Details





Titel:

27 JANUARI 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 april 2021 tot vaststelling van de parameters waarmee het volume aan te kopen capaciteit wordt bepaald, inclusief hun berekeningsmethode, en van de andere parameters die nodig zijn voor de organisatie van de veilingen, alsook de methode en voorwaarden tot het verkrijgen van individuele uitzonderingen op de toepassing van de intermediaire prijslimiet(en) in het kader van het capaciteitsvergoedingsmechanisme



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingsbepalingen
Art. 1-11
HOOFDSTUK 2. - Slotbepalingen
Art. 12-15
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2021041351 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingsbepalingen
Artikel 1. In artikel 1, § 2 van het koninklijk besluit van 28 april 2021 tot vaststelling van de parameters waarmee het volume aan te kopen capaciteit wordt bepaald, inclusief hun berekeningsmethode, en van de andere parameters die nodig zijn voor de organisatie van de veilingen, alsook de methode en voorwaarden tot het verkrijgen van individuele uitzonderingen op de toepassing van de intermediaire prijslimiet(en) in het kader van het capaciteitsvergoedingsmechanisme, wordt de bepaling onder 28° vervangen als volgt:
  ""28° "jaarlijkse inframarginale inkomsten": het verschil tussen de opbrengsten van de energiemarkt en de variabele kosten;".

Art.2. In artikel 4, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° paragraaf 1 wordt aangevuld met de bepaling onder 3°, luidende:
  "3° de gewogen gemiddelde kost van kapitaal, hierna "WACC", die overeenkomt met de som van het minimumrendement en een risicopremie, waarmee rekening moet worden gehouden bij de berekening van de brutokost van een nieuwkomer, overeenkomstig 1°, en de nettokost van een nieuwkomer, overeenkomstig artikel 10, § 6. Deze risicopremie kan worden gedifferentieerd naargelang de referentietechnologie en in functie van de economische levensduur van de investering.
  Voor de veiling van 2022 worden de volgende waarden gebruikt:
  a) minimumrendement: 5,53% voor alle technologieën;
  b) risicopremie: zoals bepaald in bijlage 2 bij dit besluit voor de technologieën die opgenomen zijn in de lijst van referentietechnologieën bedoeld in artikel 10, § 4.";
  2° in paragraaf 2 wordt de zin "Dit voorstel omvat eveneens de gewogen gemiddelde kost van kapitaal die in aanmerking genomen is in paragraaf 1, 1°, teneinde de brutokost van een nieuwkomer te berekenen", opgeheven.

Art.3. In artikel 10, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 4 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  a) in het eerste lid wordt de zin "De methode voor het bepalen van de brutokost van verschillende technologieën, bedoeld in artikel 5 is de in overeenstemming met artikel 27 van Verordening (EU) 2019/943 goedgekeurde methodologie van artikel 23, lid 6 van Verordening (EU) 2019/943" vervangen als volgt:
  "De methode voor het bepalen van de brutokost van verschillende technologieën, bedoeld in artikel 4, is gebaseerd op de in overeenstemming met artikel 27 van Verordening (EU) 2019/943 goedgekeurde methodologie van artikel 23, lid 6 van Verordening (EU) 2019/943 en volgt de twee hieronder beschreven stappen:";
  b) in het eerste lid wordt de zin "Indien een dergelijke methode ontbreekt op het moment van de berekening, zal de brutokost van verschillende technologieën worden bepaald volgens de twee hieronder beschreven stappen :" opgeheven.
  2° in paragraaf 5 wordt het woord "drie jaar" vervangen door de woorden "vijf jaar of op verzoek van de minister,";
  3° in paragraaf 6, eerste lid worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  a) de woorden "De geraamde jaarlijkse inframarginale inkomsten van de referentie voor elke technologie" worden vervangen door de woorden "De geraamde jaarlijkse inframarginale inkomsten van elke referentietechnologie";
  b) de woorden "over de volledige levensduur van de referentie voor elke technologie" worden vervangen door de woorden "over hun levensduur";
  c) de woorden "mediaan (P50)" worden vervangen door het woord "gemiddelde";
  d) het eerste lid wordt aangevuld met de woorden "en worden geactualiseerd door rekening te houden met de gemiddelde kost van kapitaal bepaald overeenkomstig artikel 4, § 1, 3° ";
  7° in paragraaf 6 wordt het tweede lid opgeheven.

Art.4. In artikel 16, § 2, van hetzelfde besluit, worden de woorden "en de raming van de opbrengsten zoals bedoeld in artikel 19" vervangen door de woorden ", de raming van de inkomsten bedoeld in artikel 19 en de raming van het minimumrendement waaraan de risicopremie zoals bedoeld in artikel 19bis wordt toegevoegd".

Art.5. In artikel 17, § 2, eerste lid, van hetzelfde besluit, wordt de bepaling onder 1° aangevuld met de woorden ", en de economische levensduur met betrekking tot deze investeringskosten"

Art.6. In artikel 18, § 2, eerste lid, 1°, van hetzelfde besluit, worden de woorden ", alsook de economische levensduur van deze investeringen, " ingevoegd tussen de woorden "de recurrente investeringskosten op jaarbasis" en de woorden "die niet rechtstreeks verband houden met een verlenging".

Art.7. In artikel 19, § 2, enigste lid, van hetzelfde besluit, wordt de bepaling onder 3° vervangen als volgt:
  "3° komt overeen met de gemiddelde jaarlijkse inframarginale inkomsten, rekening houdend met het niveau van de toepasselijke uitoefenprijs bedoeld in artikel 26 en met de variabele kosten zoals bepaald in de raming van de kostencomponenten bedoeld in artikel 18, § 2, 3° tot 5.";

Art.8. In hetzelfde besluit wordt een artikel 19bis ingevoegd, luidende:
  "art. 19bis. § 1. Voor elke technologie die opgenomen is in de beperkte lijst van bestaande technologieën bedoeld in artikel 18, § 1, past de netbeheerder een risicopremie toe rekening houdend met artikel 6, lid 9 van de methodologie zoals bedoeld in artikel 23, lid 5 van Verordening (EU) 2019/943. De waarde van de door de netbeheerder toe te passen risicopremie houdt, naast het minimumrendement, rekening met de risico's verbonden aan de investeringsuitgaven zoals bepaald in § 2, 1° en 2°, rekening houdend met de economische levensduur die eraan verbonden is overeenkomstig de risicopremies van bijlage 1, met dien verstande dat deze risicopremie door de netbeheerder, binnen de grenzen van bijlage 1, wordt beoordeeld op basis van de omvang van de gedane investeringen en de economische levensduur die eraan verbonden is.
  § 2. Voor elke beschouwde technologie worden ten minste de volgende principes gehanteerd bij het bepalen van de risicopremie:
  1° de risicopremie stijgt met het risico dat het referentiescenario zoals gebruikt voor de simulatie van de inframarginale inkomsten afwijkt van de werkelijkheid waaraan de technologie is blootgesteld. Dit risico wordt in rekening gebracht zodra er kostencomponenten met een economische levensduur van drie jaar of langer zijn gedefinieerd, zoals bedoeld in artikel 18, § 2, 1°.
  2° de risicopremie stijgt met de non-normaliteit van de gesimuleerde inkomstenverdeling en het neerwaartse risico waaraan de technologie onderhevig is, rekening houdend met onder meer de marginale kosten van de technologie en het beschouwde marktkader.
  § 3. Voor elke technologie die opgenomen is in de beperkte lijst van bestaande technologieën bedoeld in artikel 18, § 1, bepaalt de netbeheerder de gewogen gemiddelde kost van het kapitaal, overeenkomstig de volgende stappen:
  1° het minimumrendement door de minister vastgelegd als onderdeel van de intermediaire waarden, zoals bedoeld in artikel 4, § 3;
  2° Vermeerderd met de technologie-specifieke risicopremie bedoeld in paragraaf 1.
  § 4. De ramingen van de risicopremie en de gewogen gemiddelde kost van het kapitaal, zoals bedoeld in respectievelijk paragraaf 1 en paragraaf 2 worden ten minste om de vijf jaar geactualiseerd. "

Art.9. In artikel 20, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° de bepaling onder 1° wordt vervangen als volgt:
  "1° De kosten berekend als de som van de recurrente investeringskosten bedoeld in artikel 18, § 2, 1°, de vaste operationele en onderhoudskosten bedoeld in artikel 18, § 2, 2° en, voor de technologieën met een hoge variabele kost, de activatiekost bedoeld in artikel 18, § 2, 6°. Dit resultaat wordt vermenigvuldigd met de factor één vermeerderd met de gewogen gemiddelde kost van het kapitaal bedoeld in artikel 19bis, § 3;";
  2° de bepalingen onder 2°, 3° en 7° worden opgeheven.

Art.10. In artikel 21, § 8, tweede lid, 5°, van dezelfde wet, wordt het woord "1" ingevoegd tussen de woorden "zoals bepaald in bijlage" en de woorden "bij dit besluit".

Art.11. In artikel 22, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 7, tweede lid worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  a) in de bepaling onder 3°, c) worden de woorden "mediaan (P50) inkomsten" vervangen door de woorden "gemiddelde jaarlijkse inframarginale inkomsten";
  b) in de bepaling onder 4°, c) worden de woorden "inframarginale inkomsten" vervangen door de woorden "jaarlijkse inframarginale inkomsten";
  c) paragraaf 7, tweede lid, wordt aangevuld met de bepalingen onder 5° en 6°, luidende:
  "5° de risicopremie, rekening houdend met artikel 6, lid 9 van de methodologie zoals bedoeld in artikel 23, lid 5 van Elektriciteitsverordening (EU) 2019/943, zoals bepaald in bijlage 1 bij dit besluit. De waarde van de door de netbeheerder toe te passen risicopremie houdt, naast het minimumrendement, rekening met de risico's verbonden aan de investeringsuitgaven zoals bepaald in artikel 19bis, § 2, 1° en 2°, rekening houdend met de economische levensduur die eraan verbonden is overeenkomstig de risicopremies van bijlage 1, met dien verstande dat deze risicopremie door de netbeheerder, binnen de grenzen van bijlage 1, wordt beoordeeld op basis van de omvang van de gedane investeringen en de economische levensduur die eraan verbonden is.
  6° de gewogen gemiddelde kost van het kapitaal, gebaseerd op de som van:
  a) het minimumrendement door de minister vastgesteld als onderdeel van de intermediaire waarden, zoals bedoeld in artikel 4 § 3;
  b) vermeerderd met de technologie-specifieke risicopremie bedoeld in 5°. De bepaling van deze risicopremie houdt rekening met de economische levensduur van de investeringen in overeenstemming met § 2, 2°. ";
  2° paragraaf 8, 1° wordt aangevuld met de volgende zin:
  "Dit resultaat wordt vermenigvuldigd met de factor één vermeerderd met de gewogen gemiddelde kost van het kapitaal bedoeld in artikel § 7, 6°. ";
  3° Paragraaf 9 wordt opgeheven.

HOOFDSTUK 2. - Slotbepalingen
Art.12. In hetzelfde besluit wordt het opschrift van de bijlage 1 vervangen als volgt:
  "Bijlage 1 - Risicopremie voor de intermediaire maximumprijs en de derogaties hierop"

Art.13. In hetzelfde besluit wordt een bijlage 2 ingevoegd die als bijlage is gevoegd bij dit besluit.

Art.14. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art.15. De minister bevoegd voor Energie is belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGE.
Art. N. Bijlage 2 - Risicopremie voor de berekening van de brutokost en de nettokost van een nieuwkomer / Annexe 2 - Prime de risque pour le calcul du coût brut et du coût net d'un nouvel entrant


Technologieën/Technologies Aanvullende risicopremie voor investeringskosten met een economische levensduur van 3 jaren of minder/ Prime de risque additionnelle considérant des dépenses d'investissements associées à une durée de vie économique de 3 ans ou moins Aanvullende risicopremie voor investeringskosten met een economische levensduur van meer dan 3 jaren / Prime de risque additionnelle considérant des dépenses d'investissements associées à une durée de vie économique de plus de 3 ans
Gasturbine gecombineerde cyclus
  Turbine à gaz cycle combiné
N/A 5 %
Gasturbine met open cyclus
  Turbine à gaz cycle ouvert
N/A 6 %
Verbrandingsmotor/moteur à combustion interne N/A 6 %
Warmtektrachtkoppeling (CHP)
  Cogénération
N/A 5 %
Vraagzijdebeheer
  Gestion de la demande
N/A 7.5 %
Wind onshore
  Eolien onshore
N/A 3,5 %
Wind offshore
  Eolien offshore
N/A 3,5 %
Batterijen
  Battéries
N/A 7,5 %
Zonne-energie
  Solaire
N/A 3, 5 %