Details





Titel:

25 MAART 2022. - Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de huurprijs voor de tijdelijke huisvesting van gezinnen of alleenstaanden die dakloos zijn of dreigen te worden naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2022 tot regeling van de tijdelijke huisvesting van gezinnen of alleenstaanden die dakloos zijn of dreigen te worden naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne en tot opheffing van besluit van de Vlaamse Regering van 14 maart 2022 tot regeling van de tijdelijke huisvesting van gezinnen of alleenstaanden die dakloos zijn of dreigen te worden naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 14-04-2022 en tekstbijwerking tot 14-04-2023)



Inhoudstafel:


Art. 1-3, 3/1, 4-12



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2022031520 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:
  1° alleenstaande persoon: een persoon als vermeld in artikel 14, § 1, eerste lid, 2°, van de wet van 26 mei 2002;
  2° besluit van 18 maart 2022: het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2022 tot regeling van de tijdelijke huisvesting van gezinnen of alleenstaanden die dakloos zijn of dreigen te worden naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne;
  3° decreet van 18 maart 2022: het decreet van 18 maart 2022 tot regeling van de tijdelijke huisvesting van gezinnen of alleenstaanden die dakloos zijn of dreigen te worden naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne;
  4° persoon met gezinslast: een persoon als vermeld in artikel 14, § 1, eerste lid, 3°, van de wet van 26 mei 2002;
  5° samenwonende persoon: een persoon als vermeld in artikel 14, § 1, eerste lid, 1°, van de wet van 26 mei 2002;
  6° wet van 26 mei 2002: de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie.

Art.2. In dit artikel wordt verstaan onder:
  1° kamer: een kamer als vermeld in artikel 1.3, § 1, eerste lid, 25°, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;
  2° zelfstandige woning: een woning als vermeld in artikel 1.2, eerste lid, 156°, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021.
  De maandelijkse huurprijs voor een zelfstandige woning of een kamer als vermeld in artikel 7 van het besluit van 18 maart 2022, wordt vastgesteld op basis van de volgende tabel:


inclusief kosten en lasten alleenstaande persoon persoon met gezinslast samenwonende persoon
zelfstandige woning 438 euro 591 euro 292 euro
kamer 219 euro 296 euro 146 euro
exclusief kosten en lasten alleenstaande persoon persoon met gezinslast samenwonende persoon
zelfstandige woning 328 euro 443 euro 219 euro
kamer 164 euro 222 euro 109 euro
Om de maandelijkse huurprijs te bepalen, wordt een mobiele woonunit beschouwd als een zelfstandige woning of een kamer naargelang van het gebruik en de uitrusting ervan.
  In het derde lid wordt verstaan onder mobiele woonunit: een mobiele woonunit als vermeld in artikel 2, 1°, van het decreet van 18 maart 2022.

Art.3. De maandelijkse huurprijs voor een slaapfaciliteit in een collectieve voorziening als vermeld in artikel 7 van het besluit van 18 maart 2022, wordt vastgesteld binnen de volgende grenzen:


<td colspan="4" valign="top">(<font color="red">1</font>)<BVR <a href="/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&cn_search=2022040801" target="_blank">2022-04-08/01</a>, art. 19, 002; Inwerkingtreding : 08-04-2022>
inclusief kosten en lastenalleenstaande persoonpersoon met gezinslastsamenwonende persoon
minimaal164 euro222 euro109 euro
maximaal[<font color="red">1</font> 959 ]<font color="red">1</font>1208 euro594 euro


exclusief kosten en lasten alleenstaande persoon persoon met gezinslast samenwonende persoon
minimaal 109 euro 148 euro 73 euro
maximaal 959 euro 1208 euro 594 euro
Art.3/1. [1 De bedragen, vermeld in artikel 2 en 3, worden jaarlijks op 1 mei aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex (basis 2013), naar het gezondheidsindexcijfer van de maand die voorafgaat aan de aanpassing (februari), en met als basis het gezondheidsindexcijfer (basis 2013) van 118,74 voor februari 2022. Het resultaat van de voormelde aanpassing wordt afgerond naar het eerstvolgende natuurlijke getal.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BVR 2023-03-31/04, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-05-2023>


Art.4. Als een sociale huisvestingsmaatschappij, een woonmaatschappij of het VWF met toepassing van artikel 6.74 van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021 sociale huurwoningen die leegstaan in afwachting van renovatie, sloop of verkoop, via een leegstandsbeheerder als vermeld in artikel 6.74, § 1, eerste lid, 3°, van het voormelde besluit, verhuurt aan tijdelijk ontheemden uit Oekraïne, zijn de voorwaarden, vermeld in artikel 6.74, § 2, 5°, 6° en 7°, van het voormelde besluit, niet van toepassing op de leegstandbeheerder.
  In het eerste lid wordt verstaan onder VWF: het Vlaams Woningfonds, vermeld in artikel 4.60 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
  In afwijking van artikel 6.74, § 1, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, is op de verhuring aan tijdelijk ontheemden uit Oekraïne artikel 6 van het besluit van 18 maart 2022 van toepassing.
  De minister, bevoegd voor het woonbeleid, bepaalt de voorwaarden waaronder de ontvangen huurgelden moeten worden terugbetaald aan de VMSW of kunnen worden verrekend in de berekening van de gewestelijke sociale correctie, vermeld in artikel 1.2, eerste lid, 54°, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021.

Art.5. In artikel 3, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2022 tot regeling van de tijdelijke huisvesting van gezinnen of alleenstaanden die dakloos zijn of dreigen te worden naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne wordt het tweede lid vervangen door wat volgt:
  "De minister, bevoegd voor het woonbeleid, bepaalt de voorwaarden waaronder de ontvangen huurgelden moeten worden terugbetaald aan de VMSW of kunnen worden verrekend in de berekening van de gewestelijke sociale correctie, vermeld in artikel 1.2, eerste lid, 54°, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021.".

Art.6. Artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2022 tot regeling van de tijdelijke huisvesting van gezinnen of alleenstaanden die dakloos zijn of dreigen te worden naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne wordt vervangen door wat volgt:
  "Art. 4. § 1. Als een sociale huisvestingsmaatschappij, een woonmaatschappij of het VWF met toepassing van artikel 6.74 van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021 sociale huurwoningen die leegstaan in afwachting van renovatie, sloop of verkoop, zelf of via een leegstandsbeheerder als vermeld in artikel 6.74, § 1, eerste lid, 3°, van het voormelde besluit, verhuurt aan tijdelijk ontheemden uit Oekraïne, wordt voor de organisatie van de verhuring een eenmalige forfaitaire subsidie toegekend van 250 euro per sociale huurwoning.
  § 2. Als een sociaal verhuurkantoor, een sociale huisvestingsmaatschappij of een woonmaatschappij een woning of een collectieve voorziening conform artikel 5, tweede lid, van het decreet van 18 maart 2022 in huur neemt, wordt voor de organisatie van de verhuring een eenmalige forfaitaire subsidie toegekend van 250 euro per zelfstandige woning of per kamer van een collectieve voorziening als de voorwaarden, vermeld in artikel 2, § 2, tweede lid, van dit besluit vervuld zijn.
  § 3. De subsidie, vermeld in paragraaf 1 en 2, wordt aangevraagd bij de VMSW nadat de kamer, de zelfstandige woning of sociale huurwoning is verhuurd aan tijdelijk ontheemden uit Oekraïne. Bij de subsidieaanvraag wordt een kopie van de huurovereenkomst die is gesloten met de tijdelijk ontheemde uit Oekraïne gevoegd.
  De VMSW controleert of de voorwaarden, vermeld in dit artikel, zijn vervuld en keert vervolgens de subsidie uit. De subsidie wordt aangerekend op begrotingsartikel QF0-1QDG2QK-IS.".

Art.7. In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid wordt de zinsnede "16 tot en met 24 en artikel 35" vervangen door de zinsnede "15 tot en met 24, artikel 32 en 35" en wordt de datum "16 maart" vervangen door de datum "18 maart";
  2° in het tweede lid, 4°, worden tussen het woord "van" en het woord "zeven" de woorden "ten minste" ingevoegd;
  3° in het tweede lid wordt punt 5° vervangen door wat volgt:
  "5° de opzeggingstermijn, vermeld in punt 4°, begint op de derde werkdag na de dag waarop de opzegging is gedaan. Als er geen opzeggingstermijn als vermeld in punt 4°, van toepassing is, wordt de huurovereenkomst beëindigd op de derde werkdag na de dag waarop de opzegging is gedaan.".

Art.8. In artikel 7 van hetzelfde besluit worden tussen de woorden "een sociaal verhuurkantoor" en de zinsnede ", een kamer" de woorden "of het VWF een slaapfaciliteit in een collectieve voorziening" ingevoegd.

Art.9. Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt:
  "Art. 8. Er zijn afwijkingen toegestaan op de vereisten en normen, vermeld in bijlage 4 en 5 die bij het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021 zijn gevoegd, als aan al de volgende voorwaarden is voldaan:
  1° in de woning worden tijdelijk ontheemden uit Oekraïne gehuisvest;
  2° de woning vertoont geen gebreken van categorie III of gebreken van categorie II in verband met brandveiligheid, ontploffing, elektrocutie, CO-vergiftiging, vocht, stabiliteit en toegankelijkheid, vermeld in voormelde bijlage 4 en 5;
  3° de woning is niet opgenomen in de inventaris, vermeld in artikel 3.19 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;
  4° de woning is niet opgenomen in het register van herstelvorderingen, vermeld in artikel 3.44, § 1, derde lid, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
  De afwijkingen, vermeld in het eerste lid, zijn ook van toepassing op de zelfstandige woningen, op de gemeenschappelijke delen, vermeld in artikel 1.2, eerste lid, 44° tot en met 48° van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021 en op de kamers die ontstaan door de tijdelijke opsplitsing van een zelfstandige woning met het oog op de huisvesting van tijdelijk ontheemden uit Oekraïne.
  De afwijkingen, vermeld in het eerste lid, wijzigen op geen enkele manier de beoordeling van overbewoning als vermeld in artikel 3.24 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.".

Art.10. Het besluit van de Vlaamse Regering van 14 maart 2022 tot regeling van de tijdelijke huisvesting van gezinnen of alleenstaanden die dakloos zijn of dreigen te worden naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne wordt opgeheven.

Art.11. Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 12. De Vlaamse minister, bevoegd voor het woonbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.