Details





Titel:

23 APRIL 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, met betrekking tot de financiering van de revalidatieziekenhuizen



Inhoudstafel:


Art. 1-9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2019030061 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 242 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 december 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het tweede lid wordt tussen de zinsnede "2019," en het woord "zoals" de zinsnede "aangevuld met de structurele integratie van de correcties die berekend zijn conform artikel 255," ingevoegd;
  2° tussen het tweede en het derde lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt:
  "Het basisbudget, vermeld in het tweede lid, wordt aangevuld met het budget dat tot en met 30 juni 2018 betaald is door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid als premie van het Interdepartementaal Begrotingsfonds ter bevordering van de werkgelegenheid. Het budget wordt geïndexeerd conform artikel 258.".

Art.2. Aan artikel 243 van hetzelfde besluit wordt een punt 3° toegevoegd, dat luidt:
  "3° het provisioneel bedrag ter compensatie van de bijkomende kosten voor ziekenvervoer om de COVID-19-pandemie te beheersen.".

Art.3. Aan deel 5, titel 1, hoofdstuk 3, van hetzelfde besluit wordt een afdeling 4, die bestaat uit artikel 249/1, toegevoegd, die luidt als volgt:
  "Afdeling 4. Bedrag ter compensatie van de bijkomende kosten voor ziekenvervoer om de COVID-19-pandemie te beheersen
  Art. 249/1. In het BRZ wordt voor het dienstjaar 2021 een provisioneel bedrag van 600 euro per volledige schijf van vijftien erkende bedden toegekend ter compensatie van de bijkomende kosten voor ziekenvervoer in het kader van de COVID-19-pandemie. De minister bepaalt de nadere voorwaarden in een overeenkomst met de revalidatieziekenhuizen.".

Art.4. In deel 5, titel 1, hoofdstuk 4, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 mei 2019, wordt in het opschrift van afdeling 4 de zinsnede "2018-2020" vervangen door de zinsnede "2018-2021".

Art.5. In artikel 252/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid wordt de zinsnede "2018-2020" vervangen door de zinsnede "2018-2021";
  2° in het derde lid wordt de zinsnede "het dienstjaar 2020" vervangen door de zinsnede "de dienstjaren 2020 en 2021" en wordt de zinsnede "tot 2020" vervangen door "tot 2020, respectievelijk tot 2021";
  3° in het vijfde lid wordt de zinsnede "en maart 2021" vervangen door de zinsnede ", maart 2021 en maart 2022" en wordt de zinsnede "en 2021" vervangen door de zinsnede ", 2021 en 2022".

Art.6. Aan artikel 253 van hetzelfde besluit wordt een punt 4° toegevoegd, dat luidt:
  "4° de bedragen voor de afrekening van de provisionele bedragen die conform artikel 257/1 zijn vastgesteld.".

Art.7. In artikel 255, § 3, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 mei 2019, wordt de zinsnede "2019 en 2020" vervangen door de zinsnede "2019, 2020 en 2021".

Art.8. In hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het besluit van 17 april 2020, wordt een artikel 257/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "Art. 257/1. Er wordt een bedrag ter beschikking gesteld in het corrigerende budget voor de afrekening van provisioneel toegekende bedragen.
  Voor het dienstjaar 2022 wordt een bedrag ter beschikking gesteld dat berekend wordt als het verschil tussen het provisioneel toegekende bedrag, vermeld in artikel 249/1, en de werkelijke kosten van het ziekenvervoer om de COVID-19 pandemie te beheersen. De minister bepaalt de manier waarop het revalidatieziekenhuis de werkelijke kosten moet staven in de overeenkomst, vermeld in artikel 249/1. Indien de werkelijke kosten minder bedragen dan het ter beschikking gestelde bedrag, kan het verschil teruggevorderd worden".

Art. 9. De Vlaamse minister, bevoegd voor de gezondheids- en woonzorg, is belast met de uitvoering van dit besluit.