Details





Titel:

28 MEI 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2018 tot uitvoering van afdeling 6 - toekenning van betaald educatief verlof in het kader van voortdurende vorming van de werknemers - van hoofdstuk IV van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen en tot wijziging van artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 mei 2013 betreffende de loopbaanbegeleiding, wat betreft opleidingen via blended leren en de intrekking van het recht op Vlaams opleidingsverlof door de Beroeps- en Evaluatiecommissie



Inhoudstafel:


Art. 1-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2019010609 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2018 tot uitvoering van afdeling 6 - toekenning van betaald educatief verlof in het kader van voortdurende vorming van de werknemers - van hoofdstuk IV van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen en tot wijziging van artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 mei 2013 betreffende de loopbaanbegeleiding worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° punt 1° wordt vervangen door wat volgt:
  "1° contacturen: de opleidingsuren met een rechtstreeks contact tussen de instructeur of begeleider van een opleidingsactiviteit en de cursist, die gebonden zijn aan een bepaald tijdstip en een bepaalde plaats van opleiding. Dat rechtstreekse contact kan fysiek of digitaal zijn. Het kan ook werkplekleren betreffen. De instructeur of begeleider van een opleidingsactiviteit werkt voor een geregistreerde opleidingsverstrekker;";
  2° er wordt een punt 5° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "5° /1 opleiding via blended leren: een opleiding die gegeven wordt in een weloverwogen combinatie van contactleren en een onlinecomponent, waarvoor de opleidingsverstrekker gebruikmaakt van een learning management systeem om het leerproces te ondersteunen en de leerevolutie op te volgen;".

Art.2. In artikel 2, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid wordt punt 2° vervangen door wat volgt:
  "2° ze omvat per jaar minstens 32 contacturen of minstens 3 studiepunten, met uitzondering van examencontracten, of minstens 32 uur opleidingstijd voor een opleiding via blended leren;";
  2° aan het eerste lid wordt een punt 5° toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "5° in geval van blended leren heeft de opleidingsverstrekker bij de indiening van de aanvraag tot registratie meegedeeld welk learning management systeem hij voor de opleiding hanteert en hoe hij het doorlopen van het leerproces en het behalen van de vooropgezette leerdoelstellingen zal opvolgen.";
  3° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt:
  "In afwijking van het eerste lid gelden voor een mentoropleiding uitsluitend de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, 1°, 3°, 4° en 5°. ".

Art.3. In hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 24 mei 2019 en 20 november 2020, wordt een artikel 21/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "Art. 21/1. § 1. De Beroeps- en Evaluatiecommissie brengt de opleidingsverstrekker met een aangetekende zending op de hoogte van het voornemen tot intrekking van het recht op Vlaams opleidingsverlof voor een opleiding als vermeld in artikel 110bis, § 2, van de wet van 22 januari 1985. De kennisgeving bevat al de volgende informatie:
  1° de motivering voor de intrekking;
  2° de gevolgen van de intrekking;
  3° de datum waarop de intrekking uitwerking zal hebben, die ten vroegste de einddatum kan zijn van de termijn bepaald in paragraaf 2, eerste lid.
  § 2. De opleidingsverstrekker kan binnen dertig kalenderdagen vanaf de derde werkdag die volgt op de aangetekende verzending van de kennisgeving, bij de Beroeps- en Evaluatiecommissie een verzoek indienen om gehoord te worden. Indien de geadresseerde bewijst dat de kennisgeving hem later heeft bereikt, gaat deze termijn in vanaf de datum van ontvangst.
  De opleidingsverstrekker dient een verweerdossier in bij de Beroeps- en Evaluatiecommissie om een verzoek als vermeld in het eerste lid in te dienen.
  Nadat de opleidingsverstrekker is gehoord, beslist de Beroeps- en Evaluatiecommissie of het recht op Vlaams opleidingsverlof voor de opleiding in kwestie wordt ingetrokken. De Beroeps- en Evaluatiecommissie brengt de opleidingsverstrekker binnen een week vanaf de voormelde beslissing schriftelijk op de hoogte van de beslissing.
  § 3. Als de opleidingsverstrekker geen verzoek als vermeld in paragraaf 2, heeft ingediend, wordt, nadat de termijn, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, verstreken is, het voornemen van de Beroeps- en Evaluatiecommissie, vermeld in paragraaf 1, van rechtswege geacht een intrekkingsbeslissing te zijn.
  § 4. De beslissing tot intrekking van de erkenning heeft uitwerking op de datum, vermeld in die beslissing.
  Als de registratie van de opleiding ingetrokken wordt, verwijdert het departement de opleiding onmiddellijk uit de opleidingsdatabank, vermeld in artikel 3.".

Art.4. Aan artikel 23, § 3, van hetzelfde besluit wordt een zevende lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "Voor opleidingen via blended leren heeft de werknemer het recht om op het werk afwezig te zijn gedurende de voorziene opleidingstijd.".

Art.5. Aan artikel 27 van hetzelfde besluit wordt een vijfde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "In afwijking van het derde lid volgt een werknemer een opleiding via blended leren nauwgezet als vermeld in artikel 116, § 2, van de wet van 22 januari 1985, als hij beschikt over een attest van de opleidingsverstrekker dat verklaart dat hij het leerproces doorlopen heeft.".

Art.6. Aan artikel 29, § 2, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt een punt 4° toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "4° in geval van een opleiding via blended leren:
  a) het attest dat verklaart dat de werknemer het leerproces heeft doorlopen;
  b) de datum van aflevering van het certificaat.".

Art.7. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2021.

Art. 8. De Vlaamse minister, bevoegd voor Werk, is belast met de uitvoering van dit besluit.