotype en bracht het pathologische fenotype tot uitdrukking voordat het ter wille van zijn organen of weefsels werd gedood.
Het doden van deze dieren dient echter wel gemeld te worden bij de Ethische Commissie waarbij de erkende inrichting aangesloten is of, indien niet van toepassing, bij Leefmilieu Brussel door middel van het formulier beschikbaar op haar website/portaal. De vergunningsaanvraag bevat de gegevens van de directeur van de inrichting en van de verantwoordelijke van het project, te weten hun titel, naam, voornaam, professioneel adres, telefoonnummer en mailadres. De aanvraag bevat eveneens de naam, voornaam en het professioneel adres van de fokker of de leverancier van de soorten."
Art.4. In artikel 4 van hetzelfde koninklijk besluit, wordt paragraaf 2 als volgt vervangen:
"In het geval dat een gebruiker de dieren geviseerd in paragraaf 1 wenst te gebruiken in dierproeven, zonder dat zij hiervoor gefokt werden, moet hij een aanvraag tot ontheffing indienen, per brief of via elektronische weg, bij Leefmilieu Brussel, door middel van een formulier dat beschikbaar is op haar website/portaal. Deze aanvraag bevat minstens volgende elementen:
1° de titel, naam, voornaam, het professioneel adres, telefoonnummer en mailadres van de directeur van de inrichting en van de verantwoordelijke van het project, evenals de naam, voornaam en het professioneel adres van de fokker of de leverancier van de soorten;
2° de identificatie van het project in het kader waarin het gebruik van deze dieren zou plaatsvinden;
3° het bewijs dat de gebruiker geen of onvoldoende proefdieren die geschikt zijn voor het doel van de proef kan bekomen bij erkende leveranciers of fokkers. In dergelijke gevallen moeten voldoende garanties geboden worden betreffende het welzijn en de gezondheid van de proefdieren in het bedrijf van oorsprong;
4° het bewijs dat het gebruik van proefdieren die niet gefokt zijn voor gebruik in dierproeven, de resultaten van de dierproeven niet nadelig beïnvloedt en niet leidt tot het gebruik van een groter aantal proefdieren;
5° een verklaring van de Ethische Commissie waarbij de gebruiker is aangesloten, waarin de elementen worden bevestigd die de gebruiker onder 2° en 3° van deze paragraaf heeft aangevoerd om zijn aanvraag te rechtvaardigen.
Op basis van wetenschappelijke elementen en na advies van de Brusselse Commissie voor dierproeven, kan Leefmilieu Brussel beslissen een ontheffing toe te staan. De beslissing wordt betekend door Leefmilieu Brussel binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de ontvangst van het volledige aanvraagdossier."
Art.5. Artikel 5 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen door de volgende tekst:
§ 1. Specimens van de bedreigde soorten als bedoeld in bijlage A van Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer, die niet onder het toepassingsgebied van artikel 7, lid 1 van die verordening vallen, mogen niet gebruikt worden in dierproeven.
§ 2. In afwijking van paragraaf 1 van dit artikel, mogen de specimens geviseerd in paragraaf 1 gebruikt worden in de dierproeven die aan volgende voorwaarden voldoen:
1° de proef heeft één van de onder artikel 3, § 1, punt 2°, a), punt 3° of punt 5° vernoemde doeleinden; en
2° er bestaan wetenschappelijke elementen die aantonen dat het doel van de proef niet bereikt kan worden door het gebruik van een andere dan een in die bijlage genoemde soort.
Voor ieder project moet een ontheffingsaanvraag door de gebruiker per brief of via elektronische weg ingediend worden bij Leefmilieu Brussel, door middel van het formulier beschikbaar op haar website/portaal. De ontheffingsaanvraag bevat de gegevens van de directeur van de inrichting en van de verantwoordelijke van het project, te weten hun titel, naam, voornaam, professioneel adres, telefoonnummer en mailadres. De aanvraag bevat eveneens de naam, voornaam en het professioneel adres van de fokker of de leverancier van de soorten.
Op basis van wetenschappelijke elementen en na advies van de Brusselse Commissie voor dierproeven, kan Leefmilieu Brussel beslissen de ontheffing toe te kennen. De beslissing wordt door Leefmilieu Brussel aan de gebruiker betekend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de ontvangst van het volledige aanvraagdossier.
Dit artikel is niet van toepassing op niet menselijke primaten.
Art.6. Artikel 6 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen door de volgende tekst:
§ 1er. De specimens van niet-menselijke primaten worden niet gebruikt bij dierproeven.
§ 2. In afwijking van paragraaf 1 van dit artikel, mogen de specimens vermeld in paragraaf 1 gebruikt worden bij dierproeven die aan volgende voorwaarden voldoen:
1° de proef streeft een van de doeleinden na vermeld:
a) in artikel 3, § 1, punt 2° a) of punt 3° en wordt uitgevoerd met het oog op de vermijding, voorkoming, diagnose of behandeling van gezondheidsondermijnende of mogelijk levensbedreigende klinische aandoeningen bij de mens; of
b) in artikel 3, § 1, punt 1° of 5° ;
en
2° er bestaan wetenschappelijke elementen die aantonen dat het doel van de dierproef niet bereikt kan worden door het gebruik van andere soorten dan niet-menselijke primatensoorten.
Voor ieder project moet een ontheffingsaavraag door de gebruiker per brief of via elektronische weg ingediend worden bij Leefmilieu Brussel, door middel van het formulier beschikbaar op haar website/portaal. De ontheffingsaanvraag bevat de gegevens van de directeur van de inrichting en van de verantwoordelijke van het project, te weten hun titel, naam, voornaam, professioneel adres, telefoonnummer en mailadres. De aanvraag bevat eveneens de naam, voornaam en het professioneel adres van de fokker of de leverancier van de soorten.
Op basis van wetenschappelijke elementen en na advies van de Brusselse commissie voor dierproeven, kan Leefmilieu Brussel beslissen de ontheffing toe te kennen. De beslissing wordt door Leefmilieu Brussel aan de gebruiker betekend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de ontvangst van het volledige aanvraagdossier.
§ 3. Specimens van niet-menselijke primaten die opgenomen zijn in bijlage A van Verordening (EG) nr. 338/97 en die niet onder het toepassingsgebied van artikel 7, lid 1, van die verordening vallen, mogen niet worden gebruikt in dierproeven.
§ 4. In afwijking van paragraaf 3 van dit artikel, mogen de specimens vermeld in paragraaf 3 gebruikt worden in dierproeven die aan volgende voorwaarden voldoen:
1° de proef streeft een van de doeleinden na vermeld:
a) in artikel 3, § 1, punt 2°, a), of punt 3° en wordt uitgevoerd met het oog op de vermijding, voorkoming, diagnose of behandeling van gezondheidsondermijnende of mogelijk levensbedreigende klinische aandoeningen bij de mens; of
b) in artikel 3, § 1, punt 5° ;
en
2° er bestaan wetenschappelijke elementen die aantonen dat het doel van de dierproef niet bereikt kan worden door het gebruik van andere soorten dan niet-menselijke primatensoorten, noch door het gebruik van niet in bijlage A genoemde soorten.
Voor ieder project moet een ontheffingsaavraag door de gebruiker per brief of via elektronische weg ingediend worden bij Leefmilieu Brussel, door middel van het formulier beschikbaar op haar website/portaal. De ontheffingsaanvraag bevat de gegevens van de directeur van de inrichting en van de verantwoordelijke van het project, te weten hun titel, naam, voornaam, professioneel adres, telefoonnummer en mailadres. De aanvraag bevat eveneens de naam, voornaam en het professioneel adres van de fokker of de leverancier van de soorten.
Op basis van wetenschappelijke elementen en na advies van de Brusselse commissie voor dierproeven, kan Leefmilieu Brussel beslissen de ontheffing toe te kennen. De beslissing wordt door Leefmilieu Brussel aan de gebruiker betekend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de ontvangst van het volledige aanvraagdossier.
Art.7. Artikel 7 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen door de volgende tekst:
" § 1. In het wild gevangen dieren mogen niet gebruikt worden in dierproeven.
§ 2. In afwijking van paragraaf 1 van dit artikel, mogen de dieren vermeld in paragraaf 1 gebruikt worden in dierproeven indien enkel zij geschikt zijn voor het doel van de proef en indien er wetenschappelijke elementen bestaan die aantonen dat het doel van de proef niet bereikt kan worden door het gebruiken van een proefdier dat gefokt werd voor gebruik in proeven.
Voor ieder project moet een ontheffingsaavraag door de gebruiker per brief of via elektronische weg ingediend worden bij Leefmilieu Brussel, door middel van het formulier beschikbaar op haar website/portaal. De ontheffingsaanvraag bevat de gegevens van de directeur van de inrichting en van de verantwoordelijke van het project, te weten hun titel, naam, voornaam, professioneel adres, telefoonnummer en mailadres. De aanvraag bevat eveneens de naam, voornaam en het professioneel adres van de fokker of de leverancier van de soorten.Op basis van wetenschappelijke elementen en na advies van de Brusselse commissie voor dierproeven, kan Leefmilieu Brussel beslissen de ontheffing toe te kennen. De beslissing wordt door Leefmilieu Brussel aan de gebruiker betekend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de ontvangst van het volledige aanvraagdossier.
§ 3. Het vangen van dieren in het wild gebeurt door een deskundig persoon met methoden die bij de dieren geen pijn, lijden, angst of blijvende schade veroorzaken die vermijdbaar zijn.
Dieren waarvan bij of na de vangst wordt vastgesteld dat zij gewond zijn of in slechte gezondheid verkeren, moeten door een dierenarts of een ander deskundig persoon worden onderzocht en er moeten maatregelen worden genomen om de dieren zo weinig mogelijk te laten lijden.
Wanneer dit lijden omwille van wetenschappelijk gegronde redenen niet kan worden verzacht, kan Leefmilieu Brussel na advies van de Ethische Commissie waarbij de gebruiker is aangesloten, toelaten dat er geen maatregelen dienen getroffen te worden om de dieren zo weinig mogelijk te laten lijden."
Art.8. Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende tekst :
" § 1. Zwerfdieren, verloren, achtergelaten of verwilderde huisdieren mogen niet in dierproeven worden gebruikt.
§ 2. In afwijking van paragraaf 1 van dit artikel, kunnen de dieren vermeld in paragraaf 1 gebruikt worden in dierproeven die aan volgende voorwaarden voldoen:
1° er is een essentiële behoefte aan studies betreffende de gezondheid en het welzijn van deze proefdieren of betreffende ernstige gevaren voor het milieu of voor de gezondheid van mens of dier ;
en
2° er zijn wetenschappelijke elementen die aantonen dat het doel van de proef alleen door het gebruik van een zwerfdier of een verwilderd dier kan worden bereikt.
Voor ieder project moet een ontheffingsaanvraag door de gebruiker per brief of via elektronische weg ingediend worden bij Leefmilieu Brussel, door middel van het formulier beschikbaar op haar website/portaal. De ontheffingsaanvraag bevat de gegevens van de directeur van de inrichting en van de verantwoordelijke van het project, te weten hun titel, naam, voornaam, professioneel adres, telefoonnummer en mailadres. De aanvraag bevat eveneens de naam, voornaam en het professioneel adres van de fokker of de leverancier van de soorten.
Op basis van wetenschappelijke elementen en na advies van de Brusselse commissie voor dierproeven, kan Leefmilieu Brussel beslissen de ontheffing toe te kennen. De beslissing wordt door Leefmilieu Brussel aan de gebruiker betekend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de ontvangst van het volledige aanvraagdossier."
Art.9. In artikel 9 van hetzelfde koninklijk besluit, worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° de eerste paragraaf wordt vervangen door de volgende tekst:
" § 1. In de onmiddellijke nabijheid van de leefruimte of het dierenverblijf van de proefdieren moet op één document informatie worden aangebracht betreffende de identificatie van de proefdieren en in voorkomend geval, betreffende het project waarbinnen ze gebruikt worden alsook betreffende de verantwoordelijke proefleider.
De informatie die op het document vermeld in het eerste lid moet voorkomen, is de volgende:
1° de soort en/of de stam en de herkomst van het dier;
2° het geslacht en de leeftijd van het dier;
3° het erkenningsnummer en het projectnummer;
4° de goedkeuringsdatum van het project en de ernstgraad.
De verwijzing naar het project waarin de proefdieren worden gebruikt, moet ook worden opgenomen in het register bedoeld in artikel 10 van dit besluit."
2° Een paragraaf 3 wordt toegevoegd, die als volgt luidt :
" § 3. Vanuit dierenwelzijnsoverwegingen dient de methode ter identificering of genotypering weloverwogen te worden en dient deze de meest verfijnde techniek te zijn die geschikt is voor het doel van identificatie of genotypering. Invasieve genotypering is enkel toegelaten voor gebruikers bij de aanvraag van een project. De keuze van de methode hangt af van de leeftijd en de grootte van het dier, of er al dan niet een weefselmonster nodig is, of elk dier een uniek nummer nodig heeft, de duur van het onderzoek en of de identificatiemethode de onderzoeksresultaten of hun interpretatie kan beïnvloeden.
Wanneer het alleen nodig is om een dier voor een korte periode te identificeren, dient de voorkeur gegeven te worden aan het gebruik van een niet-giftige kleurstof of het knippen van pels. Wanneer de noodzaak bestaat om een individu zowel te identificeren als te genotyperen dient een methode gekozen te worden die beide doelen bereikt. Wanneer beide doelen niet door één methode bereikt kunnen worden kan de Ethische Commissie per project, op basis van wetenschappelijke gegevens, een vrijstelling verlenen."
Art.10. In artikel 10 van hetzelfde koninklijk besluit worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° paragraaf 1 wordt vervangen door de volgende tekst:
" § 1. Gebruikmakend van het register dat beschikbaar is op de website/het portaal van Leefmilieu Brussel dient de verantwoordelijke van elke gebruiker, fokker en leverancier, per diersoort en voor ieder proefdier of per lot van proefdieren, de volgende gegevens bij te houden en op te nemen:
a) het aantal dieren, per soort, dat werd gefokt, aangeschaft, geleverd, gebruikt in dierproeven, afgestaan, vrijgelaten of geadopteerd;
b) de herkomst van de dieren inclusief of zij met het oog op gebruik in dierproeven werden gefokt;
c) de data waarop de dieren zijn aangeschaft, geleverd, geboren, vrijgelaten of geadopteerd;
d) de inrichtingen die de dieren geleverd hebben evenals de naam en het adres of het erkenningsnummer van de gebruiker, fokker, leverancier of vorige eigenaar;
e) naam, adres en eventueel erkenningsnummer van de afnemer van de dieren;
f) het aantal dieren, per soort, dat in elke inrichting is gestorven of gedood. Voor de gestorven dieren dient de doodsoorzaak, indien bekend, te worden genoteerd;
g) voor gebruikers de projecten waarin de proefdieren worden gebruikt.
h) voor elke hond, kat of niet-menselijke primaat het identificatienummer, bedoeld in artikel 9, paragraaf 2, het geslacht, het ras of de soort alsook de geboorteplaats en -datum indien deze gegevens bekend zijn, of het dier met het oog op het gebruik in dierproeven is gefokt, en in geval van een niet-menselijke primaat, of het proefdier de nakomeling is van niet-menselijke primaten die in gevangenschap zijn gefokt.
Voor iedere hond, kat of niet-menselijke primaat wordt een individueel levensloopdossier bijgehouden dat het proefdier vergezelt zolang het proefdier onder de toepassing van dit besluit valt. Dit dossier wordt bijgehouden van bij de geboorte van het proefdier of zo spoedig mogelijk daarna, en bevat alle relevante gegevens op vlak van voortplanting, de diergeneeskundige toestand en het sociaal gedrag van het proefdier in kwestie alsook de gegevens van de projecten waarin het proefdier werd gebuikt.
Alle informatie betreffende de honden, katten of niet-menselijke primaten moet minstens gedurende drie jaar na de dood of na adoptie van het dier bewaard worden en beschikbaar blijven en worden op verzoek van Leefmilieu Brussel ter beschikking gesteld.
i) het aantal aanwezige proefdieren moet op eenvoudige wijze uit de registergegevens kunnen worden afgeleid."
2° in paragraaf 2, wordt het woord "minstens" geschrapt.
3° een paragraaf 3 wordt toegevoegd, die als volgt luidt:
" § 3. De inschrijving in het register moet onmiddellijk na iedere wijziging van de informatie vermeld in paragraaf 1 plaatsvinden."
Art.11. In artikel 11 van hetzelfde koninklijk besluit worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 1, wordt het eerste lid vervangen door volgende tekst:
"Iedere gebruiker dient per brief of via elektronische weg voorafgaandelijk een aanvraag in bij Leefmilieu Brussel tot erkenning zoals bedoeld in artikel 21, eerste lid van de wet van 14 augustus 1986 door middel van het formulier beschikbaar op haar website/portaal. De erkenningsaanvraag bevat de gegevens van de directeur, de verantwoordelijke, de eigenaar, de aangestelde deskundige en de voorzitter van de Ethische Commissie, te weten hun titel, naam, voornaam, professioneel adres, telefoonnummer en mailadres evenals de naam, voornaam, het diploma en de functies van het personeel. De aanvraag bevat eveneens de naam, voornaam en het professioneel adres van de fokker of de leverancier van de soorten."
2° in paragraaf 2, punt 2, wordt volgende zin ingevoegd tussen de woorden "uitgevoerd." En "Het ontwerp":
"Uit deze beschrijving moet duidelijk blijken dat er voldaan is aan de voorwaarden, vermeld in artikel 31, § 1."
3° in paragraaf 3, eerste lid, worden de woorden "bij aangetekend schrijven." vervangen door de woorden "per brief of via elektronische weg door middel van het formulier beschikbaar op haar website/portaal. De aanvraag tot wijziging van de erkenning bevat de gegevens opgesomd in paragraaf 1, eerste lid."
4° paragraaf 4 wordt geschrapt.
Art.12. In artikel 13 van hetzelfde koninklijk besluit, worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt: "Iedere fokker en leverancier dient een aanvraag tot erkenning in bij Leefmilieu Brussel per brief of via elektronische weg, door middel van het formulier dat beschikbaar is op haar website/portaal en dit onverminderd de bepalingen van artikel 41. De erkenningsaanvraag bevat de gegevens van de directeur, de verantwoordelijke, de eigenaar en de aangestelde deskundige, te weten hun titel, naam, voornaam, professioneel adres, telefoonnummer en mailadres evenals de naam, voornaam, het diploma en de functie van het personeel. De aanvraag bevat eveneens de naam, voornaam en het professioneel adres van de fokker of de leverancier van de soorten."
2° in paragraaf 3, worden de woorden "bij aangetekend schrijven" vervangen door de woorden "per brief of via elektronische weg door middel van het formulier dat beschikbaar is op diens website/portaal. De aanvraag tot wijziging van de erkenning bevat de gegevens opgesomd in paragraaf 1.";
3° in de laatste zin van paragraaf 3, worden de woorden "in artikel 11, § 2, 3° " vervangen door de woorden "in artikel 13, § 2,1°, 2° en 3° ";
4° paragraaf 4 wordt geschrapt.
Art.13. In artikel 14, § 1 van hetzelfde koninklijk besluit wordt tussen de woorden "onaangekondigd uitgevoerd" en "de gegevens" volgende zin ingevoegd: "De directeur neemt passende maatregelen om ervoor te zorgen dat de inspectie van zijn inrichting mogelijk is in zijn afwezigheid. De toegang tot alle lokalen en de terbeschikkingstelling van alle gevraagde documenten moet gegarandeerd worden bij iedere inspectie, ook al is deze inspectie onaangekondigd."
Art.14. In artikel 15 § 3 van hetzelfde koninklijk besluit wordt het eerste lid vervangen door volgende tekst : "Leefmilieu Brussel trekt de erkenning in wanneer:
1° de gebruiker geen enkele dierproef meer heeft uitgevoerd gedurende minstens 3 opeenvolgende jaren;
2° de gebruiker, kweker of leverancier een einde stelt aan zijn erkenning.
De intrekking van de erkenning wordt aan de betrokken gebruiker, kweker of leverancier betekend."
Art.15. In artikel 17 van hetzelfde koninklijk besluit worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 1, eerste lid, wordt in de Franse versie van het besluit het woord "la" tussen de woorden "sur" en "base d'éléments scientifiques" geschrapt.
2° in paragraaf 1, alinea 2 worden de woorden "per project" ingevoegd tussen de woorden "dierproeven" en "ontheffingen";
3° in paragraaf 1, tweede lid worden de woorden "per brief of via elektronische weg, door middel van een formulier dat beschikbaar is op de website/het portaal van Leefmilieu Brussel" ingevoegd tussen de woorden "gebruiker" en "een ontheffingsaanvraag".
4° in paragraaf 1, tweede lid worden volgende zinnen ingevoegd tussen de woorden "een wetenschappelijke motivering inhoudt." en "Leefmilieu Brussel": " Dde ontheffingsaanvraag bevat de gegevens van de directeur van de inrichting en van de verantwoordelijke van het project, te weten hun titel, naam, voornaam, professioneel adres, telefoonnummer en mailadres. De aanvraag bevat eveneens de naam, voornaam en het professioneel adres van de fokker of de leveranciers van de soorten.";
5° in paragraaf 2, eerste lid, wordt de zin "Elke gebruiker die dierproeven uitvoert legt vooraf zijn projecten ter evaluatie en goedkeuring voor aan een Ethische Commissie die is aanvaard door Leefmilieu Brussel." aangevuld met de volgende woorden: "door middel van een formulier dat beschikbaar is op de website/het portaal van Leefmilieu Brussel.";
6° in paragraaf 2, eerste lid, wordt de zin "Elke gebruiker maakt zijn projecten ook over aan Leefmilieu Brussel" vervangen door de volgende zin: "Wanneer het ingevulde aanvraagdossier als volledig beschouwd wordt door de Ethische Commissie maakt deze het project, evenals alle door de gebruiker achteraf aangebrachte wijzigingen, per brief of via elektronische weg over aan Leefmilieu Brussel door middel van een formulier dat beschikbaar is op de website/het portaal van Leefmilieu Brussel.";
7° in paragraaf 4, laatste lid, worden de woorden "verbonden aan een" ingevoegd tussen de woorden "vertegenwoordiger" en "Dierenwelzijnscel";
8° in paragraaf 7, worden de woorden "voor de ontwikkelingen" vervangen door de woorden "betreffende de ontwikkelingen".
Art.16. In artikel 18 van hetzelfde koninklijk besluit worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 1, punt 4°, worden de woorden "aan de hand van de door de gebruiker ingediende noodzakelijke documentatie" ingevoegd na de woorden "van alle projecten";
2° in het eerste lid van paragraaf 4, wordt de laatste zin aangevuld met de volgende woorden: "en dient ter beschikking gesteld te worden van Leefmilieu Brussel";
3° het tweede lid van paragraaf 5 wordt vervangen als volgt:
"Een gebruiker kan alleen in uitzonderlijke omstandigheden en omwille van wetenschappelijk verantwoorde redenen een voorlopige afwijking vragen van deze bepaling door per brief of via elektronische weg, per project een grondig en wetenschappelijk gemotiveerd aanvraagdossier in te dienen bij Leefmilieu Brussel door middel van een formulier dat beschikbaar is op haar website/portaal. De ontheffingsaanvraag bevat de gegevens van de directeur van de inrichting en van de verantwoordelijke van het project, te weten hun titel, naam, voornaam, professioneel adres, telefoonnummer en mailadres. De aanvraag bevat eveneens de naam, voornaam en het professioneel adres van de fokker of de leverancier van de soorten. De Minister kan na advies van de Brusselse Commissie voor dierproeven, uitzonderlijk dergelijke afwijking goedkeuren. Dergelijke afwijking kan nooit worden goedgekeurd voor niet-menselijke primaten. De beslissing betreffende deze aanvraag wordt schriftelijk en binnen de drie maanden na ontvangst van het volledige aanvraagdossier door Leefmilieu Brussel meegedeeld aan de gebruiker."
Art.17. In artikel 19 van hetzelfde koninklijk besluit wordt een tweede lid toegevoegd, dat het volgende bepaalt: "De projectaanvraag moet ingediend worden door middel van een formulier dat beschikbaar is op de website/het portaal van Leefmilieu Brussel en bevat de gegevens van de directeur en de verantwoordelijke van de inrichting, van de verantwoordelijke van het project, van de partnerinrichting, van het personeel en van de (vice-)voorzitter van de Ethische Commissie, te weten hun titel, naam, voornaam, professioneel adres, telefoonnummer en mailadres evenals de functies van het personeel."
Art.18. In artikel 20 van hetzelfde koninklijk besluit wordt een § 4 toegevoegd, dat het volgende bepaalt:
" § 4. Voor ieder project vult de Ethische Commissie een synoptische evaluatietabel in, waarvan het model beschikbaar is op de website/het portaal van Leefmilieu Brussel. Deze tabel vermeldt de gegevens van de inrichting van de aanvrager, te weten de naam, het adres en het telefoonnummer van de inrichting, de naam en voornaam van de directeur, de naam, voornaam en het mailadres van de verantwoordelijke voor de proef."
Art.19. Artikel 21 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen door de volgende tekst:
"Als op basis van Art. 18. § 1, lid 1, 4°, tot een beoordeling achteraf is besloten, dient de Ethische Commissie de volgende aspecten te beoordelen:
1° of de verwachte doelstellingen van het project werden bereikt;
2° de schade die de dieren hebben ondervonden, met inbegrip van de gebruikte aantallen en de soorten proefdieren en de ernst van de proeven;
3° eventuele elementen die kunnen bijdragen tot het verder in praktijk brengen van de vereiste vervanging, vermindering en verfijning.
Deze evaluatie dient te gebeuren aan de hand van de door de gebruiker ingediende noodzakelijke documentatie."
Art.20. In artikel 22, paragraaf 2 van hetzelfde koninklijk besluit, wordt een tweede lid toegevoegd, dat als volgt luidt: "Het model van de vergunning van het project is beschikbaar op de website/het portaal van Leefmilieu Brussel en bevat de gegevens van de directeur en van de verantwoordelijke van de inrichting, van de verantwoordelijke van het project, van de partnerinrichting, van het personeel en van de (vice-) voorzitter van de Ethische Commissie, te weten hun titel, naam, voornaam, professioneel adres, telefoonnummer en mailadres evenals de functies van het personeel."
Art.21. In artikel 23, paragraaf 2 van hetzelfde koninklijk besluit, worden de woorden "en van Leefmilieu Brussel" ingevoegd tussen de woorden "de aanvrager" en "gebracht".
Art.22. In artikel 24, paragraaf 2 van hetzelfde koninklijk besluit wordt een tweede lid toegevoegd dat als volgt luidt: "De projectaanvraag voor vereenvoudigde administratieve procedures dient te gebeuren door middel van een formulier dat beschikbaar is op de website/het portaal van Leefmilieu Brussel. De aanvraag bevat de gegevens van de directeur en van de verantwoordelijke van de inrichting, van de verantwoordelijke van het project, van de partnerinrichting, van het personeel en van de (vice-) voorzitter van de Ethische Commissie, te weten hun titel, naam, voornaam, professioneel adres, telefoonnummer en mailadres evenals de functies van het personeel."
Art.23. In artikel 25 van hetzelfde koninklijk besluit, worden volgende wijzigingen aangebracht:
1° paragraaf 2 wordt vervangen door de volgende tekst: " § 2. De niet-technische samenvatting van het project vermeldt of een project aan een beoordeling achteraf zal worden onderworpen en binnen welke termijn. Indien dit het geval is, dient de niet-technische samenvatting van het project uiterlijk één maand na de afronding van de beoordeling achteraf te worden bijgewerkt met de resultaten daarvan."
2° paragraaf 3 wordt vervangen door de volgende tekst: " § 3. De Ethische Commissie dient de niet-technische projectsamenvattingen uiterlijk één maand na projectvergunning, evenals de eventuele aanvullingen hierop, in bij Leefmilieu Brussel via elektronische gegevensoverdracht met behulp van de door de Europese Commissie opgezette databank met het oog op publicatie. Leefmilieu Brussel beschikt over de mogelijkheid niet-technische projectsamenvattingen en aanvullingen hierop terug te sturen indien deze niet voldoen aan de bepalingen vermeld in artikel 25, § 1."
Art.24. In artikel 26 van het voormelde koninklijk besluit, worden volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1 wordt een tweede lid toegevoegd die als volgt luidt: "Kleine wijzigingen die geen negatieve gevolgen hebben op het dierenwelzijn dienen aangevraagd te worden door middel van een formulier dat beschikbaar is op de website/het portaal van Leefmilieu Brussel. "
2° in paragraaf 3 worden de woorden "of Leefmilieu Brussel" ingevoegd tussen de woorden "Commissie" en "mag";
3° de laatste zin van paragraaf 3 wordt vervangen door het volgende: "Indien de Ethische Commissie overgaat tot deze intrekking, stelt zij Leefmilieu Brussel hiervan binnen dertig dagen per post of per e-mail op de hoogte en vermeldt zij de redenen voor deze intrekking.";
4° in paragraaf 5, worden in Franse versie de woorden "dans ce sens" vervangen door de woorden "en ce sens";
5° op het einde van paragraaf 5, na de woorden "bij de Ethische Commissie" worden volgende woorden toegevoegd: "door middel van een formulier dat beschikbaar is op de website/het portaal van Leefmilieu Brussel. De aanvraag bevat de gegevens van de directeur en van de verantwoordelijke van de inrichting, van de verantwoordelijke van het project, van de partnerinrichting, van het personeel en van de (vice-) voorzitter van de Ethische Commissie, te weten hun titel, naam, voornaam, professioneel adres, telefoonnummer en mailadres evenals de functies van het personeel."
Art.25. In artikel 31 van hetzelfde koninklijk besluit, worden volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1/1, wordt punt 1° vervangen door het volgende: "1° alle aanwezige proefdieren huisvesting, een omgeving, voedsel, water en verzorging ontvangen die passend zijn voor hun gezondheid en welzijn overeenkomstig de bepalingen van bijlage 4 en onverminderd de bepalingen van artikel 41. De Ethische Commissie kan om wetenschappelijke redenen, of redenen van dierenwelzijn of diergezondheid, per project, afwijkingen hierop toestaan. De reden en de duur van deze afwijking dient vermeld te worden op het document vermeld in Art. 9. § 1. In het kader van de informatie over de vijfjaarlijkse statistieken verstrekt de Ethische Commissie jaarlijks aan Leefmilieu Brussel informatie omtrent de omstandigheden onder dewelke deze afwijkingen goedgekeurd werden;" ;
2° in punt 2° van paragraaf 1/1 wordt volgende zin toegevoegd: "De reden en de duur van deze inperking dient vermeld te worden op het document vermeld in artikel 9, § 1"
3° in punt 3 van paragraaf 1/1 worden de woorden "ten minste" ingevoegd tussen de woorden "worden" en "dagelijks";
4° in punt 3° van paragraaf 1/1 wordt volgende zin toegevoegd: "Indien zieke of gewonde dieren aangetroffen worden dienen passende maatregelen ondernomen te worden door de proefleider. De controles en maatregelen dienen geregistreerd te worden door middel van een formulier dat beschikbaar is op de website/het portaal van Leefmilieu Brussel. Het formulier bevat de identiteit van het personeel, te weten hun naam en voornaam;";
5° in punt 4° van paragraaf 1/1, wordt de zin "Een kopie van dat verslag wordt aan Leefmilieu Brussel bezorgd." vervangen door de volgende zin: "Het schriftelijk verslag wordt aan Leefmilieu Brussel overgemaakt per brief of via elektronische weg door middel van het formulier beschikbaar op haar website/portaal. Het formulier bevat de gegevens van de directeur van de inrichting, te weten de titel, naam, voornaam, het professioneel adres, telefoonnummer en mailadres. Het vermeldt eveneens de naam, voornaam, functie en het diploma van de personen belast met het dagelijks opvolgen van de dieren evenals de naam, voornaam en functie van de aangestelde deskundige;";
6° in paragraaf 1/1, wordt een punt 5° toegevoegd, dat als volgt luidt: "5° de dieren onder behoorlijke omstandigheden worden vervoerd."
Art.26. In artikel 32 van hetzelfde koninklijk besluit worden volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 5, wordt in de Franse versie het woord "apparentés" vervangen door het woord "assimilés" en het woord "apparenté" vervangen door het woord "assimilé";
2° op het einde van paragraaf 5, wordt volgende zin toegevoegd: "Iedere persoon afkomstig uit een andere lidstaat of gelijkgestelde staat dient hiertoe, per brief of via elektronische weg, een aanvraag tot gelijkwaardigheid in bij Leefmilieu Brussel door middel van een formulier dat beschikbaar is op de website/het portaal van Leefmilieu Brussel. Het formulier bevat de gegevens van de aanvrager en de opleidingsverantwoordelijke, te weten hun titel, naam, voornaam, professioneel adres, telefoonnummer en mailadres evenals de naam, voornaam, het mailadres en diploma van het personeelslid. Bij de aanvraag dienen de volgende stukken te worden gevoegd:
1° een kopie van het certificaat van de gevolgde opleiding(en);
2° een kopie van het studieprogramma met een beschrijving van de inhoud van de onderwerpen;
3° voor proefleiders, een kopie van het universitair diploma.
Een persoon met een getuigschrift, certificaat of diploma aanvaard door de bevoegde overheid van een ander gewest en wiens opleiding minstens gelijkwaardig is qua inhoud en aantal uren, mag tevens in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest diezelfde werkzaamheid uitoefenen.";
3° op het einde van het vierde lid van paragraaf 6, worden volgende zinnen toegevoegd: "Hiertoe dienen de proefleiders minstens één maal per jaar, de verzorgers of actieve deelnemers minstens één maal per drie jaar, een voordracht, demonstratie van technische handelingen, interactieve sessie of practicum gevolgd te hebben. Als bewijs van deze continue bijscholing dient het aanwezigheidscertificaat bijgehouden te worden."
4° een nieuwe paragraaf 8 wordt toegevoegd die als volgt luidt: " § 8. De aangewezen deskundige, zoals gedefinieerd in artikel 2, 9° van huidig besluit, mag geen deel uitmaken van het personeel van de erkende geregistreerde gebruiker, kweker of leverancier aan wie hij adviezen moet geven over het welzijn en de behandeling van de dieren."
Art.27. In artikel 33 van hetzelfde koninklijk besluit, worden volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het tweede lid van paragraaf 3 worden in de Franse versie de woorden "la procédure" vervangen door de woorden "l'expérience sur animaux";
2° op het einde van het tweede lid van paragraaf 3, wordt de volgende zin toegevoegd: " Het gebruik van een andere methode van doden dient per brief of via elektronische weg aangevraagd te worden door middel van een formulier dat beschikbaar is op de website/het portaal van Leefmilieu Brussel. De ontheffingsaanvraag bevat de gegevens van de directeur van de inrichting en de verantwoordelijke van het project, te weten hun titel, naam, voornaam, professioneel adres, telefoonnummer en mailadres. De aanvraag bevat eveneens de naam, voornaam en het professioneel adres van de fokker of de leverancier van de soorten.";
3° een paragraaf 4 wordt toegevoegd die als volgt luidt: " § 4. Het doden van dieren geviseerd in artikel 3, § 5, moet gemeld worden aan de Ethische Commissie waarbij de erkende inrichting is aangesloten of, indien dit niet van toepassing is, aan Leefmilieu Brussel door middel van een aangifteformulier dat beschikbaar is op de website/het portaal van Leefmilieu Brussel."
Art.28. In artikel 35 van hetzelfde koninklijk besluit, worden volgende wijzigingen aangebracht:
1° op het einde van het tweede lid wordt de volgende zin toegevoegd: "De namen, voornamen en functies van deze personen worden meegedeeld aan Leefmilieu Brussel bij het aanvragen van een erkenning en bij het wijzigen van de gegevens van de erkenning."
2° een derde lid wordt toegevoegd waarin het volgende staat: "Kleine gebruikers, fokkers of leveranciers mogen zich aansluiten bij een Dierenwelzijnscel van een andere gebruiker, fokker of leverancier."
Art.29. In artikel 36 van hetzelfde koninklijk besluit worden volgende wijzigingen aangebracht:
1° in punt 6° van het eerste lid, worden de woorden "het gebruik," ingevoegd tussen de woorden "er op letten dat" en de woorden "het fokken" en de woorden "het identificeren en genotyperen," tussen de woorden "het fokken" en "de huisvesting":
2° een punt 7° wordt toegevoegd aan het eerste lid dat als volgt luidt: "7° bevorderen van een dierenwelzijnsgericht klimaat."
3° het tweede lid wordt vervangen door volgende tekst: "Alle door de Dierenwelzijnscel verstrekte adviezen en besluiten dienen gedocumenteerd te worden. De voormelde documenten moeten ten minste drie jaar bewaard worden en worden desgevraagd ter beschikking gesteld van Leefmilieu Brussel."
Art.30. In artikel 37 van hetzelfde koninklijk besluit, worden volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1 wordt het eerste lid vervangen als volgt: "De Ethische Commissies verzamelen jaarlijks, van alle erkende inrichtingen die bij hen zijn aangesloten, de statistische gegevens over het gebruik van dieren in dierproeven tijdens het voorbije kalenderjaar en bezorgen deze, per brief of via elektronische weg, ten laatste op 31 januari van ieder jaar aan Leefmilieu Brussel." ;
2° een paragraaf 1/1 wordt ingevoegd tussen de eerste en de tweede paragraaf, die als volgt luidt: " § 1/1. Ten laatste op 31 januari van ieder jaar bezorgt iedere Ethische Commissie, per brief of via elektronische weg, informatie met betrekking tot de 5-jaarlijkse statistieken aan Leefmilieu Brussel.
Deze gegevens hebben onder meer betrekking op:
1° de evaluatie en verlening van vergunningen voor projecten;
2° niet-technische projectsamenvattingen en aanvullingen hierop;
3° voor gebruik in dierproeven gefokte dieren;
4° selectie van niet-menselijke primaten;
5° afwijkingen en ontheffingen;
6° beginsel van vervanging, vermindering en verfijning;
7° schorsingen en intrekkingen van (project)vergunningen;
8° retrospectieve analyses ;
9° het aantal dieren gekweekt en gedood zonder gebruikt te zijn geweest in dierproeven;
10° het aantal afgenomen weefselmonsters van genetisch gewijzigde dieren."
3° In paragraaf 2, wordt volgende zin toegevoegd: "Het model voor de indiening van de informatie met betrekking tot de 5-jaarlijkse statistieken wordt bepaald door Leefmilieu Brussel."
Art.31. In artikel 39, lid 1, tweede zin van hetzelfde koninklijk besluit, wordt het woord "procedures" vervangen door "dierproeven".
Art.32. In artikel 43 wordt volgende lid toegevoegd, die als volgt luiden: "Leefmilieu Brussel en de Minister zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de behandeling van de persoonlijke gegevens die ingezameld worden via de formulieren geviseerd in de artikelen 4 tot 8, 10, 11, 13, 17, 18, 19, 23, 24, 26 en 31 tot 33 van huidig besluit. De gegevens ingezameld via voormelde formulieren worden door Leefmilieu Brussel bewaard voor vijf jaar te rekenen vanaf het einde van het project, de proef of de betrokken erkenning."
Art.33. Een nieuw artikel 43bis wordt toegevoegd dat als volgt luidt: "Art. 43bis. Leefmilieu Brussel wordt belast met het uitwerken van de modellen van de formulieren waarvan sprake in huidig besluit en met het online zetten ervan op haar website / portaal."
HOOFDSTUK II. . - Wijziging van het koninklijk besluit van 30 november 2001 houdende verbod op sommige dierproeven
Art.34. In artikel 1bis, paragraaf 2 van het koninklijk besluit van 30 november 2001 wordt de zin "In afwijking van § 1 kan de Dienst belast met de bescherming van dieren, voor uitzonderlijke gevallen die hierna zijn vermeld en na advies van het Deontologisch Comité, ontheffing verlenen" vervangen door de volgende zin: "In afwijking van paragraaf 1 kan Leefmilieu Brussel, voor uitzonderlijke gevallen die hierna zijn vermeld en na advies van de Brusselse Commissie voor dierproeven, een ontheffing verlenen".
Art.35. In artikel 2 van hetzelfde koninklijk besluit, worden de woorden "is belast" vervangen door de woorden "en de minister bevoegd voor Dierenwelzijn worden belast".
HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art.36. De bijlagen 2 en 3 van het koninklijk besluit van 29 mei 2013 worden opgeheven.
Art. 37. De Minister bevoegd voor Dierenwelzijn wordt belast met de uitvoering van dit besluit.