Details





Titel:

14 JANUARI 2022. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 6 van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen en artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2017 tot toekenning van aanwervingsincentives voor langdurig werkzoekenden



Inhoudstafel:


Art. 1-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2003012302  2017030126 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 6 van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juni 2016 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 oktober 2018, wordt vervangen door wat volgt:
  "Art. 6. § 1. De doelgroepvermindering voor oudere zittende werknemers bestaat vanaf 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022 uit een forfaitaire vermindering G4 en geldt voor oudere zittende werknemers die op de laatste dag van het kwartaal van hun tewerkstelling minimaal 59 jaar zijn.
  Vanaf 1 januari 2023 en tot en met 31 december 2023 bestaat de doelgroepvermindering uit een forfaitaire vermindering G4 en geldt ze voor oudere zittende werknemers die op de laatste dag van het kwartaal van hun tewerkstelling minimaal 60 jaar zijn.
  Vanaf 1 januari 2024 bestaat de doelgroepvermindering uit een forfaitaire vermindering G4 en geldt ze voor oudere zittende werknemers die op de laatste dag van het kwartaal van hun tewerkstelling minimaal 61 jaar zijn.
  § 2. De werkgever ontvangt vanaf 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022 een forfaitaire vermindering G8 voor oudere zittende werknemers die op de laatste dag van het kwartaal van hun tewerkstelling minimaal 61 jaar zijn.
  Vanaf 1 januari 2023 bestaat de doelgroepvermindering uit een forfaitaire vermindering G8 voor oudere zittende werknemers die op de laatste dag van het kwartaal van hun tewerkstelling minimaal 62 jaar zijn.".

Art.2. In artikel 2, § 1, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2017 tot toekenning van aanwervingsincentives voor langdurig werkzoekenden, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 22 december 2017 en 24 april 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in punt 1° bis wordt tussen de datum "1 januari 2020" en het woord "een" de zinsnede "tot en met 31 december 2021" ingevoegd;
  2° er wordt een punt 1° ter ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "1° ter de onderneming werft vanaf 1 januari 2022 een niet-werkende werkzoekende aan die op het ogenblik van indiensttreding aan al de volgende voorwaarden voldoet:
  a) gedurende minstens twee jaar als niet-werkende werkzoekende bij de VDAB ingeschreven zijn;
  b) op het einde van het kwartaal van de indiensttreding minstens 25 jaar zijn en de leeftijd van 58 jaar nog niet bereikt hebben;".

Art.3. Oudere zittende werknemers die op 31 december 2021 minstens de leeftijd van 57 jaar hebben bereikt, blijven tot de laatste dag van het kwartaal voor het kwartaal waarin ze de leeftijd van 62 jaar hebben bereikt, in aanmerking komen voor de vermindering van de sociale zekerheidsbijdragen, vermeld in artikel 6, 1°, van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het hoofdstuk 7 van titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen, zoals van kracht op 31 december 2021.

Art.4. Oudere zittende werknemers die op 31 december 2021 minstens de leeftijd van 60 jaar hebben bereikt, blijven tot de laatste dag van het kwartaal voor het kwartaal waarin ze de leeftijd van 62 jaar hebben bereikt, in aanmerking komen voor de vermindering van de sociale zekerheidsbijdragen, vermeld in artikel 6, 2°, van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het hoofdstuk 7 van titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen, zoals van kracht op 31 december 2021.

Art.5. In artikel 6/1, § 1, van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het hoofdstuk 7 van titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juni 2016 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 oktober 2018, wordt het getal "55" vervangen door het getal "58".

Art.6. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2022.

Art. 7. De Vlaamse minister, bevoegd voor werk, is belast met de uitvoering van dit besluit.