28 JANUARI 2021. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het mandaat van de leidend ambtenaar, de adjunct-leidend ambtenaar en de inspecteurs-generaal van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid
TITEL I. - Algemene bepalingen
Art. 1-4
TITEL II. - Overgangs-, wijzigings-, opheffings- en slotbepalingen
HOOFDSTUK I. - Overgangsbepalingen
Art. 5-6
HOOFDSTUK II. - Opheffings- en wijzigingsbepalingen
Art. 7-10
HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art. 11
TITEL I. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Onverminderd de bepalingen van dit besluit zijn het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 29 oktober 2011 tot de vaststelling van het administratief en geldelijk statuut van Net Brussel, Gewestelijk Agentschap voor Netheid en het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 29 oktober 2011 tot vaststelling van de weddenschalen van het personeel van Net Brussel, Gewestelijk Agentschap voor Netheid van toepassing op de leidend ambtenaar, de adjunct-leidend ambtenaar en de inspecteurs-generaal van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid.
Art.2. De leidende ambtenaren van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid worden voor een mandaat aangesteld.
De bepalingen van boek IV "Het mandaat" van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn van toepassing op de directeur-generaal en de adjunct-directeur-generaal van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid in de mate waarin onderhavig besluit er niet van afwijkt en met uitzondering van de artikelen 431 en 451.
Voor de toepassing van voormelde bepalingen van boek IV "Het mandaat", moeten de woorden "mandaathouder van rang A5" die erin verschijnen vervangen worden door de woorden "directeur generaal" en de woorden "mandaathouder van rang A4+" vervangen worden door de woorden "adjunct directeur generaal".
De bepalingen die de bepalingen van voormeld boek IV "Het mandaat" mochten wijzigen, aanvullen of vervangen, vinden van rechtswege toepassing op de directeur-generaal en de adjunct-directeur-generaal van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid, tenzij zij afbreuk doen aan bepalingen die het voorwerp zijn geweest van de in dit besluit bepaalde aanpassingsmaatregelen.
Art.3. De inspecteurs-generaal van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid worden voor een mandaat aangesteld.
De bepalingen van boek IV "Het mandaat" van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn van toepassing op de inspecteurs-generaal van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid in de mate waarin het huidig besluit er niet van afwijkt en met uitzondering van de artikelen 431 en 451.
Voor de toepassing van voormelde bepalingen van boek IV "Het mandaat", moeten de woorden "mandaathouder van rang A4" die erin verschijnen vervangen worden door de woorden "inspecteur generaal".
De bepalingen die de bepalingen van voormeld boek IV "Het mandaat" mochten wijzigen, aanvullen of vervangen, vinden van rechtswege toepassing op de inspecteurs-generaal van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid, tenzij zij afbreuk doen aan bepalingen die het voorwerp zijn geweest van de in dit besluit bepaalde aanpassingsmaatregelen.
Art.4. Voor de toepassing van artikel 472 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, moet het 1ste lid van die bepaling als volgt gelezen worden :
"De ambtenaren van wie het mandaat, na een mandaatperiode van vijf opeenvolgende jaren, verstreken is, genieten de weddeschaal 15/1, als ze op het einde van hun mandaat titularis zijn van een rang 16 en de weddeschaal 13/2 als ze op het einde van hun mandaat titularis zijn van een rang 15."
TITEL II. - Overgangs-, wijzigings-, opheffings- en slotbepalingen
HOOFDSTUK I. - Overgangsbepalingen
Art.5. Bij de eerste aanstelling van de mandaathebbers in overeenstemming met de bepalingen van onderhevig besluit, blijven de in functie zijnde leidend ambtenaar, adjunct-leidend ambtenaar en inspecteurs-generaal hun respectieve functie uitoefenen tot de dag waarop de mandaathouder in functie treedt.
De functioneel bevoegde minister stelt de in het eerste lid bedoelde directeur-generaal, adjunct-directeur-generaal en inspecteurs-generaal die niet voor een mandaat aangesteld worden, aan als opdrachthouder. De opdracht wordt bepaald door de minister. Zij behouden het voordeel van hun weddenschaal verbonden aan hun afgeschafte graad.
Art.6. Naar aanleiding van de eerste uitoefening van het mandaat, stellen de mandaathouders, gedurende de eerste twaalf maanden van hun mandaat, ieder wat hen betreft, een keer om de vier maanden, een stand van zaken van de strategische en transversale doelstellingen bedoeld in de artikelen 433 en 434 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor aan de minister.
HOOFDSTUK II. - Opheffings- en wijzigingsbepalingen
Art.7. Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 september 2008 tot vaststelling van de procedure voor de benoeming van de leidend ambtenaar en de adjunct-leidend ambtenaar van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid, wordt opgeheven.
Art.8. Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 september 2008 tot vaststelling van de aanvullende procedure voor de benoeming van de inspecteurs-generaal van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid, wordt opgeheven.
Art.9. In de bijlage van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 29 oktober 2011 tot vaststelling van het administratief en geldelijk statuut van het personeel van Net Brussel, Gewestelijk Agentschap voor Netheid, worden de bepalingen betreffende de bevordering via baremaverhoging van de Directeur-generaal, Adjunct-directeur-generaal en Inspecteur-generaal opgeheven.
Art.10. In de bijlage van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 29 oktober 2011 houdende vaststelling van het reglement voor het personeel van Net Brussel, Gewestelijk Agentschap voor Netheid, worden de bepalingen betreffende de voorwaarden tot benoeming in de graden Directeur-generaal, Adjunct-directeur-generaal en Inspecteur-generaal vervangen door wat volgt :
"Aanstelling voor een mandaat door de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest" (Boek IV "Het mandaat" van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.).
HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art. 11. De minister bevoegd voor Openbare Netheid wordt belast met de uitvoering van dit besluit.