Details





Titel:

13 JUNI 2021. - Koninklijk besluit betreffende het telewerk voor personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 25-06-2021 en tekstbijwerking tot 08-03-2024)



Inhoudstafel:


Art. 1-15, 15bis, 16-17



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2021033694  2024001803 



Artikels:

Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan.

Art.2.Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder:
  1° telewerk: een vorm van organisatie en/of uitvoering van het werk waarin, met gebruikmaking van informatietechnologie, werkzaamheden die ook op de werkvloer van de dienst zouden kunnen worden uitgevoerd, op regelmatige basis of op incidentele basis buiten die werkvloer worden uitgevoerd;
  2° dienst: een hof, een rechtbank, een griffie, een parketsecretariaat of een steundienst zoals bedoeld in Deel II, Boek I, Titel III en Titel IV en de dienst bedoeld in artikel 136 van het Gerechtelijk Wetboek, alsook het Centraal Orgaan voor de Inbeslagname en Verbeurdverklaring;
  3° personeelslid: contractueel of benoemd personeelslid van de rechterlijke orde bedoeld in het Deel II, Boek I, titel III, van het Gerechtelijk Wetboek en de attaché [1 en de adviseur]1 in de dienst voor documentatie en overeenstemming der teksten bij het Hof van Cassatie bedoeld in artikel 260 van hetzelfde Wetboek;
  4° telewerker: elk personeelslid dat telewerk verricht zoals is gedefinieerd onder 1° ;
  5° hiërarchische meerdere: de magistraat of het vastbenoemd personeelslid die de verantwoordelijkheid over een dienst of over een team heeft en die dientengevolge rechtstreeks gezag uitoefent over de personeelsleden van die dienst of van dat team;
  6° functionele chef: de magistraat die of het vastbenoemd of contractueel personeelslid dat, onder de verantwoordelijkheid van de hiërarchische meerdere van een personeelslid, een rechtstreekse gezagsrelatie heeft ten aanzien van laatstgenoemde bij het dagelijks uitoefenen van zijn ambt;
  7° de werkgever: de Belgische Staat, vertegenwoordigd door de minister bevoegd voor Justitie of zijn afgevaardigde;
  [1 8° directiecomité: het directiecomité van een hof, rechtbank of parket bedoeld in artikel 185/2 van het Gerechtelijk Wetboek.]1
  ----------
  (1)<KB 2024-02-18/11, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2024>

Art.3. § 1. Er kan telewerk verricht worden in elke dienst van de rechterlijke orde.
  § 2. De beslissing om aan een personeelslid effectief telewerk toe te kennen wordt genomen door de hiërarchische meerdere of de functionele chef.

Art.4. Het telewerk kan worden verricht in de woning van de telewerker of in elke andere door hem gekozen plaats.
  Het telewerk geeft geen recht op een verblijfsvergoeding, dit ongeacht de plaats waar het wordt uitgeoefend.

Art.5.§ 1. Het telewerk gebeurt op vrijwillige basis zowel voor het betrokken personeelslid als voor de betrokken dienst.
  Het organiseren van telewerk in een dienst creëert geen enkele verplichting om aan alle personeelsleden van deze dienst toe te laten hiervan gebruik te maken.
  Evenzeer creëert het feit dat het telewerk zou veralgemeend worden in een dienst, voor het personeelslid geen enkele verplichting om hiervan gebruik te maken.
  § 2. Geen enkele toelage of premie mag verbonden worden aan telewerk. Geen enkele verhoging of vermindering van de arbeidsduur mag eraan verbonden worden.
  Voor de telewerker gelden dezelfde werkbelasting en prestatienormen als voor vergelijkbare personeelsleden welke werken op de werkvloer van de dienst.
  § 3. De telewerkers hebben dezelfde rechten op opleiding en op mogelijkheden voor loopbaanontwikkeling als vergelijkbare personeelsleden die werken op de werkvloer van de dienst en worden onderworpen aan dezelfde evaluaties.
  § 4. Telewerk mag, over een periode van een burgerlijk jaar, niet meer dan drie vijfden van de arbeidsregeling die op de telewerker van toepassing is, beslaan.
  [1 Het directiecomité kan een uitzondering op het eerste lid toestaan op vraag van het personeelslid en na een gemotiveerd advies van de functionele chef van het personeelslid. In zijn aanvraag motiveert het personeelslid de redenen waarom hij wenst een uitzondering te bekomen. De toelating geldt voor maximum vierentwintig maanden maar is telkens hernieuwbaar na een nieuwe beslissing van het directiecomité. Er wordt automatisch een einde gesteld aan deze toelating wanneer het personeelslid muteert, of wanneer hij bevordert of benoemd wordt tot stagiair in dezelfde of een andere entiteit.]1
  § 5. [1 ...]1
  ----------
  (1)<KB 2024-02-18/11, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2024>

Art.6.§ 1. Gedurende het telewerk, behoudt de telewerker dezelfde rechten en plichten als gedurende de uren verricht in de lokalen van de dienst.
  § 2. De verlofregeling en de bepalingen inzake arbeidsongevallen en beroepsziekten blijven volledig op hem van toepassing.
  In geval van ziekte, is de telewerker ertoe gehouden de hiërarchische meerdere of de functionele chef te verwittigen overeenkomstig de modaliteiten voorzien voor de andere personeelsleden.
  Bij arbeidsongeval is de telewerker ertoe gehouden zo vlug mogelijk, via zijn hiërarchische meerdere, de Federale Overheidsdienst Justitie te verwittigen en hem alle gegevens te bezorgen die nuttig zijn voor de kwalificatie van het ongeval als arbeidsongeval.
  § 3. De telewerker zorgt voor de organisatie van zijn werk rekening houdend met de wet van 14 december 2000 tot vaststelling van sommige aspecten van de organisatie van de arbeidstijd in de openbare sector [1 ...]1.
  § 4. De hiërarchische meerdere of de functionele chef neemt de nodige maatregelen zodat de telewerker toegang heeft tot informatie betreffende de dienst.
  ----------
  (1)<KB 2024-02-18/11, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2024>

Art.7. De Federale Overheidsdienst Justitie informeert de telewerker omtrent de beschermings- en preventiemaatregelen die van kracht zijn inzake veiligheid en gezondheid op de werkplek, in het bijzonder de eisen inzake beeldschermapparatuur.
  De telewerker past die maatregelen toe.
  De bevoegde interne preventiediensten hebben toegang tot de werkplek van de telewerker om te kunnen controleren of de geldende voorschriften inzake veiligheid en gezondheid op correcte wijze worden toegepast. Indien het telewerk wordt verricht in een bewoond lokaal, moet dit bezoek op voorhand worden aangekondigd en moet de telewerker ermee hebben ingestemd.
  De telewerker kan een inspectiebezoek van diezelfde diensten aanvragen.

Art.8. De telewerkers hebben dezelfde rechten als de personeelsleden die in de lokalen van de dienst tewerkgesteld zijn inzake de vakbondsvertegenwoordiging en deelneming aan het vakbondsleven alsook inzake de sociale dienst.
  In het geval de minister bevoegd voor Justitie algemene uitvoeringsmodaliteiten, die dit besluit aanvullen, aanneemt, worden deze in het Sectorcomité III - Justitie en het onderhandelingscomité voor de griffiers, referendarissen en parketjuristen van de rechterlijke orde onderhandeld.
  De invoering van telewerk in een dienst en de modaliteiten die van toepassing zijn binnen de dienst maken het voorwerp uit van een voorafgaand overleg in het bevoegd basisoverlegcomité.

Art.9.[1 § 1. De minister van Justitie of zijn gemachtigde bepaalt in toepassing van dit besluit:
   1° de lijst van de functies die zich niet lenen tot telewerk ;
   2° de modaliteiten volgens welke de toestemming voor het toegestane telewerk wordt gegeven;
   3° de modaliteiten betreffende de registratie van het telewerk;
   4° de modaliteiten betreffende de technische ondersteuning en de momenten waarop deze bereikbaar is;
   5° de modaliteiten betreffende de uitbetaling van de vergoeding voor telewerkkosten.
   De telewerker en de functionele chef maken onderling afspraken over:
   1° op welke dagen er telewerk verricht kan worden en op welke dagen de aanwezigheid op de werkvloer vereist is;
   2° de ogenblikken waarop of de periodes tijdens dewelke de telewerker bereikbaar moet zijn en via welke middelen;
   3° de manier waarop de werkgever aan de telewerker de te verwezenlijken taken onder vorm van telewerk opgeeft, alsook de methode waarmee het werk, geleverd door de telewerker, gemeten wordt.
   De telewerker registreert elke telewerkdag.
   Als de plaats van het telewerk afwijkt van de woonplaats van de telewerker, dan deelt hij dit mee aan zijn functionele chef, of bij ontstentenis, aan de hiërarchische meerdere.
   § 2. De toestemming tot telewerk blijft gelden tot de intrekking ervan door de werkgever of tot de beslissing van de telewerker dat hij niet meer wil telewerken. Er wordt automatisch een einde gesteld aan deze toestemming wanneer het personeelslid muteert, of wanneer hij bevordert of benoemd wordt tot stagiair in een andere entiteit.]1
  ----------
  (1)<KB 2024-02-18/11, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2024>

Art.10. De Federale Overheidsdienst Justitie is verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen, het installeren en het onderhouden van de voor telewerk benodigde apparatuur.

Art.11.De telewerker gaat zorgvuldig om met de hen ter beschikking gestelde apparatuur.
  [1 De telewerker gebruikt het ter beschikking gesteld materiaal niet voor private doelstellingen, tenzij er een specifieke regeling voorzien is voor zijn entiteit en wanneer hij kenbaar heeft gemaakt dat hij dit materiaal wilt gebruiken voor private doelstellingen.]1
  ----------
  (1)<KB 2024-02-18/11, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2024>

Art.12. De Federale Overheidsdienst Justitie stelt de telewerker behoorlijke faciliteiten beschikbaar inzake technische ondersteuning.

Art.13.De kosten die voortvloeien uit verlies of beschadiging van de door de telewerker gebruikte apparatuur en gegevens in het kader van het telewerk, zijn voor rekening van de Federale Overheidsdienst Justitie, behalve bij bedrog of zware [1 fout]1 van de telewerker.
  In geval van beschadiging door derden of van diefstal, verschaft de telewerker aan de Federale Overheidsdienst Justitie de informatie waarover hij beschikt en die van aard is om de overheid waaronder hij ressorteert toe te laten het herstel van de geleden schade te bekomen.
  ----------
  (1)<KB 2024-02-18/11, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2024>

Art.14. De telewerker brengt onmiddellijk de hiërarchische meerdere of de functionele chef op de hoogte van een defect aan de door hem gebruikte apparatuur of van een geval van overmacht waardoor hij zijn werk niet kan verrichten.
  Er kan worden voorzien in specifieke regels zoals vervangende taken of een tijdelijke terugkeer naar de werkvloer van de dienst.

Art.15. De Federale Overheidsdienst Justitie neemt maatregelen, in het bijzonder ten aanzien van de software, zodat de bescherming van de gegevens die door de telewerker voor professionele doeleinden worden gebruikt en verwerkt, gewaarborgd is.
  De Federale Overheidsdienst Justitie informeert de telewerker omtrent de wetgeving en de in de instelling geldende regels inzake de bescherming van gegevens. De telewerker moet die wetgeving en regels naleven.
  De Federale Overheidsdienst Justitie informeert de telewerker omtrent de beperkingen ten aanzien van het gebruik van IT-apparatuur of -faciliteiten en de sancties ingeval hij zich niet aan die beperkingen houdt.

Art.15bis. [1 § 1. Het telewerk kan tijdelijk worden geschorst door de hiërarchische meerdere of de functionele chef van het personeelslid.
   De schorsing van het telewerk op initiatief van de hiërarchische meerdere of de functionele chef kan worden gevraagd, na het personeelslid gehoord te hebben, indien de goede werking van de dienst dit vereist, wanneer een tuchtonderzoek werd opgestart of na een ongunstige eindvermelding in het kader van de evaluatiecycli. De hiërarchische meerdere of functionele chef motiveert zijn beslissing en stelt het personeelslid in kennis van de tijdelijke schorsing. De schorsing start tien dagen na de voormelde beslissing of, in desbetreffend geval, na het beroep voorzien in § 3.
   § 2. Het personeelslid, zijn hiërarchische meerdere of zijn functionele chef kan het telewerk beëindigen.
   De beëindiging van het telewerk op initiatief van de hiërarchische meerdere of de functionele chef kan geschieden als het personeelslid een fout begaat waarbij het vertrouwen in de telewerker verloren gaat, als de afspraken niet worden gerespecteerd of als de functie van het personeelslid zo geëvolueerd is dat telewerk niet meer mogelijk is. De hiërarchische meerdere of de functionele chef motiveert zijn beslissing en stelt het personeelslid in kennis van de beëindiging, na hem gehoord te hebben. De beëindiging van het telewerk gaat in tien dagen volgend op de datum waarop de beslissing is genomen of, in desbetreffend geval, na het beroep voorzien in § 3.
   De beëindiging van het telewerk op initiatief van het personeelslid wordt ten laatste veertien dagen op voorhand aangevraagd. De beëindiging gaat in de eerste dag van de volgende maand.
   Er wordt geen einde gesteld aan het telewerk wanneer het personeelslid benoemd wordt als stagiair, of als een tuchtsanctie wordt opgelegd aan de personeelslid behalve als het directiecomité dit uitdrukkelijk beslist.
   § 3. Het personeelslid kan een beroep indienen bij het directiecomité van de rechtsmacht waar hij werkzaam is :
   1° wanneer de hiërarchische meerdere of de functionele chef een negatieve beslissing heeft genomen bij de aanvraag tot telewerk ;
   2° wanneer hij niet akkoord gaat met de schorsing van het telewerk door de hiërarchische meerdere of de functionele chef;
   3° wanneer hij niet akkoord gaat dat de hiërarchische meerdere of de functionele chef het telewerkregime beëindigt.
   Het beroep wordt ingediend binnen de 10 dagen volgend op de datum waarop de beslissing werd genomen. Het personeelslid kan zich laten bijstaan door de persoon van zijn keuze. Het directiecomité maakt haar beslissing kenbaar omtrent de toekenning, de schorsing of het einde van het telewerk binnen de eenentwintig dagen volgend op de datum waarop het beroep is ingediend.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2024-02-18/11, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2024>


Art.16. Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 17. De minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.